Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend
bij het spoeddebat over openbaarmaking van de stukken rondom de brand
in het Catshuis, te weten:
- de motie-Ulenbelt over openbaar
maken van deel 3 van het Rijksrechercheonderzoek (31700 VI,
nr. 136);
- de motie-Van der Ham over anonimiseren van de
stukken (31700 VI, nr. 137).
(Zie vergadering van 16 juni 2009.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer Teeven (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie vindt dat de Tweede Kamer het niet kan maken
om eerst tegen de minister van Justitie te zeggen: wij gaan ermee akkoord
dat het rapport van de Rijksrecherche vertrouwelijk wordt verstrekt, om er
daarna tijdens de wedstrijd op terug te komen. Het laatste gebeurde gisterenavond
tijdens het debat en nu tijdens de stemmingen. De motie van D66 en de motie
van de SP hebben deze strekking. Iedereen begrijpt dat de minister-president
volgende week opening van zaken moet geven. Hij moet dan duidelijk maken hoe
een en ander op zijn ministerie van Algemene Zaken kon gebeuren. Het gaat
er daarbij niet om wat de minister-president wist, maar om wat hij had moeten
weten. Als er na het debat van volgende week geen helderheid is geschapen,
heeft de Tweede Kamer andere mogelijkheden voor waarheidsvinding. Dan begint
een andere wedstrijd met andere spelregels. Daarom zal de VVD-fractie tegen
de twee moties stemmen.
Mevrouw Timmer (PvdA):
Voorzitter. De fractie van de PvdA hecht zeer aan waarheidsvinding. In
deze uitzonderlijke zaak heeft het kabinet bij wijze van uitzondering het
complete onderzoek van de Rijksrecherche vertrouwelijk ter inzage aan de Kamer
gegeven. Mensen die zijn gehoord, hebben hun medewerking verleend op vrijwillige
basis en op basis van vertrouwelijkheid. Zij moeten ervan op aan kunnen dat
wat vertrouwelijk is, vertrouwelijk blijft. Wij kunnen ons achteraf de vraag
stellen of het zo had moeten gaan. Toch zal ook de fractie van de PvdA tegen
de twee moties stemmen vanwege de toezegging over vertrouwelijkheid.
In stemming komt de motie-Ulenbelt (31700-VI, nr. 136).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks,
D66, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige
fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van der Ham (31700-VI, nr. 137).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks,
D66, de PvdD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en
de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.