6 Vragenuur

Vragen van het lid Kooiman aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het bericht dat het geld voor de poli voor kindermishandeling op is.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris opnieuw welkom. Misschien hadden we de volgorde van de vragen beter anders kunnen doen. Mijn excuus daarvoor.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik sta hier vandaag omdat de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in Utrecht mogelijk volgend jaar haar deuren moet sluiten. Ik ben bij deze polikliniek geweest. Men doet daar uniek werk. Het is de enige polikliniek voor kindermishandeling in Nederland die ook onderzoek doet als er geen strafzaak ligt. Ook op verzoek van bijvoorbeeld de jeugdzorg of kinderopvanginstellingen doet men onderzoek. Men schoolt bovendien professionals, zoals artsen. Het is nog heel erg lastig om vast te stellen dat er sprake is van kindermishandeling. Medisch onderzoek is niet zo gemakkelijk. Men wordt hiervoor echter volgend jaar niet meer betaald.

Eigenlijk doet de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in Utrecht precies wat de Tweede Kamer wil. Wij hebben met elkaar besloten dat wij graag willen dat kindermishandeling snel wordt opgespoord en dat er forensisch medisch onderzoek plaatsvindt. Eigenlijk doet de polikliniek ook precies wat het kabinet wil. Er zijn mooie spotjes op televisie, die ervoor moeten zorgen dat we kindermishandeling sneller ontdekken.

Waarom zorgt dit kabinet er toch voor dat de polikliniek haar deuren moet sluiten? Ik heb zojuist nog mensen van de polikliniek gesproken. Ze hebben eigenlijk maar 1 mln. nodig. Dat klinkt als heel veel, maar op de begroting van VWS of Veiligheid en Justitie is dat maar heel weinig. Ik wil dat de staatssecretaris zich vandaag uitspreekt en zegt dat de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in Utrecht gewoon haar werk kan blijven doen en de deuren niet hoeft te sluiten.

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Kooiman voor haar vragen over dit onderwerp. In het VAO van 18 mei jongstleden en het AO van 26 oktober over de jeugdzorg hebben wij hierover overigens ook al gesproken.

Mevrouw Kooiman heeft gelijk: de FPK is uniek en verricht onderzoek waar anderen dat niet doen. Ik kan haar ook geruststellen: de FPK hoeft haar deuren niet te sluiten. De staatssecretaris van VWS en ik hebben toegezegd dat wij dit jaar een onderzoek zullen afronden, waarna de Kamer van ons een beleidsreactie krijgt. Een deel van het onderzoek is: hoe gaan wij dat financieren? Mevrouw Kooiman zegt dat er 1 mln. nodig is. Ik roep in herinnering dat het ministerie van Veiligheid en Justitie al € 500.000 voor dergelijke activiteiten ter beschikking heeft gesteld. Het is volstrekt terecht dat mevrouw Kooiman druk op de ketel houdt, maar volgens mijn informatie ziet de FPK de uitkomsten van het onderzoek met vertrouwen tegemoet. Men denkt dat de uitkomst ervan overeen zal komen met de constatering die mevrouw Kooiman vandaag hier uitspreekt. Als de staatssecretaris van VWS en ik op tijd een beslissing nemen – ik zeg nadrukkelijk dat er al € 500.000 is toegezegd door Veiligheid en Justitie – komt de FPK niet in de financiële problemen en kan deze gewoon open blijven, ook na 1 januari.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik had deze vragen speciaal gesteld aan de staatssecretaris van VWS omdat ik weet dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie al 1 mln. vrijmaakt en de staatssecretaris van VWS niet. Juist dat potje is zo nodig omdat bijvoorbeeld de Bureaus Jeugdzorg en de kinderopvang ook willen kunnen melden bij de Forensische Polikliniek Kindermishandeling. Zij willen kunnen vaststellen of er sprake is van kindermishandeling voordat zij melden bij de politie. Ik vind het mooi dat er een onderzoek en een beleidsreactie komen, maar aan zo'n toezegging heb ik natuurlijk niets. Ik wil dat de staatssecretaris vandaag zegt, bij monde van het kabinet, dat wordt gegarandeerd dat die deuren open blijven.

Staatssecretaris Teeven:

Ik ben niet van de afdeling geld uitdelen, ook niet vandaag. Dat onderzoek gaat onder meer over de financiering van de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in Utrecht. Ik zou mevrouw Kooiman willen vragen om te wachten tot dat onderzoek gereed is, dus tot half december. Dat onderzoek gaat onder meer over de financiering. Van het bedrag van 1 mln. is al de helft binnen. De staatssecretaris van VWS zal ook een beslissing nemen voor het eind van het jaar en dan komt alles op zijn pootjes terecht. Ik vind het overigens goed dat mevrouw Kooiman dat de regering bij herhaling bevraagt over dit belangrijke onderwerp. Daar heb ik totaal geen problemen mee.

Mevrouw Kooiman (SP):

De staatssecretaris zegt dat hij niet van de afdeling geld uitdelen is. Hij is echter wel de staatssecretaris voor veiligheid, ook voor die van kinderen. Als dit kabinet zegt op te komen voor kinderen die mogelijk mishandeld worden, wil ik dat hij die garantie geeft en zegt dat de deuren van deze polikliniek gewoon open blijven. Ik vraag hem om niet af te wachten, maar gewoon toe te zeggen. Dat kan makkelijk. Anders is de conclusie dat dat "kinderen centraal" maar een holle leuze is van dit kabinet en het aanpakken van kindermishandeling maar een loze belofte.

Staatssecretaris Teeven:

Het is geen holle leuze. Mevrouw Kooiman weet echter dat de staatssecretaris van VWS een brief heeft toegezegd aan mevrouw Van der Burg van de VVD-fractie, ik meen voor 15 december aanstaande. In die brief zal ongetwijfeld een besluit staan van haar zijde over het gedeelte dat VWS moet financieren. Dan is alles goed geregeld. Het is goed dat mevrouw Kooiman hier aandacht voor vraagt. Dat kan zij niet genoeg herhalen. Ik zou haar echter willen vragen om nog even geduld te hebben. Het is nog zes of zeven weken tot de kerst en dan is alles geregeld.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik vraag hier keer op keer naar. Ik heb inderdaad met mevrouw Van der Burg gevraagd of ervoor kan worden gezorgd dat die deuren open blijven. Het echter al half november en deze polikliniek wil gewoon zekerheid. Er komen aanmeldingen binnen en men wil volgend jaar gewoon onderzoek kunnen blijven doen. Ik wil dat het niet blijft bij holle leuzen en loze beloften en dat de staatssecretaris staat voor zijn zaak en de deuren van deze polikliniek openhoudt.

Staatssecretaris Teeven:

Ik sta zeker voor mijn zaak. Dat blijkt uit het feit dat het ministerie van Veiligheid en Justitie dat geld beschikbaar heeft gesteld. Ik zal hierover overleg voeren met de staatssecretaris van VWS. De brief die door VWS aan mevrouw Van der Burg is toegezegd, voor 15 december, komt eraan.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De staatssecretaris wekt hoge verwachtingen. De fractie van de ChristenUnie gaat ervan uit dat deze verwachtingen waar worden gemaakt. Ik wijs erop dat de organisatie vrij laat wordt geïnformeerd of zij al dan niet geld krijgt. Het gaat echter niet alleen om geld. Het is ook belangrijk dat deze polikliniek een structurele plek krijgt in de hulpverlening en dat wij niet hier jaar op jaar een discussie hoeven te voeren over de vraag of er subsidie komt of niet. Het moet vanzelfsprekend zijn dat deze polikliniek een plek heeft in de signalering en bestrijding van kindermishandeling.

Staatssecretaris Teeven:

Ik zal deze vraag doorgeleiden naar de staatssecretaris van VWS, die hierover gaat.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Zoals de staatssecretaris al zei, hebben wij uitgebreid gesproken over de polikliniek in Utrecht. Hij heeft erkend dat deze polikliniek belangrijk werk doet. Ik heb daarom een motie ingediend over de financiering voor volgend jaar. De staatssecretaris heeft daarop toen op dezelfde manier gereageerd. Hij zei namelijk dat hij met informatie komt. Er wordt echter binnenkort gestemd over zowel de begroting van Veiligheid en Justitie als van VWS. Mijn verzoek aan de staatssecretaris is dus om voor de stemmingen over deze begrotingen de brief te ontvangen. Als dat niet mogelijk is, is het mijns inziens aan de Kamer om de financiële kant via een amendement toch te regelen.

Staatssecretaris Teeven:

Ik waardeer de voortvarendheid van mevrouw Arib. Voortvarendheid waardeer ik altijd. Ik heb echter zo-even de datum van 15 december genoemd. Volgens mij stemt de Kamer op 22 december over de amendementen. Ik zeg het uit mijn hoofd. De brief is dus ruim op tijd bij de Kamer.

De voorzitter:

De eindstemming is op de laatste dag voor het reces.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Kindermishandeling is natuurlijk een zeer ernstige zaak. De CDA-fractie bereiken geluiden waaruit blijkt dat er op dit moment financiële knelpunten liggen bij het doorverwijzen van huisartsen naar forensisch artsen. De staatssecretaris weet ook dat er soms sporenonderzoek moet worden gedaan. Dat wordt op deze manier bemoeilijkt. Hiervoor bestaat momenteel geen dbc, in vakjargon gezegd. Hoe is dit mogelijk bij zo'n ernstige zaak? Wat kan de regering hieraan doen?

Staatssecretaris Teeven:

Wat mevrouw Bruins Slot zegt, is inderdaad waar. Het is momenteel niet volledig adequaat geregeld. Er zit een gat. We hebben dat eerder gewisseld. De Kamer heeft dat ook gewisseld met mijn collega van VWS. In de brief van 15 december zullen we niet alleen over de financiering schrijven, maar we zullen daarin ook een beleidsreactie geven op de resultaten van het onderzoek.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ik dank de staatssecretaris, die al eerder geld heeft toegezegd voor zijn deel. Hij heeft ook aangegeven voor de zomer structurele financiering vanuit Veiligheid en Justitie te zullen bezien. Ik wacht de aan mij toegezegde brief van de staatssecretaris van VWS netjes af. Daarna hebben wij immers een wetgevingsoverleg jeugd. We kunnen dan uitgebreid erover in debat gaan. Ik verzoek de staatssecretaris in de brief ook de volgende vraag te beantwoorden. Hoe wordt op dit terrein omgegaan met de verantwoordelijkheden binnen het AMK, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling? Op dit moment heeft het AMK immers geen eigen bevoegdheid. Kan de staatssecretaris hieraan aandacht besteden in de brief?

Staatssecretaris Teeven:

We zullen dit onderwerp meenemen in de brief. Mevrouw Van der Burg spreekt over het wetgevingsoverleg. Dit overleg met de Kamer vindt plaats op 19 december. De brief zal er dus iets eerder dan 15 december moeten zijn.

Naar boven