7 Vragenuur

Vragen van het lid Koolmees aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht van het CBS dat de Nederlandse economie krimpt.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. De Nederlandse economie is met 0,3% gekrompen in het derde kwartaal. Ook onze oosterburen zijn met nieuwe cijfers gekomen. In Duitsland groeit de economie juist, en wel met 0,5%. Ook de economie van de Europese Unie in haar geheel groeit nog met 0,2%. Nederland blijft dus achter. Ook voor het vierde kwartaal wordt economische krimp verwacht. Vooral de consumptie staat onder druk, onder andere omdat het kabinet de lasten fors verhoogt, waardoor mensen minder overhouden. Zelfs de Sint houdt dit jaar de hand op de knip. Dat hoorde ik afgelopen zaterdag op Radio 1.

Minister Verhagen zegt vandaag dat de seinen voor Nederland op oranje staan. Dit zijn alarmerende woorden uit de mond van de minister van Economische Zaken en de vicepremier van het kabinet. Het kabinet komt echter niet in actie. De kans is groot dat het in het voorjaar nieuwe maatregelen moet nemen. Het kabinet mag de rekening namelijk niet doorschuiven naar toekomstige generaties. Ik weet dat het bijsturen van de economie niet van de ene dag op de andere mogelijk is. Daarvoor is vooral een visie nodig. Juist daaraan ontbreekt het dit kabinet. D66 roept het kabinet op, structurele hervormingen door te voeren die de economische structuur versterken. Wij hebben hervormingen nodig die de woningmarkt, de arbeidsmarkt en de zorg toekomstbestendig maken. Wij hebben hervormingen nodig die ervoor zorgen dat Nederland echt sterker uit de crisis komt.

Ik wil de minister twee vragen stellen. In de eerste plaats vraag ik hem wat het kabinet gaat doen, nu de seinen op oranje staan. In de tweede plaats vraag ik hem of hij kan toezeggen dat het kabinet maatregelen zal nemen die daadwerkelijk de economische structuur versterken. Met andere woorden: zal het kabinet nu wél voor hervormingen kiezen in plaats van voor visieloos snijden? Ik hoor graag een reactie van de minister.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank de heer Koolmees voor de vragen. Het is duidelijk dat de onrust in Europa vat krijgt op de Nederlandse economie. Het negatieve groeicijfers over het derde kwartaal dat het CBS vandaag heeft gepubliceerd, is daarover duidelijk. Ten opzichte van het vorige kwartaal krimpt de Nederlandse economie met 0,3%. Dit komt met name doordat er minder uitgaven zijn door consumenten en minder investeringen door bedrijven. Hierdoor stagneert ook de banengroei. Weliswaar is er ten opzichte van vorig jaar nog steeds sprake van een stijging van het aantal banen met 33.000, maar de groei over het komende jaar staat onder druk. De verwachting is dat de groei over heel 2011 nog positief is, onder andere door een sterk eerste kwartaal, maar zoals ik al zei, staan de seinen voor de economie op oranje. In de komende tijd zullen we het gebrek aan vertrouwen echt gaan voelen. We blijven de economische ontwikkelingen nauwlettend volgen. We zijn extra alert op de positie van het bedrijfsleven. We kijken niet alleen naar de cijfers, maar voeren ook overleg met ondernemers. Zodra dat nodig is, kunnen we ingrijpen.

We zullen er alles aan moeten doen om onze banen en inkomsten voor de toekomst veilig te stellen. Het groeivermogen van de economie moet op orde zijn. Daarbij horen ook solide overheidsfinanciën. Dit weten we ook door de ervaringen in Griekenland en Italië. We lopen op dit moment niet vooruit op eventuele maatregelen, want we voeren de discussie in Nederland aan de hand van de CPB-cijfers in december en de ramingen voor 2011 en 2013 in het Centraal Economisch Plan in het voorjaar.

De heer Koolmees stelt dat hervormingen doorgevoerd moeten worden. In de agenda voor de komende jaren staat dat wij het huishoudboekje van de Staat op orde brengen en dat wij vooral inzetten op een sterke economie. De arbeidsmarkt en de Wajong worden hervormd. De AOW-leeftijd gaat omhoog. In de ziekenhuiszorg komt meer prijsvorming et cetera. We zijn dus al druk bezig met de hervormingen waar de heer Koolmees om vraagt.

De heer Koolmees (D66):

Ik heb de minister gevraagd wat het kabinet gaat doen nu de seinen op oranje staan. Het antwoord van de minister is dat het kabinet de zaken nauwlettend gaat volgen en dat het zal ingrijpen als dit nodig is. Ik vind dit nog geen begin van een antwoord. Regeren is vooruitzien, niet achteroverleunen en wachten tot de boel verslechtert. Ik maak mij zorgen. Nederland blijft achter, zeker in vergelijking met Duitsland. Ik heb bewust de vergelijking met Duitsland gemaakt, want in de afgelopen tien jaar zijn daar heel veel hervormingen doorgevoerd. De pensioenleeftijd is er verhoogd en de werkloosheidwet is er gemoderniseerd. De afgelopen week werd nog aangekondigd dat de inkomstenbelastingen in Duitsland naar beneden gaan. Dat kan Nederland ook doen, sterker nog, dat moet Nederland gaan doen. Door nu te beginnen met het geleidelijk verhogen van de AOW-leeftijd, besparen we tot aan 2020 7,7 mld.

Afgelopen zaterdag zat ik in een radiodebat met de heer Biesheuvel, de voorzitter van MKB-Nederland, ongetwijfeld bekend. Ook hij pleitte voor nieuwe hervormingen, voor het moderniseren van het ontslagrecht, voor het hervormen van de WW en voor het openbreken van het pensioenakkoord, zodat wij sneller actie kunnen ondernemen. De heer Wientjes, de machtigste man van Nederland, pleit ook voor meer hervormingen. Mijn vraag aan het kabinet is daarom of de oproep van de heer Biesheuvel en de heer Wientjes om nu echt met hervormingen te beginnen, voor het kabinet bespreekbaar is.

Minister Verhagen:

Met een stevige agenda wordt in de komende jaren het huishoudboekje van de Staat op orde gebracht en wordt vooral ingezet op een sterke economie. De arbeidsmarkt en de Wajong worden hervormd. De AOW-leeftijd gaat omhoog. In de ziekenhuiszorg komt meer vrije prijsvorming. Bij langdurige zorg krijgen verzekeraars financiële verantwoordelijkheid. Er wordt afgerekend op geleverde prestatie en de doorstroming op de huurmarkt wordt bevorderd. We geven ondernemers de ruimte om te ondernemen. We schrappen onnodige regels. We gaan durfkapitaal beschikbaar stellen voor het mkb, zodat het zijn ondernemersplannen gaat uitvoeren. We komen met maatregelen om investeringen door het bedrijfsleven te bevorderen.

We zullen doorgaan met Nederland economisch sterker maken, maar tegelijkertijd laten de problemen in Griekenland en Italië zien dat je niet ongestraft te veel kunt blijven uitgeven. Daarom moeten ook de overheidsfinanciën op orde gebracht worden.

De heer Koolmees maakt een vergelijking met Duitsland. De groei daar komt met name door een sterkere vraag van de consumenten. Dit komt weer doordat de lonen in Duitsland in de afgelopen periode bovengemiddeld zijn gestegen. Daardoor konden consumenten meer uitgeven en namen investeringen toe. Als we het middel van loonstijging zouden toepassen in Nederland, zou dit een kortetermijneffect hebben, maar zou dit ons op de lange duur uit de markt prijzen, waardoor we onze banen en inkomsten voor de toekomst in de waagschaal stellen. Nederland heeft een relatief open economie. Internationale ontwikkelingen hebben daarom een grotere invloed op onze economie. We profiteren meer bij een bloeiende economie, maar we hebben ook meer last als het slechter gaat. Wij nemen echter besluiten aan de hand van de CPB-cijfers, en die horen pas gewogen te worden als ze er zijn. Op basis daarvan kun je zien wat voor maatregelen je moet nemen.

De voorzitter:

Ik verzoek de minister, zich aan de afgesproken tijden te houden. Mijnheer Koolmees, één zin.

De heer Koolmees (D66):

Ik vind het teleurstellend dat het kabinet geen plan heeft om daadwerkelijk actie te ondernemen om snel te gaan hervormen. Ik hoop dat het kabinet snel met voorstellen daartoe zal komen. Kan de minister tot slot aangeven wanneer het kabinet hierover spreekt, zodat wij ons kunnen voorbereiden op de goede plannen?

Minister Verhagen:

Ik heb al gezegd dat we in het voorjaar spreken over maatregelen die we moeten nemen op basis van de in december gepubliceerde laatste cijfers van het CPB en de ramingen die in het voorjaar zullen plaatsvinden. Verder voeren we maatregelen, inclusief hervormingen, door in het kader van het bedrijfslevenbeleid, om onze economie en het groeivermogen van onze economie te versterken. Ook daarvoor zijn voorstellen gedaan, ook op het punt van de arbeidsmarkt, die tot nu toe nog niet op instemming van de Tweede Kamer hebben kunnen rekenen.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Mijn fractie is natuurlijk heel nieuwsgierig naar de politieke betekenis van de tweet van minister Verhagen van vanochtend. Het licht gaat op oranje; de economische groei valt tegen. En nu zegt de minister dat het kabinet in het voorjaar verder zal spreken. In de afgelopen week was in de media aan de orde dat er dan ook heronderhandeld zou worden tussen de coalitiefracties en de gedoogfractie over aanpassingen. Met andere woorden: het huidige regeerakkoord zou worden opengebroken. Kan de minister dat bevestigen dan wel uitsluiten?

Minister Verhagen:

De politieke betekenis van de tweet is als volgt. Als de seinen op oranje staan, moeten we ons realiseren dat de onrust in Europa nu ook vat krijgt op de Nederlandse economie en de ontwikkelingen in Nederland. We moeten dus alert zijn, en bereid om verdere stappen te zetten indien daartoe aanleiding is. Verder willen wij de hervormingen die wij hebben bepleit zo snel mogelijk invoeren. Dat betekent onder andere dat we de maatregelen uit het Belastingplan invoeren en niet weer afzwakken. Ik doel ook op de plannen die in het bedrijfslevenbeleid naar voren zijn gebracht om het groeivermogen van het Nederlandse bedrijfsleven te versterken. Als mevrouw Dijksma nu preludeert op krantenberichten die niet van mij komen, dan ga ik daar niet op in. Ik kan die dus ook niet bevestigen. Wij voeren de discussie aan de hand van de CPB-cijfers, zoals mevrouw Dijksma met haar langjarige ervaring ongetwijfeld weet. Die cijfers zijn nog niet gepubliceerd, dus ik ga niet vooruitlopen op besluiten die nog niet zijn genomen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Maar de minister ontkent het ook niet.

Minister Verhagen:

En ik zal zeggen dat als mevrouw Dijksma vraagt …

De voorzitter:

Nee, minister, u hebt het woord niet van mij gekregen. Echt niet. En mevrouw Dijksma evenmin. Het woord is aan de heer Braakhuis.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Het CPB heeft het regeerakkoord doorgerekend en kwam uit op een verlies van 110.000 banen, en de minister heeft het over banengroei. Ook weten we dat de kosten van de hypotheekrenteaftrek voor de staat in deze kabinetsperiode groeien van 11 mld. naar 13 mld. Het pensioenakkoord wordt niet opengebroken. Dan kan de minister wel volhouden dat hij wel hervormt, maar dat is gewoon niet waar. Structurele hervormingen, die om miljarden gaan, worden niet doorgevoerd door het kabinet.

De voorzitter:

Opnieuw een kans aan de minister om het in een halve minuut te doen.

Minister Verhagen:

Ik citeer het persbericht van het CBS, om te logenstraffen wat de heer Braakhuis naar voren brengt: "In het derde kwartaal van 2011 waren er 33 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal van 2010". In vergelijking met het derde kwartaal is het aantal echter vrijwel gelijk. Met andere woorden: je ziet nu een stagnatie, maar ten opzichte van de situatie van een jaar geleden zijn er 33.000 banen meer. Niet minder, maar 33.000 banen meer. Dat laat onverlet dat de seinen op oranje staan en wij te maken hebben met een krimp van 0,3% ten opzichte van het vorige kwartaal. Dat is de reden waarom de hervormingen die het kabinet heeft voorgesteld om het groeivermogen te versterken, ook daadwerkelijk moeten worden uitgevoerd.

De heer Verhoeven (D66):

De minister stuurde vanochtend een bezorgde tweet de wereld in. Een aantal collega's vroeg hem wat hij met die informatie gaat doen. Ik heb de minister horen zeggen dat Europa op ons afkomt, dat we cijfers gaan vergelijken en dat we gaan monitoren. De minister zit eigenlijk in het defensief, terwijl wij het tijd vinden voor een offensief. Wat gaat dit kabinet na het nieuws van vandaag dat het zelf ook zorgwekkend noemt, morgen doen?

Minister Verhagen:

Dit kabinet gaat door met het versterken van het groeivermogen van onze economie. Het gaat ervoor zorgen dat investeren in Nederland voor bedrijven aantrekkelijker wordt. Als de Tweede Kamer instemt met de plannen om bedrijven fiscaal te stimuleren ten aanzien van ontwikkeling van nieuwe producten, dan is dat de beste remedie om in de toekomst economische groei te realiseren. Ik zou tegen de Kamer willen zeggen: neem die uitgestoken hand van het kabinet aan en werk zo snel mogelijk mee aan het realiseren van de plannen die wij hier gepresenteerd hebben.

De heer Slob (ChristenUnie):

Zou de minister dan ook een uitgestoken hand vanuit de Kamer willen aannemen? Mijn fractie heeft onder andere bij de algemene politieke beschouwingen gepleit voor het verlagen van de kosten van arbeid. Die wens leeft ook in het kabinet, maar dat doet daar het komende jaar helemaal niets mee. Is de minister, nu we een soort alarmfase zijn ingegaan en alle seinen op zeer onplezierige kleuren staan, bereid om voor het eind van het jaar nog eens goed te overwegen de kosten van arbeid omlaag te brengen met ingang van 2012? Dat zou voor de werkgelegenheid een enorme impuls kunnen betekenen.

Minister Verhagen:

Dit kabinet zal doorgaan met het sterker maken van de Nederlandse economie. Tegelijkertijd laten de problemen in Griekenland en Italië zien dat je niet ongestraft meer geld kunt uitgeven dan je hebt. Je zult dus de overheidsfinanciën op orde moeten hebben. Wij zullen met betrekking tot de CPB-cijfers in december en de ramingen voor 2012 en 2013 in het Centraal Economisch Plan in het voorjaar de discussie voeren over de eventueel naar aanleiding van die cijfers te nemen maatregelen. Als je te vroeg ingrijpt, ben je een hoop belastinggeld kwijt zonder dat het economisch effect heeft. We moeten er allereerst voor zorgen dat het groeivermogen van onze economie op orde komt. Daar hebben wij voorstellen voor gedaan. Ik hoop op dat punt op samenwerking met de Tweede Kamer.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De minister kan of wil niet bevestigen dat er heronderhandeld wordt, maar ontkent hij dan dat er wordt onderhandeld?

Minister Verhagen:

Ik onderhandel op dit moment nergens over, dus ik ontken het. Ik sluit zelfs niet uit dat ik in de toekomst met mevrouw Dijksma ga onderhandelen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik vond uw laatste antwoord het mooist qua lengte.

Ik dank de minister en in hem het hele kabinet voor het beantwoorden van onze vragen.

Naar boven