3 Regeling van werkzaamheden

Voorzitter: Verbeet

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Van Tongeren tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Sap.

Dan zou ik het woord aan de heer De Roon moeten geven, maar die zie ik niet. Dan ga ik maar door. Ik zoek de heer Koolmees. De heer De Roon krijgt het woord wanneer hij binnen komt.

Het woord is aan mevrouw Berndsen.

Mevrouw Berndsen (D66):

Voorzitter. Ik sta hier in de plaats van de heer Koolmees.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gisteren aanvullende afspraken gemaakt met mevrouw Jongerius van de FNV. Wij zouden graag nog voor het debat van morgen een overzicht ontvangen van de kosten die deze afspraken voor de belastingbetaler met zich brengen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hebben dat verzoek gisteren al gedaan. Ik hoop dan ook dat ik vanavond al een overzicht krijg van de gemaakte afspraken, aangezien het debat morgenochtend plaatsvindt.

De voorzitter:

U zegt met andere woorden tegen mevrouw Berndsen: het verzoek ligt er al.

De heer Omtzigt (CDA):

Haar verzoek is een klein beetje uitgebreider, maar …

De voorzitter:

Wij mogen het wel samenvoegen.

De heer Omtzigt (CDA):

Het mag worden samengevoegd. Het kan in één brief, maar die moet dan wel vanavond bij ons binnen zijn, zodat wij ons goed kunnen voorbereiden.

De voorzitter:

Mijnheer Van den Besselaar, wilt u nog iets toevoegen?

De heer Van den Besselaar (PVV):

Ik zou in het bijzonder aandacht willen vragen voor de werknemers. Het gaat om de belastingbetaler in het algemeen, maar de werknemers nemen hierbij natuurlijk wel een bijzondere positie in.

De voorzitter:

Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet.

Ik zie dat de heer Van Roon inmiddels aanwezig is. Het woord is aan hem.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Wij hebben gisteren mondelinge vragen kunnen stellen aan de minister van Buitenlandse Zaken over de verbale Turkse agressie richting Israël en de oorlogsdreigingen. Dat debat was echter nog niet afgelopen of het volgende bericht kwam al weer naar buiten, namelijk dat Erdogan aanvallen op Israël niet uitsluit. Daarmee escaleert de zaak natuurlijk alleen nog maar verder. Ik vind dan ook dat wij niet kunnen volstaan met wat er gisteren in het mondelinge vragenuur is gezegd. Wij zullen echt moeten gaan kijken naar de rol die Turkije wil spelen in het Midden-Oosten. Daarom wil ik deze kwestie in een debat aan de orde stellen.

Ik wil het echter ook breder trekken en ook het Turkse gedrag ten aanzien van Irak aan de orde stellen. Er zijn namelijk berichten dat Turkije in zijn strijd tegen de Koşerden op het punt staat om Irak binnen te vallen en te bombarderen. Ik wil ten slotte het Turkse gedrag aan de orde stellen bij de verdeling van de natuurlijke rijkdommen in de Middellandse Zee, Cyprus en Israël. Dat alles moet nu echt eens in een bredere context aan de orde worden gesteld. Dat is de reden dat ik om dit plenaire debat vraag.

De heer Pechtold (D66):

De heer De Roon en ik komen net uit een algemeen overleg waarin wij over deze situatie hebben gesproken. Ik heb begrepen dat de heer De Roon uitspraken van zichzelf en anderen na 24 uur weer in ander daglicht wil zien. Ik stel hem daarom voor om eerst het kabinet om een brief te vragen.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ook de VVD-fractie vindt een brief het meest op zijn plaats. Wij hebben gisteren al even uiting gegeven aan onze directe zorgen over Turkije. Ik begrijp dat de heer De Roon verzoekt om een debat waarin het in een wat breder verband kan worden geplaatst. Het lijkt mij dat daar zeker een brief bij past.

De heer Timmermans (PvdA):

Hetzelfde verzoek.

De heer Ormel (CDA):

Hetzelfde verzoek.

De heer Dibi (GroenLinks):

Steun voor de brief.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb het punt zojuist bij de minister aan de orde gesteld. Ik heb toen geen reactie gekregen. Ik steun dan ook het verzoek van de heer De Roon om een debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP-fractie steunt het verzoek van de heer De Roon.

De voorzitter:

Mijnheer De Roon, u hebt nog geen meerderheid voor een debat. U hebt wel steun voor een brief en wellicht na de ommekomst van de brief ook steun voor een debat.

De heer De Roon (PVV):

Ik hoor dat ook. Ik ben wel een beetje verbaasd, want de minister wilde vandaag in het algemeen overleg niets anders zeggen dan hij in het mondelinge vragenuur heeft gedaan. Daar verwees hij namelijk voortdurend naar. Daar komen wij niet verder mee en een debat leek mij daarom een goede zaak.

