6 Vragenuur

Vragen van het lid Leijten aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het doorgaan van bezuinigingen op persoonsgebondenbudgethouders met een zorgzwaartepakket, ondanks een aangenomen motie.

Devoorzitter:

Kan het iets stiller zijn in de zaal? Dit is afleidend voor degenen die vragen en antwoorden. Het woord is aan mevrouw Leijten. Zij krijgt twee minuten voor haar eerste vraag.

MevrouwLeijten (SP):

Voorzitter. Een persoonsgebonden budget is een manier voor mensen om zorg zelf te organiseren. Met dit budget kopen zij de zorg in. Er zijn kleine woonvoorzieningen gesticht voor gehandicapten of dementerende ouderen, mensen kunnen zelfstandig thuis blijven wonen en hoeven niet naar een verpleeghuis en kinderen kunnen in het gezin opgroeien ondanks hun beperking, omdat de ouders worden gesteund door een persoonsgebonden budget. Toch is deze regeling in de afgelopen jaren explosief gegroeid. Dat is eigenlijk ook niet zo gek, als je meeneemt dat 40% van de mensen die een persoonsgebonden budget hebben, niet terecht kan in de normale zorg, omdat de zorg daar niet voorhanden is. Ook kregen mensen die klaagden over slechte zorg in het verleden steevast te horen: dan doet u het toch zelf? Gaat u het zelf maar organiseren. Eigen verantwoordelijkheid. Ook hebben we schrijnende situaties gezien waarin mensen dachten geld te kunnen verdienen aan kwetsbare mensen. Dat leidde tot fraude en verspilling.

De staatssecretaris is er net, en zij heeft gigantische kortingen op het budget aangekondigd. Ziet zij niet dat 40% van de mensen geen alternatief heeft? Waar adviseert zij deze mensen naartoe te gaan? De SP roept de staatssecretaris op om eerst de alternatieven te regelen en dan pas het budget te beperken. Is de staatssecretaris bereid om dat te doen? Dat zou toch wel het minste zijn.

Devoorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris. Zij heeft voor haar eerste antwoord drie minuten.

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. We hebben een uitgebreid algemeen overleg gevoerd over het persoonsgebonden budget. Mevrouw Leijten heeft op hoofdpunten heel goed samengevat dat het uitgangspunt is dat het persoonsgebonden budget een mooie innovatie is, die mensen die zelf de regie kunnen voeren, in staat stelt om de zorg die zij nodig hebben zo te organiseren dat die bij hen past. Dit vergroot de eigenwaarde van iemand die afhankelijk is van zorg. Daar zijn we het allemaal over eens.

Tegelijkertijd heeft mevrouw Leijten gesteld dat er grote zorg is over de financiële houdbaarheid van het persoonsgebonden budget in totaal, met name vanwege het feit dat de vraag naar zorg in natura eigenlijk zou moeten dalen, maar dit in de praktijk niet gebeurt. We zijn in diverse sessies uitgebreid ingegaan op de achtergronden daarvan. Het heeft vaak te maken met de enorm stijgende vraag, waarbij het aanbod van zorg in natura achterblijft. Het zijn namelijk vaak vragen die nieuw zijn voor de samenleving, waarvoor nog geen professionaliteit is ontwikkeld en waaraan we nog handen en voeten moeten geven. Mevrouw Leijten doelde op vragen van jongeren op het terrein van de geestelijke volksgezondheid die we aan het regelen zijn in de Centra voor Jeugd en Gezin. Mevrouw Leijten heeft ook gesproken over het weglek in het pgb. Er is sprake van oneigenlijk gebruik en van fraude.

Op deze zaken zijn we in het debat uitgebreid ingegaan. Ik heb in de pgb-brief van november aangegeven dat ik mij ten volle zal inzetten voor het beschikbaar blijven van het pgb. Ik doe dat met het oog op de cliënten en het kunnen blijven aanbieden van eigen regie voor mensen die dat aankunnen. Het pgb is voor mensen die levenslang en levensbreed afhankelijk zijn van anderen. Ik moet het wel doen binnen de financiële kaders die dit kabinet heeft gesteld. Tevens moet het op zo'n manier gebeuren dat de kinderen die nu een pgb krijgen ook over tien jaar hun pgb kunnen houden. In de pgb-brief stond naar mijn mening een uitstekende set maatregelen. In het AO heb ik gezegd dat ik met de Kamer in debat wil gaan bij de behandeling van de Voorjaarsnota als er onzekerheid is voor 2012 en 2013.

Devoorzitter:

Mevrouw Leijten mag haar vervolgvraag stellen.

MevrouwLeijten (SP):

Als een regering spreekt over het toekomstbestendig maken van een regeling door nu te snijden, wordt ik altijd erg huiverig en ben ik op mijn hoede. Dat betekent namelijk dat mensen onder het motto van "de toekomst" nu worden gepakt. Ik vind dat niet eerlijk. Er zijn mensen die thuis wonen en een persoonsgebonden budget hebben, maar straks naar een verpleeghuis moeten. Vindt de staatssecretaris dat oneigenlijk gebruik van zorggeld? Wat is het alternatief voor mensen die geen alternatief beschikbaar hebben in de reguliere zorg? Waarom lost de staatssecretaris dat niet eerst op? Zij heeft veel woorden nodig om om de hete brij heen te draaien. Laat ik het zo vragen. Wil deze nieuwe staatssecretaris de staatssecretaris zijn van de verbetering van de zorg en het geven van garanties op zorg? Of is zij de zoveelste saneerder in een rij van velen?

Devoorzitter:

De staatssecretaris heeft nu een minuut om te antwoorden.

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik wil de staatssecretaris zijn die degelijke cijfers gebruikt en die eerlijk durft te zijn over de mogelijkheden en onmogelijkheden, zodat mijn toezeggingen nu en op de lange duur haalbaar zijn. De mensen die zorg nodig hebben en die ook toegezegd krijgen, moeten daar nu en in de toekomst op kunnen rekenen. Ik ben de staatssecretaris die, als mensen naar een instelling moeten, altijd zal blijven zeggen dat we de zorg in Nederland goed geregeld hebben. Ik ben trots op de zorg. In de instellingen werken medewerkers die er met hart en ziel voor gaan. Ik zal nooit toelaten dat daar denigrerend over wordt gepraat.

MevrouwLeijten (SP):

Het is wel nodig dat de staatssecretaris eens een keer antwoord geeft. Waar moeten mensen naartoe die geen alternatief hebben? U hebt het over haalbaarheid, maar u wordt door dit kabinet van VVD en CDA, gesteund door de PVV, geconfronteerd met …

Devoorzitter:

Mevrouw Leijten, wilt u via de voorzitter spreken?

MevrouwLeijten (SP):

Deze staatssecretaris wordt door dit kabinet van VVD en CDA, dat gesteund wordt door de PVV, geconfronteerd met een budget waardoor zij zal moeten snijden. Mijn vraag was wat het alternatief is voor mensen die geen alternatief hebben. Ik stel deze vraag nu voor de derde keer. Het zou mooi zijn als de staatssecretaris nu daarop antwoord geeft.

Devoorzitter:

Het alternatief.

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Het alternatief. Ten eerste. We hebben afgesproken dat voor mensen die een persoonsgebonden budget hebben met een zzp er niets verandert in 2011. Ten tweede. Ik heb toegezegd dat de mensen die in de komende maanden zouden inhuizen in een klein wooninitiatief, die nog op de wachtlijst stonden, nog mee mogen onder de budgetgarantie van 2007 van mijn ambtsvoorganger Bussemaker. Dat is een verruiming. Ook voor hen geldt dat zij op dat tarief mee kunnen. Alle anderen die nog niet met zorg begonnen zijn, die nog niet dezelfde regie hebben gestart, die mensen op de wachtlijst krijgen een enorm bedrag dat zij zelf mogen gaan inzetten op hun manier. Zij kunnen daar gewoon mee uit de voeten.

Devoorzitter:

U hebt nog een halve minuut, mevrouw Leijten.

MevrouwLeijten (SP):

Mensen worden geconfronteerd met budgetkortingen. Bepaalde zorgvormen worden niet meer in het persoonsgebonden budget opgenomen, ook niet voor mensen die dat nu al hebben. We constateren dat 40% een beroep doet op deze regeling terwijl men liever gewone zorg krijgt. Die is er alleen niet. Mijn vraag is waar deze 40% naartoe moet. Heeft die groep voor deze staatssecretaris recht op zorg? Natuurlijk is het goed dat we kijken naar de kleine wooninitiatieven, maar wat gaan we doen met het recht op zorg in Nederland? Garandeert deze staatssecretaris dat voor de komende jaren?

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Zoals we in het AO heel duidelijk hebben afgesproken, hebben we over alle groepen die tegen problemen aan zullen lopen afspraken gemaakt. We zullen bestuderen wie degenen zijn die er fors op achteruit gaan, wat hun voorzieningen zijn en wat hun zorgvraag is. We zullen in overleg treden met de sector om te kijken of en te stimuleren dat die zorg in natura er wel is voor de groepen die nieuw zijn en waarvoor nog geen zorg in natura beschikbaar is. Wat dat betreft, denk ik dat ik al uw vragen – ook al kijkt u daar heel verbaasd bij, mevrouw Leijten – heel erg goed heb beantwoord.

Devoorzitter:

Dank u wel. Ik ga niet over de inhoud, maar alleen over de vorm. Daarom gaan we nu naar de laatste vraag.

Staatssecretaris Bleker heeft alle andere vragen langs horen komen en weet dat van hem ook bondige antwoorden worden verwacht. Mevrouw Ouwehand begint met twee minuten.

Naar boven