Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 15 oktober 2007 te Luxemburg tot stand gekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, met Bijlagen en Protocollen (Trb. 2007, 224) (31423).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Montenegro is een niet zo verschrikkelijk groot land in Europa. Het heeft ook niet zo heel veel inwoners, minder dan een miljoen. Het is een onafhankelijke staat die nog niet zo lang bestaat: vandaag op de kop af twee jaar en vier maanden. Ondanks al deze constateringen is het dossier-Montenegro een hoofdpijndossier.

Recent is een voortgangsrapport van de Europese Commissie over Montenegro uitgebracht. Bij de beoordeling van de voortgang van Montenegro op allerlei onderdelen staat het rapport vol met het woord "some": enige. Het komt vooral voor in combinatie met "progress". Hier en daar wordt "some progress" gemaakt. Dit wordt dan weer afgewisseld met "little progress". De vraag is of de minister daar genoegen mee neemt.

Enige vooruitgang is bijvoorbeeld gemaakt bij de hervormingen van het justitiële apparaat. Er bestaan echter nog steeds serieuze zorgen met betrekking tot de onafhankelijkheid van het rechtswezen, waarvan de efficiëntie laag is. De aanbeveling is dat er gewoon veel meer actie moet komen in dat land.

Ook is enige vooruitgang gemaakt bij het aanpakken van corruptie, maar het is nog steeds een groot en serieus probleem. De onderzoekscapaciteit ontbreekt eenvoudigweg en het aantal veroordelingen in corruptiezaken is buitengewoon laag.

In het voortgangsrapport staat dat meer inspanningen nodig zijn voor het verbeteren van de handhaving van de bepalingen inzake de mensenrechten. Er is weinig vooruitgang geboekt bij de preventie van foltering en de strijd tegen straffeloosheid. De vrijheid van meningsuiting wordt ook nog steeds als een zorgenkindje bestempeld. Het aantal zaken dat gevoerd wordt tegen journalisten en ngo-activisten neemt toe, aldus het voortgangsrapport.

Dit waren slechts enkele voorbeelden uit het rapport, want er staat nog heel wat meer in. Het is allemaal niet positief. Nogmaals, neemt de minister hier genoegen mee? Is het land Montenegro een potentiële kandidaat-lidstaat van de Europese Unie, een unie die is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de rechtsstaat? Het is een land waar corruptie nog hoogtij viert, waar serieuze zorgen bestaan over de onafhankelijkheid van het justitiële apparaat en waar amper vooruitgang is geboekt bij het uitbannen van foltering. Naar mijn mening dient dit land geen enkel perspectief op het lidmaatschap van de Europese Unie te worden geboden. Is dit land niet gewoon uit op financiële steun, zodat het straks net zoals Roemenië en Bulgarije op het belangrijke dossier van de rechtsstaat achterover kan leunen en de hand op kan houden?

Graag hoor ik van de minister hoe hij staat tegenover de uitlatingen van eurocommissaris Olli Rehn. Deze eurocommissaris heeft recent een jaarlijks rapport uitgebracht. In dat rapport schrijft hij dat de landen op de westelijke Balkan, dus ook Montenegro, versneld stappen kunnen zetten richting lidmaatschap van de Europese Unie.

Zoals de minister al heeft aangegeven in de nota naar aanleiding van het verslag is ondertekening van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met Montenegro op zichzelf niet een onomkeerbare stap op weg naar het EU-lidmaatschap. Maar – en dat is een belangrijk bezwaar – het land is als potentiële kandidaat-lidstaat wel al eerder perspectief op het EU-lidmaatschap aanboden. Met andere woorden: uitvoering van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst is wel degelijk de sleutel die past op het slot om de toegangsdeur tot de Europese Unie te ontsluiten. De derde considerans van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst bevat ook het perspectief op toetreding tot de Europese Unie. Mijn fractie is van oordeel dat dit geen goede zaak is en dat dit perspectief op dit moment helemaal niet moet worden geboden.

