Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 74, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 74, item 6 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 maart 2011 over de ov-chipkaart.
De heerBashir (SP):
Voorzitter. Er gaat nog te veel fout met de ov-chipkaart. De minister heeft zelf ook toegegeven dat er nog veel problemen moeten worden opgelost; zij heeft immers de commissie-Meijdam opdracht gegeven om eens goed onderzoek te doen naar wat er allemaal nog kan worden verbeterd. Het lijkt de SP-fractie het best om nog even rustig te wachten op de conclusies en aanbevelingen van de commissie-Meijdam voordat de strippenkaart wordt afgeschaft. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nog veel problemen zijn waar reizigers tegenaan lopen bij het gebruik van de ov-chipkaart;
constaterende dat de door de minister ingestelde commissie-Meijdam bezig is met een onderzoek naar oplossingen voor problemen met de ov-chipkaart en dat dit onderzoek bijna is afgerond;
van mening dat het verstandig is om eerst de conclusies en aanbevelingen van de commissie-Meijdam af te wachten voordat er besloten wordt om in nog meer regio's de reizigers te verplichten om de ov-chipkaart te gaan gebruiken;
verzoekt de regering om te wachten met het verlenen van toestemming aan vervoersregio's om de strippenkaart af te schaffen tot het onderzoek van de commissie-Meijdam is afgerond en besproken is met de Tweede Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 421 (23645).
De heerBashir (SP):
Voorzitter. Iets anders is dat er jaarlijks miljoenen transacties worden verricht met de ov-chipkaart waarbij er iets misgaat met het inchecken of uitchecken. Bij dit soort incomplete transacties is de reiziger de volledige borg van minimaal € 4 en maximaal € 20 kwijt. De minister weigert om ons de exacte cijfers te geven, maar naar onze eigen inschatting gaat het om tientallen miljoenen euro's. Wellicht gaat het om honderden miljoenen euro's, maar het is allemaal geld dat vanwege die incomplete transacties niet bij de reizigers terechtkomt. Slechts een klein gedeelte van de reizigers vraagt dit geld terug, de rest van het geld komt terecht bij de Franse en Duitse aandeelhouders van de vervoersbedrijven, maar ook bij de vervoersbedrijven die gewoon in Nederlandse handen zijn. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nog altijd miljoenen transacties met de ov-chipkaart onvolledig zijn waardoor de reiziger de gehele borg van tussen de € 4 en € 20 kwijt is;
constaterende dat slechts een marginaal gedeelte van dit ten onrechte te veel betaalde saldo teruggevraagd wordt door de reizigers;
constaterende dat al dit te veel betaalde geld van de reiziger nu volledig bij de vervoersbedrijven en de aandeelhouders van vervoersbedrijven terechtkomt;
verzoekt de regering om Trans Link Systems (TLS) op te dragen om al het te veel betaalde saldo van reizigers door incomplete transacties, dat niet teruggevraagd wordt door reizigers, voortaan niet aan de vervoersbedrijven uit te betalen maar aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu;
verzoekt de regering voorts, dit geld te oormerken en te investeren in beter openbaar vervoer of in het verlagen van de tarieven van het openbaar vervoer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 422 (23645).
De heerSlob (ChristenUnie):
Voorzitter. Kortheidshalve zal ik mij houden bij de moties die ik wil indienen. Eén motie, medeondertekend door de heer Haverkamp, gaat over een regeling voor de blinden en slechtzienden en die komt later. Ik heb nu de volgende moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er mobiliteitskaarten op de markt zijn die naast het reizen met de trein ook toegang bieden tot deelauto's, ov-fiets, (trein)taxi's, huurauto's en P&R-terreinen;
overwegende dat dergelijke mobiliteitskaarten kunnen bijdragen aan reductie van files, de CO2-uitstoot en de kosten voor zakelijke mobiliteit en verhoging van de arbeidsproductiviteit en het gebruik van het openbaar vervoer;
constaterende dat de contracten voor de leveranciers van de kaarten en de chips van de ov-chipkaart aflopen in 2013 en dit dus het natuurlijke moment is om de verbreding van de ov-chipkaart tot mobiliteitskaart die ook wordt geaccepteerd door aanbieders van alternatieve mobiliteitsproducten, te overwegen;
verzoekt de regering, de mogelijkheden in kaart te brengen van uitbouw van de ov-chipkaart tot slimme mobiliteitskaart en de Kamer hierover uiterlijk in september 2011 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slob en Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 423 (23645).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de NS-Voordeelurenkaart met papieren kaartjes geldt in alle treinen in Nederland;
overwegende dat de nieuwe abonnementsvormen die per 1 augustus 2011 de NS-Voordeelurenkaart vervangen vooralsnog alleen geldig zijn bij NS en niet bij de andere vervoerders op het spoor;
overwegende dat in Zwitserland al jaren kortingssystemen op het spoor functioneren die bij een groot aantal spoorvervoerders gelden;
overwegende dat de ov-chipkaart is gepresenteerd als één kaart voor het openbaar vervoer;
verzoekt de regering, de regierol op te pakken en op te komen voor de reiziger met een hoofdletter R en in overleg met vervoerders en decentrale overheden te bewerkstelligen dat de nieuw aangekondigde kortingproducten gaan gelden in alle treinen in Nederland, en de Kamer hierover uiterlijk juni 2011 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 424 (23645).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de producten op de ov-chipkaart momenteel vooral gericht zijn op de particuliere markt, waardoor de reiziger zakelijke reizen moet declareren bij zijn werkgever, wat zowel voor werkgevers als werknemers leidt tot hoge administratieve lasten;
overwegende dat werkgevers graag inzicht hebben in de zakelijke reisbewegingen van de medewerkers, maar dat dit wordt belemmerd doordat individuele vervoerders zichzelf als eigenaar van de informatie over individuele reisbewegingen zien;
overwegende dat er nog geen aantrekkelijk aanbod is voor bedrijven die groepen werknemers gebruik willen laten maken van de ov-chipkaart bij meerdere vervoerders;
verzoekt de regering, in overleg met decentrale overheden, TLS, vervoerders, consumentenorganisaties en het bedrijfsleven in kaart te brengen op welke wijze de ov-chipkaart een aantrekkelijker product kan worden voor het bedrijfsleven, onder andere door arrangementen voor het ontsluiten van zakelijke reisdata, en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 425 (23645).
