Noot 1 (zie blz. 462)

BIJVOEGSEL

Schriftelijke antwoorden van de minister en de staatssecretaris van Financiën op vragen gesteld in de eerste termijn van de algemene financiële beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota 2008 (31 200)

1 Budgettair

Vraag CDA

Hoeveel aardgasbaten inclusief de belastingen die daarmee samenhangen zijn de afgelopen 10 jaar binnengekomen, hoeveel is daarvan in bedragen naar het Fonds Economische Structuurversterking gegaan en hoeveel is in het saldo gaan zitten?

Antwoord

Onderstaande tabel geeft de totale inkomsten uit gas (niet belastingmiddelen en VpB) in miljarden euro’s in de afgelopen 10 jaar, het totaal aan FES-voeding uit gasbaten en het deel dat voor saldoverbetering is bestemd.

1997199819992000200120022003200420052006
Gasbaten3,022,331,693,024,373,674,314,745,888,43
VPB-gas1,311,120,921,481,981,581,741,941,802,22
Totaal4,323,452,614,496,365,246,056,687,6810,65
wv FES0,440,350,781,151,621,631,651,722,563,38
wv Saldo3,883,101,833,344,743,614,404,965,127,27

Vraag CDA

Dat brengt mijn fractie op de nieuwe voedingssystematiek van het FES-fonds. De regering zal daarover medio 2008 een wetsvoorstel sturen naar het Parlement. In de tussentijd wil het kabinet daar een voorschotje op nemen. Voorzitter, de CDA-fractie houdt niet zo van voorschotjes op nog niet bekende en nog in te dienen voorstellen. Mijn fractie ziet graag de huidige voedingssystematiek gehandhaafd totdat deze na een uitvoerige discussie in de kamer naar aanleiding van een nog in te dienen wetsvoorstel veranderd is. Als hierdoor bepaalde specifieke projecten in 2008 buiten de boot vallen is mijn fractie eventueel bereid daarover aan te geven dat deze FES-waardig zijn. Graag een reactie van de minister. Wij komen hierop bij de begrotingsbehandeling EZ terug.

Antwoord

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat het Fes voor deze kabinetsperiode een vaste voeding krijgt en dat minimaal 500 mln. van de investeringen in 2011 Fes-waardig moet zijn. Hiermee fluctueert het Fes niet meer als gevolg van mutaties in de gasbaten. Om te voorkomen dat de wijzigingen in het FES in 2008 vanwege de tijd die gemoeid is met het wetgevingsproces, geen wettelijke basis hebben, wordt voor het begrotingsjaar 2008 met de Fes-begroting 2008 afgeweken van de FES-wet. De FES-begroting 2008 biedt daarmee de (tijdelijke) wettelijke basis voor de wijzigingen. Het wetsvoorstel waarin de FES-wet wordt gewijzigd om de in het CA afgesproken wijzigingen structureel te regelen zal in 2008 naar de TK worden verstuurd.

Wat betreft het handhaven van de huidige voedingssystematiek: in het Coalitieakkoord heeft een integrale afweging plaatsgevonden over de inzet van middelen. Met betrekking tot het Fes is daarbij afgesproken om minimaal € 500 mln. van de intensiveringen in 2011 Fes-waardig te laten zijn. Het handhaven van de huidige voedingssystematiek zou leiden tot een (veel) hogere voeding van het Fes. Een hogere voeding van het Fes betekent dat er minder middelen beschikbaar zijn voor niet uit het Fes gefinancierde prioriteiten uit het Coalitieakkoord. Het kabinet acht dit ongewenst.

Vraag VVD

Kabinet heeft gerekend met hoge olieprijs en realiseert hiermee overschotten. Kabinet doet echter niets met de onzekerheden hiervan voor de rijksbegroting. De overschotten zouden erg tegen kunnen vallen. Graag reactie.

Antwoord

Het kabinet baseert de begroting in principe op de ramingen van de macro-economische variabelen van het CPB uit de MEV en de MLT. Omdat de ramingen voor de olieprijzen inderdaad hoog zijn heeft het kabinet hier ditmaal een uitzondering op gemaakt. In plaats van een geleidelijke afloop van $75 dollar in 2008 naar $65 dollar in 2011 gaat het kabinet uit van een vlakke olieprijs van $65 dollar vanaf 2009. Het EMU-saldo is hierdoor 0,2%-punt BBP lager in 2009 en 0,1%-punt BBP lager in 2010. Het kabinet rekent zich dus niet rijk.

