8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer voor de komende weken:

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de controle op diensten die betrekking hebben op strategische goederen (Wet strategische diensten) (32665);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak) (32576);

  • - het wetsvoorstel Inwerkingtreding van het besluit van 30 juni 2010, houdende wijziging van de overgangstermijn voor het verbod van het houden van legkippen in verrijkte kooien (Stb. 2010, 284) (31923, nr. 7).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Modernisering Nederlandse diplomatie, met als eerste spreker het lid Timmermans;

  • - het VAO NAVO Defensie ministeriële, met als eerste spreker het lid Brinkman, waarover uiterlijk dinsdag moet worden gestemd; dat gaan wij ook zo plannen;

  • - het VAO hoofdlijnennotitie "Werken naar vermogen", met als eerste spreker het lid Klaver;

  • - het VAO Zeehaven/zeescheepvaart/waddenveren, met als eerste spreker het lid Jacobi.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb twee punten. Gisteren vroeg de grootst mogelijke minderheid in deze Kamer, minus de gedoogpartijen PVV en SGP, om die dag een debat te houden en daarover te stemmen. Waarom hebt u dat niet gehonoreerd?

De voorzitter:

Mag ik u erop wijzen dat wij een Presidium hebben? Een vast onderdeel zijn de Kamerwerkzaamheden. Wij kunnen het daar uitstekend bespreken.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik stel vast – en ik steun u daarin – dat u vaak zegt dat de Kamer geen lam moet zijn, maar een leeuw. Gisteren vroeg de grootst mogelijke minderheid een debat aan, omdat er veel maatschappelijke onrust heerst. Ik betreur dat u van de Kamer gisteren een lam hebt gemaakt.

De voorzitter:

Dat heb ik goed gehoord. De grootst mogelijke minderheid vroeg volgens mij gisteren ongeveer zes debatten aan.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja. Maar die debatten hoefden niet dezelfde dag te worden gehouden. Er was ruimte.

De voorzitter:

Dat is niet waar.

Mevrouw Leijten (SP):

U verwijst mij door naar een besloten college van de Kamer. Wij zullen het daar aan de orde stellen. Ik had graag willen weten wat de reden was. Ik heb gisteren alleen als reden "procedureel" opgekregen en dat spijt mij zeer.

De voorzitter:

Ik heb u volgens mij helemaal geen reden gegeven. Ik kan mij niet herinneren dat wij gisteren hebben gesproken.

Mevrouw Leijten (SP):

Nee, maar de griffier heeft mij wel gesproken. Hij heeft gezegd dat het procedureel niet aan de orde was en dat spijt mij heel erg.

De voorzitter:

Ik wil u heel graag uitleggen hoe ik werk en ik wil u ook uitleggen dat wij hier hebben afgesproken dat de Voorzitter het moment bepaalt van een spoeddebat of een dertigledendebat. Zodra er een Kamermeerderheid is, wordt het onderwerp politiek. Ik verwijs dan altijd naar de heer Van der Staaij, die daar misschien zo langzamerhand niet blij mee is, die destijds terecht heeft gezegd dat als je dat overlaat aan de meerderheid, het tot sint-juttemis duurt. De meerderheid zou dan kunnen bepalen dat iets niet uitkomt. Als u nu de andere kant opkijkt als ik praat ...

Mevrouw Leijten (SP):

Ik luister. Ik stel vast dat ...

De voorzitter:

Ik was nog niet uitgesproken. Wij moeten met elkaar vaststellen dat u het vertrouwen aan de Voorzitter geeft om dat te doen. Ik ga daarover niet met u in debat. Dan werkt het niet meer. Ik wil altijd in het Presidium verantwoording afleggen over de keuzes die ik heb gemaakt. U moet mij dat toevertrouwen. Ik heb op dit moment nog tien oude spoeddebatten en elf dertigledendebatten en één interpellatie op de lijst staan. Dat is nogal een keuze. Ik heb ook een debat dat is aangevraagd door een fractievoorzitter, die ook zegt dat het haast heeft. Ik moet op een gegeven moment een keuze maken. Het probleem is dat ik voor het onderwerp dat u nu aansnijdt, nog geen stuk heb. Ik weet wel dat er allerlei stukken zijn uitgelekt, maar ik heb er nog geen stuk van. Ik weet dat op dit moment daarover wordt gesproken in de ministerraad, althans dat is mij gezegd want ik zit er niet bij. Misschien is er al over gesproken, want ik zie de staatssecretaris nu in ons gezelschap en ik neem aan dat zij bij die bespreking aanwezig was. Ik weet dat echter niet. Ik denk dat wij het elkaar ook wel een beetje moeten gunnen om over dingen te praten als die op papier staan.

De belangrijkste afweging was echter dat ik niet inzie ... Toen het ging over de herten in de Oostvaardersplassen was het duidelijk dat het voor hen die dag "to be or not to be" was; ze werden of afgeschoten of niet. Dan kun je je voorstellen dat het echt op die dag moet. Van een dergelijke urgentie was gisteren naar mijn mening geen sprake. Met de beveiliging van mevrouw Verdonk was hetzelfde het geval. Dat spoeddebat hebben wij meteen aansluitend aan het verzoek en aan het vragenuur gevoerd.

Dat is natuurlijk mijn afweging en u hebt mij toevertrouwd die afweging te maken. Als u daarmee niet gelukkig bent, stel ik voor dat wij dat debat voeren in het Presidium waar wij een vast onderdeel Kamerwerkzaamheden hebben en waar altijd dit soort vraagstukken wordt besproken.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij zullen dat doen en ook spreken over de vraag hoe te handelen als het verzoek oppositiebreed minus de twee gedoogpartijen wordt gedaan. Ook al is er geen stuk, er kan wel een maatschappelijke gebeurtenis zijn waarover wij een politieke uitspraak vragen van het politieke vak-K. Wij zullen dit in het Presidium verder met u bespreken.

De voorzitter:

Heel goed. Tegen de staatssecretaris zeg ik: u mag hierbij zijn, maar u mag ook nog even iets anders gaan doen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Tot twee keer toe wordt de SGP als gedoogpartij genoemd en dit wordt dan in verband hiermee gebracht. Ten eerste zijn wij geen gedoogpartij. Ten tweede hebben wij ons niet verzet tegen de aanvraag van het debat, maar wij hebben die niet gesteund om exact dezelfde reden die de voorzitter naar voren brengt, namelijk dat er nog geen besluit is. Het is een goed gebruik dat wij geen aanvraag voor een debat steunen over een besluit dat nog moet worden genomen. Ik zou geen enkel voorbeeld weten uit de geschiedenis van de SGP sinds 1922 dat wij dat ooit hebben gedaan. Anders heb je straks een debat over ieder gevoelig onderwerp op de dag voordat erover wordt besloten en op de dag nadat daarover is besloten. Dat lijkt ons geen gunstige gang van zaken.

Mevrouw Leijten (SP):

Mijn voorstel is het volgende. Ik wil het aangevraagde dertigledendebat van gisteren uitbreiden met het bericht dat de thuiszorg in zijn geheel uit de AWBZ wordt gehaald. Ik zou daarover echt vandaag willen debatteren. De staatssecretaris is in huis. Wij zijn een politieke Kamer en ik wil graag een politieke uitspraak.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik moet eigenlijk lachen, maar ik wil u eerst een compliment maken. U hebt de verantwoordelijkheid van de Kamer gekregen om keuzes te maken en dat hebt u gedaan. Ik denk dat het een goede afweging is dat wij hier aan de hand van stukken spreken en niet aan de hand van geruchten die de ronde doen. In lijn daarmee wil ik deze aanvraag voor een debat niet steunen, omdat wij nu zelfs moeten gaan debatteren – en dan ook nog vandaag – over een voorstel van een andere partij in de Kamer. Het lijkt mij geen goede gedachte om dat te doen, want dan kunnen wij 24 uur per dag vergaderen. De partij van de aanvraagster doet ook regelmatig voorstellen en daarover debatteren wij ook niet. De partij die het voorstel doet, kan dit in het debat inbrengen op het moment dat er een stuk van de regering ligt aan de hand waarvan wij kunnen debatteren over voorstellen.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid steunt deze aanvraag niet. Gisteren was het naar onze mening functioneel, omdat het kabinet vandaag zou beslissen en wij een signaal wilden afgeven. Die functie is verdwenen. Zo'n majeur onderwerp moet uitgebreid worden besproken naar aanleiding van voorstellen. Wij hebben vanochtend in de procedurevergadering van de vaste commissie voor VWS gehoord dat er al met potlood een algemeen overleg is gereserveerd. De Partij van de Arbeid heeft verder met steun van een aantal partijen, waaronder een van de coalitiepartijen, om een hoorzitting gevraagd. Die aanvraag zal ik straks formaliseren. Wat ons betreft is er dus eerst een uitgebreide hoorzitting en daarna een uitgebreid algemeen overleg naar aanleiding van de kabinetsvoorstellen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De mogelijkheid tot het plaatsen van piketpalen is voorbij omdat we gisteren dat debat niet hebben gevoerd. Daarom willen wij nu een uitgebreide hoorzitting en dan het algemeen overleg.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Voorzitter. Ik denk dat iedereen hier graag een debat wil voeren over de brief die komt. Maar laten we dat op een zorgvuldige manier doen en niet even afraffelen, snel de brief doorlezen die hopelijk vandaag nog komt en de zaak er vanavond nog doorheen jagen. Dat doet het onderwerp ook geen recht.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Voorzitter. Ook geen steun van het CDA voor dit debat. Eerst een brief en dan de tijd nemen om te kijken wat daar allemaal in staat, zodat we daarna een goed inhoudelijk debat kunnen voeren.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik vind het heel spijtig dat we alle mensen die ons mailen – en niet alleen mijn mailbox zal zijn ontploft – langer in onzekerheid laten zitten. Ik had graag een uitspraak gewild, er is ontzettend veel onzekerheid. Tegen mevrouw Van Miltenburg zeg ik dat ik het niet heb over een plan van de Partij van de Arbeid, ik weet wat ze bedoelt. We hebben het nu gewoon over de brief waarover de Volkskrant spreekt en waarin staat dat de AWBZ flink wordt uitgekleed, wat grote gevolgen heeft voor het pgb. Ik vind het zeer spijtig dat de steun die er gisteren was, er nu niet is. Volgens mij is het namelijk niet of-of. We kunnen vandaag prima een signaal afgeven en politiek laten zien hoe de meerderheden liggen voor het afbreken van de AWBZ, maar ook die hoorzitting en het AO doen. Blijkbaar is de steun nu vervallen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Die onzekerheid is inderdaad een nadeel, maar ik heb dit juist besproken met de cliëntenorganisaties en ook zij zeggen: doe die hoorzitting en het algemeen overleg. Dat wij hiermee mensen zouden teleurstellen, klopt dus niet.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik denk dat wij dit punt afdoende hebben besproken.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik wil de regering rappelleren. In maart hebben we een goed debat gevoerd over de zorg die Nederland heeft voor gedetineerden in het buitenland, naar aanleiding van de ophanging van mevrouw Bahrami. De minister zegde toe om de Kamer hierover uiterlijk mei te rapporteren. Ik kijk nog even voor de zekerheid op de kalender, maar daar staat toch werkelijk "1 juni". Graag zou ik zo snel mogelijk die rapportage krijgen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Op 29 april is de motie-Monasch/Van Bochove aangenomen over de vergroting van de inkomensgrens voor ouderenhuisvesting, zodat er in de toekomst meer ruimte komt om ouderenhuisvesting mogelijk te maken. Het kabinet heeft die motie ontraden. De motie is aangenomen en wij hebben gevraagd om een reactie van het kabinet binnen drie weken. Die termijn is nu ruimschoots vervallen. Wij willen het kabinet via u verzoeken om zo snel mogelijk met een reactie te komen: hoe gaat het deze motie uitvoeren?