De heerDe Jong (PVV):
Voorzitter. Deze minister sluit haar ogen voor de problemen met de ov-chipkaart. Dit in tegenstelling tot de reizigers; die hebben al lang door dat zij belazerd worden. De afgelopen periode is pijnlijk duidelijk geworden dat de reiziger aantoonbaar duurder uit is met reizen met de ov-chipkaart. Daarom vinden wij dat wij moeten stoppen met de verplichte invoering van de ov-chipkaart en dat de strippenkaart behouden moet blijven. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onderzoek heeft uitgewezen dat reizigers in Zuid-Holland 2,4 mln. duurder uit zijn met de ov-chipkaart dan met de ov-strippenkaart;
constaterende dat de ov-chipkaart kostenneutraal zou zijn;
verzoekt de regering om de ov-strippenkaart te behouden en alles in het werk te stellen om de tarieven voor de ov-chipkaart werkelijk kostenneutraal te laten zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Jong. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 426 (23645).
De heerDe Jong (PVV):
Voorzitter. Er is maar één bedrijf verantwoordelijk voor het falen van de ov-chipkaart, en dat is Trans Link Systems. Al in 2008 werd TLS gewaarschuwd voor de falende beveiliging van de chipkaart. TLS heeft er echter helemaal niets aan gedaan, en dat kost de reiziger klauwen met geld. Wij zijn het, samen met de reiziger, dan ook helemaal zat. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de migratie naar een nieuwe chip vele miljoenen gaat kosten;
constaterende dat de beveiliging van de huidige chip niet meer te herstellen is, waardoor een vorm van ontraceerbare fraude mogelijk blijft;
overwegende dat het draagvlak bij de reizigers en vervoerders voor de ov-chipkaart afbrokkelt;
overwegende dat er mogelijk wederom miljoenen euro's worden geïnvesteerd in een nieuwe ov-chipkaart, terwijl het wellicht verstandiger en voordeliger is om er vanaf te stappen;
verzoekt de regering om een onafhankelijke kosten-batenanalyse te laten uitvoeren waarin in ieder geval de volgende opties worden onderzocht: 1. ov-chipkaart in huidige vorm behouden; 2. ov-chipkaart met nieuwe chip verbeteren; 3. ov-chipkaart afschaffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Jong. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 427 (23645).
MevrouwVan Gent (GroenLinks):
Voorzitter. De fractie van GroenLinks is niet tegen de ov-chipkaart, laat ik dat nog maar eens helder zeggen. Volgens ons is het besluit ook eigenlijk niet meer terug te draaien. Wij moeten de papieren kaartjes echter niet op een onbezonnen manier in de prullenbak gooien. Er zijn immers nog grote problemen, zoals de problemen rond het niet uitchecken, de fraude, de toegankelijkheid van het systeem voor mensen met een handicap en de anonieme kortingskaarten voor onder anderen senioren en kinderen.
Wij willen de roze strippenkaart, die nu overal vrij verkrijgbaar is, omzetten in een roze ov-chipkaart. De minister heeft mij daar een toezegging over gedaan in het algemeen overleg. Het was een soort gezamenlijke actie van de heer Aptroot van de VVD-fractie en mij. Wij hebben elkaar gevonden in de wens om dit beter te regelen voor ouderen en kinderen. De minister zou hierover in gesprek gaan met decentrale overheden en vervoerders. Ik ben benieuwd of die gesprekken al lopen. Misschien kan de minister daar iets over zeggen. Omdat ik op dit punt een toezegging heb gekregen, zal ik hierover nu geen motie indienen. Ik houd uiteraard samen met de heer Aptroot wel de vinger aan de pols.
Ik wil vandaag twee moties indienen om de reiziger, met een hoofdletter R, te beschermen tegen de kinderziektes en systeemfouten die ik helaas nog steeds bespeur bij de ov-chipkaart en die ik graag verholpen zie. De minister is, zou ik bijna willen zeggen, net als ik dol op de ov-reizigers, dus ik reken op een positief oordeel van haar over deze moties. Met alleen gratis medeleven en sussende woorden komen wij er immers niet.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat verschillende vervoersregio's aannames doen op basis waarvan verondersteld wordt dat er bij de introductie van de ov-chipkaart sprake is van kostenneutraliteit voor reizigers;
overwegende dat in de praktijk zal moeten blijken in welke mate bijvoorbeeld kopers van losse kaartjes in bus en tram daadwerkelijk zullen overstappen op de aanschaf van een ov-chipkaart;
constaterende dat de belofte van kostenneutraliteit niet wordt waargemaakt als dit percentage tegenvalt;
verzoekt de regering, één jaar nadat de ov-chipkaart in een regio verplicht is gesteld de commissie-Kist na te laten gaan of het uitgangspunt van kostenneutraliteit daadwerkelijk gehaald is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 428 (23645).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het aantal incomplete transacties nog altijd veel hoger is dan wenselijk, het aantal restitutieverzoeken laag is en vervoersbedrijven dus aanzienlijke bedragen overhouden;
constaterende dat de balans tussen het belang van openbaarvervoersbedrijven, die willen voorkomen dat mensen expres "vergeten" uit te checken, en reizigers, die al snel € 2 tot € 3 kwijt zijn als ze vergeten uit te checken, te veel richting vervoerders uitslaat;
verzoekt de regering, de commissie-Meijdam te vragen om na te gaan welke gevolgen het heeft het instaptarief in het stads- en streekvervoer te verlagen van € 4 naar € 3 en om hierover te adviseren in haar eindrapport,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 429 (23645).