De huidige ramingen van de olieprijzen zijn:

20072008200920102011
MN6975656565
CPB6975726865

De dagkoers van de olieprijs is overigens $ 77.

Vraag VVD

Graag aansluitende tabel waarin een aansluiting wordt gemaakt tussen MN 2007 en MN 2008.

Antwoord

Onderstaande tabel geeft de verticale aansluiting tussen MN 2007 en MN 2008 voor het jaar 2007. Hierbij is gecorrigeerd voor schuiven tussen de uitgavenkaders (kinderopvangtoeslag van SZA naar RBG), en schuiven van buiten het uitgavenkader naar binnen het uitgavenkader (activabeheer, fiscale boetes en heffings- en invorderingsrente) en schuiven van binnen het uitgavenkader naar buiten het uitgavenkader (rentelasten staatsschuld).

MN 2007MN 2008Verschil
RBG101,5103,01,5
SZA58,458,3– 0,1
Zorg45,747,92,2
Totaal205,6209,23,6

In totaal zijn de uitgaven met 3,6 mld. toegenomen. Dit wordt voor 2,2 mld. veroorzaakt door de zorguitgaven en voor 1,5 mld. door uitgaven onder het kader Rijksbegroting in enge zin. De verhoging van de zorguitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door afrekeningen uit voorgaande jaren. De uitgavenverhoging onder het kader RBG kan als volgt worden verklaard:

RBG 20071,5
Wv Kinderopvang0,3
Wv Afkoop veren0,2
Wv Vervallen betaalbaarheidsheffing0,4
Wv Justitie (o.a. asiel)0,3
Wv Schuldsanering Antillen0,4
Wv Onderwijs (o.a. leerlingenraming en zorgleerlingen)0,3
Wv EU-afdrachten– 0,3
Wv Overig (o.a. winst DNB)– 0,1

Vraag PvdA

WW en uitgavenkader: Ten eerste, is het wel logisch, zeker voor dit kabinet, dat opnieuw de uitgaven aan WW en bijstand onder een kader zijn gebracht? Is de scheiding tussen uitgaven wel gewenst? Want in laagconjunctuur zullen de uitgaven aan zorg meevallen (vanwege de ruilvoet) en de uitgaven aan WW en bijstand meevallen.

Argumenten Studiegroep Begrotings Ruimte

1. Lastig te onderscheiden conjunctuur of niet

Het is lastig om bij de WW en de bijstand te onderscheiden of een wijziging in de WW en bijstand komt door de conjunctuur of door het gevoerde beleid. Het is dus lastig om conjuncturele mee- en tegenvallers te identificeren.

Als de minister van SZW door goed vormgegeven en uitgevoerd beleid ervoor kan zorgen dat de uitgaven aan de WW en bijstand dalen, maar vervolgens niet deze meevallers mag gebruiken voor het inzetten op (ander) beleid, wordt de prikkel bij hem/haar weggenomen om zich hier goed voor in te zetten en vice versa.

2. Over een periode van 4 jaar heffen mee- en tegenvallers elkaar op

Over een periode van 4 jaar heffen de conjuncturele mee- en tegenvallers in de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen en bijstand enerzijds en aan de ruilvoet anderzijds, elkaar op. De meevallers in de werkloosheidsuitgaven treden echter vaak eerder op dan de tegenvallers in de ruilvoet.

Vraag PVV

– Emu-saldo verbetering: hoe betrouwbaar is deze voorspelling?

– Hoe zeker zijn de aardgasbaten?

– Kunnen we nog meer lastenverzwaringen verwachten?

Antwoord

Zoals Voltaire schreef: twijfel is vervelend, zekerheid is belachelijk.

De voorspellingen voor het EMU-saldo uit de Miljoenennota zijn de best mogelijke ramingen die er zijn, gebaseerd op de best mogelijke ramingen voor de economische ontwikkeling van het CPB. Ervaring leert dat de kans dat de uiteindelijke uitkomst precies gelijk is aan de raming, vrij klein is. De kans dat het EMU-saldo beter uitvalt, is evenwel even groot als de kans dat het slechter uitvalt.

Het is al moeilijk om de olieprijs (bepalend voor de aardgasbaten) één week vooruit te voorspellen, laat staan 4 jaar. Ook hier geldt dat gebruik is gemaakt van de best mogelijke ramingen – overigens hanteer ik in de Miljoenennota een iets conservatievere raming voor de aardgasbaten dan het CPB.

