Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO over het Besluit afbreking zwangerschap en het spoeddebat over mogelijke miljardensteun aan het noodlijdende Griekenland van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Op het schiereiland Walcheren wordt op dit moment een ziekenhuis gesloopt door het bestuur en de directie aldaar. Dit staat op gespannen voet met de uitspraak van de Kamer dat op Walcheren een volwaardig basisziekenhuis moet blijven. Het staat ook op gespannen voet met de wens van de bevolking om een volwaardig ziekenhuis te behouden. Ik heb ook nog een brandbrief van de gemeente Vlissingen waarin zij haar buitengewone verontrusting uitspreekt. Ik vraag dan ook om een spoeddebat met minister Klink, die vanaf de zijlijn lijkt toe te kijken, wat de SP-fractie onaanvaardbaar vindt.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De spoedeisende hulp in Zeeland moet blijven. Mijn fractie steunt daarom van harte een debat over dit onderwerp. Wat ons betreft, mag het ook een spoedig AO worden. Het lijkt me echter duidelijk dat we nog deze week moeten praten over dit onderwerp.

Mevrouw Schermers (CDA):

Voorzitter. De toegankelijkheid van zorg in Zeeland is ook de CDA-fractie een zorg. Ik heb Kamervragen gesteld over dit onderwerp. Ik stel voor om dit onderwerp mee te nemen in het debat van aanstaande donderdag over de ambulancezorg. Daarin past het heel goed. We kunnen een brief vragen aan de minister voor uiterlijk morgenmiddag 12.00 uur. Dan weten we in ieder geval zeker dat we deze week aan de beurt zijn met dit belangrijke onderwerp.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat de spoedeisende hulp in Vlissingen niet dichtgaat. Voordat we een spoeddebat houden over dit onderwerp, is het daarom misschien verstandiger om de minister te vragen, de Kamer zo snel mogelijk te informeren over de vraag of de spoedeisende hulp in Vlissingen nu wel of niet dichtgaat. Als deze niet dichtgaat, vraag ik mij af waarom we een spoeddebat zouden moeten hebben.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek om een spoeddebat. Ik heb echter ook gehoord dat de spoedeisende hulp niet dichtgaat, maar dat er geen ambulances meer naartoe rijden. Wat houdt het dan dus nog in? Daarom willen wij graag een verhelderende brief van de minister ontvangen voor morgen 12.00 uur. Op dat moment kunnen we dan besluiten of er een apart spoeddebat moet komen of dat het meegenomen kan worden in het AO.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De heer Van Gerven heeft natuurlijk een punt. Ik ben het inhoudelijk hoogstwaarschijnlijk met hem eens, als waar is wat hij meent te kunnen signaleren. Daarover is echter enige twijfel ontstaan, maar goed, dat moet dan maar in een brief naar ons toe komen. Ik denk dat een combinatie van hetgeen mevrouw Schermers en mevrouw Sap hebben gezegd de lijn is waar mijn fractie zich bij schaart: een brief voor morgen 12.00 uur en daarna zien of er een debat moet komen. Dan zou het heel goed kunnen dat dat gebeurt bij de eerste gelegenheid als we een AO hebben over de ambulancezorg.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook de ChristenUnie heeft behoefte aan een brief. Ik vind de suggestie van collega Schermers een zeer goede.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Als de spoedeisende hulp gesloten wordt, is wat mijn fractie betreft een spoeddebat absoluut op zijn plaats. Voor de duidelijkheid willen wij graag een brief van de minister ontvangen voor morgen 12.00 uur. Als deze brief daartoe aanleiding geeft, komt er wat ons betreft een spoeddebat.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mijnheer Van Gerven, u hebt voldoende steun voor een spoeddebat. Veel leden hebben echter de suggestie gedaan om eerst een brief te vragen, zodat u iets hebt om het debat over te voeren.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Natuurlijk zijn wij zeer voor een brief. Wij zijn echter ook voor het houden van een spoeddebat. Ik heb begrepen dat het ziekenhuis woensdag besluiten neemt. Er is sprake van een versnelde afbraak van het ziekenhuis. De stukken die ik heb gezien, laten zien dat de ambulance verdwijnt ...

De voorzitter:

Nee, mijnheer Van Gerven, wij hebben het nu over de procedure en niet over de inhoud.

De heer Van Gerven (SP):

Jawel, maar het gaat er ook om, te motiveren waarom er sprake is van spoed. Het is in flagrante strijd met wat de Kamer en de bevolking wil. Als de zorg wordt afgebroken, kan de politiek niet aan de zijlijn gaan staan en toekijken wat er gebeurt. Dus mijn ...

De voorzitter:

De vraag is of u een brief wilt ontvangen en daarna het spoeddebat wilt houden.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil de brief voor morgen ontvangen en het spoeddebat plannen.

De voorzitter:

Akkoord. U hebt hiervoor voldoende steun. We zullen dit deel van het stenogram doorgeleiden opdat de brief er op tijd is. Het debat wordt gepland. Er zal een spreektijd gelden van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Van der Veen.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. In Het Financieele Dagblad van gisteren en vandaag stonden en staan artikelen over de inkomens van orthodontisten. Met name in het artikel van vandaag wordt aangegeven dat de orthodontisten oneigenlijk gebruikmaken van de zogenaamde BIG-registratie. Dit lijkt mijn fractie een zaak die met spoed aan de orde moet komen. Mede namens de fracties van GroenLinks en de VVD vraag ik daarom een spoeddebat aan.

De voorzitter:

U hebt al voldoende steun. Willen anderen nog op dit verzoek reageren?

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Ik stel voor dat de minister ons in een brief zijn visie hierop geeft. Het lijkt mij handig om die erbij te hebben wanneer we het spoeddebat voeren.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Dat lijkt me prima. Het is altijd goed wanneer een minister van tevoren een brief stuurt. Als we maar op korte termijn het spoeddebat kunnen voeren.

De voorzitter:

We zullen dit deel van het stenogram doorgeleiden naar de minister en het spoeddebat plannen. Er geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer De Mos.

De heer De Mos (PVV):

Voorzitter. Een slager die zijn eigen vlees keurt; dat is het geval bij ecospindoctor Maurits Groen. De Telegraaf bericht dat Groen ruim vijf ton heeft mogen spenderen om de dreigende klimaatverandering uit te dragen. Na de klimaatflop in Kopenhagen ontving Groen een ton subsidie om zelf zijn eigen beleid te evalueren. De PVV zou deze kwestie graag toe willen voegen aan het klimaatdebat dat morgen op de agenda staat. Zij hoopt daarbij op wat meer spreektijd.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik heb drie vragen aan de heer De Mos. Wat heeft hem ertoe bewogen om, anders dan in de procedurevergadering van afgelopen donderdag is besloten, kennelijk toch het spoeddebat weer op de agenda te willen zetten? In de laatste procedurevergadering heeft hij de aanvraag voor dit spoeddebat ingetrokken. Wat is de verhouding tussen het bericht in De Telegraaf en het onderwerp van het spoeddebat? Is het een suggestie om de minister in het kader van hoor en wederhoor te vragen, eerst de feiten voor de Kamer op een rijtje te zetten om te voorkomen dat wij ons alleen baseren op berichten in de krant?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Vóór het spoeddebat wil ik in ieder geval een reactie van de minister op de feiten die in de krant staan, want dan kan dat spoeddebat met meer succes plaatsvinden. Een verlenging van de spreektijd is best het overwegen waard. Dus graag eerst de reactie van de minister op wat nu in de krant staat.

De heer De Mos (PVV):

Ik heb gepoogd, het klimaatbeleid controversieel te laten verklaren, maar daar kreeg ik geen steun voor. Ik was de enige die dat wilde. Men heeft in de krant kunnen lezen hoe daarop gereageerd is.

Mevrouw Spies (CDA):

Dit onderwerp is wel controversieel verklaard. De heer De Mos heeft in de procedurevergadering aangegeven, de aanvraag voor het spoeddebat in te trekken. Kennelijk heeft hij die mededeling heroverwogen. Dat kan, maar ik was verrast dat het spoeddebat, anders dan in de procedurevergadering is geconcludeerd, nu toch weer op de agenda staat. Daar vroeg ik een toelichting op.

De heer De Mos (PVV):

Die toelichting geef ik.

De voorzitter:

Een ogenblik, mijnheer De Mos. Ik maak eerst het rondje af.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik kan mij voorstellen dat er verwarring is over wat er precies in die procedurevergadering is besloten. Ik ga er dan ook mee akkoord dat het spoeddebat doorgaat, maar dan wel met de aanvulling dat de minister eerst een reactie geeft, want dan krijgen wij een zinvoller debat.

De heer Samsom (PvdA):

Ik reageer even op de kennelijke veronderstelling van de heer De Mos dat het klimaatbeleid niet controversieel verklaard is. Dat is het wel. Wij hebben het standpunt van de minderheid gerespecteerd, zoals dat wel vaker in deze Kamer wordt gedaan. De brieven over dat onderwerp zijn controversieel verklaard. Om die reden heeft de heer De Mos ook gezegd dat het spoeddebat niet meer hoefde. Tot vijf minuten geleden verkeerde ik ook in die veronderstelling.

De heer Van der Ham (D66):

Ik ga hierin mee met de heer Samsom.

De heer De Mos (PVV):

Dit is nogal verrassend, voorzitter. Ik was toch de enige die tijdens de procedurevergadering heeft aangegeven, het klimaatbeleid controversieel te willen verklaren. Om die reden wilde ik het spoeddebat ook intrekken. Het klimaatbeleid werd echter niet controversieel verklaard, vandaar dat ik het spoeddebat op de agenda wil laten staan.

De voorzitter:

Wij moeten het debat over de vraag wat wel en niet controversieel is nog voeren. Die besluitvorming moet nog plaatsvinden. Het lijkt mij dat wij eerst die besluitvorming moeten afwachten. Ik maak nog één rondje en dan nemen wij een besluit.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik wil nog wel antwoord van de heer De Mos op de vraag of hij het een goede suggestie vindt om de minister te vragen om, voorafgaand aan welk debat dan ook, de feiten over de heer Groen zoals die in De Telegraaf staan, eerst op een rijtje te zetten.

Mevrouw Neppérus (VVD):

In de bewuste vergadering zijn brieven controversieel verklaard en niet het onderwerp als zodanig. Daar kan de verwarring in zitten. Ik blijf bij mijn punt dat eerst de minister moet reageren op de feiten die vanochtend in De Telegraaf stonden. Dat lijkt mij zinvoller.

De heer Jansen (SP):

Ik was ook bij de procedurevergadering aanwezig en ik wil bevestigen dat de lezing van de heren Samsom en Van der Ham klopt. De brieven, ook de brieven die de heer De Mos bij het spoeddebat wil betrekken, zijn controversieel verklaard. De heer De Mos heeft daar direct steun van iedereen voor gekregen. Ik ben in grote verwarring over wat de PVV-fractie nu eigenlijk wil en waarom.

De voorzitter:

Alles overziende, constateer ik dat er een breed draagvlak is om de minister te vragen, de feiten op papier te zetten. Ik stel voor dat wij die brief eerst afwachten en dat wij op basis daarvan een nieuwe discussie hierover hebben.

De heer De Mos (PVV):

Prima.

De voorzitter:

Akkoord, dan doen wij het zo.

Mevrouw Spies (CDA):

Dan heb ik nog een punt van orde. Wat gebeurt er nu met het spoeddebat dat voor morgen op de agenda staat? Ik probeer het zo scherp mogelijk afgeconcludeerd te krijgen.

De voorzitter:

Dat staat nog steeds op de agenda, tenzij de heer De Mos nu besluit om het in te trekken.

De heer De Mos (PVV):

Nee, ik laat het spoeddebat staan, voorzitter.

Mevrouw Spies (CDA):

Dus exclusief de brief die wij nog moeten krijgen.

De voorzitter:

Uiteraard.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De campagne van het CDA begint dit jaar al vroeg met de distributie van 830.000 glossy's met de veelbetekenende naam "Gerda", compleet met rijzweepje op de voorpagina en wat er allemaal op het nachtkastje ligt van demissionair minister Verburg. Deze campagne van naar schatting 1 mln. wordt gefinancierd door de belastingbetaler. Wat ons betreft, moet er zo snel mogelijk een spoeddebat komen, moet de glossy uit de schappen worden gehaald en moeten de kosten worden verhaald op het CDA.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. CDA-krantjes moeten uit de campagnekas van het CDA worden betaald. Het lijkt mij logisch dat de minister ons uitlegt waarom zij daarvoor een graai in de belastingkas denkt te mogen doen. Ik steun het verzoek om een spoeddebat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben de Burda, de Ariadne en straks hebben we ook de "Gerda". Dat blad wordt verspreid via de Libelle om daarmee jongeren te bereiken. Ik vind het een gotspe dat het op die manier gaat. Een spoeddebat hierover lijkt mij terecht, want het lijkt mij dat 1 mln. zeker door het ministerie van LNV veel beter besteed kan worden. Ik zie het CDA onrustig worden, want dat wordt voor het CDA wel betalen, lijkt mij!

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft hier niet zo veel aan toe te voegen. Wij geven met graagte steun aan het verzoek om dit spoeddebat.

De voorzitter:

Mijnheer Atsma, als u zover bent.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. U begrijpt dat ik om bekende redenen mijn portemonnee af moet staan aan mevrouw Van Gent en wie anders dan haar vertrouw ik die zeer toe!

De voorzitter:

Maar nu de procedure.

De heer Atsma (CDA):

Het CDA steunt het verzoek van de Partij voor de Dieren, maar overigens niet haar wens rond de kostenverdeling!

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. De PVV steunt het voorstel van mevrouw Thieme. Het is een diepe schande. Zeker in tijden van crisis, als mensen het water aan de lippen staat, is wat er nu gebeurt, een diepe schande. Dus steun voor het spoeddebat.

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. Ook de fractie van de PvdA heeft zich verbaasd. Dat was voor ons reden om schriftelijke vragen te stellen. Mocht het komen tot een spoeddebat, en dat steunen wij, dan willen wij daarbij graag ook de antwoorden ontvangen op onze schriftelijke vragen.

De heer Van der Ham (D66):

Ook steun van de D66-fractie. De aaibaarheid van de minister is heel groot, zeker als het over landbouw en dieren gaat, maar om daar nu een heel blad aan te wijden ... Toch maar niet.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, u hebt ruime steun voor het spoeddebat. Wij zullen dat plannen, met een spreektijd van drie minuten per fractie. Steunt u het verzoek om een brief?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ja, maar het is wel van groot belang dat wij dit spoeddebat zo snel mogelijk houden, het liefst nog vandaag, omdat de bladen op dit moment worden gedistribueerd.

De voorzitter:

Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het ministerie, zodat wij zo snel mogelijk antwoord krijgen.

Mevrouw Van Velzen, nog op dit voorstel?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb al een brief van de minister ontvangen, en nog wel in kleur, dus ik heb geen behoefte aan nog een brief.

De voorzitter:

Wij zullen het spoeddebat zo snel mogelijk plannen.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Morgen vindt er op mijn verzoek een spoeddebat plaats over de toename van het aantal moorden als gevolg van huiselijk geweld. Het mag duidelijk zijn dat het spoeddebat morgen ook in het teken zal staan van de gezinsmoord in Zierikzee. Om een gedegen debat te kunnen voeren, wil ik de minister van Justitie, die tegelijkertijd ook minister van Binnenlandse Zaken is, graag verzoeken om voorafgaand aan het debat een feitenrelaas over de gehele gang van zaken aan de Kamer te zenden.

De voorzitter:

Steunt de Kamer dit verzoek?

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Het lijkt mij goed om voorafgaand aan het debat, liefst voor morgen 12.00 uur, een feitenrelaas te hebben.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik steun dat verzoek.

De voorzitter:

Wij zullen dit deel van het stenogram doorgeleiden naar de minister van Justitie.

Het woord is aan de heer Schinkelshoek.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Vanuit Jeruzalem bereiken ons opvallende, verrassende berichten, afkomstig van onze Voorzitter, de Kamervoorzitter. Zo konden we in de krant een pleidooi lezen voor een kernkabinet met vakministers voor het geval een regulier parlementair meerderheidskabinet niet haalbaar blijkt. Dat is een mengvorm van een zakenkabinet en een rompkabinet, zo moeten we begrijpen. De kernvraag is hoe dit soort bij uitstek politieke uitspraken zich verhoudt tot de onpartijdigheid en de bovenpartijdigheid die traditiegetrouw het ambt van Kamervoorzitter sieren. Die Kamervoorzitter behoort bovendien tot de kleine kring van vaste vertrouwelijke adviseurs van de Kroon bij kabinetsformaties. Daarover zou mijn fractie graag de opvattingen van de Voorzitter vernemen. Zij ziet daarover graag een brief tegemoet.

De heer Wilders (PVV):

Ook wij vielen uit onze stoel toen we deze uitglijder van de Kamervoorzitter zagen. Het zijn politieke uitspraken. Die hoort ze niet te doen. Wij steunen dus van harte het verzoek.

De heer Van Beek (VVD):

Ik sluit me graag aan bij datgene wat er al gezegd is. Wij zien de brief met heel veel belangstelling tegemoet.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Wij hebben er zelf geen behoefte aan, maar we zullen ons er ook niet tegen verzetten. We zien de brief met interesse tegemoet.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie sluit zich aan bij het verzoek.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Graag een brief van de Voorzitter.

De heer Pechtold (D66):

Ik heb niet zozeer behoefte aan een brief, maar als de Voorzitter nog iets nader wil duidelijk maken, kan dat. Ik vond het allemaal binnen de lijnen van wat de Voorzitter betaamt.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Gezien opmerkingen van de vorige Kamervoorzitter, die ook zo zijn eigen meningen had, vinden wij dat we deze zaak niet onnodig moeten opblazen en dramatiseren. Het lijkt me prima als er een brief komt, maar we moeten ook niet doen alsof de wereld vergaat.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ook de SGP-fractie heeft de wenkbrauwen even gefronst, maar zij heeft ze daarna weer gladgestreken, gelet op wat er in het verleden op dit terrein is gebeurd. Als er echter een gelegenheid geboden wordt aan onze Voorzitter, die buitenslands is en die u zo perfect waarneemt, om zich te verduidelijken, zullen wij die niet in de weg staan.

De voorzitter:

Mijnheer Schinkelshoek, u hebt ruime steun voor het vragen om een brief. Hebt u nog een reactie daarop?

De heer Schinkelshoek (CDA):

Dit lijkt mij prima, voorzitter. Ik voel me gesteund door de overgrote meerderheid van de Kamer, die de Voorzitter in de gelegenheid wil stellen om haar opmerkingen vanuit Jeruzalem toe te lichten.

De voorzitter:

Wij zullen dit deel van het stenogram doorgeleiden naar de Voorzitter.

Het woord is aan de heer Ormel.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Op de bodem van de drooggemalen voormalige Zuiderzee bevindt zich ons tegenwoordige Jurassic Park, de Oostvaardersplassen. Daar is sprake van een gruwelijke situatie. Tientallen uitgemergelde dieren zijn er op zoek naar het laatste restje boombast. Onze collegae Schreijer en Pieper zijn er het afgelopen weekend geweest en zij zijn zich rot geschrokken. Er bereiken ons ook vele beelden waaruit blijkt dat dit echt niet kan. Wij willen dan ook een spoeddebat aanvragen over de situatie in de Oostvaardersplassen.

De heer Graus (PVV):

Uiteraard zal de PVV-fractie het spoeddebat steunen. Een paar weken geleden heb ik een spoeddebat aangevraagd over de Oostvaardersplassen. Wij zijn met oplossingen en moties gekomen die niet door de CDA-fractie zijn gesteund. Daarmee had die hongerdood al kunnen worden voorkomen. Uiteraard steunen wij dit spoeddebat echter van harte. Overigens kom ik er al twee jaar en ben ik al twee jaar aan de bel aan het trekken zonder steun van de Kamer. Dat wil ik toch even gezegd hebben, mijnheer de voorzitter. Ook buiten verkiezingstijd komt de PVV op voor dieren.

De voorzitter:

Uw punt is helder.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ook wij steunen van harte het spoeddebat, want de schokkende signalen vanuit de Oostvaardersplassen hebben ook ons bereikt. Ik zou echter nog wel voor morgen 12.00 uur van de minister van LNV de cijfers willen krijgen. Hoeveel dieren sterven er per dag? Hoeveel dieren zijn er nu doodgegaan? Hoeveel dieren lopen er nog? Ik wil dat goed in beeld hebben. Op basis daarvan wil ik een echt inhoudelijk debat met de minister voeren. De minister heeft in het vorige debat toezeggingen gedaan. Er is een aantal moties aangenomen. Ook die zullen nu goed ter sprake moeten komen. Mijn signalen zijn namelijk dat daar helemaal niets mee is gedaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De fractie van de Partij voor de Dieren vindt en vond dat de situatie van de dieren daar goed moet worden gemonitord. Zij wil dus graag van de minister weten wat de stand van zaken is. Zij wil een advies van deskundigen met daarbij een reactie van de minister in een brief. Die brief vraag ik mede namens de fractie van GroenLinks en die willen wij zo snel mogelijk in huis hebben.

De heer Waalkens (PvdA):

Wij hebben geen enkele behoefte aan een spoeddebat. Wij hebben wel behoefte aan duidelijke informatie over hetgeen in de afgelopen zes à zeven weken is gebeurd. Mocht na ommekomst van die informatie het voor ons opportuun worden om een spoeddebat te voeren, dan kunnen wij dat te zijner tijd bekijken. Wij hebben nu geen behoefte aan een spoeddebat.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Ik aarzel ook over een spoeddebat. Ik wil de heer Ormel een vraag stellen. Volgens mij zouden wij het evalueren. Is het niet handiger om eerst een brief van de minister te vragen, met daarin het verzoek of de evaluatie naar voren kan worden gehaald? Mijn collega van de fractie van de Partij voor de Dieren stelt al dat er een gedegen onderzoek van deskundigen bij moet zitten. Dat hebben wij echter niet op korte termijn, want daar is meer werk voor nodig. Ik aarzel dus over het verlenen van steun aan een spoeddebat, gezien de omvang van de discussie die wij tegemoet gaan.

De voorzitter:

Mijnheer Ormel, er zijn voorstellen gedaan voor een brief en het op een rij zetten van de feiten. Er is voorgesteld om op basis daarvan opnieuw te besluiten, maar u hebt steun voor een spoeddebat.

De heer Ormel (CDA):

Ik handhaaf mijn verzoek om een spoeddebat, omdat er spoed geboden is. Op dit moment lijden dieren daar gruwelijk, zij sterven een langzame hongerdood. Wij hebben eerder in de Kamer afgesproken dat wij lijden zouden voorkomen en dat gebeurt op dit moment niet. Daarom handhaaf ik mijn verzoek om een spoeddebat. Een brief lijkt mij uitstekend.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij dit deel van het stenogram doorgeleiden naar de minister van LNV, zodat de brief er op tijd is. Wij zullen het spoeddebat toevoegen aan de agenda met een spreektijd van drie minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden en gaan wij stemmen.

Naar boven