Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 januari 2008 over de Voedsel- en Waren Autoriteit.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Er circuleerde meer dan een jaar een onderzoeksrapport binnen het ministerie van LNV, waaruit blijkt dat de handhaving van de regels voor dieren door de Voedsel- en Warenautoriteit zowel kwalitatief als kwantitatief ernstig tekortschiet. Intimidatie en minimale sancties die door het bedrijfsleven weer ongedaan worden gemaakt, veroorzaken een sfeer van angst en belangenverstrengeling. Deze signalen hadden de SP-fractie al lang bereikt, maar werden door de minister steeds weggewimpeld. Er was een anonieme klokkenluider nodig om deze vuile was naar buiten te smijten. Wij vinden het bizar dat de minister niet van deze signalen op de hoogte was. Wie heeft dat rapport onder de klep gehouden? Hoe worden die mensen aangepakt?

Het is goed dat er snel een onderzoek wordt uitgevoerd. Onafhankelijkheid is daarbij noodzakelijk. De SP-fractie is er daarom niet zo gelukkig mee dat een partijgenoot van de minister dit onderzoek zal verrichten. Was dat nu echt nodig?

Het rapport schetst een dramatisch beeld. In een artikel dat Vrij Nederland vandaag publiceert, is sprake van nog veel meer en ernstiger misstanden, waarbij wordt gedoeld op belangenverstrengeling en intimidatie in de sector. In het artikel worden veel van de misstanden die al aan ons waren gemeld, aangehaald. Vrachtwagens die na keuring terugrijden en bijgeladen worden; een varkenstransport naar Siberië dat 88 uur duurde waarbij niet gepauzeerd werd; zieke dieren die toch worden goedgekeurd voor de slacht. De deksel is van de beerput geblazen. Wil de minister nu wel ingaan op al deze meldingen en haar struisvogelpositie verlaten? Kan zij reageren op alle elementen die in het artikel in Vrij Nederland genoemd worden?

Er is geen garantie dat handhaving door de VWA sluitend en effectief is. De sector is niet in staat zelf de regels te handhaven. Het is goed dat de PvdA-fractie inziet dat het tijd is om over te gaan tot keuring van alle veetransporten bij het inladen. Beter laat dan nooit; ik heb de motie om tot 100% klepcontrole over te gaan dan ook graag meeondertekend. Ik vraag mij echter af of dat voldoende is. Ik denk dat de VWA niet onder LNV zou moeten vallen.

Met de nieuwe afspraken over keuring van rood vlees wordt jaarlijks nog 4 mln. à 5 mln. staatssteun gegeven, terwijl de sector goed boert.

Ik dien een aantal moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat als gevolg van het roodvleesconvenant keuringen door de VWA onder de kostprijs worden uitgevoerd;

overwegende dat dit een vorm van staatssteun is, die onacceptabel is;

verzoekt de regering, de diensten die de VWA verleent bij de sector in rekening te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 165(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de VWA de controles op vleeskeuringen voor een groot deel heeft uitbesteed aan het private bedrijf BV Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (BV KDS);

constaterende dat Europa alleen uitbesteding van VWA-taken aan een onafhankelijke stichting toestaat;

overwegende dat de Food and Veterinary Office van de Europese Commissie in 2006 constateerde dat de BV KDS niet aan de eisen van een dergelijk controlerend orgaan voldoet;

verzoekt de regering, de vleeskeuring zodanig in te richten dat het algemeen belang van de volksgezondheid, de diergezondheid en het dierenwelzijn aantoonbaar onafhankelijk wordt behartigd en zelfs maar de schijn van verstrengeling met economische belangen wordt vermeden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 166(26991).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik realiseer mij dat het artikel in Vrij Nederland waaraan ik refereerde nog niet breed verspreid is. Ik verzoek u dit, zo mogelijk, via de bodes laten verspreiden.

De voorzitter:

Wij komen daar nog op terug. Dit is een VAO; dat betekent een toelichting op en indiening van moties.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Mevrouw Van Velzen zegt dat zij moeite heeft met het feit dat de heer Hoekstra het onderzoek zal uitvoeren. Keurt zij dit af of zegt zij "het moet maar zo"?

Ik heb het artikel in Vrij Nederland nog niet kunnen lezen. Ik neem echter aan dat mevrouw Van Velzen de reactie van de minister wil afwachten en dat zij ermee instemt dat de inhoud van dit artikel in het onderzoek wordt meegenomen. De Kamer is bezorgd over alles wat in de media verschijnt, maar ik neem aan dat mevrouw Van Velzen vindt dat al die berichten in het onderzoek moeten worden meegenomen en dat de minister niet nu al haar visie daarop moet geven.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De SP-fractie vindt de keuze voor de heer Hoekstra merkwaardig. Dit heeft niets te maken met zijn persoon maar wel met zijn partijlidmaatschap. De Kamer heeft de minister gevraagd om een onafhankelijk onderzoek. Dan is het toch een beetje raar om te kiezen voor een partijgenoot. Ik denk dat een heleboel mensen capabel zijn om dit onderzoek uit te voeren en dat je daar niet per se een partijgenoot voor nodig hebt. Als het om dergelijke misstanden gaat die snel onderzocht moeten worden, moet je van alle schijn van twijfel verheven zijn. Ik vraag de minister of er werkelijk niemand anders beschikbaar was.

Dan de vraag over het artikel in Vrij Nederland. Een aantal van de misstanden die in dat artikel aan de orde komen, heb ik al herhaaldelijk aan de minister voorgelegd. Zij heeft die telkens weggewimpeld. Ik wil wel degelijk van haar horen of zij daar weet van had. Het lijkt mij voor de hand liggen dat dit wordt betrokken bij het onderzoek. Ik vraag wel waarom zij dat telkens van tafel heeft gewimpeld en waarom het nu nogmaals via een publicatie in Vrij Nederland naar buiten komt. Daardoor heb ik de indruk dat het niet allemaal fabeltjes of roddels in wandelgang zijn.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. U treft mij een klein beetje hijgend achter het spreekgestoelte. Dat lijkt mij geen pretje voor de toehoorders, maar het is even niet anders. Ik zat in een ander overleg, dus ik moest hiernaar toe rennen en mijn stukken nog ophalen.

Ik heb begrepen dat collega Waalkens van de PvdA-fractie een motie gaat indienen over de 100% klepcontrole. De fractie van GroenLinks is daar al veel langer voor. Zij is er blij mee dat de fractie van de PvdA tot inzicht is gekomen dat dit op dit moment echt noodzakelijk is, ook gezien het rapport van de Voedsel- en Waren Autoriteit dat onder de klep of onder de pet is gebleven. Wij hebben deze motie medeondertekend. Daardoor hoef ik zelf geen motie meer in te dienen.

Wij hebben uitgebreid discussie gevoerd over de Voedsel- en Waren Autoriteit. Er is nu een commissie ingesteld onder leiding van Rein Jan Hoekstra. Wij wachten de resultaten natuurlijk af. De minister heeft aangegeven dat zij 100% verantwoordelijk is. Dat rapport zal hier begin maart ter tafel liggen. Aanvankelijk waren ernstige dingen geconstateerd. Wij vinden het daarom heel goed dat dit tot op de bodem wordt uitgezocht.

Ik heb aan de minister wel nog een vraag over de klokkenluider. Ik hou mij daar al langer mee bezig in deze Kamer. In dit soort kwesties kan het voorkomen dat het niet meer gaat om de inhoud van de zaak, maar dat de jacht wordt geopend op degene die de zaak naar buiten heeft gebracht. Ik wil vandaag de keiharde garantie van deze minister dat de klokkenluider voorafgaand het onderzoek niet de pineut is en dat daarmee op een goede manier wordt omgesprongen. Er moet niet alle tijd en energie in worden gestoken om die persoon te vinden. Het gaat erom om het naadje van de kous te weten van de zaak die hier aan de orde is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Het is op deze manier een beetje een hectisch VAO, maar misschien staat het wel symbool voor het functioneren van de VWA. Ik sluit het niet uit.

Ik wil een aantal moties indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister zelf heeft aangekondigd, de mogelijkheden te onderzoeken om al per 2008 te starten met het verplicht stellen van gps-apparatuur voor veetransporten die vallen onder de Europese verordening EG 2005/1 inzake de bescherming van dieren tijdens transport;

constaterende dat de minister de sector de mogelijkheid heeft gegeven om de invoering van deze gps-apparatuur uit te stellen;

constaterende dat het vertrouwen in het zelfregulerend vermogen van de sector ernstig schade heeft opgelopen, mede als gevolg van het uitgelekte VWA-rapport Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten;

verzoekt de regering, binnen drie maanden alsnog over te gaan tot de invoering van een verplicht gps bij elk veetransport dat valt onder de Europese verordening EG 2005/1 inzake de bescherming van dieren tijdens transport,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 167(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het uitgelekte VWA-rapport Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten wordt gesproken over intimidatie van VWA-dierenartsen;

overwegende dat signalen hierover door VWA-leidinggevenden regelmatig lijken te worden genegeerd;

overwegende dat VWA-dierenartsen, AID-controleurs en andere bijzondere opsporingsambtenaren schroom lijken te voelen om misstanden tijdens controles en handhaving te melden bij de eigen organisatie;

van mening dat VWA-dierenartsen, AID-controleurs en andere bijzondere opsporingsambtenaren zich op elk moment vrij moeten voelen om misstanden bij een onafhankelijke instantie te melden;

verzoekt de regering om binnen een halfjaar een ombudsman aan te stellen die fungeert als vertrouwenspersoon voor VWA-dierenartsen, AID-controleurs en bijzondere opsporingsambtenaren, welke ressorteert onder het ministerie van Justitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 168(26991).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb nog twee moties.

De voorzitter:

Dan moet u tempo maken, want anders komt u in tijdnood.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik zal rap lezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de keuringen van de VWA vragen om de beschikbaarheid van een groot aantal dierenartsen;

overwegende dat mede door capaciteitsproblemen in toenemende mate dierenartsen van buiten de EU worden aangesteld als VWA-keuringsarts;

van mening dat keuringsartsen ten minste zouden moeten voldoen aan de kwalificaties van in Nederland opgeleide keuringsartsen;

verzoekt de regering, de VWA op te dragen om uitsluitend te werken met in Nederland opgeleide keuringsartsen of met keuringsartsen van wie kan worden aangetoond dat hun opleidingsniveau volledig gelijkgesteld kan worden aan dat van de Nederlandse dierenartsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 169(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister in 2007 aanleiding zag om per direct 100% klepcontrole in te stellen;

constaterende dat de minister deze maatregel op verzoek van de Kamer deels ongedaan heeft gemaakt;

constaterende dat het vertrouwen in het zelfregulerend vermogen van de sector ernstige schade heeft opgelopen, mede als gevolg van het uitgelekte VWA-rapport Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten;

verzoekt de regering, per direct alsnog over te gaan tot de invoering van de 100% klepcontrole bij elk veetransport dat valt onder de Europese Verordening EG 2005/1 inzake de bescherming van dieren tijdens transport,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 170(26991).

