Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het voorstel van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid te besluiten en een overleg te houden over het ontwerp-Koninklijk Besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de eenduidige loonaangifte als bedoeld in artikel XVII, zesde lid, van het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2009 (31705).

Ik stel eveneens voor, aanstaande donderdag ook te stemmen over de moties ingediend bij de notaoverleggen over het MIRT 2010 van 7 en 14 december jongstleden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Eski tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. De GGD in Den Haag heeft het Openbaar Ministerie en de politie gevraagd om een onderzoek in te stellen naar mogelijke kindermishandeling tijdens Koranlessen. Uiteraard moeten de resultaten van dat onderzoek worden afgewacht, maar intussen is de vraag of er ook in andere gemeenten dergelijke concrete aanwijzingen zijn. Welke maatregelen worden er genomen om dergelijke misstanden aan te pakken? Is de regering wel of niet voornemens om elders een onderzoek op te starten? De VVD-fractie wil daarover een brief van de regering en daarna een debat met de minister van Justitie, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de minister voor Jeugd en Gezin.

De voorzitter:

Uw verzoek is tweeledig. U vraagt om een brief en een debat. Ik geef het woord aan de collega's, te beginnen met mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ten eerste lijkt het mij inderdaad goed om het debat dat deze week in de gemeenteraad plaatsvindt, af te wachten. Ten tweede heb ik schriftelijke vragen gesteld. Ik wil graag dat deze ook worden beantwoord in de brief. Ik steun dus het verzoek om een brief. Ten derde wachten wij al een jaar op het lopende onderzoek naar andere Koranscholen. Ik wil graag dat het kabinet dat onderzoek voor 1 januari aan de Kamer stuurt, zodat wij dat bij het debat kunnen betrekken.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb zelf in mijn jeugd heel kort op een Koranschool gezeten waar de leraar ook losse handjes had. Volgens mij beperkt deze situatie zich dus helaas niet tot Den Haag. Het is belangrijk dat wij voor het debat weten hoe de stand van zaken elders in het land is. Ik steun het verzoek van de heer De Krom van harte. Ik geef hem in overweging om – dat is wellicht beter – er een AO van te maken, zodat wij direct in de week na het reces hierover kunnen praten.

De heer Bosma (PVV):

Ik steun het verzoek van de heer De Krom. Mijn collega Sietse Fritsma, die ik nu even vervang, heeft over dit onderwerp ook Kamervragen gesteld. Hij hoopt dat die vragen worden beantwoord voordat dit debat plaatsvindt, dus met spoed.

De voorzitter:

Ik hoor dat er wel steun is voor het onderwerp dat u aansnijdt, mijnheer De Krom. Ik stel voor dat wij eerst om een brief vragen en dan na het reces bekijken of wij daarover een debat voeren. Ik stel voor dat wij de antwoorden op de gestelde schriftelijke vragen even afwachten. Wij geleiden het verzoek van mevrouw Karabulut via het stenogram door naar het kabinet.

De heer De Krom (VVD):

Dat lijkt mij goed.

De voorzitter:

Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Eind september heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de screening van een piloot van Transavia door de AIVD. Die vragen zijn nog steeds niet beantwoord, dus ik wil deze met spoed rappelleren.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Langkamp.

Mevrouw Langkamp (SP):

Voorzitter. Ook ik herinner het kabinet graag aan twee series schriftelijke vragen die ik al een geruime tijd geleden heb ingediend. De eerste serie gaat over de problemen bij Bureau Jeugdzorg in Limburg. De tweede serie gaat over de toename van het aantal jongeren dat opgenomen wordt met een cannabisverslaving.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Vandaag bereikte ons het bericht over de laatste maatregelen inzake de bestrijding van de Q-koortsepidemie in Nederland. Het blijkt dat ten minste 35.000 dieren moeten worden geruimd om de epidemie terug te dringen. Daarom wil ik een debat met de minister van VWS en de minister van LNV over de aangekondigde maatregelen. Dit debat moet uiteraard plaatsvinden voor het reces gezien de impact van de maatregelen.

De voorzitter:

Voor een debat heeft u een meerderheid nodig.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik kan mij op zich helemaal vinden in het voorstel van de heer Van Gerven. Ook de VVD-fractie wil debatteren met de beide bewindslieden over de brief die net is binnengekomen en de consequenties die daaruit voortvloeien. Gezien de agenda van morgen kunnen wij ons echter voorstellen dat wij dit in een andere zaal doen dan deze. Aangezien voor morgen al een AO gepland is, dat de VVD-fractie wel wil inruilen voor een debat over de Q-koorts, denk ik dat wij deze mogelijkheid met beide handen moeten aangrijpen om niet morgennacht in de wurggreep van de tijd te moeten eindigen.

De heer Ormel (CDA):

Ook de CDA-fractie wil debatteren over deze brief. Wij sluiten ons aan bij het voorstel van mevrouw Snijder. Er vindt straks een procedurevergadering plaats van de vaste commissie voor LNV. Daar kan dit direct worden afgetikt.

