5 Vragenuur

Vragen van het lid Dijkstra aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Minister wil minder markt in de zorg".

MevrouwDijkstra (D66):

Voorzitter. Bij de behandeling van de rijksbegroting voor VWS heeft minister Schippers aangegeven snelheid te willen maken met de verdere invoering van vrije prijzen in de zorg, de prestatiebekostiging en de concurrentie tussen zorgaanbieders. Ze zei: "Ons systeem is stuck in the middle. Wij hebben het slechtste van twee werelden. Ik vind dat je moet kiezen. Je bent hier om te besturen, om te zeggen of wij linksaf of rechtsaf gaan. Het budgetsysteem is funest." De minister zei bij die gelegenheid ook over het budgetsysteem: "Wij hebben gezien waartoe dat leidt: tot wachtlijsten, slechte zorg en geen transparantie over kwaliteit."

Dat leek heel duidelijke taal. De zorginstellingen en verzekeraars wisten in ieder geval waar ze aan toe waren en de "stuck in the middle"-periode zou voorbij zijn. Maar nu lijkt niets minder waar. De periode van twijfel duurt nog even voort. Volgens de D66-fractie zijn mensen gebaat bij keuzevrijheid, kwaliteit van zorg en beheersbaarheid van de kosten. Die worden door concurrentie in de zorg mogelijk gemaakt. D66 is op dit punt altijd opgetrokken met de VVD. Nu komt de minister met een radicale koerswijziging ten aanzien van de liberalisering van de zorg. Zij maakt niet alleen pas op de plaats, maar volgens een door het NRC Handelsblad gepubliceerde notitie van haar ministerie gaat zij zelfs verder met budgetteren en trekt zij de touwtjes voor de instellingen in de komende drie jaar nog strakker aan. Daarom vraag ik aan minister Schippers: klopt het dat u de liberalisering van de zorg de komende jaren stil wilt zetten?

Devoorzitter:

Het woord is aan de minister. Zij heeft drie minuten.

MinisterSchippers:

Voorzitter. Ik zou het heel kort kunnen houden. Het artikel in het NRC Handelsblad van drie januari is namelijk onjuist. Maar ik wil het toch nog even toelichten. De journalist van de krant heeft na de deadline, toen de krant al gezet was, op drie januari het ministerie gebeld om aan te geven dat zij dit ging publiceren. Mijn woordvoerder heeft die journalist diezelfde middag laten weten dat het bericht onjuist is. Dat heb ik, nadat ik het artikel zelf had gelezen die middag, ook nog een keer gedaan. Ik heb dat ook de volgende dag gedaan toen het NRC Handelsblad gewoon op deze lijn bleef doorschrijven.

De krant meldde een notitie van VWS in handen te hebben gekregen van een ambtelijk vooroverleg van eind november. Dat betekent: zes weken eerder dan de publicatie. In deze vertrouwelijke notitie werd het beleid beschreven zoals dat door het vorige kabinet is ontwikkeld. Dat is meestal het uitgangspunt voor een nieuw bewindspersoon. Die pakt het beleid van het vorige kabinet en bekijkt of hij daarmee doorgaat dan wel of hij dat gaat wijzigen.

Begin december heb ik op basis van diezelfde vertrouwelijke notitie die het NRC Handelsblad op zijn website heeft geplaatst, besloten dat ik het beleid van het vorige kabinet niet doorzet maar fors zal omgooien. Begin december heb ik mijn ambtenaren opdracht gegeven om alternatieven te ontwikkelen en aan de NZa gevraagd om met mij mee te denken over hoe wij het anders zouden kunnen regelen.

Met andere woorden: het NRC Handelsblad heeft een notitie die was bedoeld ter voorbereiding van een besluit en die het oude kabinetsbeleid betrof, in handen gekregen en zes weken daarna gepubliceerd als nieuws, zonder vooraf te checken of dat juist was, terwijl ik allang een andere koers had ingezet. Zodra de details van het andere beleid zijn ingevuld, ga ik uiteraard direct in overleg met de Kamer. Dan hoop ik dat D66 nog steeds met mij voor de waarden staat die mevrouw Dijkstra zojuist heeft genoemd.

Devoorzitter:

Mevrouw Dijkstra, uw vervolgvraag. Ook hiervoor krijgt u twee minuten.

MevrouwDijkstra (D66):

Ik ben erg blij dat de minister door wil gaan met het liberaliseren van de zorg; dat maak ik uit dit antwoord op. Dat stelt mij gerust, want als het niet het geval was geweest, dan waren de gevolgen voor de instellingen niet te overzien geweest. Ik wil nog wel graag weten wat de minister precies wil hebben bereikt in 2015, het jaartal dat wordt genoemd in de notitie. Hoe gaat zij het aanpakken en wat zijn de afrekenbare doelen?

MinisterSchippers:

Het gaat erom, hoe je de overgang regelt naar een systeem waarbij de prijzen van ziekenhuisbehandelingen zo veel mogelijk vrij zijn en waarbij je, in plaats van af te rekenen en te onderhandelen op basis van zo'n 30.000 ziekenhuisproducten, dat doet op basis van ongeveer 3500 ziekenhuisproducten. Daar gaat het om. Het vorige kabinet had bedacht dat je daarvoor niet alleen op macroniveau een budget moet hebben – we hebben op macroniveau onze zorgbudgetten; dat stellen we hier ook vast – maar dat ook iedere instelling een vast budget zou krijgen. Dat betekent echter dat een instelling niet kan groeien als zij het goed doet, en niet kan krimpen als zij het niet goed doet. Ik wil er in de overgangsfase – daarover ging deze notitie – voor kunnen zorgen dat de prestatie ertoe doet. Dat je dus wel kunt groeien als je het goed doet en kunt krimpen als je het slecht doet, en dat je nog eens iets nieuws kunt beginnen in de zorg. Ik wil dus dat de dynamiek in de zorg ook in de overgangsfase overeind blijft.

Devoorzitter:

Mevrouw Dijkstra, nog een laatste vraag.

MevrouwDijkstra (D66):

Mag ik uit wat de minister nu zegt ook concluderen dat de zelfstandige behandelcentra, de zelfstandige klinieken, ook niet worden geconfronteerd met een budgettering, maar zullen doorgaan met de marktwerking?

MinisterSchippers:

Ik kan toezeggen dat zelfstandige behandelcentra in de toekomst zullen groeien als zij het goed doen en zullen krimpen als zij het slecht doen.

Naar boven