Vragen van het lid Aptroot aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de spitsproef rond Amsterdam met een tarief van vijftien eurocent.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. In het laatste debat dat wij over de kilometerheffing hebben gehouden, heb ik een motie ingediend waarin stond dat de proeven met en de uitgaven voor de kilometerheffing en het spitstarief zouden moeten worden gestopt. Minister Eurlings zei echter: nee, dat kan niet, dat gaan wij niet doen. Daarbij werd hij ruim gesteund door zijn eigen partij en door andere fracties in de Kamer.

Op Koninginnedag bracht De Telegraaf groot het nieuws dat de proef in Amsterdam doorgaat, op de valreep van de zittingsperiode van het oude college. Volgens mij dacht PvdA-wethouder Gerson: dit is de laatste kans; ik kom toch niet terug in het college en in het nieuwe collegeakkoord staat geen kilometerheffingspitstarief meer. Hij weet dat de VVD-fractie, ook de Amsterdamse VVD-fractie, tegen een kilometerheffing is. Nu komt hij met het idiote tarief van € 0,15, dat moet gelden voor de halve "provincie" Amsterdam.

Tot ons genoegen hebben wij gelezen dat de minister ook vindt dat dit niet moet gebeuren. Hij heeft kennelijk spijt van zijn besluit dat de proeven mochten doorgaan. Wij zeggen: minister, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Dit is echter niet ten halve gekeerd, maar gekeerd na 90% van de weg afgelegd te hebben, maar dat is toch beter. Mijn eerste vraag aan de minister is: heeft hij inmiddels de proef die 28 mln. zou kosten afgeblazen? Mijn tweede vraag is: kan de minister nu eindelijk alle uitgaven voor en proeven met kilometerheffing en spitstarief stoppen? Dat moet nu echt gebeuren.

Minister Eurlings:

Voorzitter. Zoals de Kamer weet, heb ik sinds het begin van de afgelopen coalitie gestaan voor twee principes betreffende de kilometerprijs. Dat waren eerlijkheid: geen cent extra ophalen bij de automobilist; en draagvlak: samenwerking met organisaties als de ANWB tot aan de eindstreep. Ik ben altijd zeer voorzichtig geweest met de spitsheffing, omdat ik het gevaar zie dat dit kan leiden tot het politiek manipuleren van de mobiliteit. Daarom had ik het spitstarief zo ingericht dat wij slechts in Amsterdam zouden beginnen en wel met een proef. De tarieven van de proef moesten corresponderen met eventuele latere tarieven die in Amsterdam in het echt zouden worden doorgevoerd. Wij hadden met Amsterdam afgesproken dat het tarief zo laag mogelijk zou blijven. "Mogelijk" betekent dan dat het wel effect moet hebben. Als het met € 0,02 per kilometer effect zou hebben, zou dat het tarief zijn; zou € 0,04 werken, dan zou dat het tarief zijn. Zo hadden wij de range afgesproken van € 0,02 tot € 0,08.

Intussen zijn twee zaken veranderd. De eerste is dat de Kamer na de val van het kabinet het onderwerp van de kilometerprijs controversieel heeft verklaard. De tweede is dat er een ANWB-peiling uitkwam waaruit twee hoofdsignalen naar voren kwamen. Ten eerste zagen de mensen het anders betalen van mobiliteit als principe zitten: het is eerlijker. Dat vond ik een opsteker. Ten tweede waren de mensen heel erg kritisch over de spitsheffing.

Wat schetst mijn verbazing? Amsterdam schrijft mij op een gegeven moment eenzijdig, zonder overleg, dat een tarief van € 0,02 tot € 0,08 helemaal niet meer zal worden getest. Amsterdam wil in de proef een tarief van € 0,10 plus € 0,05 basistarief: tezamen dus € 0,15 in de spits. Daar heb ik echt een probleem mee. Die proef was bedoeld als een test voor hoe later zou moeten zijn. Ik vind dit soort tarieven niet acceptabel, op geen enkele manier. "Pluk de dag" moet niet verworden tot "pluk de automobilist". Ik hecht daarom aan het gesloten convenant. In het vorige debat waarin wij hierover spraken, heb ik gezegd dat ik alles rond de kilometerprijs stilleg. Het is nu aan de verkiezingen en aan een volgend kabinet.

