Vragen van het lid Joldersma aan de staatssecretaris van Justitie over het bericht dat de illegale export door hennepkwekers jaarlijks ruim 2 mld. oplevert.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Met het gedoogbeleid rond coffeeshops is Nederland kweekvijver geworden van cannabis in de gehele wereld. Maar liefst ruim 80% van wat er in Nederland illegaal aan cannabis wordt gekweekt, is voor de export, althans volgens een artikel in NRC Handelsblad. Dan zijn nog niet eens meegeteld al die buitenlandse toeristen die in onze Nederlandse coffeeshops worden bediend met cannabis. Max Daniel, de leider van de landelijke bestrijding van hennepteelt in Nederland, spreekt over een keiharde wereld. Cannabis is het voorportaal van de georganiseerde misdaad geworden.

De CDA-fractie heeft daarom drie vragen aan de staatssecretaris. Wij krijgen binnenkort een drugsnota van de regering. Betrekt de regering in het onderzoek voor die nieuwe drugsnota ook specifiek de immense export en de criminaliteitsproblemen die daardoor ontstaan en de kosten voor Nederland die zijn gemoeid met de bestrijding van de cannabisexport? Het CDA heeft er al eerder voor gepleit om de growshops waar je alles kunt kopen voor de teelt van cannabis te verbieden. Die bevorderen namelijk openlijk de illegale cannabisteelt. De regering heeft destijds ons voorstel overgenomen, maar wij hebben nog steeds geen wetsvoorstel gezien. Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel over het verbieden van de growshops tegemoet zien? De politiecommissaris geeft aan dat het niet alleen de growshops zijn, maar dat er een hele keten van faciliteerders bestaat die ervoor zorgt dat je in Nederland cannabis kunt telen en die dit dus bevordert. Ook hier lijkt er sprake te zijn van verwevenheid van de onderwereld en de bovenwereld. Het gaat niet alleen om de growshops, maar ook om banken. Zelfs onderzoekers, gelieerd aan de Landbouwuniversiteit, worden door de politiecommissaris genoemd. Welke mogelijkheden ziet de regering om ook deze faciliteerders aan te pakken die indirect de wietteelt bevorderen?

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat het goed is wat de heer Daniel heeft gedaan. Het behoort ook uitdrukkelijk tot zijn functie om onder de aandacht van het brede publiek te brengen wat de gegroeide, georganiseerde criminaliteit is die gepaard gaat met de in onze ogen soms enigszins onschuldige hennepteelt. De werkelijkheid is inmiddels anders. Dat wisten wij al voor de woorden van de heer Daniel, al sinds 2003. In dat jaar kwam de heer Bovenkerk met een rapport naar buiten waarin het verband tussen de georganiseerde misdaad en de hennepteelt in Nederland werd benoemd. Vervolgens kwam in 2007 het onderzoek van Spapens, dat uitdrukkelijk inging op de wereld achter de wietteelt op dat moment. Dat is een recent plaatje van de georganiseerde misdaad achter de hennepteelt in Nederland. Wij hebben hierover dus al veel op papier staan. Sinds vorig jaar zijn wij pas echt begonnen met het in praktijk brengen van wat op papier staat. Dat is het plan van aanpak georganiseerde misdaad. Daar is de aanpak van de georganiseerde hennepteelt een uitdrukkelijk onderdeel van. Er is tevens een taskforce benoemd waar de heer Daniel onderdeel van uitmaakt en die als nadrukkelijk doel heeft normstellend bezig te zijn. Het gaat langs een paar kaders. Ik pak die op, zodat u een antwoord op uw concrete vragen krijgt.

U vroeg of wij in de drugsnota die wij aan het voorbereiden zijn en die de Kamer begin volgend jaar krijgt, ook ingaan op de export en de criminaliteit met betrekking tot coffeeshops. Ja, dat maakt daar uitdrukkelijk onderdeel van uit. Voor zover dat nog niet zo scherp was, zeg ik toe dat wij naar aanleiding van deze vraag er extra op zullen letten of dat echt het geval is.