Maar goed, er is geen steun voor een plenair debat. Ik heb wel voldoende steun voor een dertigledendebat. Ik zet mij verzoek dan ook om in een verzoek om een dertigledendebat. Ik hoop dat de brief er snel komt, want dan kunnen wij altijd nog bezien of het niet beter is om het op te schalen naar een volledig debat.

De voorzitter:

U hebt op zichzelf geen behoefte aan een brief?

De heer De Roon (PVV):

Jawel. Een brief is altijd goed.

De voorzitter:

Zullen wij dan niet proberen om onze routine te volgen en dus eerst de brief af te wachten? Als u vindt dat de brief aanleiding zou moeten zijn voor een plenair debat, meldt u zich weer. Waarschijnlijk krijgt u dan wel voldoende steun.

De heer De Roon (PVV):

Ik vind dat de situatie op dit moment al aanleiding geeft tot een plenair debat. Daar krijg ik geen steun voor, maar ik heb in ieder geval wel steun voor een dertigledendebat. Zet het maar op de lijst.

De voorzitter:

Prima. Wij zetten het debat op de lijst.

De heer De Roon (PVV):

Dan komt de brief er ook. Wij zullen zien of ik dan alsnog opnieuw om een volledig plenair debat vraag.

De voorzitter:

Prima. Ik zet het debat op de lijst met spreektijden van drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Dijkstra.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik rappelleer aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om te reageren op een advies dat al in mei is verschenen en waarop de minister in juni om een reactie is gevraagd. Die reactie zou voor het zomerreces komen. Het gaat om het advies Exclusietest PGD bij Huntingtonpatiënten. Tot nu toe hebben wij hierop geen reactie gekregen. Ik heb begrepen dat er is aangekondigd dat de reactie volgende week komt. Ik wil echter zekerheid hebben dat de reactie er komt en wel zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Wilders. Oh nee, ik sla de heer Pechtold over!

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik zou de collega met alle liefde willen laten voorgaan.

Ik wil graag rappelleren. Vandaag heeft mijn fractiegenoot Van der Ham vragen gesteld aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het OESO-rapport dat gisteren is uitgekomen en dat laat zien dat Nederland achterloopt als het gaat om onderwijsinvesteringen. Nu heb ik op 31 mei aan de minister-president vragen gesteld over onderwijs. Dat waren elf serieuze vragen. De minister-president houdt vol dat hij die in één zin in het debat heeft kunnen afdoen. Naast de vragen van Van der Ham zou ik graag mijn vragen van 31 mei serieus beantwoord willen hebben en wel voor Prinsjesdag.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie wil graag een brief van het kabinet ontvangen met een uitwerking van de mogelijke scenario's omtrent de problemen met Griekenland en met andere zwakke eurolanden. Wij willen dat het kabinet in die brief duidelijk maakt wat er gebeurt als Griekenland failliet gaat en andere zwakke landen in de problemen komen. Is er een plan B? In die brief moet ook staan wat de totale kosten – garanties, leningen – zijn van eventuele reddingsacties voor de euro, ook in het meest pessimistische scenario. Ook willen wij de kosten zien van mogelijke alternatieven, zoals een opdeling van de eurozone in verschillende muntunies – neuro, zeuro – of terugkeer naar de vroegere nationale munten. De minister van Financiën heeft al laten weten dat shockproof analyses gepresenteerd zullen worden. De PVV-fractie vraagt echter om meer informatie die bovendien niet alleen is beperkt tot de gebeurtenissen rondom Griekenland. Ik vraag deze brief ook in voorbereiding op de algemene politieke beschouwingen. Ik weet dat er vanmiddag ook nog een algemeen overleg is, maar ik denk dat het een belangrijk thema wordt bij de algemene politieke beschouwingen. Ik wil de brief dus graag zo snel mogelijk ontvangen, maar uiterlijk aanstaande vrijdag.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag de heer Wilders of ik zijn verzoek ook zo kan interpreteren dat het kabinet gewoon kleur bekent over welk pad het hierin kiest en welke plannen het voornemens is te maken. Als hij dat aan zijn verzoek toevoegt dan wil ik hem daarin graag steunen. Dan krijgen wij tenminste eindelijk eens echt helderheid over wat het kabinet nu op dit punt van plan is.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Net zoals de heer Timmermans steun ik het verzoek van de heer Wilders, maar ik ben toch wel een beetje op zoek naar waar de heer Wilders uiteindelijk terecht wil komen. Als hij doorvraagt – en dat ben ik wel met hem eens – naar de kosten, neem ik aan dat hij met name naar de kosten voor Nederland zoekt. Daar zitten veel scenario's bij die voor hemzelf onacceptabel zijn. Ik vraag dus ook om een politieke duiding van deze gedoger van wat wij vervolgens met de brief gaan doen.

De voorzitter:

Het blijft wel een regeling van werkzaamheden.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Steun aan het terechte verzoek van de heer Wilders. Het is belangrijk dat in de brief de Nederlandse inzet wordt besproken en, zoals de heer Pechtold zei, de gevolgen voor de plannen van het kabinet en de gedoogpartner.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Het is een vraagstuk dat ons allen dezer dagen bezighoudt. Wij hebben echt behoefte aan deze scenario's. Wat mij betreft, kan een en ander beperkt blijven tot die scenario's, want dan kunnen wij ook zelf de politieke weging aangeven. De inzet van het kabinet is beperkt, maar op zichzelf genomen steun voor het verzoek om deze brief.

De heer Irrgang (SP):

Ook mijn fractie steunt het verzoek. Graag willen wij dat bij die scenario's wordt aangegeven wat het Nederland gaat kosten en wat de kosten zijn van de politiek van deze regering.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Ook de CDA-fractie steunt het verzoek. Voor ons geldt eveneens dat het scenariodenken moet leiden tot inzicht in wat het ons opbrengt om juist wel in de eurozone te blijven en de reddingsoperatie voor Griekenland na te streven. In die breedte willen wij de brief laten onderbouwen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mijn fractie steunt het verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ook van onze fractie steun voor het verzoek. Het gaat ons daarbij niet alleen om de scenario's, maar ook om de richting die het kabinet op wil en waar het wil uitkomen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Er zijn al allerlei intensieve debatten gaande die te maken hebben met de euro en met toekomstige scenario's. Ik geloof dat er vandaag ook een dergelijk debat wordt gevoerd. Het lijkt ons een goed idee om, ook ter voorbereiding op de algemene politieke beschouwingen, weer eens goed op een rij te krijgen wat nu de scenario's zijn. Zoals voor alle brieven geldt als vanzelfsprekend ook voor deze brief dat het moet gaan om informatie die past binnen het belang van de Staat.

De heer Wilders (PVV):

Ik dank alle collega's voor hun steun voor dit verzoek. Het is een heel serieuze zaak. Griekenland dreigt om te vallen. Ik moet er niet aan denken dat andere landen ook omvallen, wat zomaar kan gebeuren. Dat gaat heel veel geld kosten. Nogmaals dank voor de steun, zodat nu de voor- en nadelen van alle scenario's worden onderzocht, ook het scenario dat wij niet in de euro blijven of dat andere landen niet in de euro moeten blijven. Natuurlijk ben ik het eens met de collega's die zeggen dat het mooi zou zijn als het kabinet ook kleur bekende; graag. Maar voor mij gaat het er nu in eerste instantie om, eerlijk inzicht te krijgen in wat de voor- en nadelen zijn. Ik denk dat elk scenario nadelen heeft, maar ik wil ook weten wat nog erger is, en dan cijfermatig onderbouwd. Geen spookverhalen, dus, in de trant van: het licht gaat uit, zoals wij eerder hebben gehoord rond de Europese Grondwet. Gewoon een eerlijk verhaal met beide kanten; dat wil ik zien. Wij zullen daar dan nader op ingaan, zeg ik tegen de heer Pechtold. Ik denk dat meer collega's daarover gaan spreken bij de algemene beschouwingen. Het antwoord op zijn vraag komt dan aan de orde.

De heer Pechtold (D66):

Mijn excuses voor de late ingeving, voorzitter, maar ik zou dan de effecten van die kosten willen weten, uitgesplitst naar zowel de begroting als naar de staatsschuld, dus binnen de financiële kaders waarover wij spreken. Ik heb het dan over de langere en de kortere termijn, mede in het kader van eventuele bezuinigingen als gevolg van deze steun. Ik hoop op de steun van de heer Wilders daarvoor.

De heer Wilders (PVV):

Dat is prima, voorzitter, maar wij willen dus weten wat het redden van landen gaat kosten in Europa en wat het betekent voor de Nederlandse belastingbetaler, afgezet tegen andere varianten, zoals landen die de euro uitgaan, het invoeren van de neuro, nationale munten en noem maar op. En dan niet alleen beperkt tot Griekenland; wij willen dat ook weten voor de situatie dat andere landen omvallen. Het kabinet moet een eerlijk beeld schetsen en niet een beeld dat alleen maar angst oproept.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg, die namens mevrouw Uitslag een verzoek zal doen in relatie tot een algemeen overleg dat om 14.00 uur begint.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Morgenavond hebben wij een debat over de effecten van het pgb. Wij zouden graag eerst een brief van het kabinet ontvangen over de verschillen tussen de cijfers van het CPB en die van VWS, zodat wij meer zicht hebben op de berekeningen en het debat beter kunnen voeren.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Mijn fractie steunt dit voorstel van harte. Er is nog een andere brief waar wij op wachten. Dat zou ik graag willen meegeven. Die brief hoeft er niet voor morgenavond te zijn. Het betreft een reactie op de moties die voor het reces door de VVD-fractie en PvdA-fractie zijn ingediend. Wij willen daarop graag een antwoord.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Om gesteggel over cijfers in het debat te voorkomen, wil ik graag drie vragen beantwoord zien in de brief. Hoe wil de staatssecretaris de zorg garanderen? Hoe verhoudt zich dit tot de belofte van 12.000 extra banen? Hoe denkt zij de bezuiniging te gaan halen met deze plannen?

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek om een kabinetsreactie op het CPB-rapport. Voor de goede orde wil ik aangeven dat ik de vraag van mevrouw Voorman zeker begrijp, maar deze maken ten dele onderdeel uit van de uitwerking van de moties waarover mevrouw Wolbert het zojuist had. Ik kan mij dus ook voorstellen dat niet alles voor morgen gereed is. Wij steunen echter wel het verzoek om een kabinetsreactie.

Mevrouw Leijten (SP):

Mijn fractie steunt het verzoek. Wat mij betreft is het niet voorwaardelijk, in de zin dat het debat doorgaat. Graag ontvangen wij de brief daaraan voorafgaand, maar als de brief er niet is, laten wij het debat wel doorgaan. Ik zou ook überhaupt de visie van de staatssecretaris willen vernemen op het CPB-rapport en de doorrekening. Enerzijds ziet zij daarin steun voor haar plannen, maar anderzijds verwerpt zij de conclusies. Dat kan niet allebei waar zijn.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Wat D66 betreft steun voor het verzoek van mevrouw Voortman om ook op deze vragen in te gaan.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Wij gaan het stenogram doorgeleiden. Dan kunt u aan het algemeen overleg beginnen, waarvan ik heb begrepen dat dat om 14.00 uur gepland stond.

Het woord is aan mevrouw Dikkers.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. Ik stond hier gisteren ook met het verzoek om een dertigledendebat met de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken over de vermeende tegenstelling in de inzet van Nederland bij de bespreking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Wij hebben geprobeerd om de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken bij het debat van vanavond te betrekken. Dat is niet gelukt, dus ik vraag nogmaals een dertigledendebat aan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het verzoek van mevrouw Dikkers hebben wij gisteren ook gesteund. Omdat er een enorme ontwikkelingscomponent aan het Europees landbouwbeleid zit, is het heel goed om dit debat te voeren met de staatssecretarissen voor Ontwikkelingssamenwerking en van Landbouw.

Mevrouw De Caluwé (VVD):

Net als gisteren steunen wij dat verzoek om een debat niet. Wij verzoeken om een brief van beide kabinetsleden over de gepercipieerde verschillen van mening. Er is vanavond al een landbouwoverleg en op 27 oktober hebben wij nog een AO over landbouw en ontwikkelingssamenwerking. Dus eerst de brief en dan bekijken of het nog nodig is.

Mevrouw Berndsen (D66):

D66 geeft steun aan het verzoek van mevrouw Dikkers.

Mevrouw Ferrier (CDA):

De CDA-fractie sluit zich aan bij de woorden van mevrouw De Caluwé.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Dikkers, u hebt vrijwel Kamerbrede steun voor een brief. Uw eigen fractie telt dertig leden, dus u hebt sowieso voldoende steun voor een dertigledendebat. Wilt u de brief eerst hebben of kunt het debat ook zonder die brief voeren?

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik wil heel graag het debat voeren en ik ontvang daarvoor graag een brief, maar ik handhaaf mijn verzoek om een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan ga ik het debat op de lijst zetten en dan wachten wij niet op de brief. Ik ga het debat plannen wanneer dat kan, met drie minuten spreektijd per fractie. Het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet. Als de brief er eerder is, is dat natuurlijk prachtig.

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik heb al eerder gerappelleerd maar ik doe dat vandaag nogmaals, want ik heb op 8 september 2010, dus al meer dan een jaar geleden, Kamervragen gesteld aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Die vragen zijn nog steeds niet beantwoord. Mijn verzoek is om die Kamervragen nog deze week, en wel vrijdag voor 12.00 uur, te beantwoorden in een brief met de uitleg waarom het zo lang heeft geduurd voordat die Kamervragen zijn beantwoord.

De voorzitter:

Wij kunnen ook onze traditie voortzetten dat wij de vragen omzetten in mondelinge vragen.

De heer Bashir (SP):

Als de Kamervragen deze week nog niet zijn beantwoord, stel ik inderdaad voor om ze om te zetten in mondelinge vragen.

De voorzitter:

Dat is genoteerd. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven