Vragen van het lid Fritsma aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat Amsterdamse agenten korting krijgen op de aanschaf van de koran.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Het gaat slecht met de verdediging van de Nederlandse vrijheden, kernwaarden en omgangsvormen en dat komt natuurlijk door de voortgaande islamisering van ons land. Moslims respecteren de spelregels van onze samenleving vaak niet en willen hun eigen absurde regels aan iedereen opdringen. Dit zien wij telkens weer. Kunst moet van de muren gehaald worden omdat die moslims niet bevalt. Bouwvakkers mogen bij warm weer niet eens in korte broek lopen omdat dat moslims niet bevalt. In ziekenhuizen behandelen mannelijke dokters geen moslima's omdat dat moslims niet bevalt. Op sommige scholen wordt al niet eens meer les gegeven over de Holocaust omdat dat moslims niet bevalt.

De voorzitter:

Kunt u zich toespitsen op de vraag, mijnheer Fritsma?

De heer Fritsma (PVV):

Dat ga ik doen, voorzitter. De noodzaak om aan moslims duidelijk te maken dat zij zich aan de Nederlandse samenleving moeten aanpassen in plaats van andersom, is groter dan ooit. Wat doet echter de Amsterdamse politie? Zij gooit belastinggeld ertegenaan om agenten korting te geven op de aanschaf van een koran, omdat het voor de agenten goed zou zijn om inzicht te krijgen in de islamitische cultuur. Het met belastinggeld financieren van islampropaganda bij de Amsterdamse politie is in de ogen van de fractie van de PVV ronduit belachelijk. Het is helemaal niet belangrijk dat politieagenten inzicht krijgen in de islam. Het is juist belangrijk dat moslims eindelijk eens inzicht krijgen in de regels van de Nederlandse samenleving. Alleen die regels moet de Amsterdamse politie handhaven. Ik vraag aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie of zij het ermee eens is dat de Amsterdamse politie een ongelooflijk fout signaal afgeeft met deze kortingsactie, namelijk dat Nederland zich aanpast aan moslims in plaats van andersom. Kan de minister Nederlandse diensten, organisaties en bedrijven ertoe oproepen om zich juist sterk te maken voor het verdedigen van de Nederlandse vrijheden, kernwaarden en omgangsvormen? Daarnaast wil ik de minister van BZK natuurlijk vragen om de Amsterdamse korpsleiding onmiddellijk tot de orde te roepen en een einde te maken aan deze absurde kortingsactie.

Minister Vogelaar:

Voorzitter. De heer Fritsma vindt dat er sprake is van een ongelooflijk verkeerd signaal, waarmee wordt opgeroepen tot het aanpassen aan de islam en tot het niet vasthouden aan de waarden van de Nederlandse samenleving, maar ik moet u zeggen dat ik aan het gebeurde een iets andere interpretatie geef. De heer Fritsma refereert aan het voorbeeld van het al dan niet mogen dragen van een korte broek op de bouw. Wat mij betreft heeft dit niets te maken met de al dan niet voortschrijdende islamisering van Nederland. Ik kan er heel kort over zijn: iedereen is vrij in het dragen van kleding, voor zover deze niet aanstootgevend is of de openbare orde verstoort. Wat mij betreft betekent dit dat een bouwvakker kan beslissen over het al dan niet dragen van een korte broek. Ik herinner mij in dat verband de discussie van een paar jaar geleden over het al dan niet geaccepteerd zijn van het dragen van een korte broek door postbodes. De conclusie is toen getrokken dat ook postbodes bij een hoge temperatuur een korte broek kunnen dragen. Wij moeten een dergelijke discussie niet groter maken dan die is.

De heer Fritsma refereerde ook aan schilderijen. Op dat punt moet er lokaal een afweging worden gemaakt. Als u mijn persoonlijke opvatting vraagt, wil ik u die wel geven. Ik vind het zeer voorbarig om op grond van een aantal signalen de beslissing te nemen dat die kunst daar niet acceptabel zou kunnen zijn.

Ik vind dat over het met korting verstrekken van de Koranvertaling van Kader Abdolah eveneens op lokaal niveau een afweging moet worden gemaakt. Dat is een verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. Naar mijn idee is het een goed gebruik dat professionals zich verdiepen in de mensen met wie zij moeten werken. Dit betekent dat zij ook kennis moeten hebben van de cultuur en in dit geval van de religie van de mensen met wie zij in de uitoefening van hun vak te maken hebben. U heeft zojuist een discussie gevoerd over het herkennen en tegengaan van eergerelateerd geweld. Ik mocht die discussie vanaf de tweede rij meemaken. Als wij daartegen effectief willen optreden, moeten de professionals er weet van hebben dat dit fenomeen in de Nederlandse samenleving bestaat. Wij vinden eergerelateerd geweld verwerpelijk. Daar waar dit zich mogelijk voor kan doen, moet men in staat zijn om het te herkennen, teneinde er effectief tegen te kunnen optreden.

Minister Ter Horst:

Voorzitter. In aansluiting op wat minister Vogelaar daarover heeft gezegd, merk ik op dat het mij verstandig lijkt dat men, in een samenleving waarvan mensen met verschillende culturen deel uitmaken, kennis neemt van elkaars cultuur. Ik zie niet in waarom ook godsdienst daarvan niet een onderdeel zou zijn. Ik krijg overigens heel vaak de indruk dat leden van de PVV buitengewoon goed zijn ingevoerd in de islam en dat is iets dat volgens mij een compliment verdient.

De heer Fritsma stelde mij een vraag over de politie. Ik ben van mening dat er sprake is van een afweging die in de regio zelf moet worden gemaakt. In dit geval gaat het om het regiokorps Amsterdam-Amstelland. Het korps biedt zijn dienders de mogelijkheid om met korting allerlei literatuur aan te schaffen, die bijdraagt tot de goede uitoefening van het politievak. Ik zie geen reden waarom de aanschaffing van de Koranvertaling van de schrijver Kader Abdolah daarbuiten zou moeten vallen. Ik beoordeel het ook zo dat het kennisnemen van de Koran profijtelijk kan zijn voor een beter begrip van bevolkingsgroepen waar de politie mee te maken heeft.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik heb het in de eerste termijn al aangegeven: moslims stellen vaak belachelijke eisen aan de Nederlandse samenleving. Kunst die ze niet bevalt, moet weg; bouwvakkers mogen niet in korte broek lopen en zelfs over de Holocaust kan geen les meer worden gegeven op Amsterdamse scholen. Het kabinet neemt hier nu weer geen stelling tegen. Dit kabinet capituleert. Dit kabinet capituleert altijd voor de islam. Dit kabinet heeft lak aan de terechte ergernis van veel Nederlanders die met lede ogen aanzien hoe telkens weer naar de pijpen van de islam en van moslims wordt gedanst, ook door de politie. De politie moet boeven vangen, niet de koran lezen. Het is toch de wereld op zijn kop dat politieagenten straks nog beter de Koran kennen dan het Wetboek van Strafrecht? Ik herhaal mijn oproep aan de ministers: maak een einde aan deze absurde actie en koop voor politieagenten handboeien in plaats van korans.

De voorzitter:

Had u in gedachten wie van beide ministers die vraag moet beantwoorden?

De heer Fritsma (PVV):

Wie zich daartoe geroepen voelt. Het liefst beide.

De voorzitter:

Nou, een beetje efficiëntie lijkt mij ook nog aan te bevelen. Ik zou tegen de ministers zeggen: kiest u zelf.

Minister Vogelaar:

U wekt de suggestie dat het kabinet capituleert. Als er eisen worden gesteld, door welke bevolkingsgroep dan ook, die strijdig zijn met onze democratische rechtsstaat, met de vrijheid van meningsuiting of met wat dan ook, dan treden wij daartegen op. Dan accepteren wij dat niet. Ik heb daar zojuist een aantal voorbeelden van gegeven. U vraagt naar wat in mijn opvatting verwerpelijk is. Dan vraagt u wie er moet optreden in geval van iets dat in een stadhuis hangt – want daar hebben wij het in dit geval over – en of daar wel of niet bepaalde schilderijen mogen hangen. U vraagt ons naar onze opvatting. Daar zijn wij volstrekt helder over, maar optreden en de afweging daarover lijkt mij de verantwoordelijkheid van zo'n lokaal bestuur. Wat dat betreft, zie ik geen verschil van mening tussen u en mij over wat er wel of niet geaccepteerd kan worden. Het lijkt mij goed dat u dat onderscheid ook maakt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik heb een vraag aan de minister, maar ook een aan de PVV-fractie. Allereerst mijn vraag aan de minister. In het kader van het actieplan radicalisering en vervreemding is een hele leergang uitgezet voor politie, justitie en jeugdwerkers. Wordt in die leergang en in de discussies die daarover nu nog worden gevoerd, voldoende aandacht besteed aan de islam, en dan bedoel ik in algemene termen? Of heeft de minister de indruk dat een dergelijk boek misschien wel bittere noodzaak is?

Dan nog mijn vraag aan de PVV-fractie. Wij horen de heer Fritsma zeggen dat er geen enkele noodzaak is om Nederlanders inzicht te geven in de islam. Waarom heeft de PVV dan in vredesnaam een film over de islam gemaakt? Het valt ons verder op dat de PVV-fractie nu niet zegt dat dit boek zou moeten worden verboden. Het is per slot van rekening een vertaling van de islam. Ook daar wil ik graag een reactie op.

De voorzitter:

Dan is eerst het woord aan de minister.

Minister Ter Horst:

In het Actieplan Polarisatie en Radicalisering – dat is denk ik wat u bedoelde – is sprake van die leergang en inderdaad wordt in die leergang ook aandacht besteed aan de islam. Ik neem aan dat daarin ook de Koran aan de orde komt. Belangrijk is natuurlijk dat er informatie wordt verstrekt over andere culturen en dat daar ook begrip voor gekweekt wordt. Daar kan dit een belangrijk onderdeel van zijn. Overigens realiseert de politieacademie zich dat het ook in de standaardopleiding van de politie belangrijk is om informatie te verstrekken over de culturen van de groepen mensen waar de politie mee in aanraking komt. Ik zou dus niet zeggen dat het aanschaffen van het boek een bittere noodzaak is omdat er verder niets gebeurt, maar er zijn natuurlijk politieagenten die de opleiding een aantal jaren geleden hebben gevolgd en die deze informatie niet tot zich hebben kunnen nemen.

De voorzitter:

Het woord is even aan de heer Fritsma, voor zijn antwoord op de vraag van mevrouw Van Toorenburg.

De heer Fritsma (PVV):

Die film is natuurlijk gemaakt om te waarschuwen voor de gevaren van de islam, om te waarschuwen tegen omgangsvormen die nooit de onze mogen worden en waar de Amsterdamse politie zich nu dus ten onrechte in verdiept. Het is toch absurd dat daarmee een signaal wordt afgegeven dat de Amsterdamse politie zich moet aanpassen aan moslims in plaats van moslims die zich moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving, wat veel meer voor de hand ligt?

De voorzitter:

Er was nog een tweede vraag, namelijk of u het boek wilt verbieden.

De heer Fritsma (PVV):

Dat lijkt mij bekend, wij willen de Koran verboden zien.

De voorzitter:

Nee, de vertaling van Kader Abdolah.

De heer Fritsma (PVV):

Dus die ook, in de huidige vorm.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

De politie moet met 100 mln. bezuinigen. De VVD-fractie heeft zich daartegen verzet. Wij hebben de minister aangegeven dat de bezuinigingen niet ten koste mogen gaan van de sterkte en ook niet van meer blauw op straat. Ik kan mij dus voorstellen dat de politie iedere euro goed omdraait en nadenkt waaraan zij het geld uitgeeft. Ik begrijp dat er heel veel wetenschappelijke studies zijn, zeker naar onderwerpen als loverboys en terreur. Kan de minister aangeven of op deze manier het geld van de Amsterdammers goed wordt besteed? Heeft zij er weet van dat er ook korting wordt gegeven op boeken zoals over geweld tegen politie en loverboys?

Minister Ter Horst:

Mevrouw Griffith spreekt over geld van de Amsterdammers. Ik hoef haar niet uit te leggen dat de financiering komt van het Rijk, dus dit is eigenlijk geld van ons allemaal. Zij verwijst naar de bezuiniging van 100 mln. en wekt daarmee de suggestie dat die bezuiniging voor een deel niet nodig zou zijn als de politie niet meer een bijdrage zou leveren in vakliteratuur. Het gaat natuurlijk om zeer geringe bedragen in verhouding tot het totaalbedrag van 100 mln. Ik ben het wel met haar eens dat elk korps ook bij die bezuinigingen moet afwegen welke zaken het nog absoluut noodzakelijk vindt en welke niet. Ik heb de neiging om de afweging aan de politie zelf te laten. Wij hebben op landelijk niveau afspraken gemaakt dat de politiesterkte zo veel mogelijk wordt ontzien en dat de vermindering dus zo gering mogelijk zal zijn. Aan die afspraak zal ik het korps houden. Als het binnen deze afspraken de mogelijkheid ziet om een regeling rond een subsidie bij de aanschaf van boeken overeind te houden, wil ik dat aan het korps laten.

Mevrouw Griffith noemt twee voorbeelden die ik ook van groot belang vind. Ik ga er dan ook van uit dat politieagenten hierover in hun opleiding goed geïnformeerd zijn, dan wel de mogelijkheid krijgen om hierover met korting literatuur aan te schaffen.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Natuurlijk gaat de korpsleiding Amsterdam zelf over cadeautjes aan haar medewerkers, althans, binnen bepaalde grenzen. Maar dit signaal kan aanleiding geven tot misverstanden, alsof de Amsterdamse politie vanaf nu in haar bejegening van burgers bij de uitoefening van haar taak – het handhaven van de Nederlandse wet – onderscheid zou gaan maken naar verschillen in geloven. Het lijkt mij dat dat misverstand niet snel genoeg uit de wereld kan worden geholpen. Ik zou het op prijs stellen als de minister dit onmiddellijk uit de wereld hielp.

Minister Ter Horst:

Ik weet niet precies wie nu dit misverstand in de wereld helpt, maar door de vraag te stellen wordt dit wel expliciet gedaan. De suggestie dat de politie cadeautjes geeft aan agenten is niet juist. Misschien krijgen zij een taart wanneer zij jarig zijn, maar er is hier geen sprake van een cadeautje, zij kunnen met korting het genoemde boek aanschaffen. In plaats van € 40 betalen zij dan € 20, dus zij krijgen de helft vergoed.

Wordt daarmee een verschil gemaakt in de benadering van mensen op grond van religie? Dat geloof ik helemaal niet. In ons Nederlandse onderwijsbestel maak je wel kennis met religie in algemene zin, maar vaak niet met de islam. Er is ook duidelijk een gebrek aan kennis over de islam. Wat is er nu godsnaam op tegen dat politieagenten die te maken krijgen met groepen die een bepaalde godsdienst aanhangen, voor wie die godsdienst van belang is en uitstraalt in hun dagelijks leven, dit boek lezen? Om op een goede manier te kunnen reageren, moet je mensen ook snappen. Dat dient dit doel, daar ben ik van overtuigd. Het gaat er niet om, tot een andere bejegening te komen van mensen die islamiet zijn ten opzichte van katholieken. Het gaat er dus om, voor beiden begrijpelijk te maken wat hen beweegt en om zo beter met die groepen om te kunnen gaan. Zo zie ik het.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij vinden het toch een heel vreemde situatie dat een politiekorps een van de drie heilige boeken gaat verstrekken aan zijn medewerkers. Ik zou het ook heel vreemd vinden als de korpsleiding korting zou geven op Bijbels of Tora's. Volgens mijn fractie is dat niet de rol van een politiekorps. Het moet wel kwaliteit uitstralen en het verstrekken van heilige boeken of korting geven op de aanschaf daarvan, is een heel ongerichte manier van werken. Dat is ook niet ingebed in een bepaalde cursus; het dient evenmin als een uitleg op een cursus. Bovendien gaat het om een heel specifieke vertaling van de Koran, namelijk een waarover binnen de islamitische wereld discussie is. Is de minister het niet met ons eens dat een politiekorps zich daar eigenlijk niet voor zou moeten lenen en dat het het verwijt zou kunnen krijgen, een bepaalde stroming binnen de islam te steunen of een bepaalde religie te steunen dan wel bepaalde zaken heel sterk aan religie te koppelen? Komt hiermee de scheiding tussen kerk en staat niet in gevaar?

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Ik zie dat echt heel anders. Ik zie het niet als dat door de politie een keuze voor een godsdienst wordt gemaakt. Ik zie het echt in het licht van een gebrek aan kennis van in dit geval een godsdienst die voor veel moslims van belang is, ook in hun dagelijks leven. Dat maakt het ook relevant voor de politie. Als dat niet het geval was, was het ook minder relevant.

Ik meen dat 34 personen van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. Ik denk dat dit mensen zijn die geïnteresseerd zijn in de Koran en, nogmaals, dat zij hierdoor een betere kennis krijgen van de cultuur van moslims.

De scheiding tussen kerk en staat wordt vaak op een verkeerde manier geïnterpreteerd. Uiteraard wordt de overheid geacht om neutraal te blijven, dus om geen voorkeur uit te spreken. Dit betekent niet dat de overheid zich altijd afzijdig hoeft te houden. Het boek van Kader Abdolah is bijna literatuur en moet gezien worden als het verstrekken van informatie, teneinde een beter begrip te krijgen en niet om aan te geven dat de islam zo'n interessante godsdienst is. Daar gaat het natuurlijk helemaal niet om.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP vond het een wat merkwaardige actie. Ik vroeg mij, eerlijk gezegd, wel af of, als Amsterdam zulke eisen stelt aan de religieuze kennis van politieagenten, ook niet verspreiding van de Bijbel overwogen moet worden. Het gaat dan om de wortels van onze cultuur. Ik heb namelijk de indruk dat de Bijbelkennis in Amsterdam hier en daar wat is weggezakt.

Wij hebben het onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap, een instituut dat juist kennis verzamelt die relevant is voor politieagenten. In dat kader is een tijdje geleden een boekje van mevrouw Jurgens verschenen over Marokkanen. Wordt zo'n boekje nu ook breed verspreid binnen het politiekorps? Dat zijn immers publicaties die bedoeld zijn om relevante informatie aan agenten te geven.

Minister Ter Horst:

Zeker. "Politie & Wetenschap" laat heel interessante publicaties het licht zien. Ik krijg die ook altijd. Uiteraard kunnen politieagenten kennis nemen van die publicaties. Zij krijgen die ook. Ik weet niet of alle politieagenten die krijgen, maar uiteraard worden die publicaties breed verspreid. Het interessante van die publicaties is natuurlijk ook dat die met name tegen de achtergrond van het politievak geschreven zijn. Daardoor zijn die publicaties extra relevant voor politieagenten.

Ik heb geen onderzoek gedaan naar de Bijbelkennis in Amsterdam. Ik weet dus niet hoe het daarmee gesteld is. U bedoelde uw vraag ook een beetje als een grapje. Maar nu even serieus: misschien niet in Amsterdam, maar als je politieagent bent in het Oosten van het land op de zogeheten Bible belt, is het heel belangrijk om te snappen wat mensen daar beweegt. Dat is ook steeds mijn argument: als godsdienst belangrijk is voor het handelen en het denken van mensen. Het is van groot belang dat de politie dat snapt. Ik denk dat het heel verstandig is dat politieagenten in dat deel van het land kennis hebben van de Bijbel, absoluut.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Het is inderdaad aan Amsterdam om kortingen te geven op wat zij zelf wil. Ik zou graag het advies geven om "Ethica" van Benedictus de Spinoza met korting aan te bieden; een Amsterdammer met vrijzinnige waarden. Tegen de PVV-fractie wil ik zeggen dat Kader Abdolah in dit boek, de Koran met de vertaling en de duiding ervan, uitdrukkelijk aangeeft dat deze teksten in een bepaalde periode moeten worden gezien; je moet ze niet letterlijk nemen. Hij geeft heel duidelijk de context aan waarbinnen je ze moet lezen. Het is juist een oproep tot vrijzinnigheid, tot een vrijzinnige islam. De heer Fritsma zegt dat dit boek verboden moet worden. De PVV-fractie is echt de weg kwijt.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind het eerlijk gezegd onvoorstelbaar hoe wij elke keer als het over de islam gaat, van een mug een olifant weten te maken. In dit kader heb ik een vraag aan de heer Fritsma van de Partij voor de Vrijheid, omdat hij de ontwikkelingen rondom de islam goed in de gaten houdt. Hij kreeg hiervoor zo-even ook een complimentje van de minister. Meneer Fritsma, hebt u toevallig kennisgenomen van reacties van een aantal moslims in de afgelopen dagen, zoals van de Marokkaanse Imam Bond in Nederland en van een Turkse moskee? Zij hebben gezegd: wij kunnen wel tegen een stootje; of het nu gaat om de kwestie Nekschot of om andere kunstuitingen waarin kritiek wordt geleverd op de islam, wij kunnen best wel iets hebben. Ook in de reactie op de film van Wilders hebben zij toch enigszins gematigder gereageerd dan u waarschijnlijk had gehoopt. Wat vindt u hiervan? Verdienen zij geen complimentje van uw kant?

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, u mag ook reageren op de eerdere opmerking.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik kan de reacties combineren. De PVV-fractie wordt verweten het niet te snappen. Ik wil het omdraaien. Bijna 60% van de Nederlandse bevolking vindt de islamisering van Nederland een grote bedreiging van onze identiteit. Iedereen in de Kamer doet nu net alsof de PVV-fractie gek is. Wij verwoorden een algemeen idee en dat blijven wij doen. Tegen de heer Dibi kan ik zeggen dat wij het natuurlijk toejuichen als er moslims zijn die de Nederlandse liberale spelregels omarmen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik hoor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zeggen dat de politie zich dient te verdiepen in andere culturen en dat dit goed is. Wij hebben ongeveer 193 verschillende culturen in Nederland. Zou het niet efficiënter zijn als de politie zich verdiepte in de enige cultuur die hier leidend zou moeten zijn, namelijk de Nederlandse cultuur en vandaar uit ook de wet handhaafde? Mijn tweede vraag betreft de praktijk. De politie loopt aan tegen groepen moslims die zich helemaal niet zo zullen thuis voelen in deze vrijzinnige vertaling van de Koran. Dit zijn moslims die zich zullen verschuilen achter hun eigen interpretatie van de Koran en die is niet zo vrijzinnig. Zo mogen moslims – dit is een interpretatie – stelen van niet-moslims. Wat wordt nu de houding van de Nederlandse politie ten opzichte van diegenen die zeggen: luister, u hebt dit mooie boek gezien en dat is mijn interpretatie ervan?

Minister Ter Horst:

De heer Van der Ham zei net iets over de interpretatie van de heer Abdolah. Laatstgenoemde geeft aan dat een en ander in zijn tijd moet worden gezien en allemaal niet zo letterlijk moet worden genomen. Voor politieagenten is het natuurlijk ook belangrijk om hiervan kennis te nemen. Deze worden immers vaak geconfronteerd met islamieten die hier anders tegenaan kijken. Dan is het ook belangrijk om die visie hierop te kunnen delen. Mevrouw Verdonk kent ongetwijfeld het Actieplan polarisatie en radicalisering. Ik geloof dat zij hierbij in haar vorige leven betrokken is geweest. In het kader daarvan wordt allerlei mensen, ook leerkrachten, geleerd om radicalisering tegen te gaan. Wat betekent dit nu? Stel dat er jongeren zijn die voor een letterlijke interpretatie van de Koran kiezen en zeggen: zo moeten wij het dus doen. In dat geval zijn er anderen die zeggen: nee, voor die interpretatie zou je niet moeten kiezen. Alleen al hiervoor is het van belang om dit te weten.

Mevrouw Verdonk vroeg zich voorts af of politieagenten zich niet beter zouden kunnen verdiepen in de Nederlandse cultuur. Natuurlijk, maar dat gebeurt ook. Ik ken mevrouw Verdonk als een politicus die erg voor wijkagenten is. Deze wijkagenten lopen niet alleen in buurten rond om processen-verbaal uit te delen. Zij lopen er ook om door hun wijze van opereren het gedrag van mensen te beïnvloeden. Voor dat soort dingen, dus met name voor de preventieve kant, is het van groot belang dat politieagenten zich ook verdiepen in en kennis hebben van de cultuur, ook van mensen die niet traditioneel uit Nederland komen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Verdonk, volgens de afspraken in dit huis stelt u een vraag. Ik vind dat u een antwoord hebt gehad en ik geef nu het woord aan de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Het voorstel van de politie van Amsterdam heeft toch iets raars. Het is alsof misdaad voortkomt uit religie. Als de politie maar meer afweet van religie, kan zij beter misdaden oplossen. Ik denk niet dat dit zo is. Ik vind het ook niet passen bij de neutraliteit van de politie. De politie moet ervoor waken dat zij meegaat in de valse retoriek van de PVV.

Ik vind deze korting op één boek vooral ook erg knieperig, erg zuinig. Ik zou eigenlijk willen voorstellen om de agenten in Nederland gewoon een abonnement te geven op de bibliotheek. Daar kunnen zij gratis alle boeken lezen die zij willen, de Koran, de Bijbel, alle boeken die zij nodig hebben om hun werk goed te doen.

Minister Ter Horst:

Het is niet zo dat de politie in Amsterdam korting geeft op één boek. Er bestaat de mogelijkheid om boeken die naar het oordeel van de korpsleiding een goede vervulling van het ambt bevorderen, met korting aan te schaffen. Dat geldt dus niet alleen voor dit boek, maar ook voor andere boeken.

De voorzitter:

Ik dank de bewindslieden voor hun antwoorden. Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van het mondelinge vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Van Gennip en Voordewind.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven