4 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 mei 2011 over het beleid op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, en hiv/aids.

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor zijn brief. Hij komt de fractie van D66 deels tegemoet en beantwoordt de vragen. Maar de fractie van D66 wil de criteria voor het Key Populations Fonds gelijktrekken met de criteria van het medefinancieringsstelsel. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering het Key Populations Fonds heeft ingesteld om de unieke Nederlandse aanpak van aidsbestrijding onder kwetsbare groepen, zoals mannen die seks hebben met mannen, te behouden in het hiv/aids-beleid;

constaterende dat het Key Populations Fonds een cofinancieringseis stelt van 25% van de programmakosten in plaats van 25% van de organisatiekosten;

constaterende dat in het medefinancieringsstelsel II een cofinancieringseis van 25% van de organisatiekosten wordt gehanteerd;

constaterende dat het kabinet erkent dat programma's voor "key populations" vaak gevoelig liggen en niet vanzelfsprekend door anderen worden gefinancierd;

constaterende dat vervanging van de cofinancieringseis van 25% van de programmakosten door 25% van de organisatiekosten geen budgettaire consequenties voor de regering heeft, aangezien het budgetplafond niet wordt aangepast;

verzoekt de regering, de cofinancieringseis van het Key Populations Fonds te harmoniseren met de eisen voor het medefinancieringsstelsel II, en bij het Key Populations Fonds geen drempelcriterium te hanteren van 25% van de programmakosten, maar 25% van de organisatiekosten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (32605).

Staatssecretaris Knapen:

Voorzitter. Ik ontraad de aanneming van deze motie en ik zal uitleggen waarom. Het gaat erom dat wij precies weten of wij het over hetzelfde hebben. Wij kijken per tender naar wat de meest voor de hand liggende wijze is om minimale vereisten voor eigen bijdragen vast te stellen. Die minimumeis is er altijd op gericht, de duurzaamheid en de continuïteit van zo'n programma te verbeteren. Voor het Key Populations Fonds is een speciale, specifieke tender uitgeschreven, voor bepaalde programma's. Hierbij is gekozen voor een minimale eigen bijdrage van 25% van de programmakosten.

Het klinkt wat ingewikkeld, maar het is geen tender voor organisaties. Organisaties, zoals een medefinancieringsorganisatie, maar ook organisaties die zich bezighouden met allerlei onderwerpen in Nederland en in ontwikkelingslanden, hebben eigenlijk altijd een groot aantal programma's lopen. Dan wordt het buitengewoon ingewikkeld om de voorwaarde per programma op 25% te stellen. Daarom hanteren wij het uitgangspunt van 25% van de organisatiekosten. Als je te maken hebt met één specifieke activiteit van een organisatie die gericht is op ontwikkelingssamenwerking, terwijl diverse andere activiteiten van zo'n organisatie daar niet op gericht zijn, is het zaak dat de activiteit die te maken heeft met ontwikkelingssamenwerking 25% eigen dekking heeft, zodat de continuïteit is gewaarborgd voor de langere termijn en ook gewerkt wordt aan andere participanten dan alleen de overheid.

Behalve de continuïteit en de duurzaamheid gaat het er ook om, in acht te nemen dat deze eis niet abrupt wordt gesteld. Wij spreken af dat men er voor de gehele programmaperiode naartoe werkt. Men hoeft er dus niet vanaf dag één aan te voldoen. Men heeft er dus alle tijd voor; het is bedoeld voor de continuïteit. Wij willen vermijden dat wij, als het om een heel specifiek programma gaat, organisaties gaan steunen in hun organisatiekosten hier, terwijl zij ook allerlei andere activiteiten verrichten die met ontwikkelingssamenwerking "as such" niet te maken hebben, maar met activiteiten binnen Nederland zelf. Het is dus voor de continuïteit en om het zuiver te houden. In die zin is het vergelijkbaar met wat wij doen met grote MFS-organisaties, die, zoals gezegd, vele programma's hebben. Daarom ontraad ik de aanneming van de motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 10.50 uur tot 11.15 uur geschorst.

Naar boven