Voor de lasten geldt een inkomstenkader, waarmee is bepaald dat de lasten conform de definitie van de inkomstenindicator niet zullen stijgen. Dat betekent dat tegenover eventuele beleidsmatige veranderingen in de lasten even grote compenserende lastenmaat.

Vraag ChristenUnie

Wel is het opmerkelijk dat het kabinet in 2008 de EMU-saldo doelstelling ten opzichte van het Coalitieakkoord met 0,1% te verhogen. Sinds wanneer leidt het licht veranderde inzicht over het verwachte feitelijk EMU-saldo voor 2011 tot bijstelling in de EMU-saldo doelstelling? Is dit een nieuwe begrotingsregel? Wat betekent deze gang van zaken als het slechter gaat met de overheidsfinanciën dan verwacht?

Antwoord

Het kabinet streeft naar een structureel begrotingsoverschot van 1% in 2011. Dit is een ex-ante doelstelling. Na het afsluiten van het Coalitieakkoord heeft het kabinet nog éénmaal gereageerd op de nieuwe informatie over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Als gevolg van dit nadere pakket ligt het structurele saldo in de Miljoenennota 0,1% hoger dan de doelstelling voor dat saldo uit het Coalitieakkoord.

In de Miljoenennota zijn de kaders vastgesteld. Vanaf het opstellen van de kaders zijn deze leidend, dit kabinet doet (evenmin als de vorige kabinetten) niet aan saldosturing tijdens de rit. In het geval de economie tegenzit en sprake is van tegenvallers bij de inkomsten dan is de begrotingsregel over automatische stabilisatie van toepassing. Pas indien de (aangescherpte) signaalwaarde van een tekort van 2% BBP dreigt te worden overschreden zal het kabinet nadere maatregelen treffen om een verdere verslechtering van de overheidsfinanciën te voorkomen.

Vraag ChristenUnie

De vraag heeft betrekking op overschrijdingen van het Gemeente- en Provinciefonds op het EMU-saldo. Zou het niet goed zijn om sluitende afspraken te maken dat het saldo op begrotingsbasis op 0 uitkomt?

Antwoord

Decentrale overheden dienen sluitende begrotingen op baten-lasten basis in, op EMU basis kan er een klein tekort ontstaan. Om verrassingen zoals (grote) wijzigingen in het EMU-saldo van de decentrale overheid voor te zijn, zijn afspraken gemaakt met de decentrale overheden, bijvoorbeeld over de verbetering van de informatievoorziening.

Verder is in de begrotingsregels een verbetering opgenomen voor de beheersing van het decentrale EMU-saldo. Wanneer het EMU-tekort van de decentrale overheden bijdraagt aan een (dreigende) overschrijding van de Europese grenzen van het EMU-saldo van de hele overheid is nader bestuurlijk overleg tussen VNG en de fondsbeheerders aan de orde. Als ultimum remedium kan een korting worden opgelegd op het gemeente- of provinciefonds.

2 Financiële markten

Vraag SP

Is de minister inmiddels al tot de conclusie gekomen dat behalve meer transparantie ook strengere regulering van banken noodzakelijk is?

Antwoord

Zoals ik al eerder heb aangegeven ben ik een voorstander van meer transparantie binnen de financiële sector. Naar aanleiding van de recente onrust zal op internationaal niveau gekeken worden naar mogelijke lessen die getrokken kunnen worden. In dit kader heb ik aangegeven dat transparantie hierin een belangrijke rol moet spelen.

Ook heb ik aangegeven dat we moeten waken voor beleidsactivisme. De financiële sector is een van de strengst gereguleerde sectoren. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van deze internationale discussie met ad hoc regelgeving voor banken.

Vraag SP

Is hij het er mee eens dat het verstoppen van slechte leningen door banken in special purpose vehicles wel veel lijkt op het stoppen van verliezen door ENRON in vergelijkbare juridische vehikels wat uiteindelijk leidde tot het einde van ENRON?

Antwoord

Bij ENRON was sprake van fraude waardoor beleggers misleid werden. Een vergelijking met SPV’s is niet juist. Banken hebben er geen geheim van gemaakt dat risicovolle bezittingen in deze SPV’s zijn geplaatst. Van eventueel «verstoppen» of «misleiden» is dan ook geen sprake.