De heerHaverkamp (CDA):
Ik heb een vraag over de eerste motie van mevrouw Van Gent, die over de kostenneutraliteit met een verzoek om onderzoeken te laten doen door de commissie-Kist. Ook over de onderzoeken die nu lopen, is veel discussie. Als de commissie-Kist nu een conclusie trekt op basis van bepaalde aannames, wil mevrouw Van Gent dan dat de commissie-Kist een jaar na de invoering op basis van dezelfde veronderstellingen narekent of de verwachtingen zijn uitgekomen? Of moet er een hele nieuwe rapportage worden gemaakt?
MevrouwVan Gent (GroenLinks):
Nee hoor. Ik wil het bezien vanuit het oogpunt van de commissie-Kist, die er natuurlijk al is. Als wij helemaal van voren af aan beginnen, wordt het een gebed zonder einde. Dat is niet mijn bedoeling. De heer Haverkamp weet net zo goed als ik – ik heb net nog vragen gesteld over de situatie in Groningen en Drenthe – dat hoewel de gemiddelde prijs niet hoger mag worden, er toch regelmatig bovengemiddelde prijsstijgingen zijn. Dat willen wij geen van beiden. Ik reken op zijn steun voor mijn verzoek om dat nauwkeurig in de gaten te houden.
De heerHaverkamp (CDA):
Voorzitter. De mensen die de illusie hadden dat er door het afschaffen van de strippenkaart minder papier zou worden gebruikt, hebben geen rekening gehouden met alle moties die ook ik zal indienen rond de ov-chipkaart. Ik dank de minister voor de beantwoording in het algemeen overleg. Er zijn nog twee puntjes die wij willen aanscherpen. Het eerste betreft de incomplete transacties en een digitaal loket. Daarover dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er als gevolg van technische onvolkomenheden dan wel "vergeetachtigheid" van de reiziger sprake is van incomplete transacties;
constaterende dat voor individuele reizen geen onderscheid te maken is tussen technische onvolkomenheden en "vergeetachtigheid" maar het wel wenselijk is om op beide categorieën de prestaties inzichtelijk te maken;
constaterende dat de invoering van de ov-chipkaart een decentrale verantwoordelijkheid is onder regie van de minister, waarbij de minister middels streefcijfers de gewenste prestatie meetbaar kan maken;
overwegende dat er op dit moment nog geen streefcijfers zijn op dit gebied, de mogelijkheid voor digitale restitutie niet altijd aanwezig is en de consumentenorganisaties niet betrokken zijn bij de aanwending van die gelden die niet geretourneerd kunnen worden;
verzoekt de regering om:
- streefcijfers op te stellen voor het maximale percentage onvolledige transacties;
- een benchmark te introduceren waarin de beschikbaarheid van de in- en uitcheckfaciliteiten inzichtelijk wordt gemaakt;
- een digitaal "restitutieloket" open te laten stellen;
- de consumentenorganisaties te betrekken bij de aanwending van door de consumenten te veel betaalde gelden;
verzoekt de regering voorts, in de volgende voortgangsrapportage aandacht te besteden aan eerder genoemde punten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 430 (23645).
MevrouwVan Gent (GroenLinks):
Ik heb een vraag over deze motie. Enkele maanden geleden is een motie van GroenLinks aangenomen over dezelfde kwestie. Wij vroegen de regering in die motie om de consumenten automatisch te informeren, ook digitaal, op het moment dat ze waren vergeten uit te checken. Daar wordt door het kabinet heel moeilijk over gedaan. De heer Haverkamp komt nu met deze motie. Ik neem aan dat ook hij vindt dat onze eerder aangenomen motie daar integraal bij moet worden betrokken.
De heerHaverkamp (CDA):
Het is een goed gebruik dat de regering uitvoering geeft aan aangenomen moties. Het lijkt mij logisch dat de motie van GroenLinks wordt meegenomen. In mijn motie gaat het er specifiek om dat een incomplete transactie kan worden veroorzaakt zowel doordat iemand vergeet uit te checken als door een technische onvolkomenheid. Op basis van onze informatie zijn er nog geen streefcijfers, maar wij vinden dat de bedrijven scherp moeten worden gehouden, want die technische onvolkomenheden moeten uit het systeem. De consumentenorganisaties moet worden betrokken bij de aanwending van de gelden die reizigers te veel hebben betaald. Als de motie van GroenLinks daarbij kan helpen, dan graag.
MevrouwVan Gent (GroenLinks):
Het CDA heeft onze motie volgens mij destijds ondersteund. De motie is ook aangenomen. In de motie vroegen wij, de consumenten ook te informeren als ze zijn vergeten om uit te checken. De vervoerbedrijven komen nu met torenhoge administratiekosten, maar ze zijn helemaal niet actief als het erom gaat de reiziger te benaderen als hij of zij is vergeten uit te checken. Daar verdienen de vervoerbedrijven heel veel aan. Ik neem aan dat het CDA dat ook niet lekker zit.
De heerHaverkamp (CDA):
Op het moment dat een motie wordt aangenomen, is het niet mijn taak om die uit te voeren. De Kamer heeft aangegeven dat dit belangrijk is. Ik ga ervan uit dat de regering dit ook belangrijk vindt en overgaat tot uitvoering van de motie. Mevrouw Van Gent hoeft dan niet aan mij te vragen of ik het verstandig vind de minister daarop aan te spreken.
De heerBashir (SP):
Vervoerbedrijven maken tientallen miljoenen euro's, misschien wel honderd miljoen euro per jaar winst door incomplete transacties. Zij hebben er belang bij om het de reiziger zo moeilijk mogelijk te maken om zijn geld terug te krijgen. Ik heb een motie ingediend om dat geld aan te besteden voor goed openbaar vervoer. Hoe kijkt de CDA-fractie daar tegenaan?
Devoorzitter:
Dit is een VAO, mijnheer Bashir. U gaat toch geen reactie op uw motie vragen? Alstublieft!
De heerBashir (SP):
Dit sluit aan bij de motie die de heer Haverkamp heeft ingediend.
Devoorzitter:
Alles sluit hier aan.
De heerBashir (SP):
Ik neem aan dat, als hij zo'n motie indient, hij mijn motie steunt.
De heerHaverkamp (CDA):
In mijn motie vraag ik de regering de consumentenorganisaties te betrekken bij de aanwending van het door de consument te veel betaalde geld. Mijn motie stelt niet dat dit de heer Bashir is. Daarmee heb ik een uitleg van zijn motie gegeven.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er op dit moment een tijdelijke regeling is voor blinden en slechtzienden;
constaterende dat ook mensen met een verstandelijke beperking, dementerenden en veel autisten niet overweg kunnen met de ov-chipkaart;
overwegende dat decentrale overheden de vrijheid hebben om tarieven en kortingen vast te stellen, maar dat het ook wenselijk is om, net als bij de strippenkaart, voor bepaalde doelgroepen landelijke regelingen te treffen;
verzoekt de regering om te bevorderen dat alle mensen in het bezit van een ov-begeleiderspas, dus niet alleen mensen in het bezit van een ov-begeleiderspas met een B (blind/slechtziend) erop, in aanmerking komen voor een tijdelijke regeling en de Kamer binnen zes weken op de hoogte te stellen van de resultaten van haar inspanningen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkamp en Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 431 (23645).
De heerVerhoeven (D66):
Voorzitter. De Kamer is verantwoordelijk voor haar daden. Bij het vorige VAO over de ov-chipkaart heeft de Kamer via de motie-Monasch de minister gedwongen om het uitzetten van de strippenkaart uit te stellen. Als gevolg hiervan hebben regio's extra kosten gemaakt. Hiervoor is in de motie-Monasch geen dekking geregeld. De minister heeft mij tijdens het AO daarover toegezegd om eventuele claims van lagere overheden in beraad te nemen. Ik vind dat niet voldoende. Met de volgende motie wil ik de compensatie verankeren. Het zal wellicht om een klein bedrag gaan, maar hierbij telt het principe. Ik verwacht steun van alle voorstanders van de motie-Monasch en eigenlijk ook van de rest van de Kamer.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de minister op verzoek van de Kamer het uitzetten van het NVB in de regio Haaglanden op het laatste moment heeft ingetrokken;
overwegende dat decentrale overheden hier vervolgens geen beleidsvrijheid in hadden maar wel kosten moesten maken;
overwegende dat het tegen deze achtergrond passend zou zijn om decentrale overheden financieel te compenseren voor kosten die zij hebben gemaakt door het besluit van de minister,
verzoekt de regering om decentrale overheden die door het – op een laat moment aangekondigde – uitstel van het afschaffen van de strippenkaart kosten hebben gemaakt zonder dat zij op dit traject invloed hadden, daarvoor financieel te compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Devoorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 432 (23645).
De heerMonasch (PvdA):
Zou de rekening niet gewoon bij Trans Link Systems moeten worden neergelegd? Dit bedrijf was hiervan namelijk al weken op de hoogte en heeft dit onder de pet gehouden om hem moverende redenen. Is het niet zaak dat goede bestuurders op een gegeven moment ingrijpen als op het laatste moment dit soort informatie naar boven komt? Wij konden pas zo laat beslissen doordat Trans Link Systems deze informatie onder de pet heeft gehouden. Daar moet de rekening dus heen.
De heerVerhoeven (D66):
Het is een stellige vraag, maar ik zal er toch maar even op ingaan. Misschien zou het best kunnen wat de heer Monasch voorstelt. De Tweede Kamer heeft echter besloten om iets te doen wat een lagere overheid kosten heeft opgeleverd. Welke schakels daar allemaal tussen zitten, is in de eerdere situatie ook niet aan de orde geweest. Daar heeft de heer Monasch toen ook niet over nagedacht. Nu zitten we met een situatie waar een lagere overheid last van heeft. Wij willen gewoon dat degene die het veroorzaakt heeft, en dat zijn wij, die fout herstelt, door de oproep die in de motie wordt gedaan.
De heerMonasch (PvdA):
Trans Links Systems heeft het veroorzaakt, door de informatie zo lang onder de pet te houden. Waarom heeft de heer Verhoeven geen vergelijkbare motie ingediend toen wij eind vorig jaar met elkaar besloten, mede op advies van de minister, om de strippenkaart nog niet uit te zetten in Groningen en Drenthe? Ook toen bleek dat partijen er niet klaar voor waren. Er zijn toen veel kosten gemaakt. Toen hebben we met elkaar besloten dat dit niet gebeurde. Toen heeft de D66-fractie daarover geen motie ingediend en dat verbaast mij.