De heer Waalkens (PvdA):

Het is absoluut nodig om hierover te debatteren en om politieke conclusies te trekken. Wij kunnen ons heel goed vinden in het voorstel om het algemeen overleg over MRSA, waarbij beide bewindslieden aanwezig zijn, te verruilen voor een algemeen overleg over de Q-koorts.

De heer Van Gerven (SP):

Ik begrijp dat ik op dit moment geen meerderheid heb voor een plenair debat en dat praktisch gezien de oplossing is om morgen een algemeen overleg te voeren met beide bewindslieden. Ik denk dat wij dit moeten doen. Dat moet absoluut gebeuren. Ik wil dan wel aankondigen dat wij morgen een VAO zullen aanvragen. Dan kan dit alvast geagendeerd worden.

De voorzitter:

Dat kan uiteraard. Dan houden wij daarmee in de planning rekening. U zult er dan waarschijnlijk morgen in commissieverband over debatteren. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ook ik wil graag een vooraankondiging doen van een VAO. Morgenochtend voeren wij een algemeen overleg over Meavita en heel waarschijnlijk wil ik over dat onderwerp een motie indienen.

De voorzitter:

Dank u wel. Wij zullen dit in de planning opnemen.

Het woord is aan de heer Heijnen.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. Namens een groot aantal leden van de commissie voor BZK verzoek ik ook om een VAO, met waarschijnlijk maar één motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik denk dat wij dit ook morgen kunnen inplannen.

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Mede namens de fracties van D66 en de SP vraag ik om een spoeddebat, als het kan vanavond plenair – ik begrijp dat er nog enige ruimte is op de agenda – met de ministers van Defensie en van Justitie over vermeende Nederlandse betrokkenheid bij een standrechtelijke executie, al een tijd geleden in Kabul. Het gaat mij er met name om dat herhaalde rappels om beantwoording van schriftelijke vragen maar niet leiden tot antwoorden. Ik had aanvankelijk gevraagd om een debat inclusief stemmingen. Er is al voldoende steun voor een spoeddebat, gelet op het aantal indieners. Mocht dit inderdaad heden nog op de plenaire agenda passen, dan zou over de moties die vanavond worden ingediend, ook morgen kunnen worden gestemd.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Staaij, heeft u nog een toevoeging? Mevrouw Peters heeft een meerderheid voor dit spoeddebat, dus ik denk dat wij dat vanavond ook kunnen inplannen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Misschien is het niet ongebruikelijk dat er nog ruimte is voor een inhoudelijke gedachtewisseling over nut en noodzaak van een debat en dat wij niet alleen tellen. Ik heb de moed daartoe tenminste nog niet helemaal opgegeven.

De voorzitter:

Dan krijgt u ook het woord.

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw Peters zegt: ondanks herhaalde rappels horen wij maar niets, maar ik heb wel een brief gezien naar aanleiding van de vragen. Daarin wordt duidelijk uiteengezet dat er een onderzoek loopt van de KMar, dat het Openbaar Ministerie ernaar kijkt en dat de regering verder op de detailvragen zal ingaan als dit onderzoek voltooid is.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Of dat een reden is om informatie aan de Kamer te weigeren, is precies waarover ik vanavond met de ministers wil spreken. De mening van mijn fractie is dat dit geen reden is om het informatierecht van de Kamer uit te hollen.

De heer Ten Broeke (VVD):

Mevrouw Peters gebruikt misschien wel heel zware woorden. Ik heb die brief nu ook gelezen. Er staat niet in dat zij de informatie niet zal krijgen, maar dat die op dit moment niet kan worden gegeven omdat er nog een OM-onderzoek loopt. Ik vrees dat wij vanavond exact dezelfde antwoorden zullen krijgen. Dat weet mevrouw Peters ook, want zij is juriste. Een herhaaldelijk rappel betekent dat zij recht heeft op een debat en dat kan niemand haar dus ontzeggen. Het leidt echter tot niks en dat weet zij nu al. Zullen we niet gewoon even afwachten wat er uit het onderzoek komt?

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Na herhaaldelijk rappelleren en nietszeggende antwoordjes met een open einde, lijkt het vooral te gaan om iets wat de regering niet aan de Kamer wil vertellen. Daarom heb ik niet eerder, na het onbeantwoord blijven van de vragen, om een spoeddebat gevraagd, maar dat doe ik nu wel nadat ik het zoveelste afpoeierbriefje heb ontvangen.

De voorzitter:

Mevrouw Peters persisteert in haar verzoek om een spoeddebat en dat is haar goed recht. Daarvoor is een meerderheid en wij zullen dat dus voor vanavond inplannen. Dan kunnen wij morgen over de moties stemmen die eventueel worden ingediend.

De vergadering wordt van 15.10 uur tot 15.30 uur geschorst.

Naar boven