Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 20, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 20, item 7 |
Vragen van het lid Arib aan de minister van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de staatssecretaris, over het bericht dat een wegens pedofilie veroordeelde weigert de reclassering zijn adres te geven.
Mevrouw Arib (PvdA):
Voorzitter. Volgens mij zijn wij het hier allemaal eens over het feit dat kwetsbare kinderen en jongeren door de overheid beschermd dienen te worden tegen seksueel misbruik. Om die reden vind ik het gewoon onbegrijpelijk dat de reclassering nog steeds geen uitvoering kan geven aan het toezicht dat is opgelegd aan de pedoseksueel die in september 2008 werd veroordeeld voor seksueel misbruik van vier minderjarigen en dat niemand ingrijpt, zeker nu het juist ontzettend belangrijk is dat veroordeelde pedofielen onder toezicht van de reclassering staan ter voorkoming van het opnieuw seksueel misbruiken van kinderen. Ik heb over de situatie van deze veroordeelde pedoseksueel aan de minister vragen gesteld en nu blijkt uit berichtgeving opnieuw dat deze man weigert om zijn verblijfsadres aan de reclassering te geven. Deze zaak rammelt aan alle kanten. Wederom worden we geconfronteerd met het levende bewijs dat deze veroordeelde pedoseksueel sinds zijn vrijlating twee jaar geleden een zwervend bestaan leidt en niemand weet waar hij uithangt, terwijl hij eigenlijk nu al via verschillende kanalen heeft laten weten dat hij niet uitsluit dat hij misbruik maakt van kinderen. Dat is onbegrijpelijk.
Kan de minister ingrijpen? Graag verneem ik ook van hem waar deze veroordeelde pedoseksueel zich momenteel bevindt en hoe hij denkt te gaan voorkomen dat deze man zich opnieuw zal gaan vergrijpen aan jonge kinderen. Kan de minister deze veroordeelde pedoseksueel niet gewoon oppakken? Zo nee, betekent dat dan dat hij willens en wetens een tikkende tijdbom laat rondzwerven met het hoge risico dat er opnieuw kwetsbare kinderen slachtoffer van zijn misbruik worden?
Minister Opstelten:
Mevrouw de voorzitter. Dank aan mevrouw Arib voor de gestelde vagen. Ik behoef de casus niet nog eens aan te geven. Daar de reclassering de afgelopen dagen niet bekend was met de nieuwe verblijfplaats van betrokkene heeft zij aangegeven het toezicht niet met voldoende veiligheidswaarborgen te kunnen uitvoeren. Dat heeft gisterenavond plaatsgevonden. Daarop is contact opgenomen met het Openbaar Ministerie met het verzoek de vervangende hechtenis te vorderen. Het Openbaar Ministerie heeft mij aangegeven daartoe zo spoedig mogelijk over te zullen gaan. In de tussentijd wordt actief gezocht naar de verblijfplaats van betrokkene. Indien deze bekend is, zal er door de reclassering extra toezicht worden gehouden tot aan de zitting zodat de recidiverisico's zo veel mogelijk beperkt worden.
Tot nu toe heeft er geen recidive plaatsgevonden. Ik hecht eraan om dat te zeggen. Het wetsvoorstel over voorwaardelijke sancties maakt in de toekomst aanhouding en insluiting van veroordeelden mogelijk, onmiddellijk na het constateren van het overtreden van de voorwaarden. De staatssecretaris is dat voorstel op dit moment aan het verdedigen in de senaat, daarom noem ik dat nog even.
Mevrouw Arib (PvdA):
Uit het antwoord van de minister begrijp ik dat de veroordeelde pedofiel op korte termijn opgepakt kan worden op basis van wat er tot nu toe is gebeurd. Ik vraag dat omdat wij nu al twee jaar met deze man bezig zijn. Ik wil niet in details treden, maar het is natuurlijk van de zotte dat de hele samenleving zich hier zorgen over maakt. Het kost ook ontzettend veel geld. Er wordt gecommuniceerd met de advocaat van deze veroordeelde pedoseksueel. Hoe is het mogelijk dat men niet in staat is om in te grijpen?
Minister Opstelten:
Ik heb net gezegd dat wij niets anders doen dan te trachten betrokkene op te pakken, met alle middelen die wij hebben. In de tussentijd is gepoogd om betrokkene te plaatsen bij het Leger des Heils. De reclassering had veel contact met hem. Er is met diverse gemeentebesturen contact geweest. De verblijfplaats is sinds begin oktober onbekend. Op een gegeven moment is er een eind aan. Gisteravond is door de reclassering besloten om de zaak bij het Openbaar Ministerie aan te kaarten. Nu betrokkene geen contact meer opneemt met de reclassering, is besloten tot actie over te gaan, maar er zijn geen aanwijzingen dat betrokkene gerecidiveerd heeft.
Mevrouw Arib (PvdA):
Als deze man is opgepakt, hoor ik dat graag, liefst op korte termijn. De minister zegt wel dat er geen kans bestaat op recidive, maar dat weten we niet, omdat er signalen zijn dat deze veroordeelde pedofiel heeft laten weten dat hij dat niet uitsluit. Deze casus laat ook zien dat de terugkeer van zedendelinquenten in de samenleving structureel niet goed is geregeld. Dat varieert van het informeren van de burgemeester en afspraken maken in het kader van de VNG tot het verplichten van huisvesting en hulpverlening. Mijn vraag aan de minister is of hij bereid is om de hele aanpak van zedendelinquenten structureel te regelen en de Kamer daarover te informeren. Als de overheid het bij dit soort kwesties laat afweten, moeten we niet verbaasd zijn dat er burgers zijn die het heft in eigen hand nemen, omdat de overheid niet aanwezig is. Dat keur ik af, want ik vind dat wij in een rechtsstaat leven en wonen en dat er begeleiding hoort te zijn als een zedendelinquent teruggeplaatst wordt, maar ik begrijp ook de reactie van de burgers dat zij zich gewoon in de steek gelaten voelen, als veroordeelde pedofielen rondzwerven.
Minister Opstelten:
Ik denk dat wij het als zodanig volledig met elkaar eens zijn. Daarom is het ook heel goed dat het wetsvoorstel nu, hoop ik, door de staatssecretaris langs de senaat wordt geleid. De staatssecretaris is ook druk bezig een wetsvoorstel voor te bereiden om levenslang toezicht op zedendelinquenten mogelijk te maken. Dat wordt door hem in de eerste helft van 2012 ingediend bij de Tweede Kamer. Ik zal hierover nog heden een brief toezenden, net als het antwoord op de Kamervragen die nog niet beantwoord zijn. Wij hebben deze nog niet beantwoord, omdat een oplossing nabij leek, maar gisteravond is geconcludeerd dat dit niet het geval is, dus is de reclassering naar het OM gegaan.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Voorzitter. Als je googelt op deze naam, zie je nog steeds een man met een balkje voor zijn ogen. Kan de minister ervoor zorgen dat dit balkje weggaat, zodat iedereen in de Nederlandse samenleving weet hoe deze mijnheer eruit ziet, totdat hij achter de deur zit? Is het mogelijk om via de BOPZ te reageren? Deze mijnheer heeft ook gezegd: als ik negen maanden heb gezeten, kan niemand meer toezicht op mij houden.
Minister Opstelten:
Het eerste punt is dat wij natuurlijk de normen voor iedereen in acht moeten nemen, voor elke verdachte. Wij zullen alles inzetten om hen te pakken te krijgen. Ook is het natuurlijk zo dat de BOPZ-systematiek op hen van toepassing is. Die is noodzakelijk om, als iemand gepakt wordt maar nog niet opgesloten kan worden omdat de rechter daartoe nog geen uitspraak heeft gedaan, andere instrumenten in te kunnen zetten. Alles wat beschikbaar is wordt ingezet.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Smits zich heeft afgemeld.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20112012-20-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.