Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb drie verzoeken. Allereerst wil ik vragen om het verslag van het algemeen overleg van gisteren over het Klimaat- en Energiepakket van de Europese Unie volgende week op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik constateer dat geen van de andere leden het woord wenst over dit verzoek. Het onderwerp wordt toegevoegd aan de agenda van volgende week.

Het woord is wederom aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Namens collega Halsema verzoek ik de minister-president om een brief over het gisteren verschenen jaarverslag van de Raad van State. Ik wil dat de minister-president daarin ingaat op de centrale stelling in het jaarverslag dat de legitimiteit van ons staatsbestel is afgebrokkeld, omdat er sprake is van een wederzijdse gijzeling van het kabinet, het bestuur en een Kamermeerderheid, de representatie. Ik ontvang graag voor 22 april een uitgebreide reactie van de minister-president, zodat de Kamer zorgvuldig erover kan debatteren.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij daarbij graag aan. In aanvulling op het uitgebreide antwoord verneem ik graag hoe het kabinet omgaat met de plannen van een van de leden van de Raad van State ten aanzien van de Nationale Conventie. Er staan namelijk 42 concrete voorstellen in, waarnaar Tjeenk Willink ook verwijst.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie sluit zich aan bij het verzoek van de heer Duyvendak.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie is vooral verbaasd. Het gaat haar echt wat ver om nu al van de verhyping een hype te maken. Er is een standaardprocedure. Het jaarverslag wordt gewoonlijk in behandeling genomen en besproken door de vaste commissies voor BZK en voor Justitie. Er is geen enkele reden om van die procedure af te wijken.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de heer Schinkelshoek.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. De reactie van de coalitiepartijen kan worden gezien als een onderstreping van wat de heer Tjeenk Willink heeft gesteld, namelijk dat coalitiepartijen vaak proberen om een debat over grote zaken tussen kabinet en Kamer te voorkomen. De GroenLinksfractie wil het verslag van de Raad van State juist aangrijpen om over een aantal fundamentele vragen te debatteren, liefst met de fractievoorzitters en de minister-president. Daarover ontvangt mijn fractie graag een brief.

De heer Heerts (PvdA):

De heer Duyvendak geeft nu precies aan waarom de Kamer daarover zelf goed moet spreken, voordat zij naar het kabinet verwijst.

De voorzitter:

Mijnheer Duyvendak, is het geen goed idee om zaken te combineren en om eerst in de commissie de mogelijkheden te bespreken? Ja, mijnheer Pechtold, u trekt nu een beetje een vies gezicht. Ik lees er in ieder geval van af dat u het niets vindt. De Kamer kent echter een bepaalde orde, namelijk om dat soort dingen eerst met elkaar te bespreken, zoals dat altijd is gedaan. Als u in die groep draagvlak vindt voor een debat met de minister-president, dan kan dat altijd nog. Die week maakt toch niet uit? Ik denk zelfs dat wij de heer Tjeenk Willink daarmee een plezier doen.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Een van de punten die Tjeenk Willink aanstipt, betreft de "gijzeling" tussen coalitie en kabinet. Het probleem is dat als GroenLinks, D66 en andere partijen uit de oppositie naar de procedurevergadering worden gestuurd, zij de coalitie die zojuist op de rem trapte, tegen zich krijgen. Wij moeten dus de kant van de spoeddebatten op. Ik vind het echter heel verstandig dat de GroenLinksfractie daar niet om vraagt. Zij vraagt om een nette behandeling via een uitgebreide brief. Er is geen haast, maar er is wel wat nodig. Welk gezicht ik daarbij trek, bepaal ik wel bij ontvangst van de brief.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik sluit mij heel graag aan bij de heer Pechtold en de heer Duyvendak.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is nogmaals aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Dan heb ik nog een derde verzoek, namelijk om een brief van staatssecretaris Bijleveld naar aanleiding van de mondelinge vragen die ik afgelopen dinsdag aan haar heb gesteld. Mij is namelijk gebleken dat haar beantwoording op twee punten vragen oproept en ik wil daar graag een toelichting op. De vragen gingen over het lek in het paspoort. Zij stelde dat het onderzoek in haar opdracht was uitgevoerd door de Radboud Universiteit Nijmegen. Nu blijkt er sinds 2006 geen opdracht meer verschaft te zijn. Mijn vraag is hoe dat zit. De staatssecretaris zei voorts dat haar voorganger, minister Nicolaï, in een brief uit 2006 de feiten zoals deze zijn gebleken, al aan de Kamer had gemeld. Deze staan echter niet in die brief. Ik vraag voor de regeling van dinsdag schriftelijk opheldering van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Langkamp.

Mevrouw Langkamp (SP):

Voorzitter. Ik vraag een brief aan maar liefst drie ministers, namelijk de minister voor Jeugd en Gezin, de minister van BZK en de minister van Justitie. In die brief zou ik graag een reactie willen op het vandaag verschenen onderzoek naar kindermisdaad in Nederland. Deze reactie zou ik graag ontvangen voor het hierover op 20 mei geplande AO over het Actieplan overlast en verloedering.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorsturen naar het kabinet.

Ik zie dat zich geen andere leden hebben gemeld voor de regeling van werkzaamheden, dus wij kunnen gaan stemmen. Heeft iedereen de presentielijst getekend? Wij kunnen beginnen als alle leden hun plaatsen hebben ingenomen.

Mijnheer Ten Broeke, mijnheer Depla, mijnheer Heerts, mevrouw Bouwmeester, mevrouw Van Toorenburg, wilt u gaan zitten? Dank u zeer. Met sommige leden heb ik een wat andere verhouding. Dat geldt natuurlijk ook voor mijnheer Ten Hoopen, want hem noemde ik ook niet toen hij nog stond. Hij is de ondervoorzitter, dus die spreek je hierop natuurlijk niet publiekelijk aan.

Naar boven