Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Depla.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u, de stemmingen over de wijziging van de Wet op de huurtoeslag (31446) uit te stellen, omdat wij naar aanleiding van het debat nog wachten op een brief van de minister. Deze brief krijgen wij binnenkort.

De voorzitter:

Ik stel voor, de stemmingen over de wijziging van de Wet op de huurtoeslag van de agenda af te voeren en deze voor volgende week te agenderen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Heerts.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag werden wij opgeschrikt door een bericht over de veiligheidssituatie op de luchthaven Schiphol. Ik wil daar graag over debatteren. Ik dacht oorspronkelijk aan een spoeddebat, maar wij hebben inmiddels een brief van de minister van Justitie gekregen. Daarover wil ik graag een debat voeren.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord over dit verzoek? Voor een debat heeft de heer Heerts de steun van een Kamermeerderheid nodig.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De SP-fractie steunt het verzoek. Ik zou het op prijs stellen als de minister nader zou willen ingaan op de berichten die het afgelopen weekend naar buiten zijn gekomen. Daarin worden twijfels geuit over de inzet en capaciteit van de marechaussee. Ik hoor ook graag meer over de Europese regels waar het om gaat. De minister zegt steeds dat die toereikend zijn, en toch is er een veiligheidsrisico. Hoe kan dat? Ik zou graag willen dat de minister daarop ingaat en dat wij vervolgens een debat daarover voeren.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Van de CDA-fractie hoeft het geen debat in de plenaire zaal te zijn. Het kan ook in een algemeen overleg. Als de heer Heerts daar echter aan hecht, dan zullen wij zijn verzoek om een plenair debat steunen.

De heer Teeven (VVD):

Een debat in de commissiezaal is prima, maar een verzoek om een plenair debat steunen wij ook.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. In het voorjaar is er nog wel wat ruimte op de plenaire agenda. Ik zou het liever gewoon in commissieverband doen, maar ik vind het prima om er een debat over te voeren.

De heer Pechtold (D66):

Steun voor een debat, maar als wij dan toch gaan praten over de inzet van de marechaussee en over Schiphol, en als de minister daar toch al iets over gaat zeggen, dan zou ik ook graag andere belangrijke punten meenemen, zoals andere vliegvelden en havens. Ik vind dat deze vraag niet alleen voor Schiphol geldt.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik steun het verzoek. Wat mij betreft, kan het ook in de plenaire zaal. Waarom niet? Ik ontvang wel graag eerst die aanvullende brief waar meerdere collega's om hebben gevraagd.

De voorzitter:

Daarvoor zullen wij het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, want dan kan men zien wat u allen nog aan aanvullende informatie wenst. Mijnheer Heerts, u houdt vast aan een debat?

De heer Heerts (PvdA):

Ik houd vast aan een debat, maar ik heb het vertrouwelijke rapport nog niet gelezen. Mocht mijn houding veranderen, dan laat ik u dat uiteraard weten.

De voorzitter:

Dan zullen wij het debat plannen, met een spreektijd van vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor LNV zou ik u willen vragen om het verslag van het algemeen overleg over het ammoniakbeleid op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO volgende week op de agenda plaatsen.

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Morgen vindt er een algemeen overleg plaats over de OV-chipkaart. Omdat er vanaf donderdag in Rotterdam niet meer met de strippenkaart gereisd kan worden in de metro, is het van belang om morgen rekening te houden met een VAO, met eventueel stemmingen.

De voorzitter:

Een vooraankondiging met het oog op stemmingen. Dat betekent voor de partijsecretarissen weer een hoop extra werk.

Het woord is aan de heer Elias.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. Het wetsvoorstel Wijziging van de Mededingingswet (31354) beoogt valse concurrentie van de overheid met het bedrijfsleven tegen te gaan. Ik verzoek u, de behandeling van deze wet volgende week op de agenda te plaatsen. Er moet ergens iets misgegaan zijn. De vaste commissie voor Economische Zaken heeft op 9 september 2008 al besloten om het wetsvoorstel voor plenaire behandeling aan te bieden. Het zou na de begrotingsbehandeling van EZ worden ingepland. Die was eind oktober klaar. Er is dus geen enkele reden om de behandeling iedere keer weer vooruit te schuiven en ik begrijp ook niet waarom dat steeds gebeurt. Misschien ligt het aan mijn gebrek aan ervaring. Collega's in de fractie zeiden dat er verschil van opvatting over is tussen de PvdA en het CDA, zowel in het kabinet als in de Kamer. Er schijnt nu overleg plaats te vinden in allerlei achterkamertjes. Ik zou zeggen: laten wij dat hier doen. Wij hebben een mooie zaal, goede voorzieningen. Volgende week graag.

Mevrouw Vos (PvdA):

Voorzitter. Wat de fracties van de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SP betreft, hoeft het niet volgende week. Wij willen graag nog een beetje uitstel. Bovendien kan het volgende week geagendeerd worden in de procedurevergadering van EZ. Dat is de plek bij uitstek om dit soort verzoeken te doen.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Dit is een wetsvoorstel dat nu eens wel iets wil veranderen aan de economie in positieve zin, dus ik val de heer Elias graag bij. Laten wij dit zo snel mogelijk agenderen. Het stond al een paar weken geleden op de agenda en is er toen van afgehaald. Het moet nu zo snel mogelijk behandeld worden.

De voorzitter:

Mijnheer Elias, ik heb al een paar keer geprobeerd om het te agenderen, maar ik moet daar wel de steun van een Kamermeerderheid voor hebben. Ik zie niemand die zich ertegen verzet. U krijgt steun, dus wij gaan het gewoon weer agenderen.

De heer Elias (VVD):

Dank u wel.

Mevrouw Vos (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Het voorstel om het wetsvoorstel volgende week te agenderen heeft geen steun van mijn fractie.

De voorzitter:

Is er geen steun om het te agenderen?

Mevrouw Vos (PvdA):

Nee, de fracties van de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SP steunen dat voorstel niet.

De voorzitter:

U sprak dus namens deze vier fracties.

De heer Ten Hoopen (CDA):

De heer Elias spreekt nu wel heel grote woorden. Vorige week was er echter een procedurevergadering en toen heb ik hem dit punt niet naar voren horen brengen. Er is toch helemaal geen bezwaar tegen om dit punt volgende week in de procedurevergadering te bespreken? Dan kan de heer Elias al zijn argumenten inbrengen. Ik stel voor dat wij daar besluiten. Nu krijgt hij geen steun van ons.

De voorzitter:

Het is mij nu duidelijk dat uw verzoek geen steun krijgt van een meerderheid van deze Kamer, mijnheer Elias.

De heer Elias (VVD):

Dan stel ik vast dat de discussie die al sinds 1995 loopt, nog langer gaat duren.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Ik wilde een spoeddebat aanvragen, maar de Kamer heeft inmiddels een brief ontvangen van de minister van VWS waarin hij schrijft dat hij grotendeels de dingen gaat doen die wij willen dat hij gaat doen. Ik heb een aanvullend verzoek om ook de justitiële kant van de zaak in Twente mee te nemen. Het OM heeft in de media ontkend dat er gegevens zijn aangeleverd door het ziekenhuis. Daar willen wij meer informatie over. Wij willen ook graag van de minister horen hoe hij de onafhankelijkheid van de Inspectie voor de Gezondheidszorg denkt te gaan waarborgen. Als wij die gegevens hebben, zullen wij hier terugkomen om de afhandeling in een debat te doen plaatsvinden.

Mevrouw Agema (PVV):

Vandaag kwam ook een bericht dat een arts die een beroepsverbod heeft in Engeland, in ons land werkt. Dat soort zaken, het bredere plaatje, zou mijn fractie graag hierbij betrokken willen zien.

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie ondersteunt dit. Wij zouden graag zien dat het kabinet ook aangeeft wat zijn oordeel is over het handelen van de IGZ toen in vergelijking met het huidige tijdsgewricht. Een actievere opstelling lijkt ons zeer goed.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Mijn fractie sluit zich aan bij het verzoek om informatie zoals verwoord door de heer Zijlstra. Wellicht is het goed om in de procedurevergadering te bespreken op welke wijze wij dit onderwerp verder behandelen, maar dat kunnen wij zien als de brief binnen is.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Zijlstra. In de brief van de minister zou wellicht ook aandacht kunnen worden besteed aan de verschillende functies van de IGZ en de wijze waarop die zich tot elkaar verhouden. Dat is in eerdere debatten al aan de orde geweest. Ons lijkt dit de gelegenheid om daar nader op in te gaan.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De D66-fractie steunt het verzoek van de heer Zijlstra en ook hetgeen de heer Van der Veen net naar voren bracht.

Mevrouw Uitslag (CDA):

De CDA-fractie steunt het verzoek van de heer Zijlstra en verwacht dat de schriftelijke vragen worden beantwoord in de gevraagde brief.

De heer Zijlstra (VVD):

Zou de minister de informatie uiterlijk 10 februari kunnen aanleveren? Dan hebben wij in elk geval een heldere deadline.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Deze week staat het wetsvoorstel Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (31439) op de agenda. Het is heel erg belangrijk dat de minister van BZK daarbij aanwezig is. Ik verzoek derhalve om haar aanwezigheid bij dit debat.

De voorzitter:

Wij zullen haar uitnodigen.

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag om uitstel van de stemmingen over het wetsvoorstel inzake Wijziging van het Wetboek van Strafrecht (31386), omdat er een artikelsgewijze stemming is gevraagd. Dat is prima, maar ik wil er nog even nader naar kijken en over overleggen.

De voorzitter:

Wij zullen aan dat verzoek voldoen.

Naar boven