Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2008 over het alcoholbeleid.

De voorzitter:

Er is sprake van het kerstregime. Er mogen dus alleen moties worden ingediend. Wie geen moties heeft, waarvoor dank, krijgt niet het woord. Er worden geen vragen gesteld, behalve als u het echt niet begrijpt en dat kan ik mij niet voorstellen. Ik heet de minister welkom.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik mag geen inleidende tekst uitspreken dus ik beperk mij tot mijn drie moties. Ik had een vraag. Die heb ik in een motie opgenomen, maar eventueel is die weer in te trekken. De eerste motie gaat over de drankketen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met name in drankketen regelmatig overmatig alcohol wordt gedronken door jongeren onder de geldende leeftijdsgrens, zonder dat er toezicht is;

constaterende dat een pilot van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) om samen met twintig gemeenten illegale drankketen te sluiten nog geen resultaat heeft opgeleverd;

constaterende dat ook in niet-commerciële keten vaak drankmisbruik door jongeren onder de geldende leeftijdsgrens plaatsvindt en dat, net als commerciële keten, ook niet-commerciële keten vaak niet voldoen aan wettelijke eisen van (brand)veiligheid;

van mening dat de landelijke overheid een duidelijk signaal zou moeten afgeven aan gemeenten dat het tolereren c.q. gedogen van overmatig alcoholgebruik vanwege de schade die het aanbrengt aan de gezondheid van jongeren, niet acceptabel is;

verzoekt de regering, indien de doorstart van de pilot van de VWA na de zomer niet tot scherpe maatregelen heeft geleid om deze illegale keten te sluiten, te bevorderen dat de VWA en de gemeenten de hun beschikbare instrumenten inzetten om het functioneren van drankketen waar alcohol zonder vergunning tegen betaling en derhalve in strijd met de Drank- en Horecawet wordt verstrekt, in de praktijk onmogelijk te maken;

verzoekt de regering, inzichtelijk te maken hoeveel niet-commerciële drankketen zich in de pilotgemeenten bevinden, te bevorderen dat gemeenten met de betrokkenen tot controleerbare afspraken komen om overmatig alcoholgebruik onder de wettelijk toegestane leeftijd tegen te gaan en de (brand)veiligheid op orde te krijgen, daarbij gebruik te maken van de gedragscode voor huisregels rond veilig alcoholgebruik in buurt- en huiskamerketen (motie-Joldersma c.s., 27565, nr. 37), en de Kamer hiervan op de hoogte te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Bouwmeester en Schermers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 64(27565).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De tweede motie gaat over het streefpercentage twaalfjarigen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens het Trimbos-instituut meer dan de helft van de 12-jarigen en ongeveer 80% van de 14-jarigen in Nederland ooit alcohol heeft gedronken en dat 12- tot 14-jarige drinkers nog steeds te vaak en te veel drinken;

constaterende dat volgens het Trimbos-instituut de meeste scholieren beginnen met drinken als zij tussen de 11 en 15 jaar zijn en dat volgens het IVO (2007) de gemiddelde beginleeftijd waarop kinderen alcohol gaan gebruiken 12,7 jaar is;

constaterende dat het aantal jongeren en kinderen van 16 jaar of jonger na drankmisbruik in het ziekenhuis belanden tussen 2001 en 2006 met 83% is gestegen en dat de stijging onder meisjes van 16 jaar of jonger zelfs 135% bedraagt (Nationale Drug Monitor, Jaarbericht 2007);

constaterende dat de regering de ambitie heeft om het ooitgebruik van alcohol onder 12- tot 15-jarigen terug te dringen tot 62%;

overwegende dat jong starten met alcohol drinken tot een verhoogde kans op hersenschade op latere leeftijd leidt;

van mening dat het wenselijk is dat jongeren op zo laat mogelijke leeftijd voor het eerst met alcohol in aanraking komen en dat de huidige ambitie van de regering te weinig rekening houdt met het alcoholgebruik onder 12-jarigen;

verzoekt de regering om een afzonderlijk streefpercentage te hanteren voor 12-jarigen en daarbij aan te geven hoe zij deze ambitie wil bereiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 65(27565).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ten slotte een motie over de experimenteergemeenten. Hierover is al eerder door mevrouw Joldersma en mij een motie ingediend die door de Kamer is aangenomen in een eerder debat. Toch nog een aanmoediging daarvoor.

De voorzitter:

U moet nu echt de tekst voorlezen, u hebt al veel tijd gebruikt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer in december 2007 de motie-Joldersma/Voordewind (27565, nr. 36) heeft aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om gemeenten in aanmerking te laten komen voor experimenten met het verhogen van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar voor de verkoop van alcohol;

constaterende dat het wettelijk traject om de uitvoering van de experimenten te realiseren nog minimaal twee jaar gaat duren en dat de experimenten zelf ook nog eens twee jaar duren;

van mening dat het onwenselijk is dat minimaal vier jaar op de resultaten van de lokale experimenten gewacht moet worden;

verzoekt de regering, alles in het werk te stellen om de behandeling van de wijziging van de Drank- en Horecawet te bespoedigen en daarbij zorgvuldigheid te betrachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 66(27565).

Voordat ik het woord geef aan mevrouw Bouwmeester wil ik opmerken dat ik de moties veel te lang vind. De spreektijd van twee minuten is maar net voldoende om één motie voor te dragen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Misschien is dat tactiek van ons, maar ik kan u gerust stellen, mijn moties zijn korter dan die van de heer Voordewind.

De voorzitter:

Dat hoop ik, anders moet ik de commissie voor de Werkwijze vragen, daar regels voor op te stellen. Dat doe ik liever niet.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat te veel kinderen onder de 16 jaar branchebreed alcohol kunnen kopen;

constaterende dat ongeacht de door de verstrekkers ingezette middelen de slagingskans om alcohol te kopen onder de 16 jaar onverminderd hoog is;Bouwmeester

constaterende dat er een proef gaande is, met het doel te onderzoeken welke instantie het beste kan handhaven, maar niet hoe de handhaving effectiever kan worden vormgegeven;

constaterende dat de VWA kan besluiten tot het naar beneden brengen van de toezichtfunctie indien het zelfcontrolesysteem "naar behoren" functioneert;

van mening dat het instellen van een zelfcontrolesysteem kan bijdragen aan het voorkomen van verkoop van alcohol onder de wettelijke leeftijdsgrens, omdat getoetst kan worden op de effectiviteit van de ingezette middelen en maatregelen;

van mening dat niet inzichtelijk is op basis van welke criteria wordt beoordeeld of een zelfcontrolesysteem "naar behoren" functioneert;

verzoekt de regering, de Kamer schriftelijk te informeren over de wijze waarop het zelfcontrolesysteem werkt, op basis van welke criteria de VWA beoordeelt of zelfcontrole daadwerkelijk effect heeft, wanneer en hoe vaak wordt overgegaan tot een verlaagde toezichtfunctie;

verzoekt de regering, de Kamer hierover voor Prinsjesdag 2008 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouwmeester, Dibi, Leijten en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 67(27565).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat te veel kinderen onder de 16 jaar branchebreed alcohol kunnen kopen;

constaterende dat er maatregelen worden genomen om ouders en kinderen bewust te maken van de gevaren van alcohol en hun verantwoordelijkheid hierin te nemen;

constaterende dat ongeacht de door de verstrekkers ingezette middelen de slagingskans om alcohol te kopen onder de 16 jaar onverminderd hoog is;

constaterende dat tot op heden slechts een enkele supermarkt daadwerkelijk investeert in effectieve methoden om verstrekking van alcohol aan kinderen onder de 16 tegen te gaan;

van mening dat een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak doeltreffender is dan de huidige aanpak;

verzoekt de regering, in overleg te treden met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) om aan hen te verzoeken, de leden te stimuleren alle effectieve middelen in te zetten om verkoop van alcohol onder de 16 tegen te gaan en over de nieuwe aanpak en afspraken in het kader van de nieuwe inzet expliciet in het openbaar te rapporteren;

verzoekt de regering voorts, de Kamer over de uitkomst van dit gesprek voor Prinsjesdag 2008 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouwmeester en Dibi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 68(27565).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het indienen van lange moties in het kader van het kerstregime is het gevolg van het niet kunnen inleiden. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de alcoholpoli van de Reinier de Graaf Groep in Delft jongeren na overmatig drankgebruik informeert over de gevaren van het alcoholgebruik en een therapeutisch traject van nazorg kent;

constaterende dat tijdens het therapeutische traject de oorzaken van het overmatig drinken worden achterhaald en behandeld om herhaling te voorkomen;

constaterende dat dit therapeutische traject tweedelijnszorg is die niet gelijk kan worden getrokken met algemene preventie;

van mening dat de werkwijze van de Reinier de Graaf Groep belangrijk is voor het voorkomen van herhaling van comazuipen bij kinderen;

constaterende dat veel ziekenhuizen in het land de wens hebben om een alcoholpoli in te richten;

constaterende dat de minister heeft toegezegd, te komen met een landelijk dekkend netwerk van alcoholpoli's, maar dat dit slechts drie nieuwe ziekenhuizen betreft;

van mening dat het, gezien het landelijke beeld van overmatig drankgebruik onder jongeren, wenselijk is dat er op korte termijn in meer dan vier ziekenhuizen met de specifieke methode gewerkt wordt;

van mening dat alle kinderen die met te veel drank op in het ziekenhuis opgenomen worden altijd dicht bij huis behandeld dienen te worden;

verzoekt de regering, een plan te maken voor een brede spreiding van alcoholpoli's, zodat er daadwerkelijk sprake is van een landelijk dekkend netwerk en de Kamer met Prinsjesdag 2008 hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Bouwmeester. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 69(27565).

Mevrouw Schermers (CDA):

Voorzitter. Ik heb zelfs een motie laten vallen. Wij wilden een motie indienen over leeftijdscontrole bij 16 jaar. De brancheorganisaties zijn daar zelf al aan tegemoet gekomen, in ieder geval voldoende voor ons. Daarom hebben wij die motie laten vallen. Ik dien wel een korte motie in over alcoholmisbruik bij ouderen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hulpvraag bij alcoholproblematiek in de leeftijdscategorie 55-plus sterk stijgt;

overwegende dat ouderen met excessief alcoholgebruik vaak ook andere gezondheidsproblemen hebben, zoals vereenzaming, valincidenten, depressie, korsakov en andere ziekten;

verzoekt de regering om samen met de ouderenorganisaties een samenhangende aanpak te ontwikkelen voor gezondheidsproblemen voortvloeiende uit excessief alcoholgebruik van ouderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schermers, Joldersma en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 70(27565).

Minister Klink:

Mevrouw de voorzitter. In de motie over de drankketen van de leden Voordewind, Bouwmeester en Schermers wordt de regering gevraagd om een zodanige aanpak van commerciële alcoholketen dat zij niet verder kunnen functioneren, en om een inventarisatie van en afspraken met niet-commerciële keten. Het kabinet is het eens met de in het eerste deel van de motie gevraagde krachtige aanpak van de alcoholketen. De VWA kan zelf geen keten sluiten, maar alleen een boete opleggen namens de minister van VWS. De officier van justitie kan geldboetes opleggen en bij zware delicten zelfs sluiting van de onderneming bevelen op gezag van de rechter. In die setting zal de vraag opkomen of een keet een onderneming is. De gemeente kan bestuursdwang toepassen, een dwangsom opleggen en bezoekers uit alcoholketen weren. Het eerste deel van de motie vinden wij sympathiek, maar het tweede deel van de motie is onuitvoerbaar. Het kabinet kan toezeggen met een inventarisatie te komen van niet-commerciële keten. Het zal echter niet mogelijk zijn om controleerbare afspraken te maken over het alcoholgebruik in zogenaamde huiskamerketen. Wat in de huiskamer gebeurt, is immers niet te controleren. Vanwege het tweede deel ontraden wij de aanneming van deze motie.

Dan kom ik op de motie over het streefcijfer bij 12-jarigen. Tijdens het algemeen overleg heeft de minister voor Jeugd en Gezin reeds toegezegd dat bij het beoordelen van de resultaten van het alcoholbeleid specifiek aandacht wordt besteed aan de jongste groepen kinderen. Het kabinet kan het Trimbos-instituut vragen om een extra analyse te maken van de data van het recente peilstationonderzoek om te kijken naar de gemiddelde beginleeftijd bij scholieren. Volgens het Trimbos-instituut is dit een minder gevoelige indicator dan het ooitgebruik bij scholieren, wat het huidige streefcijfer is. De gemiddelde startleeftijd wordt immers beïnvloed door de ondervraagden die ouder zijn. Oudere respondenten vinden het vaak lastig om aan te geven op welke leeftijd zij precies met drinken zijn gestart en geven dan een wat hogere leeftijd op, althans, zo blijkt in de praktijk. Momenteel zijn er twee streefcijfers geformuleerd voor het alcoholbeleid. Het kabinet is bereid om een van die twee cijfers te vervangen door een nieuw streefcijfer dat betrekking heeft op de beginleeftijd, als de Kamer dat blijkens deze motie wil. Uit dien hoofde laat ik het oordeel over de motie graag over aan de Kamer.

De heer Voordewind heeft ook een motie ingediend waarin hij de regering verzoekt, alles in het werk te stellen om de behandeling van de wijziging van de Drank- en Horecawet te bespoedigen en daarbij zorgvuldigheid te betrachten. Het kabinet is op grond van efficiency en inhoudelijke overwegingen een tegenstander van splitsing van het wetsvoorstel Drank- en Horecawet in twee tranches, zoals eerder wel is voorgesteld. Het kabinet wil een integraal pakket van maatregelen in één wetsvoorstel waaronder het invoeren van een experimenteerartikel. Het is niet mogelijk om middels convenanten een experiment te regelen. Het kabinet streeft ernaar om de wijziging van de Drank- en Horecawet conform het verzoek in deze motie in het voorjaar van 2009 aan de Kamer aan te bieden. Zodra bekend is hoe het experimenteerartikel er precies uitziet en de Kamer daarmee akkoord is, kan worden gestart met voorbereidingen van het experiment zoals de aanbesteding van het onderzoek en de selectie van gemeenten. Het kabinet is bereid om deze activiteiten naar voren te halen. Zodra de Eerste Kamer akkoord is, kan dit onderdeel van de wijzigingswet naar voren worden gehaald en kan daarmee worden gestart. Het wetstraject dient verder natuurlijk wel normaal te verlopen.

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind. Ik zie dat u wilt interrumperen. Dat mag alleen als u iets niet begrijpt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik mag de motie toch ook intrekken, als ik tevreden ben? Daar help ik heel veel mensen mee. Dank voor de toezegging van de minister. Ik ben daarmee zeer tevreden.

De voorzitter:

Ja, graag. Dat ben ik niet meer gewend.

Minister Klink:

Daar helpt u mij mee en ook mensen binnen mijn departement. Ik onderschrijf gaarne de tevredenheid.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Voordewind (27565, nr. 66) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Klink:

In de motie van mevrouw Bouwmeester, de heer Dibi, mevrouw Leijten en de heer Voordewind wordt de regering verzocht, de Kamer schriftelijk te informeren over de manier waarop het zelfcontrolesysteem werkt, op basis van welke criteria de VWA beoordeelt of zelfcontrole daadwerkelijk effect heeft en wanneer en hoe vaak wordt overgegaan tot een verlaagde toezichtfunctie. Het liefst wil men dat rond Prinsjesdag. Van mijn kant zeg ik graag toe dat wij dat gaan doen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik ben blij met deze toezegging en ik trek de motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Bouwmeester c.s. (27565, nr. 67) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Klink:

Mevrouw Bouwmeester en de heer Dibi hebben voorts een motie op stuk nr. 68 ingediend met betrekking tot de levensmiddelenbranche. Het kabinet overlegt regelmatig over de bijdrage van de levensmiddelenbranche aan de alcoholpreventie, zowel in het Directeurenoverleg als in het zogenaamde Regulier Overleg Alcoholbeleid als in de Werkgroep Alcohol en Jongeren. Binnen die drie overleggen wordt gesproken over ieders bijdrage aan het tegengaan van alcoholmisbruik. De levensmiddelenbranche is de laatste jaren zeer actief. Het feit dat het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel in zijn jaarvergadering besloten heeft om de controleleeftijd naar 20 jaar op te schroeven, is daarvan een goed voorbeeld. In de motie wordt verzocht om het CBL te verzoeken, de leden te stimuleren om allerlei effectieve maatregelen in te zetten om de verkoop aan jongeren onder de 16 jaar tegen te gaan en over de nieuwe aanpak en afspraken in het kader van de nieuwe inzet expliciet in het openbaar te rapporteren. Ik kan met die motie leven als het hierin gaat om een verzoek van mij in de richting van het CBL dat kan worden beschouwd als een aanmoediging om de meest effectieve methode te hanteren voor handhaving van die grens van 16 jaar, die ons allemaal als ondergrens in elk geval lief is. Als het gaat om een verzoek aan het CBL om openbaarheid te betrachten over de instrumenten die zullen worden ingezet en de breedte daarvan, dan ga ik akkoord met deze motie. Als daar verplichtingen uit voortvloeien, in die zin dat ik vervolgens moet gaan rapporteren over de inspanningen en de effecten daarvan, dan vrees ik dat daar een enorme lastendruk voor zowel het departement als het CBL uit voortvloeit. Dan zou ik niet akkoord willen gaan met deze motie. Dan ontraad ik dus de aanvaarding ervan.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Het gaat mij erom dat openbaar wordt gemaakt wat de inzet van het CBL is. Die inzet is natuurlijk niet uw verantwoordelijkheid. Was dat maar waar! Als u daaraan kunt voldoen, dan trek ik de motie in.

Minister Klink:

Ja, dat wil ik graag.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Bouwmeester/Dibi (27565, nr. 68) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Klink:

Voorzitter. De leden Leijten en Bouwmeester hebben een motie op stuk nr. 69 over de alcoholpoli's ingediend. Na de zomer zullen vier ziekenhuizen werken in het kader van het project met de alcoholpoli. Alle ziekenhuizen worden daarover geïnformeerd en kunnen daar over de hele linie bij aanhaken. Er is inmiddels contact in het kader van de bredere preventie die uitgaat van de ziekenhuizen. Voor zover met deze motie wordt bedoeld dat specifiek het project met de alcoholpoli in het Reinier de Graaf ziekenhuis landelijk uitgebreid moet worden en dat daarvoor een apart traject moet worden ingezet, zou ik deze motie, onder verwijzing naar het gebezigde tijdens het algemeen overleg, willen ontraden.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, houdt u de motie aan?

Mevrouw Leijten (SP):

Dat laat ik u nog weten. Ik heb nog een vraag aan de minister. Het antwoord staat, wat mij betreft, op gespannen voet met hetgeen de minister in het overleg over het alcoholbeleid van november of december 2007 heeft gezegd. Toen heeft hij namelijk toegezegd dat er een landelijk dekkend netwerk zou komen. Dat betekent dat er een alcoholpoli komt in alle ziekenhuizen die dat willen. Waarom regelen wij dat niet gewoon?

Minister Klink:

Alle ziekenhuizen die dat willen, kunnen zich daarbij aansluiten. Ik gaf zo-even al aan dat vier ziekenhuizen hiermee gaan beginnen. Ondertussen is er met de heer Van der Lely uitvoerig contact geweest. Dat hebben wij tijdens het laatste algemeen overleg ook uitgebreid besproken. Er vindt nu een schakeling plaats tussen de andere preventieprojecten die zich daar aftekenen en er is sprake van een gemeenschappelijk initiatief. Dat gemeenschappelijke initiatief zal verder uitgerold worden. Bij de alcoholpoli's als zodanig wordt nu overgegaan tot een uitbreiding van vier ziekenhuizen. Het Reinier de Graaf dient daarbij als voorbeeld. Andere ziekenhuizen kunnen zich daarbij aansluiten, maar het pilotproject als zodanig gaan wij nu niet landelijk uitrollen. Ik moet de aanvaarding van deze motie dus echt ontraden. Er is ten opzichte van vorig jaar wel een tussenstap gemaakt. Toen ging het met name over het ineenvlechten van de twee initiatieven die op dit moment lopen.

In de motie-Schermers c.s. op stuk nr. 70 wordt de regering verzocht om samen met de ouderenorganisaties een samenhangende aanpak te ontwikkelen voor gezondheidsproblemen die voortvloeien uit excessief alcoholgebruik van ouderen. Ik sta op zichzelf wel sympathiek tegenover deze motie, omdat zich hier wellicht een nieuwe problematiek aftekent. Wij zullen in het kader van de langdurige zorg en het beleid dat zich daar afspeelt, ook specifieker inzetten op het ouderenbeleid. Ik laat het oordeel over deze motie gaarne aan de Kamer over.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen over de moties zullen volgende week dinsdag plaatsvinden.

Naar boven