De voorzitter:

Hebt u een termijn in uw hoofd?

De heer Monasch (PvdA):

Bij voorkeur volgende week. Wij hebben al een termijn van drie weken gevraagd en die is nu voorbij. Als het kabinet genegen is om ons volgende week uitsluitsel te geven, ben ik zeer tevreden. Ik vraag dit mede namens het CDA.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Gisteren gaf ik bij de regeling van werkzaamheden al aan dat wij een brief van de regering nodig hebben voor het VAO over Natura 2000. Die brief is niet gekomen; er schijnt nog instemming van Europa te moeten worden gevraagd. De brief was een voorwaarde voor het doorgaan van het VAO, dus ik stel voor om het VAO over Natura 2000 uit te stellen.

De voorzitter:

Is daartegen bezwaar?

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Ik kan mij niet heugen dat we de afspraak hebben gemaakt dat deze zaken gekoppeld zouden zijn. Wat mij betreft kan dit VAO dus doorgaan. Ik heb het voorbereid en weet dat een aantal mensen vanmiddag met zeer veel interesse zal kijken naar de moties die zullen worden ingediend. Ik kan mij voorstellen dat de brief waarover mevrouw Jacobi het heeft, wordt betrokken bij het notaoverleg, waarvoor ook een aantal natuurzaken op de agenda staat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik wil mevrouw Lodders eraan herinneren dat wij in de procedurevergadering van vorige week dit verzoek hebben ingediend en dat de commissie – en mevrouw Lodders zat daar ook bij – heeft gezegd dat de brief vóór het VAO moest worden aangereikt. Ik heb er gisteren apart om gevraagd en hij is niet gekomen. Ik vind het zeer bijzonder en eigenlijk ook niet collegiaal, dat mevrouw Lodders op deze wijze reageert.

Mevrouw Lodders (VVD):

Het kan kloppen wat mevrouw Jacobi zegt, maar de staatssecretaris van I&M gaf gisteren aan dat die brief niet zomaar te versturen was, dat daarvoor toestemming nodig was. Ik kan begrijpen dat dit niet van de ene op de andere dag kan worden gerealiseerd; vandaar deze opmerking van mijn kant.

De voorzitter:

Ik heb nu even een moment schorsing nodig voor overleg met de woordvoerders.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO Natura 2000 van de agenda afvoeren en het volgende week weer plannen. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Wij hopen dat de benodigde informatie er volgende week is.

Naar boven