Ik heb toen wel gezegd dat die mobiliteitsprojecten vaak juridisch verplicht zijn. Daar kan en wil ik niet onderuit. Dit project is ook juridisch verplicht in een convenant. Er is echter één ontbindende voorwaarde, namelijk als één van de partijen de convenantsvoorwaarden niet meer wil invullen en deze eenzijdig wil veranderen. Dat lijkt nu het geval te zijn. Amsterdam heeft mij een brief geschreven en krijgt van mij een nette brief terug waarin ik schrijf dat afspraak afspraak is. Hoe zit het nu juridisch? Er is een termijn van ongeveer zes weken waarin het convenant nog geldt. Als aan het eind van die zes weken een van de partners blijft zeggen de voorwaarden te willen veranderen, ontvalt de juridische kracht aan het convenant.

Voor mij is het heel simpel. Als Amsterdam niet op haar schreden terugkeert en zo doorgaat, geef ik geen euro meer uit want dan geldt dat convenant niet meer. Dan bespaar ik dat geld en dan stoppen wij de oude spitsproef rond Amsterdam. Keert Amsterdam wel op haar schreden terug, dan zal het convenant alsnog juridisch geldig zijn, zoals alle convenanten in dit land. Dan gaat het gewoon door. Daar zijn wij dan juridisch aan gehouden.

Mijnheer Aptroot, ik reken op de VVD. De VVD maakt nu in Amsterdam onderdeel uit van een nieuwe groen-paarscoalitie. Dat is een soort van paars construct, maar dan niet met D66 maar met GroenLinks, mevrouw Van Gent. Het is aan de toekomstige VVD-wethouder om te laten zien hoe krachtig hij is. Laat hem op de eerste dag van zijn aantreden dit plan afschieten en terugkeren tot de realiteit.

De voorzitter:

Minister, het is het gebruik hier dat via de voorzitter wordt gesproken.

Minister Eurlings:

Excuseert u mij, voorzitter.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. De minister kan inderdaad op de VVD rekenen. De VVD heeft goed onderhandeld, want in tegenstelling tot het verleden zijn de kilometerheffing en het spitstarief verdwenen uit het collegeakkoord in Amsterdam. De inzet van de VVD-fractie is bekend. De woordvoerder heeft al regelmatig gezegd: daar gaan wij niet aan beginnen.

Ik vind dat de minister een beetje een half antwoord geeft. Hij heeft het over juridisch verplicht. In De Telegraaf kondigt hij heel stoer aan dat hij het hier volstrekt mee oneens is en dat hij het bedrag van 28 mln. terugvordert. Ik begrijp nu dat het nog de vraag is of hij dat gaat doen. Wij willen gewoon van de minister horen dat hij er spijt van heeft dat hij hier anderhalve maand geleden in de Kamer heeft gezegd dat alle proeven mogen doorgaan en dat hij alles op alles zal zetten om dat weggooien van 28 mln. belastinggeld te voorkomen. Hij moet gewoon stoppen met alles rond kilometerheffing en spitstarieven. Dat is wat wij hem vragen.

Minister Eurlings:

Voorzitter. Ik kan hier heel helder over zijn. Als Amsterdam op de lijn blijft die wordt geschetst in haar brief aan mij dan vervalt het convenant en gaat er geen euro meer naar deze proef. Dat betekent dat ik 22,5 mln. op zak houd, want dat bedrag moest nog worden overgemaakt. Ik zal mij juridisch laten adviseren over de vraag of en, zo ja, hoe ik de al uitgekeerde 5,4 mln. kan terugvorderen. Wij hebben wel te maken met juridische afspraken. Er lag een bindend bestuursconvenant. Als men zich daar alsnog aan houdt, heeft dat juridische waarde.

Toen ik aantrad als minister, trof ik een coalitieakkoord aan waarin sprake was van spitstarieven tot wel € 0,11. Ik ben er buitengewoon mee ingenomen dat ik die voornemens heb teruggebracht tot een test waarin alleen in Amsterdam zou worden getest met tarieven vanaf € 0,02.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Kan de minister bevestigen dat het niet alleen gaat om de 28 mln. rijksgeld, maar ook om de bijna 10 mln. uit de regio, dus ook van de gemeente Amsterdam? Wat wordt nu uiteindelijk de rekensom? Hij gaat proberen geld terug te vorderen, geld dat hij al heeft overgemaakt aan de gemeente Amsterdam. Dat geld kan daar, conform zijn eigen antwoord van vandaag, kennelijk blijven als de gemeente Amsterdam erin slaagt zich te houden aan de oorspronkelijke afspraken uit het convenant.

Ik heb nog een vraag, ook aan het adres van de VVD, aan de heer Aptroot. De VVD zit nu in het college in Amsterdam. Volgens de lezing van de minister kan er, als Amsterdam zich houdt aan de afspraken uit het convenant, nog steeds sprake zijn van een proef met rekeningrijden in Amsterdam. Of moeten wij de lezing van de VVD vandaag zo verstaan dat hoe dan ook die proef in Amsterdam van de baan is? Daar zou ik zeer blij mee zijn.

De voorzitter:

Ik wijs u erop dat de heer Aptroot bij ons in de Kamer zit en niet in Amsterdam.

Minister Eurlings:

Voorzitter. Het klopt dat er ook een lokale financiële component is, zoals de heer Van Bommel zojuist heeft geschetst. De situatie is heel simpel: wij hebben een juridisch bindend convenant. Dat vervalt op het moment dat Amsterdam ook de komende vier weken op de lijn blijft dat men het anders wil. Het is dan juridisch afgelopen met het convenant. Ik ga nu in elk geval geen euro meer overmaken en ik wacht het af. Het is klip-en-klaar: als dit de lijn van Amsterdam is, gaat er dus geen euro meer naartoe. Sterker, ik ga ook na of ik de centen die ik al heb overgemaakt, kan terugkrijgen. Amsterdam houdt zich namelijk echt niet aan de afspraak; daarover is nul overleg met mij gepleegd. Nogmaals, ik vind het echt niet kunnen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Cramer.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Het standpunt van de fractie van de ChristenUnie is duidelijk. Wij zijn wel voor kilometerbeprijzing, alsook voor een vorm van spitsheffing, zoals dat door de minister in het wetsvoorstel was verwerkt. Wat mij betreft, heeft hij niet de steun van de fractie van de ChristenUnie als hij zulke grote woorden spreekt. Hij wil het geld zelfs terughalen. Is de minister het niet met mij eens dat het veel belangrijker is dat wij helderheid krijgen over het uiteindelijke effect van de proeven? Mijns inziens moeten wij ons daarop focussen in plaats van elkaar de tent "uitvegen", als het om het genoemde bedrag gaat.

Minister Eurlings:

Mevrouw de voorzitter. Juist omdat de heer Cramer zo'n voorstander is van kilometerheffing, inclusief spitstarief wat de fractie van de ChristenUnie betreft, zou hij voor de oorspronkelijke proef moeten zijn. Daarbij wordt namelijk met verschillende tarieven getest. Een zo laag mogelijk tarief dat zou werken, was voor Amsterdam de lijn. Daarom hoop ik op zijn steun voor het feit dat wij niet toelaten dat Amsterdam nu alleen een torenhoog tarief in de proef test. Ik zie hem ook wel knikken. Wat Amsterdam nu wil, is niet de afgesproken lijn. Mede daarom vind ik dat niet goed.

Wat de positie van Amsterdam betreft, put ik hoop uit de opmerkingen van de heer Aptroot. Ik ben benieuwd. Ik herhaal: let op uw zaak, want de tolpoorten van Amsterdam kunnen er zo weer zijn en dan is de automobilist pas echt de klos.

De voorzitter:

Dank u wel. Eerlijk gezegd, vind ik dat u de reikwijdte van de vragen wat ruim neemt. Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Minister Eurlings:

Het is ook een groot onderwerp.

De voorzitter:

Ja, dat is mij duidelijk. Ik zou zeggen: blijf.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Het is een groot onderwerp. Het is ook verkiezingstijd, dus de verkiezingsretoriek, ook van minister Eurlings, vliegt ons om de oren. Maar goed, dat moet hij zelf weten.

Ik heb twee vragen. Allereerst: ondanks dat wij deze grote woorden gebruiken, weten wij ook dat de zaak hoe dan ook dichtslibt bij Amsterdam en dat deze experimenten van cruciaal belang zijn. Hoe kijkt de minister daar tegenaan? Wat is het alternatief als deze experimenten niet kunnen doorgaan?

Mijn tweede vraag gaat over het bedrijfsleven in Amsterdam. Nota bene dat bedrijfsleven is heel erg voor deze experimenten. Het Amsterdamse bedrijfsleven heeft namelijk heel goed door dat de zaak dichtslibt, als wij niets doen met de kilometerbeprijzing en de spitsheffing rond Amsterdam. Daarop wil ik ook graag een reactie van de minister vernemen. Ik dacht altijd dat wij ook het bedrijfsleven goed zouden willen bedienen, als het gaat om de bereikbaarheid van de stad. Dat geldt voor het CDA, maar natuurlijk ook voor de heer Aptroot. De Amsterdamse wethouder van de VVD krijgt het dus nog moeilijk.

Minister Eurlings:

Voorzitter. Wij doen heel veel aan de bereikbaarheid van Amsterdam. Ondanks de huidige financiële crisistijd investeren wij namelijk 4,2 mld. alleen al aan het verbreden van de A6-A9 om Amsterdambereikbaar te houden. Het asfalt is perfect, ook voor de prachtige elektrische auto's die straks over de weg snorren en zoemen.

Bij de ANWB-peiling bleek een overgrote meerderheid voor variabilisatie te zijn. Een platte heffing levert 43% minder file op, een spitsheffing zorgt voor nog 15% daar bovenop. Ik wil dus zeggen dat je zelfs met een platgeslagen variabilisatie het grootste gedeelte van de filereductie wordt binnengehaald. Er is dus geen reden tot wanhoop. Amsterdam hoeft niet tot dit soort draconische prijzen over te gaan.

Wat mevrouw Van Gent over het bedrijfsleven zegt, klopt. Als ik een zakelijk manager zou zijn, zou ik misschien wel € 0,15 willen betalen om filevrij door te rijden. Het zou toch ook u een zorg moeten zijn dat straks op die weg niet alleen snelle businessmanagers met maatkostuums rijden, maar ook mensen met een kleine beurs met oude auto's? Deze mensen moeten straks hetzelfde tarief gaan betalen. Daarom gaat het om een bredere afweging dan van het bedrijfsleven; ik wil dus dat een proef die ertoe had moeten dienen om te controleren wat straks de tariefstelling zou moeten zijn, niet puur uit de optiek van het bedrijfsleven wordt bezien. Er zijn immers veel meer weggebruikers dan alleen snelle managers.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Mijn steun voor de minister dat hij een strikte toepassing wil van spitsproeven: geen plukken door links van de automobilist en geen plukken door rechts, evenmin door links-rechts combinaties. Belangrijk is nog de vraag aan de minister of, als hij toch met het nieuwe college spreekt, hij de volgende waarschuwing wil uitspreken. Als men wil doorgaan met het instellen van milieuzones, krijgt men ook op dat punt een "nee" van deze minister te horen.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat het tweede deel van uw vraag toch ook buiten de reikwijdte van dit vragenuur valt.

De heer Koopmans (CDA):

Het is allemaal betalen door de automobilist, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dat is duidelijk, maar de minister moet zich beperken tot het eerste deel van uw vraag.

Minister Eurlings:

Laat ik heel kort antwoorden. Ik ben het eens met de heer Koopmans dat het adagium "pluk de automobilist" niet meer kan. Ik heb er enige grijze haren aan overgehouden, maar ik heb met de kilometerprijs tot het eind aan toe tegengehouden dat de overheid maar een euro extra zou verdienen aan de automobilist. Laat het niet gebeuren dat als dit systeem valt, de tolpoorten terugkomen. Laat het echter ook niet gebeuren dat de VVD in Amsterdam samen met Groenpaars doorgaat met die torenhoge parkeertarieven, met milieuzoneringen of met weet ik niet wat allemaal. Er is lange tijd een sterk anti-autobeleid gevoerd. Wij rekenen op de VVD. Dat nooit meer!

Mevrouw Roefs (PvdA):

Voorzitter. Volgens mij zei de minister net dat een van de standpunten was dat er geen cent extra opgehaald moest worden. In Amsterdam wordt er een proef met spitsmijden gedaan. Iemand die minder rijdt of minder in de spits rijdt, houdt uiteindelijk geld over, dus er is absoluut geen sprake van dat er meer wordt opgehaald. Bij de proef wordt alleen maar getest of mensen gevoelig zijn voor uiteindelijk geld overhouden. In eerste instantie krijgt namelijk iedereen geld overgemaakt. Dat heeft dus niets te maken met extra geld binnenhalen.

Minister Eurlings:

Hier heeft mevrouw Roefs een punt. In deze proef krijg je inderdaad aan het begin van de maand geld uitgekeerd. Als je gaat rijden, betaal je per kilometer. Wat is nu echter de kwintessens? De crux is dat deze proef niet zo maar een proef is. Deze proef – hierover waren wij het van begin af aan met Amsterdam eens – zou de tarieven testen die in het echt zouden worden ingevoerd. In het echt gaat het natuurlijk wel wat geld kosten, want dan krijg je aan het begin van de maand geen pakketje centen uitgekeerd. Daarom wil ik niet dat er tarieven komen die niets te maken hadden met het eerdere voorstel. De wereld is veranderd, het voorstel is controversieel en de ANWB-leden zeggen: geen spitsheffing, maar wie schetst mijn verbazing? Amsterdam. Die stad gaat niet minder spits doen, maar meer spits. Dat vind ik een stap in de verkeerde richting.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de beantwoording. Hiermee zijn we gekomen aan het einde van het mondelinge vragenuur.

Minister Eurlings:

Geniet er nog even van, jongens!

De voorzitter:

Ik zal de microfoon van de minister alvast uitschakelen. Hij heeft er duidelijk nog zo'n aardigheid in! Dat is overigens wel leuk om te zien.

We gaan nu verder met het afscheid van de heer Depla. Ik heb een brief van het lid Depla voor mij. Het onderwerp staat erboven: Afscheid Tweede Kamer. De brief is gedateerd 11 mei 2010.

"Geachte voorzitter en leden van de Tweede Kamer.

Na bijna tien jaar met veel passie en plezier volksvertegenwoordiger te zijn geweest, neem ik vandaag afscheid van de Tweede Kamer. Het is mooi geweest. Als Kamerlid heb ik mij vooral ingezet om iedereen in alle buurten de kans te geven, betaalbaar en prettig te wonen en goed onderwijs te krijgen. Ik ben blij dat ik nu in Eindhoven, de stad waar ik geboren en getogen ben, als wethouder aan de slag kan gaan. De agenda blijft dezelfde. Waar we in de Kamer echter vooral de randvoorwaarden scheppen, zal ik nu samen met bewoners, instellingen en bedrijven aan de concrete oplossingen voor concrete vraagstukken kunnen werken.

Ik werd in oktober 2000 Kamerlid. Het waren de hoogtijdagen van Paars. Onvrede leek niet te bestaan. VoorzitterDe agenda van toen, die van de economie, is weer helemaal terug, maar de toon is 180 graden anders. Waar wij toen vooral bezig waren met de vraag hoe verdelen we de groeiende welvaart, is het nu vooral de vraag hoe we de pijn van de krimpende economie eerlijk verdelen.

Natuurlijk, het is niet altijd gemakkelijk, maar laten we niet te veel somberen want, collega's, wat hebben we toch eigenlijk een mooi vak. Gevraagd en ongevraagd mogen we ons overal en nergens mee bemoeien. We worden vaak met open armen ontvangen als we op werkbezoek zijn. Maar aan één ding kon ik moeilijk wennen: een Kamervraag moet blijkbaar altijd vergezeld gaan van een verwijzing naar een krant, een radio- of een tv-programma. De politiek volgt de media. We maken geen nieuws meer, maar we zijn slechts de megafoon van de media. Volgens mij staat dat haaks op het wezen van een volksvertegenwoordiger. Volgens mij ben je niet een goed Kamerlid als je 's morgens net iets eerder de krant uit de bus haalt dan je collega's en dat vertaalt in Kamervragen. Als volksvertegenwoordiger ben je in mijn ogen pas geslaagd als journalisten jou bellen om erachter te komen hoe de praktijk er uitziet. Wij zijn de volksvertegenwoordigers. Wij moeten de brug tussen de politiek en de samenleving blijven slaan. Wij moeten op onderzoek uit blijven gaan naar echte problemen en werkende oplossingen van mensen serieus nemen, maar ook op zoek gaan naar de achterkant van het gelijk van alle bestuurlijke verhalen. Daarvoor zitten we hier.

Ik ben dan ook blij dat de Kamer haar eigen onderzoeksagenda weer serieus gaat nemen, want persoonlijk bewaar ik de mooiste herinneringen aan de onderzoeken die de Kamer zelf gedaan heeft: de commissie-Dijsselbloem naar het onderwijs, de commissie-Blok naar integratie en, toen ik nog gewoon toeschouwer was, de commissie-Van Traa. Laten we ervoor zorgen dat de Kamer weer de plek wordt waar de klokkenluiders hun verhaal willen doen, zoals de bouwfraude ook aan het licht kwam door het werk van het duo Leers en Van Gijzel. Daarbij is het mooi als we onze onderzoekstaak weten te koppelen aan nieuwe oplossingen."

Ik ga bijna net zo snel spreken als u, mijnheer Depla. Ik moet proberen om het een beetje kalmer aan te doen.

"Juist tegen die achtergrond vind ik het jammer dat ik het corporatieproject van Bas Jan van Bochove niet helemaal heb kunnen afmaken.

Tien jaar geleden ben ik de politiek ingegaan. Mijn drijfveer was en is dat je kansen in het leven niet mogen afhangen van de plek waar je wieg toevallig heeft gestaan. Helaas is dat nog steeds het geval: je postcode is van veel te grote invloed op je toekomst. De afgelopen tien jaar heb ik me ingezet om die invloed kleiner te maken. Daarbij heb ik geprobeerd, kansen voor kinderen op het vmbo te verbeteren. Ik heb een bijdrage geleverd aan de beperking van de huurstijging en natuurlijk heb ik soms ook mensen op de tenen gestaan, zoals de bestuurders van corporaties en onderwijsinstellingen die zich meer zorgen leken te maken over hun eigen positie dan over de kwaliteit van het wonen of die van het onderwijs. Sommige mensen dachten dat het een persoonlijke vendetta was. Ik kan die mensen geruststellen. Het ging niet om hen persoonlijk, maar het ging om mijn ideaal om iets te kunnen doen aan de postcodesamenleving. Dat was mijn drijfveer in de Tweede Kamer en dat zal ook in Eindhoven mijn drijfveer blijven.

Ik wil iedereen hartelijk danken die het mij mogelijk gemaakt heeft, dit mooie werk tien jaar lang te mogen doen. Zonder de bodes, zonder de beveiliging, zonder de griffie, zonder de wetgevingsjuristen en zonder de medewerkers van het restaurant was me dat nooit gelukt. Hartelijk dank daarvoor. En zonder de steun van jullie als collega's, was het me nooit gelukt om meer dan 75 stemmen te krijgen voor mijn moties, amendementen en initiatiefwetsvoorstellen. Dank daarvoor.

Om met Cicero te eindigen: politiek saai? Politiek is levende geschiedenis. Welk domein van menselijke activiteit brengt het edelste in de menselijke ziel boven en het meest verachtelijke? Of is zo opwindend, of legt onze kracht en zwakheden zo duidelijk bloot? Saai? Je kunt net zo goed zeggen dat het leven zelf saai is.

Het ga jullie goed. Houdoe en bedankt.

Staf Depla"

(applaus)

De voorzitter:

Staf, op 25 september 2001 werd u gefeliciteerd met uw maidenspeech. Ik citeer toenmalig voorzitter Van Nieuwenhoven: "Ik hoop dat het nog heel lang duurt voordat een Kamervoorzitter zegt: mijnheer Depla, heel lang geleden begon u met de Pachtwet." Haar wens is uitgekomen. U hebt gedurende een lange periode deel uitgemaakt van de Kamer.

Als kleinzoon van oud-minister en lid van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer, de heer Teulings, en als zoon van twee ouders die actief geweest zijn in de politiek, is het niet vreemd dat u zich in de politieke wereld als een vis in het water voelt. Dat staat los van uw bedrevenheid in de waterpolosport.

Na negen jaar lidmaatschap van de Tweede Kamer gaat uw wens om stadsbestuurder te worden in vervulling, en nog wel in uw geboorteplaats Eindhoven. Ik begreep zelfs dat u uw jeugd op een steenworp afstand van het stadhuis hebt doorgebracht.

Onder uw soms wat nonchalante imago gaat een gedreven politicus met een tomeloze energie schuil, een echte netwerker, zowel in de wereld van het onderwijs als de volkshuisvesting. U wordt beschouwd als een zeer gemakkelijk aanspreekbaar Kamerlid en een snelle denker. Maar soms struikelt u over uw eigen woorden wanneer u uw snelle gedachten probeert te verwoorden. Dat is dan tegelijkertijd ook weer uw charme.

In uw Kamerperiode bent u woordvoerder geweest voor de beleidsterreinen pensioenen, wonen, wijkenaanpak, het bestrijden van de bureaucratie, vmbo, beroepsonderwijs en schooluitval. In de loop der jaren hebt u verschillende initiatiefnota's en initiatiefwetten ingediend: de initiatiefwetten banksparen, herverzekering, aanpassing voorkeursrecht gemeenten, de nieuwe Pensioenwet en de initiatiefnota's huisjesmelkers, modernisering huurbeleid en meer betaalbare woningen voor starters.

Andere onderwerpen op het terrein van het onderwijs waarbij u een belangrijke rol hebt gespeeld, zijn onder andere het onderzoek van de Kamer naar competentiegericht onderwijs in het mbo, de aanzet tot wetgeving voor de fusietoets, de discussie over de mogelijkheden voor stapelen en doorstroming in het onderwijs en veiligheid in het onderwijs.

Behalve op het terrein van het onderwijs was u zeer actief in de wereld van de volkshuisvesting. In dit verband refereer ik onder andere aan uw onderzoek, samen met het lid Van Bochove, naar de woningbouwcorporaties.

Graag maak ik ook melding van uw aanzet om in de Kamer een cadeauregister in te stellen, zoals dat al gold voor nevenfuncties en reizen van Kamerleden. Ik heb nog even gekeken of in uw eigen register iets stond dat ik hier naar voren kon brengen, maar dat was niet zo bijzonder dat ik dat kon melden. Het cadeauregister is in januari 2004 in werking getreden.

Mijnheer Depla, beste Staf, wij zullen uw innemende persoonlijkheid en gedrevenheid missen. Ik hoop dat de vele politieke ervaringen die u in de Kamer hebt opgedaan, u van pas zullen komen bij uw wethouderschap in Eindhoven.

Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

En dan gaat het leven gewoon verder, mijnheer Depla. Ik zal op dit moment niet schorsen, maar ga door met een aantal mededelingen.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Bouchibti, Jacobi en Wolbert.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven