Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag te stemmen over de aangehouden motie-Irrgang/Vendrik (31200-V, nr. 105).

Voorts stel ik voor, te stemmen over de moties die zijn ingediend bij het notaoverleg van maandag 19 mei jongstleden over rechtshandhaving bij cybercrime en internetmisbruik.

Op verzoek van het lid De Wit stel ik voor, zijn motie op stuk nr. 31200-VI, nr. 47, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roland Kortenhorst.

De heer Roland Kortenhorst (CDA):

Voorzitter. Vanavond wordt een algemeen overleg gehouden over de vervanging van de F-16. Mogelijk willen wij daarover een motie indienen en willen anderen hetzelfde doen. Ik verzoek op voorhand, het verslag van dat algemeen overleg op de agenda te plaatsen en de stemmingen daarover eveneens deze week te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Kunt u mij zeggen waarom de stemmingen deze week moeten plaatsvinden?

De heer Roland Kortenhorst (CDA):

In het AO komen mogelijk zaken aan de orde die een datumlimiet in zich hebben. Er moet gestemd worden voordat die datum verstrijkt.

De voorzitter:

Dat is helder. Op zich zijn de leden er nooit blij mee als zij op donderdag moeten stemmen.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Dit is een wat vreemde gang van zaken. Ik begrijp dat de heer Kortenhorst de antwoorden van de twee CDA-bewindslieden al kent. Laten wij eerst het AO afwachten, zoals volgens mij gebruikelijk is. Vervolgens kunnen wij bekijken of een VAO moet worden aangevraagd.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik ben blij dat de CDA-fractie overweegt om moties in te dienen. Ik hoop dat zij kritisch staat ten opzichte van de JSF. De noodzaak om deze week een VAO te houden en te stemmen is er absoluut niet. Het gaat om een datum voor het ondertekenen van een contract. Wij hebben dit contract kunnen inkijken. Er worden daarin geen data genoemd. Die noodzaak is er dus niet. Ik zou mijn collega's iets willen vragen. Zij weten allen dat ik naar de onderhandelingen in Dublin ga om te praten over het internationale verdrag over clustermunitie. Dit heb ik uitgesteld, omdat vandaag dit debat moest worden gehouden. Ik zou daarom willen voorstellen om dinsdag een VAO te houden. Ik hoop op het begrip van de collega's daarvoor.

De heer Boekestijn (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie steunt het voorstel van het CDA. Er is wel degelijk sprake van een datumlimiet. Het is van belang dat wij nog deze week een VAO kunnen houden en daarover tevens kunnen stemmen.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik steun het voorstel van mevrouw Van Velzen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie steunt het voorstel van het CDA.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook de ChristenUnie-fractie steunt het voorstel van het CDA.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het voorstel van mevrouw Van Velzen.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie steunt het voorstel van het CDA.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er een meerderheid is voor het voorstel van de heer Kortenhorst. Mevrouw Van Velzen, u kunt natuurlijk morgen in de commissie of op een andere manier nog proberen om anderen te overtuigen, maar nu niet meer. Het VAO wordt dus toegevoegd aan de agenda van deze week.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Akkoord. Kunnen bij het VAO dan wel alle betrokken bewindspersonen aanwezig zijn? Het is een belangrijk onderwerp. Het betreft de ministers van Defensie en van Economische Zaken. Ik ga ervan uit dat zij bij het VAO aanwezig kunnen zijn. Mocht dat niet het geval zijn, dan verzoek ik om het debat alsnog volgende week af te ronden.

De voorzitter:

Uw verzoek is gehoord. Dank daarvoor. Wij zullen proberen, het VAO zo vroeg mogelijk te agenderen, namelijk morgen om 10.15 uur. Dat lijkt mij voor u een goede oplossing.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Het debat loopt vanavond tot 22.30 uur. Mijn fractie heeft daarna een fractieberaad nodig. 10.15 uur 's ochtends?

De voorzitter:

Het spijt mij, maar een ander tijdstip deze week is niet mogelijk.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Mede namens mevrouw Van der Burg van de VVD-fractie verzoek ik om een brief van het kabinet over het CPB-rapport inzake de woningmarkt, dat vorige week is uitgekomen. Dat rapport bevat harde noten in de richting van het kabinet. Ik wil graag een brief van de ministers van Financiën, voor WWI en van EZ en het liefst binnen twee weken.

De heer Jansen (SP):

De algemene commissie voor WWI heeft in haar laatste procedurevergadering al gevraagd om haast te maken met een reactie op het rapport van de VROM-raad "Tijd voor keuzes". Ik steun het verzoek van de D66-fractie, maar ik kan mij voorstellen dat het daarin meegenomen wordt, zodat er één notitie komt over deze twee zaken die met elkaar te maken hebben.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik zou graag het verslag van het algemeen overleg over het functioneren van het CBR op de agenda willen plaatsen. Mogelijk vindt op een bepaald onderdeel nog een derde termijn plaats. Als daartoe inderdaad besloten wordt, lijkt het mij handig om het VAO na die derde termijn te houden.

De voorzitter:

In overleg met u zullen wij het VAO plannen.

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Vorige week heb ik een spoeddebat aangevraagd over "trophee hunting", maar kreeg daar toen niet voldoende steun voor. "Trophee hunting" is gewoon voor de lol olifanten aanschieten, niet eens doodschieten, voor de hoofden en de slagtanden. Het zijn allemaal rijke Nederlanders die dat doen. Ik heb vorige week de Kamer verzocht om steun voor een spoeddebat, maar dat is niet gelukt. Er was wel steun voor een brief en die hebben wij inmiddels ontvangen. Deze is echt erbarmelijk, zoals vele brieven van de regering. Deze is echter echt schandalig en gaat helemaal niet over mijn verzoek. Ik wil daarom alsnog een spoeddebat aanvragen over "trophee hunting", het aanschieten van weerloze dieren door 5000 rijke Nederlanders. Voor dat verzoek wil ik graag steun krijgen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Die steun wil de PvdD-fractie van harte verlenen, dus bij dezen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Mijn fractie heeft er geen bezwaar tegen om over deze brief te praten met de minister, maar volgens ons kan dat ook spoedig in een algemeen overleg. Ik geloof dat er vanmiddag een procedurevergadering is, waar wij dat dan kunnen regelen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Gent.

De heer Van der Ham (D66):

Ik ook. Ik deel de verontwaardiging, maar het kan ook via een AO.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik deel ook de mening van mevrouw Van Gent. Het staat inmiddels al op de agenda om het te behandelen bij het AO.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik stel voor, de brief bij het AO te betrekken.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Ik ben het daarmee eens.

De heer Graus (PVV):

Dat AO zal dan mogelijk een spoed-AO worden. Dat zie ik tegemoet. Ik wil echter toch wel even zeggen dat voor mij de reden om een spoeddebat te vragen was dat bij een procedurevergadering fracties nog wel eens met dertien man komen opdagen, vandaar dat ik voor deze procedure heb gekozen.

De voorzitter:

U hebt hier steun gekregen, dus dat gaat niet gebeuren. Het staat gepland en u gaat er vanmiddag over praten.

Het woord is aan de heer Irrgang. Mijnheer Irrgang, u komt uit een onverwachte hoek van deze zaal en dat brengt mij in verwarring. U moet dat niet te vaak doen.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Dat is niet nodig.

Wij hebben uit NRC Handelsblad kunnen vernemen dat er inmiddels een verklaring van de UNDP ligt naar aanleiding van diens onderzoek naar de vergoedingen voor mevrouw Herfkens. Daaruit blijkt dat mevrouw Herfkens niet alleen bekend was met de VN-regels waarmee de aan haar verstrekte vergoeding in strijd was, maar daarvoor ook getekend heeft. Naar aanleiding daarvan verzoek ik om een spoeddebat met de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking over hun verdere vervolgstappen.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Allereerst verbaast het mij dat de SP-fractie een motie in stemming brengt over een onderwerp waarover zij direct daarna een spoeddebat aanvraagt, maar dit terzijde.

De voorzitter:

Het gaat nu om de procedures en niet om de inhoud.

Mevrouw Ferrier (CDA):

U hebt gelijk, mevrouw de voorzitter! Mijn fractie wil voldoende tijd om over dit onderwerp te praten. Het liefst willen wij dus een algemeen overleg. Sowieso moet er gesproken worden op basis van een brief waarin de ministers aangeven welke consequenties zij verbinden aan de verklaring van de UNDP.

De heer Boekestijn (VVD):

Voorzitter. Ik wil geen spoeddebat. Ik heb begrepen dat er net een brief van de minister van Buitenlandse Zaken is binnengekomen, waarin staat dat hij van plan is om te gaan terugvorderen. In dat verband stel ik de CDA-fractie voor om in de procedurevergadering steun te vragen voor haar verzoek en daarna een algemeen overleg te houden. Wel wil ik een reactie van het kabinet ontvangen op het onderzoeksrapport van de VN. Verder zouden wij graag zien dat het onderzoeksrapport van de VN zo snel mogelijk naar de Kamer wordt gestuurd.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De fractie van D66 sluit zich aan bij de vorige sprekers. Dit onderwerp kan in een algemeen overleg besproken worden.

Mevrouw Gill'ard (PvdA):

Voorzitter. Ook de PvdA-fractie sluit zich aan bij dit laatste voorstel voor een algemeen overleg en een brief van de regering.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Kortheidshalve sluit ik mij aan bij het betoog van de heer Boekestijn. Dat is de weg die moet worden bewandeld, want die biedt de grootste kans dat een en ander goed wordt afgehandeld.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Het is evident dat deze kwestie zo veel mogelijk voor de zomer afgehandeld moet worden. In die zin begrijp ik de spoed van de heer Irrgang heel goed. Maar wij hebben nu een nieuwe brief, die ik nog niet ken. Uit vorige debatten is naar voren gekomen dat wij wachten op het VN-rapport en de kabinetsreactie daarop. De heer Boekestijn vraagt daar ook om. Ik sluit mij aan bij zijn verzoek. Laten wij daar even op wachten, zodat er een goed einddebat over deze kwestie gevoerd kan worden.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Het is moeilijk spreken over een brief die ik nog niet gelezen heb.

De voorzitter:

Ik vat het even samen, want anders duurt het te lang. U hebt geen steun voor een spoeddebat, maar wel voor een snel overleg en een brief op basis van het stenogram.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik constateer inderdaad dat er een meerderheid is voor een debat over deze kwestie. Wij zullen in een procedurevergadering regelen dat dit debat ruim voor het zomerreces zal worden gevoerd.

De voorzitter:

Aldus wordt besloten.

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sta hier in de hoedanigheid van woordvoerder van mijn fractie op het gebied van onderwijs. Ik vraag een spoeddebat aan over de vestiging van een school in Wierden. Misschien is het beter om te zeggen dat het gaat over het tegenwerken van die vestiging. De Kamer spreekt al jarenlang over deze zaak. De Raad van State heeft in maart bepaald dat de gemeente zorg zou moeten dragen voor huisvesting van die school. Eind maart is er zelfs al een akkoord bereikt over tijdelijke huisvesting. Eind april is er echter opnieuw een uitspraak van de Raad van State gekomen waarin de gemeente in het gelijk wordt gesteld over de vraag of de gemeenteraad het zogenaamde bekostigingsplafond voor de school op de begroting van 2005 op nul mocht zetten. Daarmee heeft de gemeente nu alle medewerking voor de vestiging van de school stilgezet. Dit leidt tot problemen voor de school. Er zijn al leerlingen geworven en docenten aangenomen. Ook zou er in het debat moeten worden ingegaan op de vraag hoe om te gaan met wetgeving en afspraken omtrent de systematiek van de schoolplanning. Daarom vraag ik een spoeddebat aan met staatssecretaris Van Bijsterveldt en wellicht ook met de minister van Binnenlandse Zaken. Een spreektijd van drie minuten is wat mij betreft daarbij voldoende.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik steun dit verzoek, dat raakt aan de zorgplicht van gemeenten in het kader van de huisvesting van onderwijs. Dit is een fundamentele kwestie, en inderdaad ook een moeilijke kwestie die een lange historie heeft. Derhalve steun ik het verzoek.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Ook de CDA-fractie steunt dit verzoek van harte. Wij vragen de betrokken bewindslieden wel om ter voorbereiding van het spoeddebat schriftelijk een reactie aan de Kamer te sturen met daarin de visie van het kabinet op de ontstane situatie.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Het wekt een beetje argwaan als de drie christelijke partijen meteen opstaan om een spoeddebat omtrent de redding van een evangelische school te steunen.

De voorzitter:

Wij gaan het nu niet over de inhoud hebben.

De heer Dibi (GroenLinks):

Prima. Kan er niet beter eerst een brief aan het kabinet gevraagd worden? De Kamer heeft nog geen enkele reactie ontvangen.

De voorzitter:

Daar heeft de heer De Vries zojuist om gevraagd.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Dan steun ik dat verzoek.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. De spoed is erin gelegen dat al leerlingen zijn geworven en docenten aangenomen. Als het echt niet door kan gaan, moeten zij een andere positie kiezen. De school moet dus deze week knopen doorhakken. De heer Van der Vlies zegt terecht dat deze kwestie de zorgplicht voor het onderwijs raakt. Ik vind het prima om een brief te ontvangen, maar ik wil ook deze week een debat voeren.

De voorzitter:

Wij zullen proberen, het debat deze week te plannen. Daarbij zal een spreektijd gelden van drie minuten per spreker. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering wordt doorgeleid naar het kabinet, zodat de gevraagde brief er deze week, nog voor het debat, kan zijn.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter...

De voorzitter:

Mag het iets rustiger in de zaal? Mevrouw Van Gent kan zichzelf niet verstaan.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Hartelijk dank. Ik dank ook mijn collega's dat zij opeens zo stil zijn.

Ik zou de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Donner, willen vragen om de Kamer een brief te sturen over de ingangsdatum van de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Het wetsvoorstel is vandaag door de Eerste Kamer aangenomen. Dat is op zich al een feestelijk moment. Er is een amendement van mij aangenomen in de Tweede Kamer. De minister heeft toen toegezegd dat de wet meteen na publicatie de Staatscourant in zou gaan. Ik ga ervan uit dat dit vanmiddag nog of anders morgen zal zijn. Ik zou graag voor morgen 12.00 uur van de minister vernemen wat hij zal doen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit deel van de vergadering met spoed doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Wiegman.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zou graag het verslag van het algemeen overleg over alcohol, dat verleden week donderdag is gehouden, op de agenda geplaatst willen zien.

De voorzitter:

Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda, zo mogelijk nog voor deze week, en anders voor volgende week.

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Morgen is er een overleg over de Mijnbouwwet, over de olie- en gaswinning. Vorige week heb ik namens de CDA-fractie aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Economische Zaken gevraagd, in een brief in te gaan op de specifieke mogelijkheden en kansen voor het winnen van olie en gas uit de zogenaamde kleine velden. Wij zouden deze brief binnen een week krijgen, maar bij het begin van het vragenuur was hij nog niet binnen. Via u vraag ik daarom of deze brief vanavond uiterlijk 21.00 uur binnen zou kunnen zijn.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

De heer Zijlstra (VVD):

Wat ons betreft moet de brief eerder dan 21.00 uur binnen zijn, want het debat is morgen. Ik zou graag willen dat deze brief eerder komt, want dan kunnen wij besluiten of wij het overleg laten doorgaan.

De voorzitter:

Mijnheer Atsma, ik ga ervan uit dat u er geen bezwaar tegen heeft als de brief eerder komt. Laten wij zeggen dat de brief er om 18.00 uur, rond de dinerpauze, moet zijn.

Het woord is aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Wij hebben vorige week een brief gevraagd om alle extra inkomsten eens op een rijtje te zetten die de overheid geniet als gevolg van de hoge benzineprijs, dus inclusief de btw-inkomsten over de hoge elektriciteitsprijzen, over de pompen, over de dieselprijs ...

De voorzitter:

Ik kan mij de brief herinneren, mijnheer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Ik noemde deze zaken nog even, opdat er niets wordt vergeten. Het antwoord zou voor de Voorjaarsnota komen. De Voorjaarsnota heb ik inmiddels ontvangen, maar het antwoord nog niet. Ik vraag daarom om het antwoord voor morgen 12.00 uur te ontvangen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering onder de aandacht van het kabinet brengen.

Het woord is aan de heer Rutte.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Uit berichten in de media blijkt dat op het CDA-congres van aanstaande zaterdag in kritische zin zal worden gesproken over de belastingverhogingen. Teneinde dit congres maximaal invloed te laten uitoefenen op de CDA-fractie in de Tweede Kamer stel ik voor om mijn motie over de verpakkingenbelasting, 31472, nr. 7, pas volgende week in stemming te brengen.

De voorzitter:

De heer Rutte houdt zijn motie op stuk nr. 7 aan.

Naar boven