De heerVerhoeven (D66):
Trans Link Systems doet heel veel. Het heeft onder andere de ov-chipkaart ontworpen en in de markt gezet. Trans Link Systems dient echter geen moties in in deze Kamer. Dat doen wij en omdat wij dit hebben gedaan, verzoek ik de Kamer nu om de nadelige gevolgen voor de regio recht te zetten. Overheden komen hierdoor voor kosten te staan. Hoe wordt dat vervolgens allemaal verdisconteerd? In de toekomst zal ik daarover wellicht nog moties indienen. In het verleden kon ik dat niet doen en heb ik dat dus ook niet gedaan. Het enige wat ik nu wil, is een uitspraak van de Kamer over het feit dat lagere overheden worden opgezadeld met het heen en weer tikken van de verantwoordelijkheid rond de ov-chipkaart.
De heerMonasch (PvdA):
De geachte afgevaardigde Verhoeven gaat niet in op de vraag waarom hij geen motie heeft ingediend toen wij met elkaar hebben besloten om voorlopig door te gaan met de strippenkaart in Groningen en Drenthe.
De heerVerhoeven (D66):
Ik waardeer altijd vragen over de beweegredenen van D66 om bepaalde dingen wel of niet te doen. Ook gezien de tijd, moet ik nu volstaan met het antwoord dat wij nu eenmaal niet eindeloos kunnen debatteren over welke moties wij wel of niet hadden moeten indienen. Ik ben inderdaad een geachte afgevaardigde van D66. In die rol heb ik besloten om die motie niet in te dienen. Meer kan ik er niet van maken.
De heerAptroot (VVD):
Voorzitter. Wij praten regelmatig over de problemen met de ov-chipkaart. Die problemen zijn groot en zij zijn veroorzaakt doordat iedereen zich ermee bemoeide. Iedereen was een beetje verantwoordelijk, maar er was geen strakke regie. De minister probeert dat nu aan te pakken, maar wat doen wij? Er worden twaalf moties ingediend. Er wordt om nieuwe onderzoeken gevraagd. Er komen extra wensen met betrekking tot de kaart op tafel. Er worden nieuwe varianten voorgesteld. Ik zal mijn fractie adviseren om geen enkele van de ingediende moties te steunen. Op deze manier strooit de Kamer zand in een machine die toch al niet goed loopt. Dit is niet de manier om met zo'n project om te gaan.
Devoorzitter:
Ik zie dat de minister bereid is om meteen te reageren. Ik vind dat heel knap.
MinisterSchultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Mevrouw de voorzitter. Ik heb de moties geordend. Het bezinken van de inhoud zal ook tijdens het praten moeten plaatsvinden. Gezien de korte tijd waarin vanmiddag nog verschillende debatten moeten worden afgewerkt, zie ik af van het verzoek om een schorsing.
De heer Bashir vraagt in de motie op stuk nr. 421 om te wachten met het geven van toestemming om de strippenkaart af te schaffen totdat de werkzaamheden van de commissie-Meijdam zijn afgerond. Ik ontraad deze motie. Om het NVB verantwoord uit te kunnen zetten, hebben wij negen criteria afgesproken waaraan de aanvragen van de decentrale overheden worden getoetst. De specifieke onderwerpen die de commissie-Meijdam heeft meegekregen – het dubbel opstaptarief, het enkelvoudig in- en uitchecken en de permanente structuur – vielen daar niet onder. Wat mij betreft, is er dan ook geen aanleiding om het NVB niet uit te zetten.
De volgende motie van de heer Bashir gaat over het oormerken van geld dat overblijft door verkeerde transacties van reizigers in het openbaar vervoer. Er wordt gevraagd om TLS op te dragen, het te veel betaalde af te staan aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu en te oormerken voor investeringen in het openbaar vervoer of verlaging van de tarieven. Ik ga niet over de besluitvorming ten aanzien van deze gelden. Ik deel wel de mening dat het geld dat overblijft als gevolg van het niet uitchecken van reizigers in het openbaar vervoer geïnvesteerd moet worden. Om die reden heeft mijn ministerie op 16 september 2010 expliciet verzocht om die overgebleven gelden apart te zetten en te besteden aan doelen die de reiziger ten goede komen. De vervoerders hebben daarop in hun brief van 27 september 2010 toegezegd dat de overgebleven gelden worden geïnvesteerd in aanvullende maatregelen die het juiste reisgedrag stimuleren. Ook bij mijn besluit om het NVB in de regio uit te zetten, vraag ik de overheden om er nadrukkelijk op toe te zien dat de overgebleven gelden ten goede komen aan de reiziger. In gesprekken met vervoerders en overheden wil ik op dit punt de vinger aan de pols blijven houden. Het geld blijft in beheer bij de vervoerbedrijven. Het wordt dus niet afgedragen aan I&M, maar het wordt wel ingezet ten bate van de reiziger. De rijksbevoegdheid is een andere dan de decentrale bevoegdheid. Mede daarom moet ik deze motie ontraden. De strekking van de motie, namelijk dat dit geld ten bate van de reiziger moet komen, steun ik. Ik zal de Kamer hierover in de voortgangsbrief informeren, zodat zij zelf kan zien hoe dat in de afgelopen periode gelopen is.
De heren Slob en Haverkamp vragen in de motie op stuk nr. 423 om de mogelijkheden in beeld te brengen van de uitbouw van de ov-chipkaart tot een slimme mobiliteitskaart. Het is goed om nog eens met nadruk te zeggen dat mijn rol als minister is om de strippenkaart uit te schakelen. De ov-chipkaart is van een aantal private organisaties. De vervoerders hebben een organisatie opgericht om de klant makkelijker met de ov-chipkaart te laten reizen. Het blijft moeilijk omdat de Kamer mij vraagt om heel veel dingen voor de ov-chipkaart te regelen, maar ik probeer toch weer eens het kader te schetsen.
Er wordt gevraagd of de ov-chipkaart breder ingezet moet worden. Ja, dat lijkt mij prachtig. Ik weet dat TLS daar met verschillende vervoerders naar kijkt. Ik zal hen echter niet dwingen om voor september 2011 aan te geven hoe ze tot een slimme mobiliteitskaart kunnen komen. Waarom niet? Volgens mij is het heel complex om de ov-chipkaart alleen al voor het ov goed te regelen. Het lijkt mij verstandig om de mogelijkheden voor een verdere uitbreiding pas te onderzoeken als de ov-chipkaart in het gehele ov is ingevoerd. Mijn enthousiasme over het gegeven dat je er straks meer mee zou kunnen doen, bijvoorbeeld boodschappen doen, boeken kopen of wat dan ook, zoals in Japan, zal ik zeker ook namens de Kamer aan hen overbrengen. Ik zal dat echter niet afdwingen. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 423.
Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 425, want daarin wordt eigenlijk om hetzelfde gevraagd: het uitbouwen van de ov-chipkaart naar een aantrekkelijker product voor het bedrijfsleven, met behulp van verschillende arrangementen. Ook hierbij zeg ik dat je de ov-chipkaart eerst goed moet invoeren in het ov. Als dat goed verlopen is, moeten er pas vervolgstappen genomen worden. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de decentrale overheden en de vervoerders.
Ik kom op de motie van de heer Slob op stuk nr. 424, waarin hij de regering vraagt om de regierol op te pakken en op te komen voor de reiziger met een hoofdletter R. Hij verzoekt ook, de verschillende kortingsproducten voor de trein te uniformeren. Volgens mij is al aan de orde gekomen dat ik met overheden in gesprek ben over dat voorstel. Er worden mij in de moties heel veel regierollen toegedicht, maar ook hierbij geef ik aan dat het een verantwoordelijkheid van de decentrale overheden is. Ik ben ook niet van plan om die verantwoordelijkheid terug te pakken. Ik voer diverse overleggen met hen en daarin heb ik aangegeven dat het belangrijk is dat zij het harmoniseren. Ik haal die verantwoordelijkheid echter niet formeel terug naar het Rijk. Ik treed met de overheden in overleg om het voorstel te bespreken, maar ik ontraad de motie omdat daarin ook staat dat de regierol gepakt moet worden en dat er uiterlijk in juni 2011 een geharmoniseerd product moet zijn.
De heerSlob (ChristenUnie):
Deze minister heeft het stokje overgenomen van haar voorganger minister Eurlings, die zich in de richting van de Kamer heel stevig heeft geuit: er moest eens doorgepakt worden. Daarbij is de regierol aan de orde geweest en volgens mij is de huidige minister in lijn daarmee doorgegaan. Het klopt dat zij in het algemeen overleg gezegd heeft dat zij met de decentrale overheden en de NS in gesprek gaat. Wij kennen inmiddels het pakket van de NS, maar daarover komen wij wellicht op een andere plek nog te spreken. Daaruit blijkt echter helemaal niet dat geprobeerd wordt om het in lijn te brengen met andere vervoerders. Volgens mij moet de minister niet te veel wegduiken achter een minimalisering van haar eigen rol. Zij kan gewoon een eigen rol spelen; doe dat alsjeblieft. Dit is namelijk een ontzettend belangrijk punt voor alle reizigers waarvan de minister heeft gezegd: wij moeten "Reizigers" met een hoofdletter schrijven. Ik herhaal dat iedere keer. Het moeten geen woorden, maar daden zijn.
MinisterSchultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Die daden zijn er op heel veel vlakken, maar wij moeten ook iedere keer beseffen dat er een aantal momenten zijn waarop wij de organisaties waarmee wij concessies afsluiten, daadwerkelijk aan de oren kunnen trekken. Dat kan als wij concessies vaststellen en aan de hand van de eisen die wij daarin stellen. Dat kan ook als wij beoordelen of de jaarlijkse prestatieafspraken gehaald zijn. Dat doe ik ook; dat doe ik ferm. Dat heeft de heer Slob in de afgelopen periode kunnen terugzien in de verschillende commissiedebatten.
Devoorzitter:
Met het oog op de tijd verzoek ik u om kort te antwoorden.
MinisterSchultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Ik zal het kort houden, mevrouw de voorzitter. Ik heb al gezegd dat ik het zal inbrengen in het overleg, maar ik zeg nogmaals dat ik ervoor wil waken dat ik op de stoel van de decentrale overheden ga zitten. Daarmee zou ik namelijk zeggen dat ik ervan uitga dat zij het niet zelf kunnen oplossen; in dit geval samen met de NS, maar het kan ook wel eens voor andere vervoerders gelden. Ik wil dat aan hen overlaten en daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 424.
De motie op stuk nr. 426 van de PVV vraagt om de ov-strippenkaart te behouden en alles in het werk te stellen om de tarieven voor de ov-chipkaart werkelijk kostenneutraal te laten zijn. Om het NVB uit te schakelen, zijn er negen criteria afgesproken waaraan de aanvragen getoetst moesten worden. Daarbij is vermeld dat de commissie-Kist moest aangeven hoe kostenneutraliteit eruit zou zien. Ik heb u er een brief over gestuurd binnen welke afspraken die kostenneutraliteit gold. Hier wordt allemaal aan voldaan. Ik ontraad de motie om de strippenkaart alsnog te behouden, omdat wat mij betreft aan alle criteria is voldaan.
Dat hangt samen met de motie op stuk nr. 427, waarin de PVV om een kosten-batenanalyse vraagt. Er is een kosten-batenanalyse uitgevoerd door TLS en de vervoerders in hun rapport. Zij hebben daarin gevraagd of er versneld moest worden gemigreerd. Het antwoord daarop was "nee", omdat dat uiteindelijk veel duurder was dan de nadelen van fraude. In de motie wordt ook gevraagd om een kostenafweging voor het afschaffen van de ov-chipkaart en het teruggaan naar de strippenkaart. De ov-chipkaart wordt voortdurend verbeterd, onder meer in het migratietraject dat is gestart naar de nieuwe chip. Daarmee wordt voldaan aan de verbeteringsoptie. Teruggaan naar de strippenkaart betekent een enorme kapitaalsvernietiging, gezien de investering van enkele honderden miljoenen euro's in het ov-chipkaartsysteem. De sector geeft bovendien aan prima met de chipkaart uit de voeten te kunnen. Ook deze motie ontraad ik.
In de motie op stuk nr. 428 wordt de regering verzocht om een jaar nadat de ov-chipkaart in een regio verplicht is gesteld, de commissie-Kist na te laten gaan of het uitgangspunt van kostenneutraliteit gerealiseerd is. De tarieven in het ov zijn op basis van de Wet personenvervoer 2000 een verantwoordelijkheid geworden van de decentrale overheden; ik zeg het nog maar een keer. Bovendien is de inspraak van de consumentenorganisaties in deze wet gewaarborgd door het adviesrecht. Het is aan deze overheden om maatregelen ten aanzien van de tarieven te nemen. De commissie-Kist heeft het van tevoren onderzocht en heeft ook een analyse gemaakt. Mochten de verschillende decentrale overheden dat na een tijd nog willen laten narekenen, dan kan dat geen kwaad. Maar ik vind een onderzoek vanuit het Rijk wederom niet aan de orde vanwege de verschillende verantwoordelijkheden. De commissie-Kist heeft in haar rapport ook nog specifiek gevraagd om na een tijdje, als er toch nog onwelgevallige effecten zijn geweest, expliciet te kijken of daarvoor kan worden gecompenseerd binnen het systeem. Ik ontraad de motie.
In de motie op stuk nr. 429 wordt de regering verzocht, de commissie-Meijdam te vragen om na te gaan welke gevolgen het verlagen van het instaptarief in het stads- en streekvervoer van € 4 naar € 3 heeft. Ik ontraad deze motie van mevrouw Van Gent. De commissie-Meijdam onderzoekt het dubbele opstaptarief, het enkelvoudige in- en uitchecken in de treinrailketen en de permanente structuur. De verandering van het instaptarief is geen onderdeel van de opdracht van de commissie. Een opstaptarief van € 4 is de verantwoordelijkheid van de decentrale overheden en de bedrijven.
Ik ontraad de motie op stuk nr. 430 van de heer Haverkamp; het wordt veel van hetzelfde. Hij vraagt om het opstellen van streefcijfers voor het maximale percentage incomplete transacties en het introduceren van een benchmark. Het eventueel bepalen van een streefcijfer voor incomplete transacties bij storing en vergeetachtigheid om uit te checken nadat het NVB is uitgezet, is een verantwoordelijkheid van de decentrale overheden en vervoerders. Ik vind het wel heel belangrijk dat die overheden en vervoerders zich inspannen om dat percentage verder te laten dalen. Ik vraag bij mijn besluit om het NVB uit te zetten dan ook nadrukkelijk aan die overheden om de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen en eventueel additionele maatregelen te nemen om dat percentage verder omlaag te brengen. De formulieren voor het vragen van restitutie kunnen inmiddels via één website bijeen worden gebracht. Een deel van die formulieren is digitaal. Ik wil bij de vervoerders die nog geen digitaal formulier hebben erop aandringen om deze mogelijkheid alsnog aan te bieden. Dat past in de lijn dat het restitutiebeleid laagdrempelig en klantvriendelijk moet zijn. De overheden hebben aangegeven dat de consumentenorganisaties op dit moment niet betrokken zijn bij de besteding van die eventueel overgebleven gelden. Het is aan de overheden om daar afspraken over te maken, maar uiteindelijk zal ik dit als concessieverlener van NS met de NS opnemen. Ik zal vragen de beschikbaarheid van de in- en uitcheckapparatuur inzichtelijk te maken. In de voortgangsbrief zal ik de Kamer informeren over de stand van zaken op dit thema. Ik zit op bijna alle punten op de lijn van mevrouw Van Gent, alleen trek ik het niet naar de rijksverantwoordelijkheid. Ik probeer daar in dit debat consequent in te zijn.
Voorzitter: Bosma
Devoorzitter:
Mevrouw Van Gent heeft een vraag aan de minister. De minister had het zojuist niet over de motie van mevrouw Van Gent, maar ik begrijp dat zij toch iets wil vragen.
MevrouwVan Gent (GroenLinks):
Nee, dat klopt. Ik had naar aanleiding van de motie op stuk nr. 429 al een debatje met de heer Haverkamp. Dus misschien mag ik dan toch iets vragen. Dat ging ook over een eerder aangenomen motie-Van Gent over deze kwestie betreffende het informeren van reizigers als zij zijn vergeten uit te checken. Ik wil van de minister weten wanneer deze motie nu eindelijk eens wordt uitgevoerd.
MinisterSchultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Ik heb niet paraat wanneer die motie wordt uitgevoerd. Ik kijk nog even naar de "achterbanken" om na te gaan of dat wel bekend is. Als mevrouw Van Gent mij toestaat om de andere moties vast te behandelen, kom ik daar aan het eind van mijn betoog op terug en, zo niet, dan doe ik het schriftelijk. Er komt binnenkort een lijst met gegevens over afhandeling van moties naar de Kamer.
Dan kom ik bij de motie-Haverkamp/Slob op stuk nr. 431 over Viziris. Ook voor mij is het heel belangrijk dat mensen met een beperking gebruik kunnen maken van de ov-chipkaart en dat zij daarin ondersteund worden. Er is een tijdelijke regeling in de vorm van het Vizirisproduct voor blinden en slechtzienden. Ik heb gezegd dat ik met de verschillende organisaties in gesprek zal gaan om te onderzoeken hoe dat verder uitgebreid kan worden. Dat is gebeurd. Afgesproken is dat bij de evaluatie van de pilot van het Vizirisproduct bekeken zal worden onder welke voorwaarden het product kan worden uitgebreid naar andere groepen. Inmiddels kan ik de Kamer melden dat de overheden in gesprek zijn met de CG-Raad over de uitbreiding naar alle houders van een ov-begeleiderskaart en over de wijze waarop dat vormgegeven kan worden. De decentrale overheden zullen hierover ook nog in gesprek gaan met de vervoerders. Er zijn natuurlijk wel kosten verbonden aan zo'n uitbreiding. Als ik de motie zo kan verstaan dat ik de Kamer binnen zes weken over de resultaten van die gesprekken informeer, kan ik haar beschouwen als ondersteuning van beleid. Overigens blijft het nog steeds zo dat houders van een ov-begeleiderskaart gratis een begeleider mogen meenemen. Daarmee kunnen deze mensen in ieder geval altijd reizen.
Mijnheer de voorzitter. Dan kom ik bij de motie van de heer Verhoeven op stuk nr. 432 waarin hij de regering verzoekt om de overheden die kosten hebben gemaakt financieel te compenseren. Zoals ik tijdens het AO heb toegezegd, zal ik de claims van de overheden beoordelen wanneer die worden ingediend, maar op voorhand toezeggen dat er wordt gecompenseerd zolang ik geen claims heb gezien, zal ik niet doen, zeker niet in deze tijden van schaarste. Ik wacht de claims af en ik zal ze beoordelen op hun realiteitswaarde. Bij voorbaat een financiële compensatie toezeggen, lijkt mij onverstandig.
De heerVerhoeven (D66):
De minister wijst op de huidige situatie van schaarste. Dat snap ik, maar die schaarste was er ook al toen deze motie werd ingediend. De vraag is dan even waarom de minister haar wel wil uitvoeren maar twijfels heeft over de consequenties ervan. Ik ben wel blij met haar uitspraak dat zij de claims tegemoet ziet en op waarde zal schatten. Van de PvdA kan ik mij nog indenken dat zij met ongedekte voorstellen komt, maar van dit kabinet, na alles wat er al is gezegd over bezuinigingen, verwacht ik dat niet.
MinisterSchultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Zoals u zich kunt herinneren, heeft het kabinet de motie ook ontraden. Dus ik voel mij niet geneigd om nu meteen de financiële consequentie op mij te nemen. Ik wacht liever af of er nog discussie met de regionale partijen plaats zal vinden. Het komt ook wel eens voor dat een ministerie iets uitstelt op verzoek van een regio, zoals bij Groningen het geval is. Er is wel gedreigd met claims, maar ik hoop eigenlijk dat deze binnen de bestuurlijke verhoudingen niet snel zullen plaatsvinden. Wij zullen dat moeten afwachten.
De heerMonasch (PvdA):
Begrijp ik goed dat er nog geen claims zijn ingediend? Als dat zo is, is de minister dan net als ik van mening dat de motie en de aandacht die de heer Verhoeven daaraan besteedt, rieken naar uitlokking?
MinisterSchultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Ik heb van verschillende partijen gehoord dat zij voornemens zijn om een claim in te dienen, maar ik heb nog geen werkelijke claims gekregen. Om die reden wil ik niet instemmen met een motie waardoor wij al op voorhand zouden beloven om te compenseren voor vervelende feiten. Ik ontraad dus de aanneming van deze motie.
Ik heb een sms binnengekregen over de vraag van mevrouw Van Gent over haar motie. De motie van mevrouw Van Gent is afgehandeld. Het ging daarbij om een herinneringsmail als men is vergeten om uit te checken. De brief is recentelijk verstuurd. Het verzoek is onder de aandacht gebracht van de vervoerders en TLS. De sector heeft gezegd een dergelijke herinneringsmail niet realtime te kunnen realiseren; daardoor zou er geen betrouwbaar systeem ontstaan. Deze brief heeft de Kamer ontvangen. Ik herinner mij dat weer.
Devoorzitter:
Mevrouw Van Gent, ik zie dat u wilt interrumperen, maar dit staat niet op de agenda van vandaag. Ik wil daarom niet dat hierover uitgebreid wordt gesproken. Misschien kunt u zelf een beetje sms'en met de minister om dit tot een goed einde te brengen. Wij beëindigen dit debat en gaan met gezwinde spoed door met het volgende VAO.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20102011-74-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.