7 Drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit houdende wijziging van de percentages van het drempel- en het toetsingsinkomen voor de berekening van de zorgtoeslag (Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag) (33000-XVI, nr. 13).

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Een valhelm is te verkrijgen bij de Griffie.

I would like to express an official word of welcome to Benny Alon, a former member of Knesset, and Baruch Haba, a former minister of the great State of Israel.

De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Leijten van de fractie van de SP. Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Dat er op de zorgtoeslag in 2015 maar liefst 2,9 mld. wordt bezuinigd, moeten we afdoen in een tweeminutendebatje. Deze maatregel zal 1,4 miljoen inkomens treffen. De zorgkosten stijgen harder dan het inkomen en daarom krijgen meer mensen recht op zorgtoeslag. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Wat doe je dan? Dan beperk je de toegang tot de zorgtoeslag. Het kan veel eerlijker. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voorliggende besluit over het wijzigen van de percentages van het drempel- en het toetsingsinkomen de lage en middeninkomens treft en de hoge inkomens ontziet;

overwegende dat het voorliggende besluit onvoldoende recht doet aan het uitgangspunt dat de zorgpremie niet een te groot beslag op het inkomen mag leggen, maar slechts lijkt te zijn ingegeven door een bezuinigingsdoelstelling;

overwegende dat aan het stijgende beroep op de zorgtoeslag ten grondslag ligt dat steeds meer huishoudens moeite hebben met het opbrengen van de zorgpremie;

verzoekt de regering, het voorliggende besluit niet uit te voeren en in plaats daarvan met een voorstel te komen om de zorgpremie meer inkomensafhankelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 94 (33000-XVI).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. De zorgtoeslag levert veel bureaucratie op, omdat mensen achteraf gecompenseerd moeten worden. De SP stelt al heel lang voor om het bij de bron op te lossen. Ga niet 2,9 mld. bezuinigen op de zorgtoeslag en probeer dat niet weg te moffelen in een tweeminutendebatje, want dat is eigenlijk de Kamer onwaardig.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mevrouw Leijten zei het al, het is inderdaad een rare bedoening dat zo'n enorme bezuiniging er op zo'n manier door wordt gejast. Wij steunen deze bezuiniging ook niet en wij zullen het voorstel van de SP steunen.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. In tegenstelling tot de vorige sprekers steun ik het voornemen van het kabinet, maar ik heb wel een opmerking over de manier waarop alleenstaanden de dupe zijn van een regeling die historisch zo gegroeid is en waaraan volgens ons wat gedaan moet worden. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de maximale zorgtoeslag voor paren meer dan twee keer zo hoog is als voor alleenstaanden;

overwegende dat de zorgverzekering op individuele basis is geregeld en er daarom geen enkele reden is om paren meer te compenseren dan alleenstaanden;

van mening dat de overheid de vrijheid om zelf een samenlevingsvorm te kiezen dient te respecteren en de belangen van alleenstaanden even zwaar moet laten wegen als de belangen van de meerpersoonshuishoudens;

verzoekt de regering om de vormgeving van de zorgtoeslag zodanig te wijzigen dat paren niet langer bevoordeeld worden ten opzichte van alleenstaanden, door het surplus voor de zorgtoeslag voor paren af te romen en dit budgettair-neutraal vorm te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 95 (33000-XVI).

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Ik heb mij vanmiddag geheel regulier als spreker voor dit debat opgegeven bij de voorzitter die er toen zat.

De voorzitter:

U bent niet op mijn lijstje terechtgekomen, mijnheer Van der Veen, maar gaat uw gang.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Het is duidelijk dat de zorgtoeslag bij de totstandkoming van de Zorgverzekeringswet een compromis is geweest tussen degenen die een meer inkomensafhankelijke premie wilden en degenen die een hogere nominale premie wilden. Er is een bureaucratisch gedrocht uitgekomen. Het mag duidelijk zijn dat wij voorstander zijn van een meer inkomensafhankelijke premie. De motie die ik nu indien, is vorig jaar ook ingediend. De minister heeft toen gezegd dat zij niet zo veel ambtenaren had omdat het ambtenarenapparaat werd ingekrompen en dat zij liever inzette op de uitvoering van het afgesproken beleid. Zij gaf ook aan dat zij al kasten vol met materiaal had. Deze motie gaat over het nieuwe beleid, dus wellicht denkt de minister er nu anders over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat lage inkomens onevenredig meer bijdragen aan solidariteit in de zorg en door de korting op de zorgtoeslag hun bijdrage verder zal toenemen;

overwegende dat een meer inkomensafhankelijke premie en een daarbij behorende lagere nominale premie de keuzevrijheid van de verzekerde niet in de weg staat en zorgverzekeraars niet minder prikkelt tot concurrentie;

van mening dat de toenemende kosten van de zorg het verbreden van het draagvlak noodzakelijk maken;

verzoekt de regering, voor- en nadelen van een meer inkomensafhankelijke premie aan te geven, waarbij de zorgtoeslag wordt afgeschaft en de nominale premie wordt verlaagd;

verzoekt de regering tevens, de voor- en nadelen te onderzoeken van het zogenaamde Duitse systeem en aan te geven op welke wijze dit systeem in Nederland zou kunnen worden toegepast en de Kamer hierover voor 1 mei 2012 te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Veen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 96 (33000-XVI).

De minister heeft nog niet de beschikking over alle moties. Daarom schors ik de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Schippers:

Voorzitter. Het kabinet heeft zichzelf een taakstelling van 18 mld. opgelegd en aan iedereen wordt gevraagd om een bijdrage te leveren. Daarom is in het regeer- en het gedoogakkoord besloten tot een ingreep in de zorgtoeslag. Zonder nadere ingrepen zou het budgettaire beslag van de zorgtoeslag van 2010 op 2015 stijgen van 4 mld. naar 6 mld.; een enorme stijging. Zonder ingrepen vallen ook steeds meer mensen onder de zorgtoeslag doordat de zorgkosten harder groeien dan de economie. Dat is onwenselijk, te meer omdat de zorgtoeslag alleen is bedoeld om de zorgpremie betaalbaar te houden voor huishoudens met een laag inkomen. Hierbij is gekeken naar een evenwicht tussen het afbouwpercentage en het normpercentage.

Dan kom ik nu op de moties. Mevrouw Leijten heeft een motie ingediend, op stuk nr. 94, waarin de regering wordt verzocht, het voorliggende besluit niet uit te voeren en in plaats daarvan met een voorstel te komen om de zorgpremie meer inkomensafhankelijk te maken. Dit debat hebben wij bij de behandeling van de begroting gevoerd. De argumenten zijn daar gewisseld. Ik heb niet voor niets dit besluit aan de Kamer voorgelegd, dus ik ontraad de aanneming van deze motie.

In de motie van het lid Dijkstra op stuk nr. 95 wordt de regering verzocht, de vormgeving van de zorgtoeslag zodanig te wijzigen, dat paren niet langer bevoordeeld worden ten opzichte van alleenstaanden, door het surplus voor de zorgtoeslag voor paren af te romen en dit budgettair neutraal vorm te geven. Ik ontraad de aanneming van deze motie. De Kamer heeft eerder informatie gehad over de inkomensgevolgen van het pakket maatregelen van dit kabinet op allerlei terreinen. Die gevolgen zijn evenwichtig. Het afromen van het zogenaamde voordeel van paren leidt tot een onevenwichtig inkomensbeeld, omdat het hele inkomenspakket en het hele inkomensbeeld op elkaar zijn afgestemd.

In de derde motie, die van de heer Van der Veen, op stuk nr. 96, wordt de regering verzocht, de voor- en nadelen van een meer inkomensafhankelijke premie aan te geven. Deze motie is inderdaad eerder ingediend, en die heb ik toen ontraden. Dat doe ik nu weer. Er is echter ook wel een verschil: wij hebben inmiddels de SER, de Sociaal Economische Raad, gevraagd hoe wij de zorgkosten in de hand kunnen houden en hoe wij de zorg voor iedereen betaalbaar kunnen houden in de komende periode. De vakbeweging en de werkgevers zitten daar aan tafel. Zij doen eventueel weer voorstellen op dit terrein. Ik zou echter het doen van een apart onderzoek willen ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Volgende week dinsdag zullen wij stemmen over de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven