4 Vragenuur

Vragen van het lid Arib aan de minister van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over problemen rondom adoptie uit Ethiopië.

MevrouwArib (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen zondag hebben wij in het tv-programma Brandpunt kunnen zien hoe kinderen door misleiding en bedrog ter adoptie aan Nederlandse ouders worden aangeboden. Ouders in Ethiopië wordt beloofd dat als zij hun kind afstaan, hun kind een goede toekomst krijgt en dat zij met hun kind kunnen worden herenigd na diens achttiende levensjaar. Ouders hebben geen idee wat adoptie inhoudt. Verder worden adoptiepapieren vervalst. De geboortedatum wordt veranderd zodat het kind op papier jonger lijkt, en in de documenten staat dat de biologische ouders zijn overleden, terwijl ze nog leven. Kortom, onder valse voorwendsels staan ouders hun kinderen af om ze nooit meer terug te zien.

Is de minister het met mij eens dat in dit geval geen sprake is van adoptie, maar eigenlijk van kinderhandel? Gaat het om een incident of gaat het om praktijken die zich systematisch voordoen? Wordt er misbruik gemaakt van de armoede en slechte economische omstandigheden in landen? Betreft dit behalve Ethiopië ook andere landen zoals, naar bleek uit de uitzending, Roemenië en Vietnam? Is de minister bereid om onderzoek te doen naar dit soort vreselijke praktijken en de Kamer hierover te informeren? Vindt het ronselen van kinderen niet alleen in Ethiopië, Roemenië en Vietnam maar ook in andere landen plaats die niet in de uitzending aan bod zijn geweest?

Dan kom ik bij de rol van Wereldkinderen. Met stijgende verbazing heb ik kennisgenomen van de reactie van Wereldkinderen op de illegale adoptie in Ethiopië. Wat mij deed schrikken is de wijze waarop men omgaat met signalen van misleiding. Men gaat te laat en te laks in op de signalen dat geen sprake is van adoptie maar van handel in kinderen.

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Dank aan mevrouw Arib. Ik heb inderdaad kennisgenomen van de uitzending van Brandpunt zondagavond. Ik onderken dat er altijd een risico is dat kinderen worden verhandeld onder het mom van adoptie. Om deze reden is het van geweldig belang om zo veel mogelijk waarborgen in te bouwen in het adoptieproces. Mevrouw Arib is bekend met het Haags Adoptieverdrag waarbij Nederland sedert 1998 is aangesloten.

Ik wil ook wijzen op de feiten in de uitzending van zondagavond. Het ging niet om nieuwe informatie. Ik wil de Kamer in herinnering brengen dat in oktober 2009 een onderzoeksrapport van de vereniging Wereldkinderen is uitgebracht over de vermeende misstanden bij adopties. Wereldkinderen heeft in dat verband op 17 september 2009 besloten om de procedures betreffende adopties uit Ethiopië tijdelijk op te schorten. Op 6 oktober heeft de toenmalige minister van Justitie hierover met de Kamer overlegd. De uitkomst van het overleg was dat de zaken nader zouden worden geïnventariseerd. Op 16 februari 2010 is de Kamer door mijn voorganger geïnformeerd over de adopties uit Ethiopië. De conclusie was: er is geen aanleiding om de thans bestaande adoptierelatie tussen Ethiopië en Nederland te heroverwegen, omdat er extra maatregelen zijn genomen die door Wereldkinderen en Stichting Afrika worden toegepast. Dit is de kern van ons betoog. Mijn voorganger is naar Ethiopië geweest om dit te checken. Hij is met heldere conclusies gekomen. Ik heb ook vanochtend nog kunnen checken dat er twee punten zijn. Ten eerste: dit soort signalen wordt altijd serieus genomen. Ten tweede: deze signalen worden behandeld door de autoriteit op het departement of door de organisatie zelf. In deze situatie is er aanleiding geweest voor Wereldkinderen om extra procedures te volgen, in het kader van check en double-check. Dit heeft ook betrekking op de andere landen die net als Nederland het Haags Adoptieverdrag hebben ondertekend. Voor deze landen wordt dezelfde procedure gehanteerd als voor de landen die niet bij dit verdrag zijn aangesloten.

MevrouwArib (PvdA):

De minister schetst hoe de adoptieprocedure in elkaar zit. Op papier zijn er inderdaad waarborgen voor het in gang zetten van de adoptieprocedure. Nu ontstaat er echter een verschil tussen papier en werkelijkheid. Het televisieprogramma heeft Ethiopië als voorbeeld genoemd. Ik durf te zeggen dat dit niet alleen in Ethiopië plaatsvindt, maar ook in andere landen. Dit is niet nieuw. Dat maakt het zo tragisch. We hebben het eerder gehad over kinderen die onder valse voorwendselen naar Nederland worden gehaald. Dit doet zich nog steeds voor. Het is prima dat er allerlei procedures en richtlijnen op papier staan, maar hoe ziet Wereldkinderen er in de praktijk op toe dat er geen sprake is van misleiding, dat de kinderen die ter adoptie beschikbaar worden gesteld, daadwerkelijk weeskinderen zijn en dat ouders de kinderen vrijwillig hebben afgestaan?

MinisterOpstelten:

Het is gecheckt. Ik heb mij, als waarnemer van de staatssecretaris, er vanochtend van vergewist dat de check daadwerkelijk plaatsvindt. In dit geval, maar ook in andere landen, zoals India en China, is het geringste signaal aanleiding voor nader onderzoek door de organisatie, bijvoorbeeld Wereldkinderen, of door de centrale autoriteit. Er volgt dan altijd een maatregel, zoals in dit geval destijds is gebeurd, van opschorting. Daarna worden conclusies getrokken. Mijn voorganger heeft dit buitengewoon zorgvuldig gedaan. Elk signaal wordt buitengewoon serieus genomen. We moeten deze praktijk wederom bevestigen. We kunnen daar best een beetje trots op zijn. Voor Wereldkinderen is dit een aanleiding geweest om zijn eigen procedures te herijken en te dubbelchecken.

MevrouwArib (PvdA):

Als ik de minister goed versta, zegt hij dat er wordt opgetreden zodra er signalen zijn. Kan de minister garanderen dat dit soort praktijken zich in de toekomst niet meer zullen voordoen, omdat alle protocollen, richtlijnen en procedures voor 100% dekkend zijn en in de praktijk zullen worden toegepast? De minister zegt immers dat we richtlijnen hebben en dat in de praktijk dit soort praktijken niet voorkomen.

Waar komt het geld vandaan dat de ronselaars gebruiken om de kinderen van de straat te halen en bij de ouders weg te nemen? Wereldkinderen krijgt geld, ongeveer € 1000 per kind, om kinderen te werven voor adoptie. Hoe kan ik weten dat dit geld niet op een onjuiste manier wordt ingezet? Uiteindelijk gaat het om belastinggeld.

MinisterOpstelten:

Ik kan niet een garantie geven van 100%. Ik kan wel zeggen dat de inzet en de politieke verantwoordelijkheid van de staatssecretaris en dus van mij erop gericht zijn om erbovenop te zitten met onze organisatie. De centrale autoriteit doet dit, net als organisaties als Wereldkinderen. Dat gebeurt ongelooflijk scherp, zoals ik ook vandaag heb kunnen merken.

Verder zijn wij middels de bestaande protocollen voor organisaties als Wereldkinderen transparant. Voor de Kamer en het departement zijn ze dus controleerbaar. Ook houdt de centrale autoriteit daar ongelooflijk scherp toezicht op. Dat alles in het kader van het internationaal Haags Adoptieverdrag, waar Nederland bij is aangesloten en dat voor Nederland het toetspunt is. Als het voor mocht komen dat wij aarzelen, dan wordt er opgeschort en wordt er in alle zorgvuldigheid bekeken wat de mogelijkheden zijn. Zijn er geen mogelijkheden, dan laten wij dat de Kamer altijd weten.

Devoorzitter:

Beiden bedankt. Mevrouw Arib heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om haar spreektijd aan elkaar vast te maken. Of zij dat helemaal bewust gedaan heeft, weet ik niet. In ieder geval was ook haar minuut nu om.

Mevrouw Dijkstra is de vierde spreekster in deze nieuwe opzet. Zij gaat een vraag stellen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Minister wil minder markt in de zorg". De minister zit er. Mevrouw Dijkstra krijgt om te beginnen twee minuten voor haar eerste vraag.

Naar boven