Vraag SP

In de begroting (hoofdstuk IXA, Nationale Schuld) geeft u (bij het tarief van binnenlandse betalingen van de rijksoverheid) aan dat u verwacht dat door de introductie van SEPA, betaalproducten duurder worden. Hoe verhoudt dit zich tot uw uitspraken in het AO van 26 september jl. ten aanzien van het betalingsverkeer dat u er alles aan zal doen om te voorkomen dat het betalingsverkeer duurder wordt?

Antwoord

De passage in de begroting heeft betrekking op de belangrijkste betaalproducten voor de rijksoverheid. Dit zijn acceptgiro’s, incasso’s en overschrijvingen. Hier wordt dus niet gedoeld op bijvoorbeeld de prijs van kaartbetalingen, zoals de prijs van het «pinnen».

Bij de aanbesteding van het betalingsverkeer zal de overheid als gebruiker van betaalproducten van geval tot geval bezien welk betaalproduct de voorkeur verdient. Hierbij spelen zowel kwaliteit- als prijscriteria.

Zolang de huidige nationale producten nog worden aangeboden, zal de overheid alleen voor een SEPA-betaalproduct kiezen als dit product daadwerkelijk beter en/of goedkoper is dan het huidige betaalproduct.

Het betreft in de begroting een globale inschatting van de kosten van het betalingsverkeer voor de zakelijke markt. Daarbij is rekening gehouden met het risico dat het betalingsverkeer duurder kan worden. De tekst in de begroting is op dit punt wellicht onnodig somber. Het kabinet vindt het namelijk onwenselijk dat betaalproducten duurder worden als gevolg van SEPA en zal alles zich er voor inzetten dat dit niet het geval zal zijn.

SEPA is echter een marktinitiatief zodat onze invloed daarop beperkt is.

Dit is tijdens het betreffende AO reeds aan de orde geweest.

Vraag CDA

Voorzitter, het is natuurlijk prachtig dat je financiële producten kunt kopen waarbij de waardestijging op een bepaald niveau vast geclickt wordt, maar als de waarde zakt beneden de vast geclickte waarde dan is er toch iemand de klos of zie ik dat verkeerd?

Antwoord

In beginsel is de aanbieder van het financiële product degene die voor het verlies moet opdraaien, als de waarde onder «vast geclickte waarde» zakt.

Het komt echter vaak voor dat aanbieders van dergelijke producten dit risico voor een belangrijk deel hebben afgedekt met derivaten. In zulke gevallen zullen andere partijen, met wie de derivaten overeen zijn gekomen, voor een deel van het verlies moeten opdraaien.

3 Belastingen/vergroening

Vraag VVD en vraag PVV Wat heeft het overleg met de branche in het kader van de kansspelbelasting opgeleverd?

Antwoord

De VVD vraagt wat het overleg met de branche heeft opgeleverd over de voorgestelde maatregel in het Belastingplan 2008 met betrekking tot de kansspelbelasting. Ik besef dat de maatregel om kansspelbelasting te gaan heffen bij speelautomaten een forse lastenverzwaring betekent voor de speelautomatenbranche. In dat verband heeft vrijdag jongstleden een informatief overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de desbetreffende brancheorganisatie. De brancheorganisatie heeft ons ook een aantal rapporten en adviezen doen toekomen. Ik wil de inhoud van die stukken eerst zorgvuldig bestuderen alvorens erop te reageren. Bij de behandeling van het Belastingplan 2008 zal ik u hier nader over informeren.

De vraag van de PVV zal dan ook worden meegenomen.

Vraag PvdA

Een specifieke vraag voor de minister is of hij de belastinguitgaven voor pensioensparen en eigen woning, nu het kabinet probeert daar paal en perk aan te stellen, nu ook standaard in de Miljoenennota wil opnemen, overeenkomstig het laatste advies van de Studiegroep Begrotingsruimte?

Antwoord

In de Miljoenennota (hoofdtekst, pagina 66 en bijlage begrotingsregels pagina 111) is in overeenstemming met het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte in de begrotingsregels opgenomen dat het bestaande budgettaire overzicht over de ontwikkeling van de belastinguitgaven zal worden uitgebreid met een aantal regelingen, die op belastinguitgaven lijken of tot een grote budgettaire derving leiden. Hieronder vallen de pensioenpremies en de eigen woning. Met name voor pensioenen zijn er verschillende elementen die invloed hebben op de budgettaire kosten. Op dit moment wordt hieraan gewerkt. In de Miljoenennota 2009 zal het totale effect worden gepresenteerd, samen met het effect op de belastinginkomsten van andere grondslagversmallers.

Vraag GroenLinks

Autorijdend NL maakt herrie. Dat wordt nog wat als de kilometerheffing wordt ingevoerd. Eurlings trekt zich al terug. Wat is de positie van de minister van Financiën in dit dossier? Moet er niet een parlementaire enquête komen over beprijzing?

Antwoord

Ik heb geen behoefte aan een parlementaire enquête. Minister (Eurlings) zal over Anders Betalen voor Mobiliteit de Kamer in november informeren.

Terugkijken lijkt dan ook niet zo nuttig. Een parlementaire enquête zou gezien het voornemen van het kabinet eerder vertragend dan versnellend kunnen werken omdat niet alle energie gericht kan worden op het zo snel mogelijk invoeren van de kilometerheffing. De minister van Financiën speelt een rol bij de kilometerheffing waar dit uit hoofde van zijn functie – zoals de toets op doelmatigheid – nodig is.

4 Overig

Vraag SP

Als op de activiteiten van woningcorporaties waarmee zij geen winst beogen vennootschapsbelasting wordt geheven blijft er minder over voor sociale activiteiten. Wat betekent dit voor de sociale huursector?

Betalen woningcorporaties meer vennootschapsbelasting dan ziekenhuizen, scholen en beleggingsinstellingen? Hoe moeten de woorden van de minister-president tijdens de algemene politieke beschouwingen worden uitgelegd, dat op de woningmarkt een level playing field moet bestaan?

Antwoord

Vennootschapsbelasting zal worden geheven over de winst van de corporaties.

De heffing van vennootschapsbelasting tast de bestaande vermogens(overmaat) van de woningcorporaties niet aan. Door de heffing van vennootschapsbelasting zal wel de nettowinst, en daarmee de vermogensgroei, kleiner worden. Dat betekent echter niet dat er geen ruimte meer is voor sociale activiteiten. Het is zeker niet het einde van de sociale huursector, want al beogen de corporaties wellicht geen winst, ze behalen die in de praktijk wel, ook met de sociale verhuur. Als er geen winst behaald wordt, betalen de woningcorporaties ook geen vennootschapsbelasting.

Woningcorporaties zijn niet te vergelijken met scholen en ziekenhuizen, omdat de laatstgenoemde instellingen over het algemeen geen winst maken en zonder subsidies hun exploitatie niet rond krijgen. Er is dus geen sprake van een level playing field dat verstoord zou worden.

Overigens betalen commerciële onderwijsinstellingen en privé klinieken, die wel winst maken, over het algemeen wel vennootschapsbelasting.

Woningcorporaties zijn ook niet vergelijkbaar met beleggingsinstellingen.

Belastingplichtige ondernemingen (zoals verzekeringsmaatschappijen) die woningen als belegging aanhouden hebben de mogelijkheid om die woningen onder bepaalde voorwaarden onder te brengen in een fiscale beleggingsinstelling (hierna: FBI). De winst die een FBI behaalt, wordt bij de FBI zelf niet belast (daar geldt een 0%-tarief). De FBI is echter verplicht haar winst uit te delen aan de verzekeringsmaatschappij. Daar wordt die dooruitgedeelde winst normaal belast met vennootschapsbelasting.

Per saldo drukt op de behaalde winst dus één keer vennootschapsbelasting.

Woningcorporaties zullen in de praktijk doorgaans geen FBI kunnen aanhouden, omdat zij moeilijk kunnen voldoen aan de aandeelhouderseisen die daarvoor gelden. Dit betekent dat zij hun woningen in de corporatie zelf moeten aanhouden. Over de winst die zij met de verhuur of verkoop van de woningen behalen, moeten zij zelf vennootschapsbelasting betalen. Dat wil echter niet zeggen dat zij slechter af zijn. Ook in dit geval drukt op de behaalde winsten immers één keer vennootschapsbelasting. Dus ook ten aanzien van beleggingsinstellingen leidt het belastingplichtig maken van de woningcorporaties niet tot een verstoring van het level playing field.

Vraag PvdA

De vraag is dan de volgende: onder het motto goed gedrag belonen kunnen ROC’s die laten zien in 2008 dat ze meer leerlingen binnenhouden dan voorspeld een vergoeding krijgen. Voorkomen moet worden dat er een gat valt tussen het jaar dat de school meer leerlingen binnenhoudt en het jaar dat dat uitbetaald wordt.

Antwoord

De vertraging in de uitbetaling van de compensatie is inherent aan het bekostigingssysteem in het MBO. Momenteel geldt in het MBO een t-2 systematiek. Leerlingmutaties werken pas twee jaar later door in de bekostiging. Met de invoering van een tweede teldatum op 1 februari wordt overgegaan op een t-1 systematiek, waardoor het budget voor ROC’s eerder wordt aangepast aan veranderingen in het aantal leerlingen. Dit draagt bij aan de beoogde prikkelwerking van de teldatum-maatregel. De budgettaire effecten hiervan (incl. de meerjarige effecten) worden, net als de overige mee- en tegenvallers in de leerlingontwikkeling, betrokken bij de jaarlijkse begrotingsvoorbereiding.

Vraag PvdA

In 2005 leefden 310 000 kinderen in armoede. Dat is 9% van alle kinderen in Nederland. Deze armoede beperkt de kansen van deze kinderen om zich goed te ontwikkelen.

Wij willen deze armoede daarom sterk reduceren. Om te beginnen willen we dat in 2011 het aantal arme kinderen eenderde lager is dan nu. Wij vragen de het kabinet om de effecten op het aantal kinderen dat in armoede leeft, te betrekken in de vormgeving van het kindgebonden budget. Graag een reactie van de minister.

Antwoord

Er komt met ingang van 2008 een inkomensafhankelijk kindgebonden budget, waarin de huidige kinderkorting opgaat en waaraan per 1 januari 2009 gefaseerd additioneel budget wordt toegevoegd. Door middel van het kindgebonden budget wordt gerichte inkomensondersteuning geboden aan de lagere inkomenssegmenten voor het dekken van de kosten van het opvoeden en onderhouden van kinderen. Het kindgebonden budget komt in de plaats van de fiscale kinderkorting omdat gezinnen met een laag inkomen deze korting niet konden verzilveren omdat ze weinig tot geen belasting hoeven betalen. Voor alleenstaande ouders op minimumloonniveau betekent dit een inkomensvoordeel van circa 5% in 2008.

Het kindgebonden budget is bij uitstek dus een instrument om het aantal kinderen dat in armoede leeft te verminderen.

Vraag ChristenUnie

Bij de bespreking van de jaarverslagen afgelopen voorjaar was er een brede roep uit de Kamer om meer concrete doelstellingen te noemen in een jaar en daar over te verantwoorden na afloop. ... Hoe kan de kamer dan toetsen of het beleid naar verwachting is uitgevoerd. Kan de minister dan hier ter plekke aangeven waar wij hem over anderhalf jaar kunnen aanspreken? Graag een reactie.

Antwoord

Zie ook vraag 1 in de set antwoorden op schriftelijke vragen bij de Miljoenennota.

In het beleidsprogramma zijn 74 doelstellingen en 10 projecten opgenomen.

De concrete uitwerking van het beleidsprogramma is, voor zover daarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden, opgenomen in de desbetreffende begrotingen. Het kabinet is voornemens om tijdens het Verantwoordingsdebat over 2008 verantwoording af te leggen over de voortgang van het beleidsprogramma.

Vraag ChristenUnie

Een tweede punt betreft het werk van de ECD en de FIOD. Ons bereiken berichten dat door gebrek aan capaciteit niet alle misstanden die worden geconstateerd bestreden kunnen worden. Door prioritering binnen de de bestaande budgetten blijven zaken nu onopgelost. Ik wil de minister vragen om toe te zeggen dat wanneer blijkt dat met extra middelen voor deze afdelingen er een groter rendement gehaald kan worden hij daartoe overgaat.

Antwoord

Deze geluiden zijn bij mij niet bekend. De ECD en FIOD maken jaarlijks een handhavingconvenant met het Openbaar Ministerie, waarin bepaald wordt hoeveel strafzaken er behandeld zullen worden. De zaken die niet door het OM behandeld worden, worden teruggeleid naar de belastingregio’s en worden aldaar opgepakt (o.a. door fiscaal toezicht).

Over de zwaardere fraudezaken die het OM niet behandeld c.q. niet kan behandelen, wordt verantwoording afgelegd in het Beheersverslag van de Belastingdienst.

Vraag GroenLinks

Reactie tegenvoorstellen GroenLinks, met name op punt afrekenbare en concrete doelen arbeidsparticipatie. Aandacht voor tegenvoorstellen: Eerder 6 punten van GL interessant door MP bevonden, maar niets van terug te zien in MN. Vraag om nadere reactie kabinet op deze voorstellen en specifiek verrekenbare doelen arbeidsparticipatie.

Antwoord

Ik ga ervan uit dat u nog een reactie vraagt n.a.v. deze opmerking van de MP ten tijde van het beleidsprogramma:

«Mevrouw Halsema heeft de suggestie gedaan om voor iedere kwetsbare groep op de arbeidsmarkt een concrete deeldoelstelling af te spreken. Dat is een interessante suggestie, die zeker in de gesprekken met de sociale partners en gemeenten aan de orde zal komen

Om de arbeidsparticipatiedoelstelling van 80% in 2016 te bereiken is het noodzakelijk dat de kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt meer gaan participeren. Om dit te stimuleren neemt het kabinet dan ook verschillende maatregelen. Het afspreken van specifieke verschillende doelstellingen voor deze verschillende groepen is vooraf lastig te bepalen en ook minder relevant. Belangrijk is dat er de komende kabinetsperiode een stijging van de arbeidsparticipatie wordt bereikt van met name deze kwetsbare groepen zodat een substantiële stap wordt gezet in de richting van de 80% doelstelling in 2016. Verder wil ik u doorverwijzen naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten tijde van zijn begrotingsbehandeling.

Vraag GroenLinks

Kan de voorgenomen uitkeringsregeling voor zwangere zelfstandigen al per 1 januari 2008 ingaan (i.p.v. medio 2008)?

Antwoord

Het kabinet komt zo snel mogelijk met een publieke uitkeringsregeling voor zwangerschaps- en bevallingsverlof voor zelfstandigen. Vrouwelijke zelfstandigen krijgen 16 weken recht op een uitkering. De hoogte van de uitkering hangt af van de inkomsten van de zelfstandige in het voorafgaande jaar en bedraagt maximaal het wettelijk minimumloon (1317 euro bruto per maand). De regeling wordt uit algemene middelen betaald. Vrouwelijke zelfstandigen hoeven dus geen aparte premie te betalen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zal de regeling uitvoeren.

Genoemde wijzigingen vergen wetswijziging. Op dit moment worden hiertoe voorstellen voorbereid. Gelet op de doorlooptijd van een wetsvoorstel en de benodigde tijd voor implementatie is, zoals ook in het AO van 26 september met de ministers Donner en Van der Hoeven is aangegeven, invoering per 1 januari 2008 niet haalbaar. In de begroting 2008 is middels een reservering van ca. 13 miljoen rekening gehouden met invoering per 1 juli 2008. Voor een eerdere ingangsdatum is geen budgettaire ruimte gereserveerd.

Vraag PvdD

Kan de minister inzicht geven in maatschappelijke kosten (intensieve) veehouderij?

Antwoord

Het onderzoek hiernaar loopt. De eindresultaten zullen naar verwachting in maart 2008 naar de Kamer worden gestuurd. Over de stand van zaken wordt u binnenkort nader geïnformeerd.

Vraag PvdD

Welke kosten voor de veehouderij worden uit de rijksmiddelen gefinancierd?

Antwoord

In de LNV begroting 2008 is een bedrag van in totaal circa € 40 mln. bestemd voor de veehouderij. Deze middelen worden met name ingezet voor verbetering van het milieu (mestbeleid), verbetering van het dierenwelzijn, het bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen en diergezondheid. Daarnaast is vanuit FES-middelen een bedrag van 15 mln. voor luchtwassers beschikbaar. Verwezen zij overigens in verband met deze vraag naar de begroting van LNV.

Vraag PvdD

Kunnen deze middelen («miljarden») niet beter worden besteed aan bijdrage aan klimaat?

Antwoord

In de begroting 2008 heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden van de onderscheiden aanwendingsmogelijkheden voor de rijksuitgaven. Zowel de in de begroting voorgestelde bedragen voor klimaat als voor de intensieve veehouderij worden evenwichtig geacht. Specifiek verwijs ik naar het project «Energie en Klimaat: Schoon en Zuinig», waarin het kabinet aangeeft welke aanvullende inspanningen er door de verschillende sectoren, dus ook de landbouw, geleverd zullen moeten worden.

Naar boven