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. Tijdens het debat is een grote grauwsluier over de werkzaamheden van de VWA getrokken. Dat doet ons heel erg veel pijn. Om te komen tot een Kameruitspraak leggen wij de volgende motie voor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat na het publiek maken van het VWA-rapport Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten en de signalen over de kwaliteit van inspecties, toezicht en controle er veel verwarring is over de werkzaamheden van de VWA;

overwegende dat er, ook internationaal, geen twijfel mag bestaan over de autoriteit van de VWA op het terrein van de publieke borging van de kwaliteit van de inspecties;

overwegende dat ook de sector alle belang heeft bij een onafhankelijke, sterke en betrouwbare VWA;

verzoekt de regering, de 100% klepcontrole per direct in te voeren en daarmee door te gaan totdat er absolute duidelijkheid is over afspraken die gemaakt moeten worden met betrekking tot de inspectie, en de handhaving door de VWA gegarandeerd sluitend en effectief is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Waalkens, Van der Ham, Van Velzen en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 171(26991).

De heer Atsma (CDA):

Ik heb een beetje problemen met deze motie. Vorige week hebben wij gewisseld dat het goed is dat de minister op de kortst mogelijke termijn met een diepgaand onderzoek komt. Ook collega Waalkens staat daar voor 100% achter. Als wij in de brief van de minister lezen dat eind februari de commissie-Hoekstra met bevindingen komt, is het dan niet raar dat je vooruitlopend op het onderzoek op ad-hocbasis één element eruit pakt? Daarmee bewandel je de omgekeerde weg, want dat is natuurlijk buitengewoon selectief. In het rapport van de VWA staan immers veel meer dingen. Als de heer Waalkens consistent is, zou hij dus veel verder moeten gaan, ook op andere terreinen. Hij neemt de commissie dus eigenlijk niet helemaal serieus.

De heer Waalkens (PvdA):

Ik neem de commissie zeer serieus. Op verzoek van de fractie van de Partij van de Arbeid wordt dit een onafhankelijk onderzoek en krijgt de commissie toegang tot alle informatie, ook de vertrouwelijke. Wij trekken de integriteit van de voorzitter van de commissie, de heer Hoekstra, absoluut niet in twijfel.

Wij hebben afgesproken dat de sector tot 1 april de ruimte krijgt voor de ontwikkeling van een kwaliteitsborgingsysteem. Degene die meedoet, valt niet onder de controle en degene die niet meedoet, valt wel onder de controle. Gezien het rumoer en de verwarring over de kwaliteit van de inspecties, zo heb ik het ook in de motie verwoord, lijkt het mij zowel voor de minister als voor de VWA als voor het bedrijfsleven van ultiem belang dat er geen spoor van twijfel bestaat over de inzet van de Voedsel en Waren Autoriteit. En daar passen deze straffe maatregelen bij.Waalkens

Ik heb tijdens het algemeen overleg een vergelijking gemaakt met de veevoedersector. Keer op keer hebben wij de zaak uitgesteld tot dat de ambtsvoorganger van de minister zei: ik ben er klaar mee. Wij zijn hier nu ook klaar mee.

De heer Atsma (CDA):

Je straft nu keihard de goedwillenden met de kwaadwillenden. Dit is onrechtvaardig. Tegelijkertijd zegt de heer Waalkens dat degenen die meewerken aan certificering de ruimte moeten hebben. Ik begrijp dan werkelijk niet dat hij daar nu van afstapt, want dat is wat hij nu doet. Hij zegt: ook al doe je op alle fronten mee aan de certificering zoals door een Kamermeerderheid gevraagd. Het is raar dat hij nu zegt dat het onderzoek hem niets kan schelen en dat iedereen voor de bijl gaat. De mensen zijn daar nu volop mee bezig, er wordt volop in geïnvesteerd en de heer Waalkens noemde terecht de datum van 1 april. Weet hij wat zijn voorstel betekent voor de individuele boer en de gezinnen die daarachter staan?

De heer Waalkens (PvdA):

Ik ben me er zeker van bewust dat dit een ingrijpende maatregel is, maar ik verwijs nog eens naar de afspraken die wij met de sectoren hebben gemaakt. In eerste instantie kregen zij tot 1 april de gelegenheid. Toen kwam er ruzie tussen Savetra en de Bond van Veehandelaren. Daar heeft iemand of een instituut een emmer water over gegooid met de boodschap: hou je rustig, want wij moeten de tijd hebben. Zij kregen tot 1 maart de gelegenheid en toen tot 1 april. Ik ben er niet van overtuigd dat er niet toch nog weer eens een veenbrand zal oplaaien en dat wil ik niet meer.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Door de verwarring over het tijdstip van dit VAO heb ik een motie die ik heb voorgesteld, niet te voren met de heer Waalkens kunnen afstemmen. Ik begrijp dat hij in zijn motie vraagt om 100% klepcontrole per direct. Bij deze wil ik daarom mijn motie intrekken. Ik zal de motie van de Partij van de Arbeid steunen.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Ouwehand (26991, nr. 170) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. De heer Waalkens zegt dat de fractie van de Partij van de Arbeid op een onafhankelijk onderzoek heeft aangedrongen. Hij was toevallig een van de eerste sprekers tijdens dat debat. Laat helder zijn dat de fractie van de VVD ook zeker een onafhankelijk onderzoek naar dit uitgelekte rapport wil. Wij hebben ons dan ook direct bij zijn verzoek aangesloten.

De minister heeft de Kamer een aantal onderzoeksvragen voorgesteld. Ik heb in het algemeen overleg al gezegd dat het cruciaal is om te horen hoe het mogelijk is dat dit rapport destijds niet bij de minister op het bureau is gekomen. De VVD-fractie gaat ervan uit dat dit punt impliciet is besloten in vraagstelling 1. In dat geval kan mijn fractie akkoord gaan met de onderzoeksvragen.

Het lijkt mij goed om helder te zijn over de moties. De VVD-fractie wenst absoluut niet de kosten op het bordje van de veehouders te leggen. Er is een aantal keren nadrukkelijk over de diertransporten gesproken. De VVD-fractie is daar helder over geweest en Kamerbreed zijn daar duidelijke afspraken over gemaakt, vorige week nog. Als dan een dag later een jaar oud rapport uitlekt, dan vervallen die voor een aantal fracties. Mijn fractie doet daar niet aan mee. De minister heeft toegezegd op 5 maart te komen met het rapport. Op dat moment geeft mijn fractie haar oordeel daarover en over de manier waarop moet worden omgegaan met de klepcontroles.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik vind deze bijdrage eerlijk gezegd wat raar. De minister heeft een tijd geleden zelf voorgesteld om die klepcontrole te doen. Daar waren ook goede redenen voor. Het voorstel van de minister is vervolgens om zeep geholpen door een meerderheid in de Kamer. Er is nu een rapport bekend geworden, waarin ernstige misstanden staan, dat aanvankelijk onder de pet is gehouden. U wilt toch ook geen risico's lopen? Ik vind het ook allemaal niet prettig om te doen, maar u moet het wel in de juiste proporties zien. Kunt u mij garanderen dat dergelijke misstanden op dit moment niet plaatsvinden?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

U garandeert niets en ik garandeer ook niets.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

U doet ook niets.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik ga over mijn eigen antwoorden. U hebt in het algemeen overleg mijn standpunt gehoord. In het rapport dat een jaar oud is, staat een groot aantal aanbevelingen. De Kamer heeft niet voor niets al zes of zeven debatten gevoerd met de minister over de diertransporten. Er zijn behoorlijk wat stappen gezet en mijn fractie gaat ervan uit dat die stappen goed zijn gezet. De minister wil dat ook nadrukkelijk weten. Ik garandeer helemaal niet dat alles 100% in orde is. Mijn fractie wil duidelijkheid, maar vindt niet dat er opeens allerlei andere stappen gezet worden dan vorige week aan de sectoren is beloofd.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik constateer dat al een jaar lang een onderzoek rondwaarde bij de VWA en waarschijnlijk ook bij het ministerie. Uit dat onderzoek zijn ernstige misstanden naar voren gekomen, maar geen van de inspecteurs heeft de guts gehad om het rapport op het bureau van de minister te leggen. Ik snap dus niet die houding van vertrouwen in de VWA-keuringen. Waarom hebt u zoveel vertrouwen in die keuringen als niemand dat rapport op het bord van de minister heeft gelegd, op die ene persoon na, die het pas een jaar na dato op straat heeft gegooid?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik zeg helemaal niet dat ik de VWA op allerlei onderdelen vertrouw. Ik zeg alleen dat wij een jaar lang diverse debatten met de minister hebben gevoerd. Naar aanleiding daarvan zijn stappen gezet voor meer controle en een beter dierentransport. Ik ga ervan uit dat de stappen die gezet zijn verbeteringen betekenen ten opzichte van het rapport dat nu voorligt. Ik wacht de stand van zaken af. Vorige week heeft een Kamermeerderheid aangegeven dat er door kan worden gegaan. Woensdagavond lekte het rapport uit en nu blijkt opeens alles anders te liggen. Voor de VVD-fractie geldt dat niet. Als op 5 maart de resultaten bekend zijn, geeft mijn fractie aan of zij op die manier al dan niet wil doorgaan. Het is mogelijk dat mijn fractie ervoor kiest om daar niet mee door te gaan.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg van vorige week is met de minister uitvoerig gesproken over een aantal zaken naar aanleiding van de bevindingen in een rapport dat opeens op straat lag. De CDA-fractie heeft in dat overleg gezegd dat er hard moet worden opgetreden als de misstanden waar zijn. Het siert de minister dat zij volledig de verantwoordelijkheid heeft genomen voor het proces vanaf dat moment. De minister heeft ons vorige week vrijdag geïnformeerd over het stappenplan, over de persoon die het onderzoek zou moeten leiden en over de onderzoeksopdracht. Ik ben blij dat vanmiddag de conclusie kan zijn, kijkend naar de vertegenwoordigers van de verschillende fracties, dat de overgrote meerderheid van de Kamer de onderzoeksopdracht deelt en de voorzitter van de onderzoekscommissie alleszins acceptabel vindt. Ik zeg dat nadrukkelijk omdat dat een conclusie kan zijn van dit overleg.

De commissie brengt eind februari rapportage uit aan de minister. Enkele dagen later informeert de minister de Kamer over haar bevindingen en eventueel haar aanbevelingen. Het is om die reden buitengewoon ongepast en prematuur om nu al stappen te zetten en conclusies te trekken op basis van het op straat gevonden rapport, waarvan niemand op dit moment weet of hetgeen op papier is gezet nog steeds realiteit is, als het al realiteit geweest is. Mijn fractie zou dat raar en buitengewoon ongepast vinden. Met het voorstel om onmiddellijk de 100% klepcontrole in te voeren, wordt eenzijdig de rekening gelegd bij een grote groep ondernemers die waarschijnlijk part noch deel heeft aan het probleem. Ik wijs op de 18.000 varkenshouders die een op een hiermee worden geconfronteerd. Overigens geldt dat ook voor een aantal andere sectoren. Dit is naar mijn mening niet de weg die nu moet worden bewandeld. Of wij kiezen voor een onderzoek – en dat doen wij gelukkig – en wachten de conclusies daarvan af, of wij kiezen ervoor om daar niet in geïnteresseerd te zijn en aan de slag te gaan met harde maatregelen. De CDA-fractie zou een dergelijke houding jammer vinden en zal daarom moties op dat punt zeker niet steunen.

De heer Waalkens (PvdA):

Collega Atsma spreekt over een op straat gevonden rapport. Wij hebben het echter van de minister gekregen, inclusief een reactie daarop. Het gaat dus niet om een rapport dat op straat is gevonden. Het heeft de officiële route doorlopen, is bij de Kamer ingediend en is om die reden een openbaar stuk.

De heer Atsma (CDA):

Het is op straat gevonden en het is via Varkens in nood tot ons gekomen. Dat gebeurt vaker op die manier. De minister heeft vervolgens de volle verantwoordelijkheid op zich genomen van hetgeen vanuit haar ministerie naar voren is gebracht. Zij heeft aangegeven dat een aantal punten in dat rapport, dat een jaar geleden is geschreven, al daadwerkelijk in gang is gezet. Wij weten niet welke acties vanuit het ministerie zijn ondernomen in reactie op de bevindingen. Wij weten ook niet of de bevindingen terecht zijn. Om die reden hebben wij besloten om een commissie in te stellen, op voorstel van de minister. De minister heeft aangegeven dat de commissie in volstrekte onafhankelijkheid kan opereren. Wij zijn buitengewoon benieuwd naar de bevindingencommissie. Het is ronduit ongepast om de rekening eenzijdig bij duizenden ondernemers in de primaire sector, dus bij duizenden boeren, neer te leggen. Ik begrijp dat dat de ambitie en misschien wel het hoogste doel is van sommigen in deze Kamer maar dat is niet de ambitie en het doel van de CDA-fractie.

Minister Verburg:

Voorzitter. Omwille van de tijd ga ik onmiddellijk in op de gemaakte punten. Mevrouw Van Velzen heeft gevraagd waarom ik een partijgenoot als voorzitter heb aangewezen. Ik heb het nodig gevonden om iemand met veel statuur, veel ervaring en deskundigheid en veel kennis van de overheid hiervoor te moeten vragen. Snelheid was geboden omdat zowel de Kamer als ik heel snel wil kunnen beschikken over de resultaten van dat onderzoek. Om die reden moest ik kiezen voor iemand die onmiddellijk beschikbaar kon zijn. Die factoren hebben meegeteld in de keuze voor de heer Hoekstra. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij gezaghebbend en onafhankelijk zijn onderzoek zal verrichten. Hij wordt daarbij door onafhankelijke mensen van buiten ondersteund. Ik heb daarin vertrouwen.

Mevrouw Van Velzen heeft mij gevraagd om een reactie op het artikel in Vrij Nederland. Ik ken dat artikel niet. Ik heb zojuist gezien dat ik een kopie op mijn desk heb gekregen, maar ik ga er nu niet op reageren; dat zal de Kamer wel begrijpen. Ik zal het artikel aan de heer Hoekstra ter hand stellen en hem vragen dit in zijn onderzoek mee te nemen.

Dan kom ik nu toe aan de moties die door mevrouw Van Velzen zijn ingediend. In de eerste staat dat als gevolg van het roodvleesconvenant keuringen door de Voedsel- en Waren Autoriteit onder de kostprijs worden uitgevoerd. Op grond van de overweging dat dit een vorm van onacceptabele staatssteun is, wordt de regering verzocht, de diensten die de Voedsel- en Waren Autoriteit verleent, bij de sector in rekening te brengen. Welnu, er is geen sprake van ongeoorloofde staatssteun. Ik heb onderscheid gemaakt tussen de grotere en de kleinere sectoren. Ik weet dat het een wens is van de meerderheid van de Kamer om rekening te houden met de proportionele gevolgen voor de kleinere sectoren. Ik heb dus een staffel aangebracht in mijn voorstel, om de verhogingen en de kostendekkende prijs op een zorgvuldige wijze te laten stijgen in de komende jaren. Ik ontraad de aanneming van deze motie.

In de motie van mevrouw Van Velzen op stuk nr. 166 verzoekt zij de regering, de vleeskeuring zodanig in te richten dat het algemeen belang van de volksgezondheid, de diergezondheid en het dierenwelzijn aantoonbaar onafhankelijk wordt behartigd en dat zelfs maar de schijn van verstrengeling met economische belangen wordt vermeden. Dit gaat dan over de bv Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector. Dit punt is vorige week uitvoerig aan de orde geweest tijdens het algemeen overleg op initiatief van mevrouw Ouwehand namens de fractie van de PvdD. Ik heb haar toegezegd dat ik schriftelijk zal antwoorden. Ik zal dat ook doen, want ik kom mijn toezeggingen altijd na. Dit betekent dat deze motie overbodig is.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Hoe kan mijn motie overbodig zijn doordat u een brief naar een andere partij gaat sturen? Ik wil graag dat u ingaat op de inhoud van de motie en aangeeft of u bereid bent om die uit te voeren. Een brief volstaat niet; dat begrijpt u wel.

Minister Verburg:

Als ik inga op een verzoek van een van de fracties in de Kamer, stuur ik een brief aan de gehele Kamer. Ik geef alleen even aan waar het verzoek vandaan kwam. Aan dat verzoek zal ik voldoen. Ik acht om die reden deze motie overbodig.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter...

De voorzitter:

U hebt een oordeel gekregen over de motie.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mag ik dan vragen of wij die brief mogen ontvangen voordat er over de moties wordt gestemd?

Minister Verburg:

Dat kan ik niet helemaal toezeggen. Wanneer zou dat ongeveer zijn?

De voorzitter:

Zoals het er nu naar uitziet, zal over de moties aanstaande dinsdag worden gestemd. Dat is dus over een week.

Minister Verburg:

Ik zal mijn best doen.

Voorzitter. Mevrouw Van Gent heeft gevraagd of de jacht wordt geopend op de klokkenluider. In dit hele verhaal is de klokkenluider nog niet aan de orde geweest. Ik hecht eraan, te melden dat de Voedsel- en Waren Autoriteit een zorgvuldig opgestelde klokkenluidersregeling heeft. Dat is een goede zaak. Ik heb vastgesteld dat er geen beroep is gedaan op de klokkenluidersregeling. Ik wil graag weten op welke wijze dit rapport naar buiten is gebracht. Ik hoop daarover op enig moment te worden geïnformeerd.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat is precies het punt. Het rapport is wellicht door iemand of door meerdere personen naar buiten gebracht omdat men het een ernstige kwestie vond. Ik mag aannemen dat wij hierover nauwkeurig worden geïnformeerd naar aanleiding van het onderzoek, als valt te achterhalen hoe het is gegaan. Als er personen in het geding zijn en er zich bepaalde zaken afspelen, wil ik dat de Kamer dat ook hoort. Ik vind dat belangrijke informatie. Er gebeuren ook wel eens dingen buiten de reguliere klokkenluidersregeling om. Dan kunnen er consequenties optreden en daarover wil ik volledige openheid van zaken.

Minister Verburg:

Ik heb de rijksrecherche om een onderzoek over dit onderwerp gevraagd. Het loopt dus niet mee in het onderzoek van de heer Hoekstra. Ik heb gevraagd of de Rijksrecherche wil nagaan op welke wijze dit rapport naar buiten is gebracht. Ik wacht dit onderzoek af.

Mevrouw Ouwehand verzoekt de regering in de motie op stuk nr. 167 om binnen drie maanden alsnog over te gaan tot invoering van een verplicht gps-systeem bij elk veetransport dat valt onder de Europese verordening inzake de bescherming van dieren tijdens transport. Zoals ik al eerder heb aangegeven, geldt de Europese richtlijn dat op nieuwe veewagens er per 1 januari 2008 sprake moet zijn van een gps-systeem. Bij veewagens die nu reeds rijden, geldt dit vanaf 1 januari 2009. De sector wil dit zo snel mogelijk invoeren en onderdeel laten uitmaken van hun kwaliteitssysteem. Het lijkt er echter op dat er vanuit Brussel nog enkele specificaties moeten komen. Ik zal mij in Brussel inzetten om die specificaties zo snel en helder mogelijk te kunnen communiceren. Ik ontraad daarmee het aannemen van deze motie.

In de motie op stuk nr. 168 verzoekt mevrouw Ouwehand de regering om binnen een half jaar een ombudsman aan te stellen die fungeert als vertrouwenspersoon voor de Voedsel- en Waren Autoriteit, dierenartsen, AID-controleurs en bijzondere opsporingsambtenaren. Deze ombudsman zou dienen te ressorteren onder het ministerie van Justitie. Deze motie loopt mijlenver vooruit op de resultaten van het onderzoek. Ik vind haar voorbarig en voortijdig, en ontraad derhalve aanneming ervan.

In de motie op stuk nr. 169 verzoekt mevrouw Ouwehand de regering om de Voedsel- en Waren Autoriteit op te dragen uitsluitend te werken met in Nederland opgeleide keuringsartsen of met keuringsartsen van wie kan worden aangetoond dat hun opleidingsniveau volledig gelijkgesteld kan worden aan dat van Nederlandse dierenartsen. Hier is sprake van het toepassen van de Europese richtlijn. Deze schrijft voor dat dierenartsen om klepkeuringen en andere controletaken uit te mogen oefenen, moeten voldoen aan de eisen die zijn voorgeschreven door de Europese Unie. In de Europese richtlijn wordt ook voorgeschreven over welke vaardigheden iemand moet beschikken om te mogen werken namens en in opdracht van een inspectiedienst zoals de Voedsel- en Waren Autoriteit. Dat betekent dat deze motie overbodig is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Heeft de minister de indruk dat deze richtlijn naar behoren wordt uitgevoerd? Zijn er inderdaad alleen maar dierenartsen aan het controleren die daadwerkelijk aan alle eisen voldoen?

Minister Verburg:

Zorgen dat dierenartsen bekwaam zijn en voldoen aan de aan hen gestelde kwalificaties, behoort tot de kerntaken van de Voedsel- en Waren Autoriteit. Als dat niet gebeurt, zal dat blijken uit het onderzoeksrapport van de heer Hoekstra. Ik blijf bij mijn oordeel dat de motie of overbodig is, en aangehouden kan worden, of voorbarig is. In het laatste geval ontraad ik aanneming ervan.

De heer Atsma (CDA):

Ik hoor dat het woord "ontraden" valt. Dat spreekt mij meer aan dan de motie als overbodig te bestempelen. Daarbij wijs ik op de enorme calamiteiten die er de afgelopen jaren in Nederland plaatsvonden waarbij massale inzet van veterinairs vanuit het buitenland noodzakelijk was. De motie van collega Ouwehand zou een herhaling hiervan onmogelijk maken. Ik vind daarom dat aanneming van deze motie 100% ontraden moet worden.

Minister Verburg:

De indiener van de motie gaat ook over de duiding ervan. De nadere invulling van mevrouw Ouwehand brengt mij ertoe aanneming van de motie te ontraden.

In de motie-Waalkens c.s. op stuk nr. 171 wordt de regering verzocht om de 100% klepcontrole per direct in te voeren en daarmee door te gaan tot er absolute duidelijkheid is over afspraken die moeten worden gemaakt met betrekking tot de inspectie en de handhaving door de VWA, zodat die gegarandeerd sluitend en effectief is. Wij hebben al een aantal keren hierover gedebatteerd. Vorige week is nog besproken dat de sector hard werkt aan een vorm van zelfcertificatie en een eigen kwaliteitssysteem. Wij hebben vorige week de datum 1 april genoemd. Die is hard. Als er op 1 april geen certificeringssysteem is en geen eigen kwaliteitssysteem is, inclusief onafhankelijk toezicht en een sanctie-instrument, wordt 100% klepcontrole ingevoerd. Met deze motie wordt ook een voorschot genomen op de uitkomst van het onderzoek. Er is naar buiten gekomen dat het rapport een concept was, waar de VWA al mee aan de slag is gegaan. Daarom vind ik deze maatregel, gelet op de inspanningen die er zijn, niet fair. Ik vind het niet proportioneel om hier nu toe te besluiten. Deze motie biedt geen passend antwoord op het proces dat gaande is bij de VWA. Ik ontraad het aanvaarden van deze motie.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff vroeg om een toelichting op de formulering van de opdracht aan de heer Hoekstra. Zij vroeg of daar ook de vraag wordt meegenomen hoe het mogelijk is dat dit rapport niet op het bureau van de minister is beland en waarom. Die is opgenomen, als vraag 1.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik heb nog een vraag over de 100% klepcontrole. De minister zegt dat onmiddellijke invoering daarvan een voorschot zou zijn op de uitkomst van een onderzoek. Zij doet dat zelf ook. Zij zegt immers dat het rapport van de VWA een conceptrapport is. Dat is helemaal nog niet vastgesteld. Daar hebben wij uitgebreid over gesproken in het algemeen overleg over deze kwestie. De minister moet dus niet vooruitlopen op het onderzoek. Zij zegt dat het niet fair zou zijn tegenover de sector. Zijn wij dan unfair als wij als indieners van deze motie de minister vragen om, gezien het ontbreken van een garantie dat het nu allemaal goed gaat en de zeer ernstige misstanden die uit het rapport blijken, nu geen risico te lopen, in elk geval tot het rapport beschikbaar is, en als noodmaatregel over te gaan op 100% klepcontrole? Ik zou willen dat de minister daar inhoudelijk op ingaat, in plaats van het opnoemen van een riedeltje over het vooruitlopen op een rapport. Daar protesteer ik tegen. Ik wil nu antwoord op mijn vraag.

Minister Verburg:

Wij hebben vorige week ook besproken dat de sector hard werkt aan een kwaliteitssysteem en aan een vorm van zelfcertificering. De onderscheidende datum is 1 april. Op dat moment moet duidelijk zijn of de sector meedoet. Als dat niet het geval is, wordt 100% klepcontrole ingevoerd. Daar valt niet over te marchanderen en er wordt stevig aan getrokken. Nu blijkt dat er een rapport bij de VWA is. Dat rapport is een jaar oud. Mij is meegedeeld dat dit een conceptrapport is, maar de status doet er hier even niet toe. Ik vind het niet proportioneel en ook niet helemaal fair om nu een 100% klepcontrole in te voeren terwijl de sector bezig is met het ontwikkelen van een systeem, alleen omdat een rapport is opgedoken. Ik zie het niet anders, daarom ontraad ik het aannemen van deze motie.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

De minister geeft nu zelf toe dat zij niet weet of dit een conceptrapport is of niet. Ik vind dat toch ernstig. Er worden hier allemaal dingen gezegd. Die zijn niet bewezen. Dat moet door de onderzoekscommissie gebeuren. De minister blijft weigeren om op mijn vraag in te gaan, gezien de ontstane situatie. Al gebeurt het maar tijdelijk. De minister wilde verleden jaar zelf ook 100% klepcontrole. Mijn vraag is dus om die controle nu in te voeren. Ik wil antwoord op die vraag.

De voorzitter:

U had het woord niet. Ik geef het woord nu aan mevrouw Snijder.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voor de duidelijkheid: wij steunen de minister om nu geen 100% klepcontroles in te voeren. Wij hebben afspraken gemaakt, zoals een kwaliteitscontrolesysteem. In dat verband geldt de datum van 1 april. In het overleg heb ik gezegd dat wij eigenlijk een moment van realisme moeten inbouwen op 5 maart, als het rapport uitkomt. Ik heb toen van de minister begrepen dat ook zij dit als een nieuw moment beschouwt om al dan niet anders naar 1 april te gaan. Ik moet zeggen dat voor de VVD-fractie 5 maart wel een pas op de plaats is om te bepalen hoe wij naar 1 april gaan. Ik herhaal dat 5 maart dus echt een nieuw moment is. Ik ga er dan ook van uit dat de minister dit ook zo heeft bedoeld.

Minister Verburg:

Dat klopt. Wij hebben met de sector 1 april afgesproken. Daar moeten wij fair in zijn. Op 5 maart is er natuurlijk wel een nieuw afwegingsmoment. Als het goed is, kennen wij dan namelijk het naadje van de kous. Dan is ook de onderste steen boven. Wij kunnen dan ook precies bepalen wat er aan de hand is, wat er gebeurd is en hoe wij ervoor staan. Inderdaad heb ik dan samen met de Kamer een nieuw afwegingsmoment.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het was een beetje een onduidelijke, niet erg dualistische zwanendans in september. Daar was echter wel een minister die de controle wilde aanscherpen door de invoering van een 100% klepcontrole. Toen was er wat rumoer in de Kamer en vervolgens heeft de minister onder druk van de meerderheid haar mening moeten bijstellen. Die meerderheid begint nu af te brokkelen. Ik vond het voorstel van de minister toen proportioneel en fair. Dat vind ik nog steeds. Is de minister niet blij dat haar voorstellen eindelijk steun krijgen, dus dat zij haar zin krijgt, precies zoals zij in september aan de Kamer vroeg?

Minister Verburg:

Ik moet mevrouw Van Velzen erop wijzen dat er sinds 12 september het nodige gebeurd is. Zowel bij de verzamelplaatsen als bij de lading aan de stal zijn namelijk de nodige initiatieven genomen. Daartoe zijn ook de nodige stappen gezet. Gezien dat proces vind ik het niet fair en niet proportioneel voor de sector met het oog op 5 maart, het nieuwe afwegingsmoment, om nu die stap te zetten. Op dit moment geldt volgens de afspraak met de sector 1 april. Ik zie dus een ontwikkeling sinds 12 september en ik heb mijn oordeel over de motie gegeven.

De heer Waalkens (PvdA):

Op dit moment zijn alle landbouwattachés in Nederland. Zij moeten onze positie in Verweggistan uitleggen. Welke boodschap geeft u hun mee nu wij dit gesprek over de VWA hebben? Het moet u toch als muziek in de oren klinken dat wij zeggen dat wij erbovenop zitten? U zegt: nee, wij hebben een onderzoek en geven de sector nog tot 1 april aanstaande de tijd.

Minister Verburg:

Ik vertel de landbouwattachés exact hetzelfde als ik tegen de Kamer zeg. Ik zeg dat de situatie in de transportsector moet verbeteren en dat die ook zal verbeteren. Ik zeg ook dat wij daar met de sector en uw Kamer een aantal afspraken over hebben gemaakt. Ik zeg tegen de landbouwattachés dat het rapport dat bij de VWA boven tafel is gekomen, het bureau van deze noch de voormalig minister heeft bereikt. Dat is ernstig. Ik neem daar de volle verantwoordelijkheid voor. Dat heb ik vorige week in de Kamer gezegd en zeg dat ook tegen de landbouwattachés. Vervolgens zeg ik dat ik wil dat de onderste steen boven komt en dat ik het naadje van de kous wil weten. Ik vind dat het uitgezocht moet worden. De landbouwattachés zeggen daarop: dat lijkt ons fair.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag stemmen wij over de tijdens dit debat ingediende moties.

De vergadering wordt van 18.15 uur tot 19.15 uur geschorst.

Voorzitter: Verbeet

Naar boven