Vragen van het lid Brinkman aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Justitie over de aanhouding van 51 krakers tijdens de ontruiming van het krakerspand aan de 1e Oosterparkstraat te Amsterdam van zaterdag 24 mei 2008.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Eindelijk heeft de burgemeester van Amsterdam zijn tanden laten zien. Nadat buurtbewoners van de 1e Oosterparkstraat in Amsterdam maandenlang zijn geterroriseerd door werkloos krakerstuig uit de hele wereld, is dat pand nu eindelijk ontruimd. De politie is hierbij op een doortastende manier opgetreden en heeft in totaal 51 criminele nietsnutten aangehouden. In de panden lag een heel arsenaal aan wapens dat de politie niet onbekend was.

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Als deze wonden worden opengereten, spuit de rotzooi eruit. Dat heeft burgemeester Cohen de afgelopen dagen aan den lijve kunnen ondervinden. Reden te meer om de strijd tegen dat krakerstuig kei- en keihard door te zetten.

Ik vraag de minister om deze lijn van Cohen landelijk door te zetten. Ik verzoek de minister, panden waarvoor een strafrechtelijke of civielrechtelijke titel ligt, binnen twee maanden in het gehele land te ontruimen. Indien aan deze panden schade is berokkend, dienen de daders deze schade te betalen. Graag hoor ik hierover de mening van de minister.

Het grootste gedeelte van de 51 arrestanten waren buitenlanders die met een dagvaarding in persoon na een dag reeds werden heengezonden. Deze nietsnutten verschijnen natuurlijk nooit op een rechtszitting en ontspringen hierdoor uiteindelijk de dans. Zij komen op de telex te staan en dan is het maar de vraag of zij ooit worden aangehouden. Ik zou willen ijveren voor het gebruik van snelrecht voor alle criminelen bij krakersrellen of andere misdrijven tegen de openbare orde waarbij veel buitenlanders zijn betrokken, zodat wij die Polen, Roemenen, Bulgaren, Italianen, noem ze maar op, na aanhouding meteen hun straf kunnen laten uitzitten. Na het uitzetten moeten zij linea recta als ongewenste vreemdeling het land uit. Wat vindt de minister van deze lijn?

Een zwaluw in de lucht maakt nog geen zomer. Laten wij hopen dat de slechtste burgemeester van Nederland deze lijn weet vast te houden. Zijn betoog van gisteren dat hij sympathie had voor kraken vanwege leegstand doet mij echter het ergste vrezen. Sympathie voor nietsnutten die een pand volledig uitwonen, buurtbewoners terroriseren, zich zwaar bewapenen, illegale feesten organiseren waarbij de koningin wordt beledigd, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik kan er geen sympathie voor opbrengen.

Minister Ter Horst:

Dames en heren, ik geloof dat dit een historische dag is, want de PVV heeft een compliment gemaakt aan de burgemeester van Amsterdam. Daar mogen wij toch wel even bij stilstaan.

Ik dacht na al deze enthousiaste woorden: wat zou nog de vraag zijn die aan mij wordt gesteld? Ik ga ervan uit dat een aantal zaken meer thuishoren bij de minister van Justitie. Misschien dat de spreker de vraag over het ontruimen van alle panden binnen twee maanden meer aan mij heeft gesteld. Hij weet heel goed dat de afweging daarover wordt gemaakt binnen de driehoek in de verschillende regio's. Er zijn verschillende overwegingen om dat te doen en er zijn verschillende regels waaraan én politie en justitie én de burgemeester zich hebben te houden. Het lijkt mij verstandig het aan de wijsheid van die driehoeken over te laten om te bepalen wanneer zij tot een maatregel overgaan.

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Het Openbaar Ministerie is inderdaad bezig met de zaken waarover de heer Brinkman sprak. Er zijn bij de ontruiming ook wapens aangetroffen: gaspistolen, echte munitie en diverse voorwerpen om mensen mee te slaan. Er zijn 51 mensen aangehouden, de meesten voor artikel 429sexies van het Wetboek van Strafrecht, het artikel over het wederrechtelijk in gebruik nemen van een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende niet meer dan twaalf maanden voorafgaande aan die wederrechtelijke ingebruikname is beëindigd. Dat dossier wordt aan het parket gestuurd. Inmiddels is de strafrechtspleging gaande ten aanzien van de betrokkenen.

De redenen voor heenzending zijn voor 47 krakers daarin gelegen dat ten aanzien van het kraakdelict, vervat in het zojuist genoemde artikel van het Wetboek van Strafrecht, geen snelrecht mogelijk is, omdat het een overtreding betreft. Ik weet dat er discussie is over aanscherping van de wetgeving, naar ik meen ook binnen uw Kamer, maar dat is niet het onderwerp van de vragen die nu worden gesteld. Voor vier krakers gold dit niet. Op één geval is snelrecht toegepast. Deze persoon wordt verdacht van een delict op grond van de Wet wapens en munitie. Van de drie andere krakers heeft er één een dagvaarding gekregen wegens mishandeling, de tweede wegens opruiing en is de derde heengezonden, omdat er geen gronden waren gevonden voor een dagvaarding. Zoals gezegd is ten aanzien van de anderen uiteraard vervolging mogelijk op grond van artikel 429sexies van het Wetboek van Strafrecht.

Bijkomende straffen, zoals door de heer Brinkman hier zijn verwoord, zijn al eerder in discussies met hem en zijn fractiegenoten aan de orde geweest. Ik verwijs daarnaar.

De heer Brinkman (PVV):

Ik heb de burgemeester in zoverre een compliment gegeven, mevrouw de minister, dat ik heb goedgekeurd dat hij zo doortastend is opgetreden. Ik heb ook gezegd dat zijn opmerking van gisteren mij weer het ernstigste deed vermoeden. Als de minister dat "slechtste burgemeester van Nederland" ook als een compliment ziet, mag zij dat zelf weten.

Ik vind dat de minister van Justitie zich er wat gemakkelijk vanaf maakt. Dit zijn 51 mensen die geweld hebben gepleegd tegen de politie, die in een pand zaten dat volledig was uitgewoond en die ondertussen ruim een jaar overlast hebben veroorzaakt. Wij zouden dan heel gemakkelijk kunnen overgaan tot vervolging wegens openlijke geweldpleging, een misdrijf. Mij is bekend dat artikel 429sexies een overtreding betreft en dat die bijna nooit wordt vervolgd. Als wij daar geen snelrecht op kunnen toepassen, zouden wij dat moeten wijzigen. Ik zou zeggen: laten wij dat in ieder geval wijzigen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u een antwoord hierop wilt van de minister van Justitie.

De heer Brinkman (PVV):

Ja.

Minister Hirsch Ballin:

Het is eigenlijk een commentaar, want ik heb geen vraag gehoord. De heer Brinkman is zelf opsporingsambtenaar geweest en weet natuurlijk dat men alleen tot strafvervolging kan overgaan als er een feit is geconstateerd. Hij kent uiteraard de problemen die er zijn om feiten vast te stellen, juist als er een grote groep is die zich eerst in een pand bevindt enzovoorts. Hij zal er zich dan ook ongetwijfeld iets bij kunnen voorstellen dat de feitelijke constateringen door de opsporingsambtenaren liggen zoals ze liggen.

Op het punt van de strafmaat en dergelijke heb ik al verwezen naar de discussie die ook in uw Kamer gaande is.

Ik heb niet gezegd dat er niks gebeurt met de verdenking aangaande artikel 429sexies van het Wetboek van Strafrecht, maar het zijn inderdaad alleen overtredingen, terwijl het ten aanzien van de vier waarover ik het eerder heb gehad, ging om een andere situatie. Daarom zijn die behandeld op de manier die ik net heb aangeduid. Het Openbaar Ministerie is daarmee bezig op basis van het onderzoek dat nu gaande is en daar zou op enig moment een rechterlijke uitspraak op kunnen volgen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik moet u zeggen dat de GroenLinks-fractie van mening is dat kraken moet kunnen om leegstand en woningnood aan de kaak te stellen, maar als er raddraaiers zijn in de kraakbeweging die letterlijk en figuurlijk de eigen glazen in gooien van dit politiek-maatschappelijke punt, dan betreuren wij dat natuurlijk. Ik zou beide ministers willen voorhouden dat het toch van groot belang blijft om de nuance te zien en niet 51 raddraaiers te identificeren met de hele kraakbeweging. Het blijft toch ook belangrijk – ik zou graag de visie van beide bewindslieden daarop horen – dat leegstand en woningnood op deze manier aan de kaak kunnen worden gesteld. De meeste krakers zijn toch vredelievend en bezig met politiek-maatschappelijke doelen.

Minister Ter Horst:

Ik weet niet of ik het standpunt van mevrouw Van Gent helemaal deel, maar ik zou uiteraard wel kunnen zeggen dat er een verschil is tussen krakers die zich op een ordentelijke wijze gedragen en krakers die dat niet doen. Het moet allemaal nog uitgezocht worden, maar hier lijkt toch sprake te zijn van krakers die dat niet doen. Ik ben het er wel mee eens dat die op een andere manier tegemoet moeten worden getreden dan krakers die zich wel ordelijk gedragen.

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Het eerste deel van de opmerkingen van mevrouw Van Gent moet ik voor haar rekening laten. Het tweede deel betreft de kwestie waarvan ik al vermoedde dat er binnen uw Kamer verschillend over wordt gedacht. Ik heb in ieder geval niets gezegd over groepen in het algemeen, maar gesproken over 51 verdachten.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Er is door deze krakers behoorlijke schade aangericht en ik vind het van groot belang dat die tot de laatste cent verhaald kan worden. Nu is dat altijd een probleem omdat men naar elkaar wijst. Ik weet niet welke minister deze vraag het beste kan beantwoorden, maar zijn zij bereid om te volgen of dat schadeverhaal lukt en om, als dat door juridische problemen omdat ze naar elkaar kunnen verwijzen niet blijkt te lukken, eventueel met voorstellen naar de Kamer te komen om de wet op dat punt te wijzigen, zodat de groep toch aansprakelijk kan worden gesteld?

Als u mij toestaat, heb ik nog een vraag aan de heer Brinkman. Het CDA, de VVD en de ChristenUnie zijn op dit moment bezig met een wetsvoorstel om het kraken te verbieden. Mag ik aannemen dat zijn woorden hier ertoe zullen leiden dat de Partij voor de Vrijheid voor dat wetsvoorstel zal stemmen?

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Er is wetgeving tot stand gekomen en ook nog nieuwe wetgeving in behandeling ten aanzien van de mogelijkheden van schadeverhaal voor slachtoffers van misdrijven. Daar zal dat punt van de heer Van Haersma Buma bij kunnen worden betrokken. Laten wij kijken hoe het in dit concrete geval uitpakt. Ik neem aan dat daar te zijner tijd wel informatie over kan worden gegeven, maar dat is dan meer in de relatie van gemeenten als schadelijdende partij tot de krakers, degenen die nu verdachten zijn. Ik neem aan dat mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich daarmee wel zal willen bezighouden. Over het punt van de wetgeving hebben wij al gesproken en dat zullen wij uiteraard ook bij de beoordeling van die wetgeving betrekken.

Minister Ter Horst:

Als er sprake is van schadeverhaal, zal dat inderdaad door de gemeente moeten gebeuren omdat die benadeelde zal zijn. Te zijner tijd zullen wij de Kamer over het resultaat daarvan informeren.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Het antwoord op de vraag van de collega van het CDA. Wij hebben dat wetsvoorstel nog niet gezien, dus weet ik ook nog niet wat precies de inhoud is. Maar de PVV vindt in ieder geval dat je altijd en eeuwig met je handen van andermans spullen moet afblijven. Als het een slap wetsvoorstel is, zullen wij het natuurlijk niet steunen.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Er werd gesproken over vredelievend; ik heb het nog eens bij elkaar gehaald: gaspistool, klewang, kapmes, ploertendoder, vlindermessen, bussen pepperspray, scherpe munitie, boksbeugels, schietpen voor waarschuwingspijlen, stukken hout met handvatten en spijkers en boobytraps. Dat tref je blijkbaar heden ten dage in een gemiddeld kraakpand in Nederland aan. Hoezo vredelievend, mevrouw Van Gent! Maar nu dan de vraag aan de minister. Er komt een initiatiefwetsvoorstel aan van de fracties van de VVD, het CDA en de ChristenUnie. Zij tobben nog een beetje over de vraag waar de strafbaarstelling thuishoort. Komt deze een beetje in de buurt van de huisvredebreuk en moet er maximaal zes maanden gevangenisstraf op worden gezet? Of is wat er het afgelopen weekend is gebeurd gewoon een misdrijf tegen de openbare orde, als het in deze vorm plaatsvindt? Moeten wij kraken gewoon beschouwen als een misdrijf tegen de openbare orde?

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. De heer Teeven verwijst naar een in voorbereiding zijnd initiatiefwetsvoorstel. Het ministerie van Justitie geeft samen met de medewerkers van collega Vogelaar technische bijstand bij de voorbereiding van dat wetsvoorstel. Een initiatiefwetsvoorstel is echter een verantwoordelijkheid van de Kamer. Als het er ligt, zal ik samen met mijn collega desgevraagd alle opvattingen en informatie geven die bij de behandeling nodig is. Ik geloof niet dat de Kamer van mij moet vragen om haar vanaf deze plaats technische bijstand te geven voor haar dilemma's bij het opstellen van het initiatiefwetsvoorstel.

De voorzitter:

Dat is een rolvaste houding.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De minister heeft ons uitgelegd waarom er nogal wat juridische bezwaren zijn tegen het aan snelrecht onderwerpen van buitenlandse krakers. Hoeveel van die buitenlandse krakers ontspringen daardoor nu uiteindelijk de dans en zullen nooit de straf ondergaan die hun misschien nog formeel wordt opgelegd door een rechter? Hoeveel komen er zonder consequenties vanaf?

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ik heb zo-even geen juridische bezwaren gegeven tegen het aan snelrecht onderwerpen van buitenlandse verdachten. Ik heb uiteengezet van welke delicten de groep van 51 verdachten als geheel wordt verdacht. Dat is de reden waarom er problemen zijn met snelrecht. Snelrecht kan worden toegepast op die delicten waarvoor het is toegestaan. Dat geldt niet voor overtredingen, hetgeen de heer De Roon als gewezen lid van het Openbaar Ministerie natuurlijk bekend is. Om die reden heb ik de vraag beantwoord zoals ik zojuist heb gedaan.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Sinds de heer Brinkman weg is uit Amsterdam, is het er een stuk minder veilig. Ik neem aan dat de minister van Justitie zich ervan vergewist heeft dat het Openbaar Ministerie de zaak van de vernielingen aan de ambtswoning van de burgemeester zeer ernstig opneemt en dat het daarnaar onderzoek doet?

Minister Hirsch Ballin:

Het antwoord op de vraag van de heer Heerts is "ja".

Naar boven