Laat ik het nog wat sterker aanzetten. Ondertekening van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst dient helemaal geen stap te zijn op weg naar het EU-lidmaatschap. Mijn fractie is van oordeel dat vooralsnog geen nieuwe landen zouden moeten worden toegevoegd en dat er op dit moment dus ook geen perspectieven op moeten worden geboden, ook niet door middel van een overeenkomst zoals deze. De Europese Unie is naar ons oordeel juist in de problemen gekomen door de uitbreidingsdrift. Bulgarije en Roemenië bijvoorbeeld zijn als zeer zwakke landen toegetreden en nu zitten wij met de gebakken peren daarvan. Kortom, mijn standpunt is vooralsnog dat de goedkeuring van deze Stabilisatie- en associatieovereenkomst door het parlement onwenselijk is, omdat die overeenkomst toch wel degelijk een perspectief biedt op een lidmaatschap van de Europese Unie, terwijl wij dat op dit moment volstrekt onwenselijk achten.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Wij spreken, zoals de heer De Roon zegt, vanavond over de nota naar aanleiding van het eindverslag over het associatieakkoord met Montenegro. Anders dan de fractie van de heer De Roon, heeft de fractie van de VVD wel haar verantwoordelijkheid genomen, net zoals overigens die van de Partij van de Arbeid, GroenLinks, de ChristenUnie en het CDA, om hieraan een bijdrage te leveren en om de verantwoordelijkheid te nemen die wij hebben ten opzichte van Nederlandse burgers en Nederlandse belastingbetalers als het gaat om dit perspectief.

Waar hebben wij het over met zo'n stabilisatieakkoord? Wij hebben het over een vrijhandelsakkoord. Daar zijn wij voor. Daar zijn wij net zo voor als wanneer het bijvoorbeeld gaat om Israël; ik heb de heer De Roon daartegen in het vorige debat overigens geen bezwaren horen maken. Wij zijn er ook voor omdat een stabilisatieakkoord kan dienen als een hefboom op de verdere hervormingen, waarover ook wij buitengewoon veel kritische vragen hebben gesteld, onder meer ten aanzien van de rechtsstaat en de economie. Wij zijn er ook voor omdat wij van mening zijn dat een stabilisatieakkoord nooit en te nimmer een automatische opstap kan zijn naar een lidmaatschap of zelfs maar een kandidaat-lidmaatschap. Het aardige van het Verdrag van Lissabon is dat dit met inzet van de Nederlandse regering, overigens op instigatie van de VVD-fractie, nu juist ook is opgenomen, om precies te zijn in artikel 94, zo zeg ik tegen de heer De Roon. Maar ja, hij is tegen dat verdrag en daarmee bestendigt hij helaas de bestaande praktijk.

Montenegro is een land zo groot als de stad Rotterdam. Het kent een vrij grote economische groei, van ongeveer 7%, en een goede en groeiende toerisme-industrie, het heeft de euro al als betaalmiddel en de werkloosheid neemt er snel af. Het is dus een prima land voor Nederland om zaken mee te doen. Dat is precies wat dit stabilisatieakkoord beoogt. De VVD-fractie heeft er dan ook geen behoefte aan om het stabilisatieakkoord op dit moment niet goed te keuren. Wij delen wel de zorgen over allerlei ontwikkelingen binnen Montenegro. Wij denken dat dit stabilisatieakkoord mede een hefboom kan zijn om de hervormingen in dat land verder gestalte te geven.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Mede namens de collegae Blom en Heijnen van de fractie van de Partij van de Arbeid zal ik ook enige zinnen zeggen. Wij hebben met instemming kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag van 21 juli. Wij danken de minister voor de uitgebreide beantwoording van de vragen van de fracties die wel de moeite hebben genomen om een verslag te schrijven. Dat waren overigens, zo zeg ik tegen de heer Ten Broeke, de fracties van het CDA, de SP, de VVD en de ChristenUnie, maar dat terzijde.

De nota naar aanleiding van het verslag van 21 juli ging over de Stabilisatie- en associatieovereenkomst dat op 15 oktober 2007 tot stand is gekomen, dus inmiddels langer dan een jaar geleden. Zo'n overeenkomst is geen onomkeerbare stap naar een lidmaatschap van de Europese Unie. Dat staat ook nadrukkelijk in de beantwoording door de regering. Er worden geen concrete data genoemd voor eventuele vervolgstappen. Deze Stabilisatie- en associatieovereenkomst kan dan ook rekenen op de steun van de fracties van CDA en PvdA.

Wij constateren dat de Partij voor de Vrijheid geen enkele vraag heeft gesteld in het verslag. Dat zij nu wakker wordt, toont maar weer eens aan hoe adequaat de Partij voor de Vrijheid is als het om de Europese Unie gaat.

De fracties van CDA en PvdA stemmen in met het Stabilisatie- en associatieakkoord.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de constructieve wijze waarop wij vanavond met elkaar van gedachten wisselen over de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Montenegro. Ik ben het absoluut eens met de heren Ten Broeke en Ormel dat het van groot belang is dat wij de beschikbare instrumenten benutten om de noodzakelijke stabilisatie en de verbetering van de situatie op de Balkan te realiseren. Als wij werkelijk willen dat het menselijk leed en de verwoesting op de Balkan als gevolg van de crisis in de jaren negentig en de Kosovo-crisis in 1999 niet meer voorkomen, zal de Europese Unie banden moeten aangaan met de desbetreffende landen, en hun perspectief op integratie binnen de Europese structuren moeten bieden. Een geconditioneerd lidmaatschapsperspectief houdt helemaal niet in het verkwanselen van je eigen criteria. Integendeel, er staan harde verplichtingen tegenover, zoals op het gebied van mensenrechten, de rechtsstaat, hervormingen, bestrijding van corruptie en bestrijding van criminaliteit. Juist een Stabilisatie- en associatieovereenkomst biedt een alomvattend kader, waarbinnen juist de samenwerking op deze terreinen vormgegeven kan worden. Het biedt ook een duidelijk handvat voor het doorvoeren van de noodzakelijke en gewenste hervormingen.

Montenegro verplicht zicht door deze Stabilisatie- en associatieovereenkomst juist tot zaken als het respecteren van mensenrechten, volledige samenwerking met het Joegoslaviëtribunaal, justitiële samenwerking, bestrijding van terrorisme, bestrijding van het witwassen van geld en het bestrijden van mensenhandel. Conform de wens van de Tweede Kamer bevat deze Stabilisatie- en associatieovereenkomst een mensenrechtenclausule. Als men daaraan niet voldoet, kan de Europese Unie het verdrag eenzijdig opschorten.

In de tweede plaats is er een clausule opgenomen over de samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal. De Commissie en het Joegoslavië-tribunaal constateren dat Montenegro op dit terrein buitengewoon goed samenwerkt.

Ik zei al dat de overeenkomst goede handvatten biedt voor de samenwerking op het gebied van justitie en politie. In de eerste plaats is er sprake van samenwerking op het gebied van politie. In de tweede plaats noem ik de terug- en overnameclausule. Die heeft betrekking op het terugnemen van eigen onderdanen, alsmede op het overnemen van onderdanen uit derde landen en van statenlozen. Het aantal Montenegrijnen dat in 2008 is uitgezet omdat zij illegaal in Nederland verbleven, is klein. Er was er eigenlijk maar één uit Montenegro zelf, en verder 12 uit de voormalige statenunie Servië-Montenegro. Montenegro heeft hen gewoon teruggenomen. Het land werkt dus goed samen.

Natuurlijk zijn er elementen die vragen om verdere stappen. Ik noem de bestrijding van corruptie en van de georganiseerde misdaad. Montenegro heeft een begin gemaakt met de versterking van het juridische kader voor de corruptiebestrijding, bijvoorbeeld met de wet op de financiering van politieke partijen en de resolutie over de strijd tegen de corruptie en de georganiseerde misdaad. Bovendien zijn anticorruptie-instellingen beter uitgerust. Maar er moet nog wel het nodige gebeuren. Deze overeenkomst biedt daarvoor juist de nodige handvatten, precies zoals de heer Ten Broeke zei. Als je de tekortkomingen wilt aanpakken en niet alleen maar aan de zijkant wilt staan schreeuwen, moet je door middel van deze overeenkomst daartoe stappen zetten. Dan help je ook het bestuur van Montenegro om deze problemen aan te pakken en dan helpen wij ook onze eigen burgers op dit punt.

Dan kom ik op de suggestie van de heer De Roon dat dit zou leiden tot een automatisch lidmaatschap. Ja, wij bieden een perspectief op lidmaatschap, maar wij hebben altijd heel helder gezegd: criteria zijn criteria en daar gaan wij niet mee sjoemelen. Om ervoor te zorgen dat deze landen aan die criteria voldoen – nogmaals: dat is in ons beider belang – moet je juist deze overeenkomst hebben. De heer Ten Broeke en de heer Ormel hebben dit nadrukkelijk naar voren gebracht. De heer De Roon stelt dat de commissaris al weer heeft gezegd dat er een versneld perspectief moet komen en dat het dus wel weer zal gaan zoals het ging met Roemenië en Bulgarije. Discussies die eerder zijn gevoerd, ga ik niet overdoen. In de discussie die ik ook met de Kamer heb gevoerd, vorige week bij de Staat van de Europese Unie, heb ik zeer duidelijk gesteld dat er geen sprake kan zijn van data. Ik heb zeer duidelijk gesteld dat zij niet in aanmerking komen, al is het over twintig jaar, als zij niet voldoen aan de criteria. Het gaat erom dat je er door middel van deze Stabilisatie- en associatieovereenkomst voor zorgt dat men wel aan die criteria gaat voldoen. Wij hebben onze opvattingen duidelijk gemaakt. De Kamer krijgt binnenkort de reactie van de Nederlandse regering op de voortgangsrapportage van commissaris Rehn.

Vorige week heb ik in het debat over de Staat van de Europese Unie heel helder aangegeven hoe wij aankijken tegen data. Staatssecretaris Timmermans heeft dat herhaald. Wij zijn tegen data. Er mogen streefdata zijn voor die landen zelf, maar wij laten niet het verstrijken van een datum bepalend zijn voor de vraag of men kan toetreden tot de Europese Unie of niet. Als ik kijk naar de bijdragen van de Kamer over de Stabilisatie- en associatieovereenkomst, dan ben ik buitengewoon blij dat deze kan rekenen op brede instemming. Wij doen daarmee namelijk werkelijk iets voor de mensen in de Balkan, maar wij doen duidelijk ook iets voor de mensen in Nederland, als het gaat over het tegengaan van onwenselijke ontwikkelingen in een regio die zeer dicht bij ons land ligt.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik ben blij met de heldere bewoordingen van de minister. Ik zou ze graag nog iets specifieker willen horen. De minister zegt: geen data, geen einddata, geen begindata. Dit betekent dat hij klip-en-klaar afstand neemt, niet alleen van commissaris Rehn, maar ook van de voorzitter van de Commissie, de heer Barroso. Barroso heeft in het geval van Kroatië, en later ook weer bij het bezoek van de premier van Servië, laten doorschemeren en expliciet laten weten dat er een toetredingsperspectief is, en daarbij zijn ook data genoemd.

Minister Verhagen:

Er is wel een toetredingsperspectief. Dat wensen wij ook zeer nadrukkelijk aan deze landen te geven. De datum waarop deze landen kunnen toetreden is in handen van de landen zelf. Als zij de hervormingen zo snel doorvoeren dat zij eerder dan wij nu wellicht voorzien, zouden kunnen toetreden, dan zeg ik: be my guest. Wij noemen geen datum. Wij hebben geleerd van eerdere uitbreidingsronden, waarbij de datum bepalend was en niet de vraag of aan de criteria was voldaan. Ik heb dat ook in een gesprek met commissaris Rehn duidelijk gemaakt in relatie tot die voortgangsrapportage. Ik heb gezegd dat wij geen verwachtingen moeten wekken die wij niet kunnen waarmaken. Bij een bezoek aan Kroatië waaraan de heer Ten Broeke ook refereert, heb ik zeer helder gemaakt dat deze landen rustig een datum kunnen noemen waarop zij denken aan de criteria te voldoen. Dat schept voor henzelf ook een verplichting om dan te leveren. Maar ik, of de Nederlandse regering, zal bekijken of deze landen hebben voldaan aan de criteria. Het criterium is niet het verstrijken van een datum.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer De Roon behoefte heeft aan een tweede termijn.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De Kamer werpt mij voor de voeten dat ik nu nog over dit wetsontwerp een plenaire behandeling heb aangevraagd. Mij wordt verweten dat ik dat ik dat nu pas doe en dat ik dat nu pas kenbaar maak. De PVV-fractie zal acteren op de momenten waarop het haar goeddunkt. Onze fractie zal altijd opereren en acteren op de momenten waarop het haar goeddunkt en niet op de momenten die anderen ons achteraf voor de voeten willen werpen. Ik vond dit een goed moment om te acteren op dit dossier en heb dus de plenaire behandeling van vanavond aangevraagd. Waarom is dat zo? Ik vond dat wij voor een volledige en goede beoordeling van de situatie met betrekking tot de vraag of wij nu moeten instemmen met dit wetsontwerp of niet, dat voortgangsrapport van de Europese Commissie over Montenegro moesten afwachten. Dat vond ik eigenlijk wel fair richting Montenegro zelf, maar ook richting de burgers van ons land.

Dat rapport is heel recent uitgekomen. Het laat eigenlijk alleen maar slechte cijfers zien. Ik constateer dus dat de andere fracties die in deze Kamer aan dit debat deelnemen dat allemaal blijkbaar maanden geleden van geen belang vonden voor de beoordeling van deze goedkeuringswet. Zij hebben toen al geoordeeld dat deze goedkeuringswet er in elk geval moest komen, ongeacht wat nu eigenlijk de rapportcijfers voor Montenegro zouden zijn. Ik vind dat onverstandig. Ik vond het, zoals gezegd, ook richting Montenegro zelf fair om dat rapport af te wachten. Nu blijkt dat de rapportcijfers slecht zijn. Nu hoor ik tot mijn verbazing toch alle fracties betogen dat dit helemaal niet ter zake doet en dat wij vooral met deze overeenkomst moeten doorgaan, dat wij onmiddellijk moeten ondertekenen. Ik vind het merkwaardig. Het is in ieder geval niet onze stijl om zo te opereren.

Blijkbaar, zo interpreteer ik het tenminste, hebben de fracties een soort heilig geloof in de heilzame werking van dit soort overeenkomsten. Er wordt gesproken over een hefboom voor verdere hervormingen. Ik heb daar grote twijfels over, ook als ik kijk naar Roemenië en Bulgarije. Als het gaat om de economische verheffing en het scheppen van welvaart voor een ander land op het Europees continent, van Montenegro in dit geval, zeg ik van harte dat ik Montenegro het allerbeste wens en ook de Montenegrijnse bevolking het allerbeste wens waar het gaat om de verbetering van hun welvaart en welzijn. Naar ons het idee is het niet nodig om het daarvoor het perspectief op lidmaatschap van de Europese Unie te bieden. Het verbeteren van welzijn door het scheppen van een betere economie kan ook heel goed gebeuren door allerlei andere vormen van economische samenwerking. Daarvoor hoeft het land geen lid te worden van de EU.

De heer Ormel (CDA):

Als de geachte afgevaardigde De Roon besluit om zelf ergens te acteren, moet hij zijn best doen en proberen om goed te acteren. Wij hebben het hier over een stabilisatie- en associatieovereenkomst. Wij spreken absoluut niet over toetreding tot de EU. Daar hebben wij het niet over. Als u die verbanden legt, mijnheer De Roon, is dat volkomen onterecht. Dan is dat een rookgordijn opwerpen en dan is dat alleen maar om uw slechte acteertalenten te maskeren.

De heer De Roon (PVV):

Dat is natuurlijk volstrekte onzin. Die banden tussen deze stabilisatie- en associatieovereenkomst en toetreding tot de EU worden door overeenkomst zelf gelegd. In een van de consideransen wordt dat verband gelegd. In de nota naar aanleiding van het verslag geeft ook de minister aan dat dit verband er is. Als Montenegro volledig zou voldoen aan alles wat uit hoofde van deze overeenkomst zijn verplichting is, wie gaat dan nog zeggen dat wij Montenegro er toch niet bij willen hebben in de EU. Nee, dan past die sleutel in dat slot en kan dat slot worden omgedraaid. Dan gaat die deur, de weg naar de EU, gewoon open.

Mijn fractie zegt, dat is dan mijn laatste opmerking richting de heer Ormel, dat het hier om een corrupt boevennest gaat. Als dat corrupte boevennest, die staat, straks voldoet aan alles wat uit deze overeenkomst voortvloeit, is dat boevennest echt nog niet weg. Dan is er misschien wel wat gerealiseerd op het gebied van de rechtsstaat, maar dan is het boevenpak echt nog niet weg. Openstelling van de deur naar de Europese Unie, betekent vervolgens dat al die slechte criminele invloeden vanuit dit land ook vrij baan, ruim baan, een open deur krijgen richting de EU en richting ons land. Wij hebben in Nederland al genoeg problemen met georganiseerde criminaliteit, met de verwevenheid van onder- en bovenwereld. Wij zitten echt niet te wachten aan nog een toevoeging en weer een nieuwe lidstaat.

De heer Ten Broeke (VVD):

De actie voor de bühne, waarover de heer De Roon heel eerlijk is en die hij nu op het allerlaatste moment houdt, roept bij mij twee vragen op. In de eerste plaats vraag ik de heer De Roon waarom hij tegen het vrijhandelsakkoord is, als zijn verzet tegen de belangen van Nederland, Nederlandse exporteurs en Nederlandse bedrijven ingaat? In de tweede plaats vraag ik hem het volgende. Hij blijft de koppeling leggen tussen een stabilisatieakkoord en een lidmaatschap. Er is geen sprake van een lidmaatschap. Als daarvan ooit sprake zal zijn, moet aan alle voorwaarden worden voldaan. Als de heer De Roon echt zekerheid had willen hebben op dit punt, had hij voor het Verdrag van Lissabon moeten stemmen. Daarin wordt dit namelijk vastgelegd. De VVD-fractie heeft hieraan meegewerkt, met name aan dit artikel. De heer De Roon was daarbij afwezig, voor de bühne.

De heer De Roon (PVV):

Ik heb niet gezegd dat mijn fractie tegen een vrijhandelsakkoord is. Dat heb ik op geen enkele manier gezegd, mijnheer Ten Broeke.

De heer Ten Broeke (VVD):

Tekent u het dan.

De heer De Roon (PVV):

Nee, ik zal het niet tekenen, want het voorliggende vrijhandelsakkoord schept wel degelijk een link naar lidmaatschap van de Europese Unie. Wij willen dat lidmaatschap van Montenegro niet. Als wij de link met een lidmaatschap uit dit verhaal konden wegstrepen, zou mijn fractie wellicht genegen zijn om in te stemmen met een vrijhandelsakkoord. Deze link wordt echter duidelijk gelegd. Ik geef de heer Ten Broeke op een briefje dat Montenegro over een aantal jaren lid van de Europese Unie zal zijn als dit verhaal doorgaat. Wij zullen zo'n lidmaatschap dan niet meer kunnen tegenhouden. Mijn fractie wil dit echter wel tegenhouden. Daarom ga ik nu al dwarsliggen op dit pad.

De voorzitter:

Ik constateer dat de andere woordvoerders afzien van een tweede termijn. Mijns inziens is er geen vraag gesteld aan de minister, maar wellicht wil hij toch reageren in zijn tweede termijn.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik zal kort zijn. De heer De Roon zegt verbeteringen te wensen voor de Nederlandse burgers bij het tegengaan van corruptie en criminaliteit. Hij kiest daarbij echter voor precies de verkeerde weg. Alle instrumenten die daartoe kunnen leiden, wijst hij af. Hij constateert dat op basis van het voortgangsrapport wordt gesteld dat er nog veel uitdagingen zijn voor Montenegro, onder andere op het punt van de corruptiebestrijding en de rechtsstaat. Daarin heeft hij gelijk. Ook de Europese Commissie noemt deze problemen in scherpe bewoording. In de gesprekken die ik vorige week met mijn collega-minister van Montenegro hierover heb gevoerd, ontkent hij deze problemen niet. Voor het aanpakken van deze problemen is juist de Stabilisatie- en associatieovereenkomst hét instrument. De heer De Roon constateert dus dat er problemen zijn, maar doet vervolgens niets aan de oplossing. Hij denkt: laat Montenegro maar buiten, dan blijven de problemen vanzelf weg. Mijn reactie daarop is: droomt u maar lekker verder, mijnheer De Roon. Dit is niet de realiteit. Voorts ontkent de heer De Roon dat er in de voortgangsrapportage gesproken wordt over goede ontwikkelingen. Juist op punten als de grondwet, de anticorruptiemaatregelen en het juridisch kader voor corruptiebestrijding wordt wel degelijk vooruitgang geboekt. Binnen het ambtelijk apparaat wordt wel degelijk vooruitgang geboekt en de economie groeit. Als wij deze positieve tendensen willen stimuleren, dan moeten wij deze elementen versterken, onder andere door middel van dit associatieverdrag.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter, ik word zwaar geprovoceerd door de minister.

Minister Verhagen:

U doet niet anders, mijnheer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

De minister meldt van alles over standpunten van de PVV-fractie. Hij kan dat echter totaal niet onderbouwen.

Minister Verhagen:

Ik citeer u.

De heer De Roon (PVV):

Ik heb niet gezegd dat mijn fractie Montenegro niet zou willen tegemoetkomen op punten rond de verbetering van de handel tussen de landen van de Europese Unie en Montenegro. Ik heb ook niet gezegd dat wij Montenegro niet moeten willen helpen bij de bestrijding van alle nare fenomenen die in dat land spelen, te weten corruptie, criminaliteit, kortom bij het ontmantelen van het boevennest. Dat heb ik niet gezegd. Ik heb wel gezegd dat ik niet wil hebben dat dit gebeurt door middel van de thans voorliggende overeenkomst, waarmee in mijn ogen wel degelijk perspectief wordt geboden op het EU-lidmaatschap. Daarover wordt zelfs in die overeenkomst nadrukkelijk gesproken. Wij willen hoe dan ook geen uitbreiding van de Europese Unie. Die Unie is al te groot en heeft al te veel problemen. Er nog meer problemen bijhalen, is het slechtste wat wij kunnen doen.

Minister Verhagen:

Ik constateer nogmaals dat de PVV-fractie geen gebruik wil maken van de instrumenten die in deze associatieovereenkomst worden geboden om samen met Montenegro deze problemen aan te pakken. Wat het potentiële kandidaat-lidmaatschap betreft, maak ik er geen geheim van dat het wel degelijk ook in ons belang kan zijn om de Balkan te integreren in Europa in plaats van de situatie zoals tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina en de Kosovo-oorlog.

De heer De Roon suggereert dat het weer automatisch zal gaan en daarmee doet hij geen recht aan wat in deze overeenkomst staat. Als hij deze overeenkomst leest en niet alleen een voortgangsrapportage, wat hij blijkbaar heeft gedaan, en als hij bekijkt wat er staat in de derde considerans van de overeenkomst, dan ziet hij dat daarin heel nadrukkelijk staat dat ook de status van een potentieel kandidaat-lidmaatschap afhankelijk wordt gesteld van de succesvolle tenuitvoerlegging van alle elementen in deze Stabilisatie- en associatieovereenkomst. Montenegro dient te voldoen aan die criteria en dient te voldoen aan de Kopenhagencriteria. Als je bedenkt hoe streng dat Europese perspectief is geclausuleerd, dan heeft de heer De Roon de overeenkomst niet gelezen als hij ontkent dat dit in de overeenkomst staat.

Wij wensen dat dit perspectief streng geclausuleerd is. Voorlopig is er geen sprake van dat de toetredingsonderhandelingen met Montenegro zullen worden gestart. Het voldoet absoluut niet aan de criteria die daarvoor gelden. Als de heer De Roon wil dat het hoe dan ook nooit lid wordt van de Europese Unie, al voldoet het volledig aan alle criteria, dan moet hij zijn lijn kiezen, maar dan kiest hij een andere lijn dan de Nederlandse regering en naar ik verwacht ook een meerderheid van de Tweede Kamer.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag aanstaande zullen wij stemmen over het wetsvoorstel.

De interpellatie van de heer Fritsma over het verstoren van de lampionnenoptocht is van de agenda afgehaald.

De vergadering wordt van 20.25 uur tot 21.25 uur geschorst.

Naar boven