Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten, in verband met de aanpassing van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende jeugdsancties (31915), en over:

- de motie-Van Velzen over evaluatie van de verplichte nazorg voor jeugdigen die in een justitiële jeugdinrichting hebben verbleven (31915, nr. 14).

(Zie vergadering van 28 januari 2010.)

De voorzitter:

De motie-Van Velzen (31915, nr. 14) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van belang is, te bezien hoe de verplichte vorm van nazorg voor jeugdigen die krachtens een jeugddetentie of PIJ-maatregel in een justitiële jeugdinrichting hebben verbleven gaat werken in de praktijk;

verzoekt de regering, dit onderdeel van het wetsvoorstel vijf jaar na inwerkingtreding te evalueren en in de tussentijd door middel van voortgangsrapportages de Kamer hierover op de hoogte te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (31915).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt het amendement-Van Velzen (stuk nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Velzen (31915, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven