Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stel ik voor om de wens te kennen te geven, nadere inlichtingen te ontvangen over het instellen van de baten-lastendienst GBO.Overheid (32214, nr.1).

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Haverkamp c.s. (32123-V, nr. 30), de aangehouden motie-Van Dam c.s. (32123-V, nr. 34) en de aangehouden motie-Voordewind c.s. (32123-V, nr. 39).

Voorts stel ik voor, te stemmen over de brief van het Presidium over beëindiging van de status van groot project Luchtverdedigings- en Commandofregatten (25800, nr. 25).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik zou graag het algemeen overleg over het bovenregionaal gehandicaptenvervoer Valys plenair willen afronden.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van een van de komende weken.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Omdat ik mijn Kameruitspraak ook kwijt kan in het WGO MIRT, stel ik voor om het VAO over de hsl van de plenaire agenda af te halen.

De voorzitter:

Als niemand daar bezwaar tegen heeft, zullen wij het afvoeren van de agenda.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil een spoeddebat aanvragen met de minister van BZK over de toelages van politiechefs. Er is onduidelijkheid over de mate van eventuele fraude. Ik vind dat die onduidelijkheid weggehaald moet worden. Ik vind dat de Rijksrecherche een onderzoek moet starten. Ook vind ik dat een groot aantal toelages volgend jaar niet meer kunnen. Ik wil niet wachten tot het gesprek in januari; dat duurt mij allemaal veel te lang. We moeten nu beslissen, zodat volgend jaar de korpschefs geen recht meer hebben op een groot aantal toelages.

De voorzitter:

Voordat ik de leden om commentaar vraag op uw verzoek, moedig ik u dringend aan om, als u echt vindt dat iets zo spoedeisend is dat het voor het kerstreces behandeld moet worden, dat in een algemeen overleg te doen. Dat geldt in het algemeen en niet alleen speciaal voor uw voorstel, mijnheer Brinkman.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De minister heeft vandaag beloofd dat zij blijft praten met de korpschefs. Volgens mij is de tijd van praten echter voorbij. Daarom steun ik de aanvraag van een spoeddebat. Maar ja, spoeddebatten komen op een lijst te staan. Dit spoeddebat zal dit jaar niet meer plaatsvinden. Het is een beetje raar dat dit zo is, maar het is zo. Daarom geef ik de heer Brinkman in overweging om dit debat in een andere zaal te voeren, in de vorm van een algemeen overleg. Dan hebben we ook lekker de tijd.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Het laatste woord over dit dossier is nog niet gezegd. Wij krijgen nog een heleboel stukken en antwoorden van de minister. Ik wil graag verder met de minister over dit onderwerp praten in een spoed-AO.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. De antwoorden van de minister zojuist zijn niet echt concreet te noemen. Ik steun dus een verzoek tot een spoed-AO.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Als er een spoed-AO geagendeerd wordt, lijkt het mij verstandig dat we praten op basis van de stukken die nog moeten binnenkomen. Dat lijkt me vanzelfsprekend.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zie niet in hoe wij hier de begroting ingrijpend mee gaan wijzigen. Een heropening van de begrotingsbehandeling lijkt mij dus onlogisch.

De heer Brinkman (PVV):

Daar hebben we het niet over.

De heer Anker (ChristenUnie):

Verder zijn er net mondelinge vragen gesteld over dit onderwerp. Om nu nog een spoeddebat te voeren ... Volgens mij moeten wij onze eigen procedures serieus nemen.

De voorzitter:

Dank u wel. Mijnheer Brinkman, er is veel steun voor een overleg over het onderwerp, maar dan wel in de vorm van een algemeen overleg.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik begrijp de druk op de agenda. Dat AO moet dus maar. Ik wil wel graag van u horen dat een aanvraag voor een VAO hierover wel dit jaar nog behandeld wordt.

De voorzitter:

Dat spreekt vanzelf.

De heer Brinkman (PVV):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Fritsma.

Ik neem aan dat u het prevelement dat ik net gehouden heb, nog weet. Met "u" bedoel ik alle Kamerleden en niet alleen u, mijnheer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat met de minister voor WWI over een te houden referendum over een bouwverbod voor minaretten. In Zwitserland is dat afgelopen weekend al gebeurd, met een prachtig resultaat. Het is duidelijk dat een groot deel van de Nederlandse bevolking hetzelfde wil, dus laten wij dat snel regelen.

De heer De Krom (VVD):

Mijn fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Mijn fractie heeft wel behoefte aan een spoeddebat. Ik stel voor dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daar ook bij is, vanwege de uitlatingen die zij al gedaan heeft – de arrogantie druipt daar van af – over de mening van de Zwitsers en de angst die zij heeft voor de mening van de burgers in Nederland.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Wij hebben geen behoefte aan een spoeddebat.

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, ik denk dat u onvoldoende steun hebt voor het houden van een spoeddebat.

De heer Fritsma (PVV):

Dat spijt mij.

De voorzitter:

Ja, maar het is niet anders.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag werd duidelijk dat het geleende bedrag van meer dan 800 mln. dat in de Nederlandse defensie-industrie is gestoken, niet met een afdrachtpercentage van 10 terugkomt, maar met slechts 5. Dat is een rekensom die ons niet is voorgelegd. Ik vraag om een brief waarin wordt uitgelegd hoe het geld dat in de defensie-industrie is gestoken weer terugkomt in de algemene kas, en of de belastingbetaler met deze gang van zaken al dan niet wordt gedupeerd. Ik wil daarover graag een brief ontvangen van de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Defensie, in verband met de behandeling van de begroting van Defensie deze week.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Ik vraag een spoeddebat aan met de staatssecretaris van Justitie inzake de tbs, in het bijzonder over het feit dat ongewenste vreemdelingen met tbs de grens over worden gezet. Ik doel hierbij op het Kosovoverhaal.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun de aanvraag voor een spoeddebat.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Er is inderdaad een probleem. Ik heb daarover vanochtend schriftelijke vragen gesteld die ik graag snel beantwoord zie worden. Ik steun de aanvraag voor het spoeddebat niet, met de argumentatie die u zelf al gaf. Ik wil eerst de beantwoording van de vragen lezen. Daarna zal ik eventueel een verzoek om een spoed-AO kunnen steunen.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Ik sluit mij daarbij aan.

De voorzitter:

Mijnheer Teeven, er zijn 30 leden die uw verzoek steunen. Maar u kent ook mijn probleem met de agenda, dus ik raad u dringend aan om een algemeen overleg op korte termijn in de commissie voor te stellen.

De heer Teeven (VVD):

Ik heb uw woorden goed gehoord.

De voorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan mevrouw Dezentjé.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. Gister bleek uit een onderzoek van TROS Radar dat door de overhaaste invoering van de regelgeving op het gebied van gastouderopvang, maar liefst 50%, dus de helft van de gastouders, dreigt te stoppen. Dit vraagt erom dat er een spoeddebat wordt gehouden, want de regelgeving zou per 1 januari 2010 in moeten gaan. Er is alles bij gebaat om hierover een spoeddebat te houden, vooral omdat uit het interview blijkt dat de staatssecretaris geen antwoord heeft op de vraag wat er dan qua opvang met de kinderen moet gebeuren.

De voorzitter:

En ik doe het niet allemaal. Nee, ik maak een grapje. Dat is niet terecht, mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Toch jammer dat ik het grapje van de voorzitter niet heb gehoord. Ik ga nog wel even informeren.

Ik kan de woorden van mevrouw Dezentjé van harte ondersteunen. Mijn mailbox loopt vol met gast-, wens- en vraagouders die in de problemen komen door de acties van de staatssecretaris. Ik wil hierover voor het eind van het jaar opheldering, want dit kan zo niet. Ik steun de aanvraag voor een spoeddebat en dring erop aan dat dit ook echt spoedig zal plaatsvinden.

Mevrouw Langkamp (SP):

Er dreigt zich een ramp te voltrekken in de gastouderopvang. Ook de SP-fractie steunt de aanvraag voor dit spoeddebat.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u ook al een procedurevergadering heeft waarvoor dit punt is geagendeerd, maar misschien wil mevrouw van Toorenburg nog een opmerking maken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Mijn fractie wil in ieder geval eerst een brief hebben waarin de staatssecretaris ingaat op wat er nu gebeurt. Het lijkt mij verder handiger om er, in plaats van een spoeddebat, een spoed-AO van te maken zodat wij er vóór 1 januari serieus naar kunnen kijken.

De voorzitter:

Ik zeg het niet om u te plagen, maar ik zie echt niet hoe wij dit allemaal gaan doen. Ik heb nog zes spoeddebatten op de agenda staan die nog voor dit spoeddebat aan de orde zijn.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik heb een meerderheid voor een spoeddebat, dus het lijkt mij dat de staatssecretaris in het debat antwoord kan geven. Ik wil wel bepleiten om dat snel te doen, omdat de regelgeving op 1 januari ingaat. Wij hebben echt voor die tijd opheldering nodig, in het belang van al die gastouders en hun kinderen.

De voorzitter:

Ik snap het, maar dan zeg ik u nogmaals: als het zo veel spoed eist, dan is het het meest effectief om het in de vorm van een AO en een VAO te doen. Dat geef ik u in overweging. U hebt echter 30 leden die uw voorstel steunen, dus terecht: u kiest. Ik kan niet anders dan mijn agendaprobleem naar voren brengen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter, ik ga ervan uit dat u daar nog op terugkomt en ons snel kunt informeren over wanneer dit spoeddebat kan plaatsvinden. Ik heb er namelijk geen zin in dat het spoedeisende karakter in een procedurevergadering van tafel wordt geveegd. Dat hebben wij al een keer eerder meegemaakt. Deze drie fracties vinden het belangrijk dat wij dit voor het kerstreces ophelderen. Dat vinden wij niet voor onszelf maar voor al die ouders die nu in de problemen dreigen te komen.

De voorzitter:

Dat is helder. Wij spreken drie minuten spreektijd per fractie af, als het hier tot een spoeddebat mocht komen.

Het woord is aan mevrouw Snijder.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. In verband met de begrotingsbehandeling van LNV zou de VVD-fractie graag voor morgen 10.00 uur een afschrift van de brief van de Europese Commissie krijgen waarin staat dat de perceelsregistratie opnieuw moet worden vormgegeven. Die brief krijgen wij graag van de minister van LNV.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren is door de Europese ministers van Justitie, waaronder minister Hirsch Ballin, een akkoord gesloten: een SWIFT-akkoord. Wij willen graag het verslag van het AO over de JBZ-Raad dat de afgelopen week is behandeld, op de agenda plaatsen om zowel de inhoud van het akkoord als de manier waarop het akkoord is gesloten, namelijk een zeer discutabele vorm van achterkamertjespolitiek, te bespreken.

De voorzitter:

Dank u wel, maar u weet dat een VAO aanvragen niet zo plechtig hier achter het spreekgestoelte hoeft? Dat kan ook simpel worden gedaan aan de interruptiemicrofoon, al is het vast een heel belangrijk VAO. Dat zie ik helemaal in. Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van voor het reces.

Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Vier weken geleden heb ik een interpellatiedebat aangevraagd over de inhuur van extreem dure interim-managers bij Meavita. Door de problemen die u eerder vandaag al hebt aangekaart, namelijk de drukke agenda, is het tot nu toe niet gelukt om dit te agenderen. Inmiddels heeft de actualiteit mijn interpellatieverzoek ingehaald. Vandaar dat ik vandaag heb geregeld dat wij een spoed-AO hierover gaan houden. Ik wil u dus verzoeken om het eerder aangevraagde interpellatiedebat van de agenda af te voeren.

De voorzitter:

Dank u wel en ook bedankt voor uw medewerking.

Het woord is aan mevrouw Neppérus.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Een aantal weken geleden heb ik hier, ook namens de SGP-fractie, gevraagd om een spoeddebat over de Westerschelde. Het is door de agendaproblemen nog niet aan de beurt gekomen, maar het is nog wel steeds actueel. Daarom zou ik graag willen dat het als een gewoon debat – daarvoor lijkt nu steun te zijn – aan de begrotingsbehandeling van LNV van deze week wordt geplakt. Bij dat debat moet dan naast minister Verburg ook de minister-president aanwezig zijn.

De voorzitter:

Ik vind het heel sympathiek dat u meedenkt, maar dat zou betekenen dat de minister-president aanwezig moet zijn bij de behandeling van de begroting van het ministerie van LNV. Volgens mij is dat niet gebruikelijk.

De heer Van der Ham (D66):

Ik steun het creatieve idee van mevrouw Neppérus. Als we het op een of andere manier aan elkaar kunnen plakken, moeten we dat gewoon proberen en het debat een beetje "klonen". Dat is ook landbouw.

De heer Atsma (CDA):

Ik denk dat het in praktische zin zou moeten kunnen, door morgen of overmorgen aan het debat een uur vast te plakken. Dan kan dit snel worden afgehandeld.

De voorzitter:

Mevrouw Neppérus, kan het in een uur gebeurd zijn?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Anderhalf uur.

De voorzitter:

Een halfuur?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Anderhalf uur.

De voorzitter:

O, ik heb toch af en toe last van "wishful hearing".

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik vind het een creatief voorstel. Het is een soort multitasking om het op een goede manier snel te kunnen afhandelen. Ik steun het voorstel dus. We kunnen er een apart debat van anderhalf uur aan vastplakken.

De heer Polderman (SP):

Het is inderdaad een creatief idee. Als u het onderwerp er in de agenda bij kunt plakken en het niet ten koste gaat van de begrotingsbehandeling, is het een creatieve oplossing die wij steunen.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Ook de ChristenUniefractie steunt het creatieve idee. Misschien moeten we elkaar er echter toe oproepen om geen zinloos lange interrupties te plegen waarin we ons hele verkiezingsprogramma alleen al in eerste termijn voordragen. Dan schiet het namelijk echt niet op in een uurtje.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun het creatieve idee. Ik denk wel dat realiteitszin op zijn plaats is. Anderhalf tot twee uur is een betere inschatting van de tijd die ervoor nodig is.

De voorzitter:

Kijk!

Mevrouw Roefs (PvdA):

Wij zijn het eens met het voorstel.

De voorzitter:

Goed. Ik zie dat de meningen alleen nog uiteenlopen wat betreft de benodigde tijd. Mevrouw Neppérus, ik ga mijn uiterste best doen.

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. Wij gaan nu stemmen.

Naar boven