Dan kom ik bij de kwestie van de growshops. Er is sprake van een aangenomen motie van de heer Van Haersma Buma. De regering heeft gezegd die motie te zullen uitvoeren. Dat betekent dat wij de Opiumwet gaan wijzigen. Een wetsvoorstel daartoe is op dit moment in voorbereiding. Dat weet u, daar vraagt u naar. De verwachting is dat wij het wetsvoorstel medio 2009 aan de Kamer kunnen aanbieden. De drugsnota is het moment om te kijken wat de stand van zaken is.

Uw laatste vraag ging erover of de keten van faciliteerders ook wordt aangepakt. Dat geeft mij de gelegenheid om nog eens aan te geven hoe de integrale aanpak van de drugsteelt in elkaar zit. Die aanpak krijgt gestalte via twee lijnen: via de integrale benadering gaan wij vooral lokaal te werk en daarnaast pakken wij met name de criminele structuren aan, de structuren die deze teelt mogelijk maken. Dit gaat op twee manieren. Allereerst werp je barrières op, bijvoorbeeld door de growshops aan te pakken, dus door alles aan te pakken wat de drugsteler in staat stelt om zijn activiteiten te ontplooien. Daarnaast willen wij doorrechercheren. Doorrechercheren houdt eigenlijk in dat je niet stopt als je een kwekerij hebt opgerold en de daders hebt opgepakt. Als dat is gebeurd, rechercheer je door en zoek je naar de wereld die erachter schuilgaat om ervoor te zorgen dat de structuren die de activiteit mogelijk maken, worden weggenomen.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar toezeggingen en voor de ondersteuning van de woorden van de heer Daniel. Zij benadrukt dat de integrale aanpak ons verder brengt bij de aanpak van de hennepteelt. Waar wij vooral op willen wijzen, is dat de export ervoor zorgt dat Nederland extra problemen ondervindt van de hennepteelt. Wat de politiecommissaris eigenlijk aangeeft, is dat het hierbij niet alleen om de growshops gaat, maar dat er een keten aan faciliteerders is die eigenlijk indirect bevordert dat de hennepteelt, die illegaal en crimineel is, in Nederland langzamerhand wordt toegestaan. Ons gaat het niet alleen om de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Die is hartstikke belangrijk. Echter, er zijn blijkbaar ook mensen in de zogenaamde bovenwereld – hij noemt zelfs onderzoekers van de universiteit en banken – die indirect bevorderen dat mensen in de wereld van de hennepteelt een extra duwtje in de rug krijgen. Wil de staatssecretaris daar nog eens op reageren?

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Ik zei juist dat dat aspect een uitdrukkelijk onderdeel is van de aanpak waarvoor wij vorig jaar hebben gekozen. Daarmee richten wij ons op de twee sporen, waarvan het wegnemen van de gelegenheidsstructuren misschien wel het allerbelangrijkste onderdeel is. Die gelegenheidsstructuren zijn vaak bij uitstek in de bovenwereld aanwezig. Wat dat betreft is een vergelijking te maken met hetgeen wij voor notarissen doen om te voorkomen dat zij transacties kunnen aangaan die het mogelijk maken dat criminelen weer vastgoedtransacties doen. Die criminelen worden als het ware gefaciliteerd. Hier proberen wij met eenzelfde benadering de gelegenheidsstructuren weg te nemen.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Ik heb eerst een vraag aan mevrouw Joldersma. Enige tijd geleden hebben collega De Roon en ik een motie ingediend om de strafbaarstelling bij de uitvoer van hennep te verhogen van vier jaar naar een veel hoger maximum. De fractie van mevrouw Joldersma heeft tegen die motie gestemd. Wij horen nu stevige taal van het CDA. Waar staat het CDA als het gaat om de uitvoer van verdovende middelen? Wil mevrouw Joldersma de strafmaat voor de uitvoer van hennep verhogen of niet? Dezelfde vraag heb ik ook aan de staatssecretaris: wat gaat het kabinet hier na tien jaar eens eindelijk aan doen?

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Ik denk aan een samenspel van maatregelen om de export van hennep tegen te gaan. Het is dan prima om ook eens na te gaan of je iets aan de strafmaat kunt doen, maar wij zijn van mening dat de oplossing niet alleen daar te vinden is. De oplossing begint vooral met het aanpakken van de georganiseerde illegale criminaliteit in Nederland. De heer Teeven weet even goed als ik dat het niet zo simpel is om aan de "achterkant " te beginnen. Het gaat vooral om de keten die ervoor zorgt dat de illegale hennepteelt alleen maar groter en groter wordt en dat de export wordt bewerkstelligd.

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Op 26 november is een algemeen overleg met de Kamer over het plan van aanpak georganiseerde misdaad gepland. Ik ga ervan uit dat de heer Teeven in dat overleg de verhoging van de strafmaat aan de orde stelt. Wij hebben de indruk dat wij voor een aanpak hebben gekozen die ons in staat stelt om iets wat wij voorheen niet deden, nu wel te doen en om iets op de rails te zetten. Ik meen dat wij daarvoor voldoende in handen hebben en dat je niet meteen de strafmaat hoeft te verhogen. Wij zijn van mening dat wij met de gekozen aanpak de criminele activiteiten gericht kunnen bestrijden.

Over de al dan niet toegevoegde waarde van een strafverhoging hebben wij veel met de heer Teeven gesproken. Wij weten dat hij op meerdere terreinen voorstander is van verhoging van de strafmaat. Het kabinet is het niet altijd met hem eens over de vraag of die verhoging het gewenste effect heeft. Wij hebben gekozen voor een aanpak die op grote lijnen overeenkomt met wat hij voorstaat. Over welke invulling wij precies kiezen, komen wij op 26 november te spreken.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik heb een vraag aan de staatssecretaris en aan mevrouw Joldersma. Aan de staatssecretaris vraag ik het volgende. Volgens de politie blijkt dat universiteiten en daaraan gelieerde laboratoria en instellingen de onderwereld helpen om de hennepproductie te bevorderen en om de kwaliteit ervan te verhogen. Gaat de staatssecretaris die rol van universiteiten en wetenschappers laten onderzoeken door de politie en is zij bereid universiteiten en wetenschappers te laten vervolgen, bijvoorbeeld wegens deelname aan een criminele organisatie? Mijn vraag aan mevrouw Joldersma is of het nu langzamerhand bij de CDA-fractie begint te dagen dat het gedoogbeleid gewoon de brug is tussen onder- en bovenwereld. Is zij vanaf nu bereid om mijn pleidooi van een aantal maanden geleden te ondersteunen om met het gedoogbeleid te stoppen en al die coffeeshops te sluiten?

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Mijn antwoord is heel erg kort. Op het moment dat de betrokkenheid bij criminele activiteiten van onderzoekers of banken is aangetoond, wordt er natuurlijk opgetreden.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Wij hebben al heel vaak aangegeven dat wij het gedoogbeleid willen aanpakken. Wel zijn er nog wel eens verschillen tussen u en ons over de vraag hoe wij dit gedoogbeleid willen aanpakken. Bij die drugsnota zullen wij zien hoe de regering misschien tot een aanscherping. komt, zodat wij in ieder geval de georganiseerde criminaliteit en de immense hennepteelt flink kunnen aanpakken.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Als het gaat over hennepteelt, spreken wij heel vaak over een Nederlands probleem. Nu hebt de heer Daniel heel duidelijk aangegeven dat Nederland een exportland is. Wij wisten dat al wel een beetje, maar hij heeft dit nu ook gekwantificeerd. Heeft de staatssecretaris er zicht op welke rol Nederland nu precies speelt in internationale verbanden? Ik kan mij niet voorstellen dat dit een Nederlands bedrijfje is dat zich op het buitenland gaat richten. Er moeten ook internationale verbanden zijn. Wat is de inzet van het kabinet om ook dat te gaan onderzoeken en aan te pakken?

Staatssecretaris Albayrak:

Een onderdeel van de bestrijding van de georganiseerde misdaad achter de hennepteelt is natuurlijk ook de internationale aanpak. Er zijn momenteel bewegingen. Hoe groot die zijn, is echter onduidelijk. De cijfers en de percentages die de heer Daniel noemt, zijn aannames die niet kunnen worden hardgemaakt. Ik denk dat iedere aanpak die niet bij uitstek gaat over internationaal rechercheren en over bestrijding van de internationale georganiseerde misdaad, in Nederland geen kans van slagen heeft.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De staatssecretaris gaf zojuist aan dat op dit moment de slag wordt gemaakt van allerlei papieren beleidsvoornemens naar de praktijk. Als je het interview als geheel ziet, vraag je je echter wel een beetje af of wij greep hebben, ook met het nieuwe beleid, op deze sector en de enorme aantallen die worden geëxporteerd. Wanneer verwacht de staatssecretaris dat het nu in gang gezette beleid er heel concreet toe leidt dat wij berichten kunnen verwachten dat die export enorm is afgenomen? Is de halfslachtigheid van het gedoogbeleid ook hierbij niet een heel negatieve factor?

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. In het afgelopen jaar hebben wij een doorbraak gezien, een doorbraak ten opzichte van de houding tegenover wietteelt in Nederland in de voorafgaande jaren. Ik voel dat ook echt zo. Iedereen wist dat in de afgelopen 30 jaar van wietverkoop en van het gedogen van wietgebruik, er een situatie is ontstaan die tot heel veel ellende heeft geleid. Die ene persoon die op een achterkamer wiet teelt, doet dit allang niet meer voor eigen gebruik. Dit is altijd en per definitie misschien juist ook onderdeel van die grote georganiseerde misdaad daarachter, met heel veel uitbuiting en heel veel persoonlijke ellende van mensen in kwetsbare situaties. Dat is een situatie die wij nu doorbreken. Wij doen dit eerst door zicht te krijgen op wat er precies achter zit, niet alleen nationaal maar ook internationaal. Mij heeft in de afgelopen jaren geïrriteerd dat er geen prioriteit werd gegeven aan dit probleem. In onze benadering van de drugsproblematiek was het een onderdeel dat, vergeleken met de aanpak van de harddrugsproblematiek, nauwelijks aandacht kreeg.

Dat wordt nu doorbroken. Binnen het plan van aanpak georganiseerde misdaad is de aanpak van de georganiseerde hennepteelt benoemd. Er zit ook een uitwerking aan vast met een taskforce. Dat noem ik echt een doorbraak, mede gelet op de situatie waar wij vandaan komen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. De PvdA is blij dat dit kabinet zich wil inzetten om de georganiseerde misdaad en criminaliteit achter de softdrugsteelt aan te pakken. Er wordt niet alleen gekeken naar de kleine thuisteler, maar er wordt ook doorgerechercheerd naar boven. Voor wie werken de thuistelers? Is het crimineel of voor eigen gebruik? Wij hebben vertrouwen in de inzet van het kabinet.

Een ander probleem dat samenhangt met het softdrugsbeleid, is het misbruik van softdrugs onder jongeren en de schadelijke gevolgen die dit kan hebben voor hun gezondheid. De staatssecretaris heeft aangegeven dat de Kamer begin januari de nieuwe drugsnota kan verwachten. Zij heeft terecht duidelijke woorden gesproken over de aanpak van criminaliteit. Wij willen ook graag een heel stevige inzet om misbruik en schadelijke gevolgen van softdrugs bij jongeren te voorkomen.

Staatssecretaris Albayrak:

Wij komen in de praktijk steeds beter te weten wat de schadelijke gevolgen precies zijn en dat 30 jaar softdrugsbeleid in Nederland niet alleen goede dingen heeft gebracht. Die kun je zo opnoemen als wij Nederland vergelijken met andere landen die dit beleid niet hebben. De werkelijkheid is echter ook dat met name jongeren in sociaal kwetsbare posities in vooral de grote steden het softdrugsgebruik als onderdeel van hun problematiek met zich mee zeulen. Van die situatie weten wij wel iets, maar er is veel meer onderzoek nodig. Wij zijn daar ook mee bezig. Als uw concrete verzoek is om hierbij in de drugsnota stil te staan, kan ik u dat toezeggen.

Naar boven