9 Beleggingsverzekeringen/rol KiFiD

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 1 december 2011 over beleggingsverzekeringen/rol KiFiD.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik dien één motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Financiën in het kader van de woekerpolisaffaire heeft onderzocht wat het beste flankerende beleid van verzekeraars is (best of class), waarbij hij tevens een overzicht van het flankerende beleid van de zes grote verzekeraars naar de Kamer heeft gestuurd, waarin is aangegeven in hoeverre zij aan de best of class voldoen;

overwegende dat de minister de hoogte van de compensatie voor een te hoog kostenniveau niet heeft meegenomen in zijn onderzoek, terwijl het wenselijk is om wat betreft de hoogte van kostencompensatie ook tot de best of class te komen;

verzoekt de regering, alsnog onderzoek te doen naar de hoogte van de compensatie die de verzekeraars klanten aanbieden en te bevorderen dat de verzekeraars ook op dat punt naar de best of class bewegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Irrgang en Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 107 (29507).

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Voorzitter. Ook mijn fractie heeft maar één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de compensatie voor schrijnende gevallen sterk uiteenloopt in de akkoorden tussen verzekeraars en stichtingen en er nu alsnog vele duizenden mensen naar de rechter moeten;

overwegende dat de heer Graafsma enkele interessante ideeën heeft geopperd om de compensatie te verbeteren, zoals het instellen van een maximum aan poliskosten in euro's;

constaterende dat geen zicht bestaat op de financiële gevolgen van een dergelijk voorstel waardoor de haalbaarheid niet goed kan worden ingeschat;

verzoekt de regering, de financiële consequenties globaal in kaart te brengen van de verschillende voorstellen van Graafsma,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 108 (29507).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ook de PVV-fractie heeft maar één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Wabeke-norm, ter compensatie van de hoge kosten in de woekerpolisaffaire, onduidelijk en misleidend is gecommuniceerd;

constaterende dat polishouders ook na compensatie nog steeds worden geconfronteerd met hoge kosten, die kunnen oplopen tot 50% van het eindkapitaal;

verzoekt de regering, de Wabeke-norm ter beoordeling voor te leggen aan de huidige financiële ombudsman van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze second opinion voor 1 april 2012,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 109 (29507).

De heer Plasterk (PvdA):

Voorzitter. Ik zal me beperken tot het indienen van één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verzekeraars en consumentenstichtingen als partijen bij de geschillen over beleggingsverzekeringen akkoorden over kostencompensatie hebben gesloten;

constaterende dat de overheid geen partij is bij deze overeenkomsten, maar dat er een publiek belang is om de naleving van deze afspraken tussen partijen transparant en inzichtelijk te maken;

verzoekt de regering, de monitoring van de kostencompensatieakkoorden tussen verzekeraars en consumentenstichtingen transparant en inzichtelijk te maken en de Kamer daarover voor de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Plasterk en Blanksma-van den Heuvel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 110 (29507).

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft één motie. Die gaat over de schrijnende gevallen in de woekerpolisaffaire.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de akkoorden naar aanleiding van het advies van Wabeke ook een regeling is opgenomen voor de schrijnende gevallen;

overwegende dat deze regeling nog verder moet worden ingevuld in vaststellingsovereenkomsten;

overwegende dat deze regeling zeer complex is en moeilijk toegankelijk voor de betrokkenen;

verzoekt de regering om dit onderdeel van de akkoorden voor de schrijnende gevallen te laten monitoren en daarbij ook de geschillencommissie te betrekken;

verzoekt regering tevens, de Kamer te informeren over de voortgang per 1 juli 2012,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Blanksma-van den Heuvel en Plasterk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 111 (29507).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister De Jager:

Voorzitter. Er is een aantal moties ingediend. Ik behandel een paar moties bij elkaar, namelijk de motie-Irrgang/Braakhuis op stuk nr. 107, de motie-Braakhuis op stuk nr. 108 en de motie-Van Dijck op stuk nr. 109. De kern van deze moties en ook van het algemeen overleg is dat de geschillen over de beleggingsverzekeringen private geschillen tussen verzekeraars en hun klanten zijn. De overheid is op zichzelf geen partij in dezen. De kostencompensatie is bovendien als kern en toch echt transparant opgenomen in de akkoorden tussen de verzekeraars en de stichtingen die klanten vertegenwoordigen. Die stichtingen, zoals de Vereniging Eigen Huis en de Vereniging Effecten Bezitters, hebben een brede achterban. Klanten worden op korte termijn daarover geïnformeerd. Ik moet de aanneming van de genoemde moties dus ontraden, omdat je daarmee alsnog de akkoorden zou openbreken. Daartoe voel ik mij echter niet bevoegd. Ik vind wel dat in het flankerend beleid alles geregeld moet zijn tussen de stichtingen enerzijds en de verzekeraars anderzijds. Dit is mede op aandringen van de Kamer in eerste instantie al gebeurd. Wij hebben ons dus heel erg gericht op het flankerend beleid. Daardoor is het overzicht gekomen.

In de motie-Plasterk/Blanksma-van den Heuvel op stuk nr. 110 ondersteunen de heer Plasterk en mevrouw Blanksma als het ware het flankerend beleid. Daarnaast wordt de regering verzocht om de Kamer voor de zomer te informeren over de in de akkoorden overeengekomen monitoring van de naleving. De heer Plasterk en mevrouw Blanksma zien dus een publieke rol in het bewerkstelligen van de transparantie in dat kader. Ik kan mij in deze motie vinden. Het lijkt mij namelijk een goede zaak dat net als bij de monitoring van het flankerend beleid, waar de Kamer om heeft gevraagd en waardoor de verzekeraars onder druk zijn gezet, ook bij de monitoring van de kostencompensatie die in de private akkoorden tussen verzekeraars en stichtingen is overeengekomen, zo veel mogelijk transparantie wordt betracht. Het oordeel over de motie op stuk nr. 110 laat ik dus over aan de Kamer.

Ik kom nu op de motie-Blanksma-van den Heuvel/Plasterk op stuk nr. 111 over de schrijnende gevallen. In de akkoorden is er inderdaad iets overeengekomen over de schrijnende gevallen. In de motie wordt de regering verzocht om het onderdeel voor de schrijnende gevallen in de akkoorden te laten monitoren en daarbij de geschillencommissie te betrekken. Het oordeel over deze motie laat ik ook over aan het oordeel van de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen zullen wij stemmen over de tijdens dit VAO ingediende moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven