Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 9 oktober 2008 over het bedienen op afstand van sluizen/bruggen/stuwen.

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter. Dit VAO is een vervolg op het AO van 29 mei 2008 en van het AO op 9 oktober 2008 over het op afstand bedienen van sluizen, bruggen en stuwen in het beheer van Rijkswaterstaat. Centraal in deze AO's stond het bedienen van grote sluiscomplexen op afstand. Het CDA is hier positief maar kritisch over. Positief omdat efficiënter gewerkt kan worden en kritisch omdat de veiligheid voorop moet staan en nog maar bewezen moet worden of het veilig bedienen van grote complexen op afstand ook mogelijk is zonder personeel ter plaatse. Een goede oplossing lijkt nu gevonden met een gefaseerde invoering. Hierdoor zal eerst ervaring moeten worden opgedaan met een pilotproject in Zeeland, zoals de Topsluis in Terneuzen en in Limburg op de Maas-Zuidroute. Voordat nieuwe processen in gang worden gezet, willen wij dit eerst geëvalueerd zien. Door middel van een motie zou ik dit willen vastleggen. Deze motie dien ik mede namens de heer Roemer in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voorgestane gefaseerde invoering van het op afstand bedienen van sluizen, stuwen en bruggen het mogelijk maakt optimaal gebruik te maken van de ervaring die bij de realisatie en het functioneren van de afzonderlijke projecten wordt opgedaan;

overwegende dat bij de invoering van het op afstand bedienen van sluizen, stuwen en bruggen de veiligheid voldoende gewaarborgd dient te zijn;

verzoekt de regering, pas over te gaan tot het verder laten bedienen op afstand bij grote sluiscomplexen, nadat de pilotprojecten in Zeeland en Zuid-Limburg als goed zijn geëvalueerd om zodoende de veiligheid voldoende te waarborgen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer tijdig te informeren over de evaluatie en de te nemen vervolgstappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Rouwe en Roemer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8(31700 A).

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Vanaf maart 2007 zijn we begonnen met het stellen van vragen over deze projecten. In het begin waren de antwoorden nogal ontkennend. Er waren geen problemen of risico's in verband met de veiligheid, er was geen onderzoek nodig et cetera. Keer op keer is gevraagd om toch meer kritische kanttekeningen te bekijken en te plaatsen bij de projecten, kanttekeningen in het kader van veiligheid maar ook in het kader van klantvriendelijkheid en ook bij de kosten-batenanalyse.

Menselijk toezicht in het kader van de veiligheid is niet te vervangen door camera's. Dat vinden we op straat maar dat vinden we ook bij grote sluizenprojecten. Het gebruik van modernere technieken om de doorstroming en de veiligheid te vergroten, is een prima zaak maar ervaren en goed opgeleide mensen op sluizencomplexen zorgen ook voor stabiliteit, veiligheid, preventief toezicht, eerste hulp en klantvriendelijkheid. Dat kunnen we niet zomaar aan de kant zetten. Sinds maart 2007 hebben we samen dan ook diverse debatten gevoerd, vele vragen gesteld en is er ook een werkbezoek georganiseerd.

Vandaag ronden we die serie debatten hierover hopelijk af. Inhoud, planning en koers zijn inmiddels bijgesteld. Dat is goed nieuws. Ik ben ook blij dat de staatssecretaris in het debat van twee weken geleden duidelijke toezeggingen heeft gedaan, onder andere over het evaluatiemoment, de tussenrapportage naar de Kamer, het omgaan met de andere grote sluizenprojecten, de twee pilots waar de heer De Rouwe het ook over had en meer inzicht in de vervanging en onderhoud van stuwen, maar vooral de toezegging dat geen personeel van sluizen verdwijnt alvorens de veiligheid is gegarandeerd.

Voorzitter. Om die helderheid vast te stellen hebben collega De Rouwe en ik gemeend de belangrijkste afspraak ook middels een motie te laten bekrachtigen. Ik ga er ook van uit dat de staatssecretaris deze motie van harte zal ondersteunen.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Mevrouw de voorzitter. Het is waar, wij hebben een serie debatten gevoerd over het op afstand bedienen van sluizen, stuwen en bruggen. Er zit geen licht tussen de wens van de Kamer en de wens van het kabinet. De debatten hadden vooral een verhelderend karakter. Ik onderschrijf de ingediende motie van harte en zie haar als een ondersteuning van beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over de ingediende motie.

Daartoe wordt besloten.

Sluiting 18.10 uur

Naar boven