Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet (31142).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Het kan verkeren. Nog geen vijf jaar geleden was het de Kamer die bij de regering ruim baan bepleitte voor het gebruik van stemcomputers, voor het stemmen via internet en voor het toestaan van andere ict-achtige snufjes in het stemlokaal. Nu doet diezelfde Kamer zo huiverig voor alles wat te maken heeft met computerisering van het verkiezingsproces dat zij de wenkbrauwen fronst over het voorstel om de Experimentenwet te verlengen. Dat geldt ook voor de CDA-fractie.

Dat wij alles afwegende toch akkoord gaan met een tijdelijke verlenging van de Experimentenwet, heeft alles te maken met de heldere, ondubbelzinnige toezegging van de staatssecretaris. Zij zegt namelijk voornemens te zijn om nieuwe proeven met verkiezingen achterwege te laten en zij wil al helemaal geen ict-achtige experimenten doen zolang de zekerheid en de veiligheid van het verkiezingsproces niet is gegarandeerd. Die toezegging wil ik hier graag vastgelegd zien. Klip en klaar moet zijn dat deze wet enkel en alleen zal worden gebruikt om het mogelijk te maken dat ook tussen 2008 en 2010 bij Europese verkiezingen, herindelingsverkiezingen en in het geval er onverhoopt verkiezingen voor de Kamer zijn in een willekeurig stemlokaal binnen de eigen gemeente kan worden gestemd. Of bij de Europese verkiezingen van 2009 zou kunnen worden geëxperimenteerd met internetstemmen vanuit het buitenland zal de staatssecretaris later – wanneer zal zij dat doen? – beslissen, maar dat pas doen na daarover met de Kamer te hebben gesproken. Ik herhaal die schriftelijke belofte van de staatssecretaris met grote stelligheid. Voor mijn fractie is die doorslaggevend voor het besluit om akkoord te gaan met het voorstel in deze vorm.

Wat zal er gebeuren bij de verkiezingen voor de waterschappen? Die staan op de rol voor november 2008. Dan zal, als ik goed ben geïnformeerd, wel via internet gestemd kunnen worden. Is dat niet een beetje vreemd? Vooralsnog zal zoiets niet in Europa kunnen, maar wel in de polder. Zou het niet logisch zijn om, zolang het internetstemmen met veel onzekerheden is omgeven, daarmee niet te experimenteren bij verkiezingen voor waterschappen, vooral niet na de indringende waarschuwingen van de Kiesraad?

Blijft nog één kwestie over: de identificatieplicht. Moet je je bij stemmen met een stempas kunnen identificeren? Die vraag is van verschillende kanten opgeworpen bij de schriftelijke behandeling van het voorstel. De staatssecretaris komt met lauwe, halve uitspraken. Mijn fractie staat sympathiek tegenover het voorstel van de adviescommissie voor het verkiezingsproces, al was het alleen maar omdat dat zo'n vitaal onderdeel van de democratie is dat je elke gerede twijfel moet wegnemen. Over verkiezingen mag geen greintje onzekerheid hangen. De identificatieplicht bij stemmen per stempas helpt daarbij. Daarom rekenen wij op een royale toezegging van de staatssecretaris.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. De Experimentenwet kiezen op afstand is op 1 januari 2004 in werking getreden. De wet kent een beperkte reikwijdte. Zij biedt namelijk de grondslag voor experimenten met stemmen in een willekeurig stemlokaal binnen de eigen gemeente en wat betreft de Nederlandse kiezers in het buitenland stemmen via het internet. De staatssecretaris stelt voor om in afwachting van de wijziging van de Kieswet de experimentenwet te verlengen met twee jaar, een en ander met het oog op de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009. Zij wil expliciet de mogelijkheid openhouden om te stemmen in een willekeurig stemlokaal bij de eerstvolgende verkiezingen.

Wij hebben goed kennisgenomen van het antwoord van de staatssecretaris dat geen andere experimenten zullen worden uitgevoerd zonder dat daarover eerst een grondig debat met beide Kamers is gevoerd. Bij mijn fractie is echter toch enige verwarring ontstaan over de termen nieuwe, andere of verlengde experimenten. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook of iedere nieuwe mogelijkheid om te stemmen in een willekeurig stemlokaal gezien moet worden als een nieuw experiment. Gaat u voor de verkiezingen van 2009 het mogelijk maken om te stemmen in een willekeurig stemlokaal? Is dat een nieuw experiment of wordt het gezien als een ander experiment? Of wordt het stemmen in een willekeurig stemlokaal, bijvoorbeeld bij eventuele vervroegde Tweede Kamerverkiezingen of de verkiezingen voor het Europees Parlement, gezien als een verlengd experiment? Waar hebben wij het dan precies over?

Wat de mogelijkheid betreft voor Nederlanders om in het buitenland via het internet te stemmen, zegt de staatssecretaris dat nog niet vaststaat of een nieuw experiment gehouden zal worden. Kan zij aangeven waarom voor haar wel vaststaat dat het stemmen in een willekeurig stemlokaal mogelijk moet zijn en waarom dit niet geldt voor het stemmen via het internet? Waarom maakt zij dit onderscheid? Gelet op de discussie over de betrouwbaarheid van stemmachines, steunt mijn fractiede regering als het gaat om een herbezinning van het verkiezingsproces. De VVD-fractie wil er wel bij de regering op aandringen dat bij de verkiezingen in 2009, als het enigszins kan, Nederlanders in het buitenland de kans wordt gegeven via het internet hun stem uit te brengen. Deze wijze van stemmen is populair, maar ook voor mijn fractie staat buiten kijf dat het internet­stemmen veilig moet verlopen.

Ik heb nog twee concrete vragen aan de staatssecretaris. De eerste gaat over de vervangende stempas. In een circulaire is nu geregeld dat een vervangende stempas uiterlijk twee dagen voor de verkiezingen kan worden aangevraagd. Waarom kan niet worden gekozen voor een dag voor de verkiezingen? Waarom kunnen burgers niet een dag voor de verkiezingen een vervangende stempas aanvragen?

De tweede vraag gaat over de legitimatie. Wat het stemmen in een willekeurig stemlokaal betreft, moet naar mijn mening altijd om een identiteitsbewijs worden gevraagd. Dat is thans al mogelijk, maar dan moet er wel echt gebruik van worden gemaakt. Dat betekent dat moet worden toegezien op de naleving daarvan. Wil de staatssecretaris dat expliciet benadrukken?

Wij hebben een paar evaluaties ontvangen. De laatste hebben wij gekregen bij brief van 19 juli jongstleden. Wat mijn fractie betreft, zullen wij daarover nog een apart debat met de minister houden, want wij hebben natuurlijk gewacht op het advies van de commissie-Korthals Altes. Wij wachten nu nog op een reactie van het kabinet, die ons in december zal bereiken. Daarna houden wij er graag een debat over met de minister.

De VVD-fractie is voorstander van verlenging van de tijdelijke wet, maar wij wachten toch even de antwoorden van de staatssecretaris af.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik kan niet verhelen dat de aanloop tot dit debat af en toe een wat vreemde gang van zaken te zien gaf. Als deze gang van zaken was voorkomen, was dit debat überhaupt onmogelijk geweest of in ieder geval wat korter.

De reikwijdte van de verlengde experimentenwet is op een ingewikkelde manier door de staatssecretaris gepresenteerd. Zij liet daarover in haar formulering onnodig misverstand bestaan. Uiteindelijk heeft zij pas in de nota naar aanleiding van het verslag helder geformuleerd waar deze experimentenwet eigenlijk over gaat: "Ik ben dan ook niet voornemens om op basis van deze wet andere experimenten dan de voornoemde te initiëren." Dit gaat over de stempas en het eventuele internetstemmen vanuit het buitenland, en nergens anders over. Het is voor de wetsgeschiedenis van belang dat de staatssecretaris dit hier in de Kamer nadrukkelijk herhaalt, zodat wij allen weten dat dit de grenzen zijn die wij met elkaar trekken. Misschien zouden wij allemaal niet zo precies zijn, als wij niet de geschiedenis hadden met de stemcomputers die wij hebben. Dat is de reden dat wij nu erg goed opletten.

Het tweede vreemde in de aanloop naar dit debat zijn de twee versies van de nota naar aanleiding van het verslag die ik onder ogen kreeg. Die nota kwam eerst per mail binnen. Ik was ontzettend nieuwsgierig, dus ik opende die mail onmiddellijk. Ik dacht: nou, ze ziet helemaal af van internetstemmen. Het leek erop dat de minister de portefeuille naar zich toe had getrokken, want zij had de nota ondertekend. Ik dacht: blijkbaar is er wat gebeurd. Internetstemmen is voorbij, klaar, misschien hoeven wij het hele plenaire debat niet meer te voeren. Ik verkeerde een aantal dagen in deze veronderstelling, tot ik via Parlando de mooie versie opende. Daarin las ik een ander verhaal. Er was geen einde gekomen aan het internetstemmen. De staatssecretaris schreef dat het nog niet vaststond hoe het ermee verder zou gaan. Inmiddels heb ik begrepen dat de versie in Parlando, die ondertekend is door de staatssecretaris, de officiële is en dat wij over die versie spreken. Dit maakt het debat complexer. Er moet nu gesproken worden over de voorwaarden waaronder internetstemmen aanvaardbaar is.

Mijn fractie kan zich overigens vinden in wat eerder in dit debat gezegd is over het stemmen in willekeurige stembureaus, indachtig een aantal opmerkingen van collega's.

Wat wil de staatssecretaris met internetstemmen vanuit het buitenland? Waarom heeft zij een eerdere versie uit het departement waarin stond dat het niet doorgaat, veranderd? Waarom heeft zij een opening geboden tot het openhouden van de mogelijkheid van internetstemmen? Kan de staatssecretaris aangeven welke gedachte hierachter zit? Met welke criteria gaat zij haar afweging maken? Als die criteria opgesteld zijn, is het zeer noodzakelijk dat er een goedkeuringsprocedure komt over het internetstemmen. Dat hebben wij geleerd van de evaluatierapporten van Korthals Altes en Hermans. Welke goedkeuringsprocedure heeft de staatssecretaris in gedachten en op welke wijze wil zij deze juridisch vormgeven? Juist die goedkeuringsprocedure is een van de zwaktes geweest bij de stemcomputers. De fractie van GroenLinks wenst een in een AMvB vastgelegde goedkeuringsprocedure, waarin gegarandeerd wordt het geheime karakter van het stemmen, de betrouwbaarheid van de stemming, de beschikbaarheid voor iedereen van de mogelijkheid tot internetstemmen, de duidelijkheid en de transparantie. Het moet helder zichtbaar en doorzichtig zijn hoe het systeem werkt, net als bij een rood potlood, een papier en een stembus.

De goedkeuringsprocedure moet zo verlopen, dat van een eventuele goedkeuring mededeling wordt gedaan in de Staatscourant. Dat klinkt formeel, maar het betekent dat er beroeps- en bezwaarprocedures openstaan tegen die goedkeuring. Dat lijkt ons hierbij ook van groot belang. Ik hoor graag hoe de staatssecretaris over dit voorstel denkt. Voor de fractie van GroenLinks is dit vanavond het zwaarste punt om nog even goed te regelen.

Mevrouw Griffith (VVD):

Stel nou eens dat er volgend jaar vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer komen? Als de door u geschetste procedure gehanteerd moet worden, dan redden wij dat natuurlijk niet. Ik hoor u zeggen dat u hecht aan het internetstemmen, zeker voor Nederlanders in het buitenland. De VVD-fractie hecht daar eveneens aan, maar als je zo'n zware procedure hebt, inclusief beroep en bezwaar, dan kun je het wel helemaal vergeten. Waar zit het evenwicht in?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik denk niet dat het goed is om in dit geval naar een evenwicht te zoeken. Dat doen wij namelijk evenmin bij de stemcomputers. Ik denk dat de staatssecretaris en het kabinet op dat punt terecht hebben gezegd dat er geen enkele twijfel over mag bestaan of zo'n stemproces helemaal klopt en of het aan de genoemde voorwaarden voldoet. Dat is de kern van democratie. Het kan dus niet een beetje betrouwbaar, of een beetje transparant, of een beetje geheim of een beetje openbaar zijn. Als het niet volledig op orde is, dan zullen wij terug moeten naar de vroegere situatie. U weet dat wij in het stembureau teruggaan naar het potlood. Ik vind het jammer, maar ik denk dat wij voor het buitenland terug moeten naar het schriftelijk stemmen.

De voorzitter:

Ik vond het een helder antwoord. Het spijt mij, maar gezien de tijd sta ik geen verdere interrupties toe.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter, het spijt mij, maar het is wel een wetsvoorstel. Dan mag je toch een nadere vraag stellen?

De voorzitter:

Ja, maar ik heb gevraagd om alleen zeer beperkt te interrumperen. Ik vind dat u een helder antwoord hebt gekregen van de heer Duyvendak.

Mevrouw Griffith (VVD):

Op zo'n manier kunnen wij natuurlijk wel wetten aannemen, maar kunnen wij net zo goed ophouden als je niet eens een tweede vraag mag stellen.

De voorzitter:

Nee, u krijgt ook nog een antwoord van de staatssecretaris.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag de staatssecretaris hoe ik het moet lezen als zij de hele tijd schrijft dat er in 2010 een nieuwe situatie is. Ik moet zeggen dat ik dat hoop, maar dat het mij krap bemeten lijkt. Zij zegt dat er in de tussentijd eigenlijk één ding kan gebeuren: de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009. Mevrouw Griffith wees er echter zojuist al op dat het kabinet zomaar kan vallen. Na gisteravond is de heer Schinkelshoek natuurlijk enorm optimistisch. Wij kunnen natuurlijk overal commissies voor instellen en dan zingen wij het best wel weer een tijdje uit. Ik zou echter van de staatssecretaris willen horen of ik alles moet lezen als "bijvoorbeeld de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009", want het kunnen ook andere verkiezingen zijn. Ik denk dat wij het zo moeten lezen, maar ik vraag om een bevestiging van de staatssecretaris.

Tot slot wil ik aanhaken bij de vragen van collega Schinkelshoek over de waterschapsverkiezingen. Het is toch wel een heel gekke gang van zaken dat na alle lessen die wij hebben moeten trekken uit de stemcomputers en gelet op de zorgvuldigheid die wij, naar mijn mening nu terecht, willen betrachten bij het internetstemmen vanuit het buitenland, er straks wel met internet gestemd wordt bij de waterschapsverkiezingen. Met de wijsheid die wij nu hebben, moeten wij dat proberen te veranderen. Ik vraag de staatssecretaris welke mogelijkheden zij daartoe ziet en misschien wil scheppen. Ik weet dat het formeel de bevoegdheid van Verkeer en Waterstaat betreft. Gezien evenwel haar verantwoordelijkheid voor het gehele dossier van het kiesproces, verzoek ik de staatssecretaris op dit punt in te gaan.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. De SP is blij dat de staatssecretaris nu eindelijk duidelijkheid geeft over de door haar voorgestelde reikwijdte van de experimentenwet. Zij geeft aan niet voornemens te zijn andere experimenten uit te voeren dan het stemmen in een willekeurig stemlokaal. Zij gaat er hierbij van uit dat het niet noodzakelijk is de experimentenwet op dit punt aan te passen. Wij zullen de staatssecretaris houden aan haar uitspraak op dit punt en horen die graag hier bevestigd.

Het stemmen via internet voor kiezers in het buitenland is iets wat de staatssecretaris wel openhoudt. Er is ook onduidelijkheid over. Als hiertoe besloten wordt, zal de staatssecretaris de beoogde aanpassingen inzake het tijdelijke experimentenbesluit Kiezen op afstand aan de Kamer voorleggen, zo heeft zij aangegeven. Ik vind het goed dat de staatssecretaris hiermee zorgvuldig omgaat, zeker na het rapport van de commissie Inrichting verkiezingsproces, maar volgens ons gaat zij hierbij aan een belangrijk feit voorbij. Als zij namelijk zou besluiten om stemmen via internet voor kiezers in het buitenland mogelijk te maken, dan moet dit voorafgegaan worden door een goedkeuringsprocedure. Wij wijzen op de reactie van de Kiesraad, die aangeeft dat de stemdienst die de uitvoering gaat doen, onderworpen moet worden aan het oordeel van onafhankelijke deskundigen, waaronder de Kiesraad zelf.

Dit zijn geen procedures die in een weekje gedaan worden. Dit moet grondig gebeuren, willen wij zeker zijn van de kwaliteit en de veiligheid van de stemdienst. Dit betekent dat de staatssecretaris in onze ogen niet kan wachten met de beslissing of zij stemmen via internet voor kiezers in het buitenland mogelijk wil maken. Zij zal nu moeten zeggen of zij het wel of niet doet. Als zij het wel doet, dan moet zij beginnen met de notaprocedure, die zal moeten aansluiten bij de eisen die de heer Duyvendak daarvoor heeft genoemd. Het is dus zaak om te kiezen voor de stemdienst en deze keuze onafhankelijk te laten toetsen. Als er meerdere stemdiensten zijn, kunnen wij die allemaal laten toetsen. Dan kiezen wij gewoon de beste. De vraag doet zich voor – hierover had de heer Duyvendak het ook al – of wij het dan redden voor de geplande eerstvolgende verkiezingen. Dat zijn volgens planning de Europese verkiezingen. Als wij het niet voor die verkiezingen redden, moeten wij het volgens mij gewoon niet doen.

Dit is eveneens van belang voor de kiezers van de Nederlandse Antillen en Aruba. Zij worden namelijk gekoppeld aan het al dan niet gebruikmaken van stemmen via internet voor kiezers in het buitenland. Kan de staatssecretaris duidelijk maken of zij het stemmen via internet voor deze doelgroep wel of niet mogelijk wil maken? Kan zij aangeven wanneer wij het wetsvoorstel dat het kiesrecht voor deze doelgroep verder invult, tegemoet kunnen zien? Ook hierbij begint de tijd te dringen, lijkt ons.

Tot slot iets totaal anders: het stemrecht van degenen die in detentie zitten. Mijn collega Krista van Velzen heeft hierover al eerder vragen gesteld. Het blijft volgens de staatssecretaris moeilijk om een stemlokaal in de gevangenis in te richten. De SP-fractie heeft er al herhaaldelijk voor gepleit dat het voor gedetineerden eenvoudiger gemaakt wordt om te stemmen. Gedetineerden hebben stemrecht, maar kunnen dit nauwelijks uitoefenen. Als zij niet toevallig verlof hebben, moet er iemand gemachtigd worden. Iemand machtigen in de gemeente waar de gedetineerde staat ingeschreven, is niet altijd mogelijk. Dit experiment biedt kansen om gedetineerden hun burgerrecht te laten vervullen. Als iets in de Experimentenwet zou passen, dan is het dit wel, ofwel via een mobiel stemlokaal of ander wellicht via internet. Is de staatssecretaris bereid om hiervoor voorstellen te doen?

De heer Kalma (PvdA):

Ik dank de staatssecretaris voor de bevredigende beantwoording van de door ons gestelde vragen. De PvdA-fractie wil de gedachtewisseling op één punt graag voortzetten. Dat betreft het experiment met internetstemmen voor Nederlanders in het buitenland, in het bijzonder bij de komende Europese verkiezingen. In de laatste versie van de nota schrijft de staatssecretaris dat het wat haar betreft niet vaststaat dat dit experiment zal worden gehouden. Mijn vraag, in aansluiting bij die van collega's, luidt: wat is de achtergrond van dit antwoord? Op welke termijn gaat de staatssecretaris een standpunt hierover innemen?

De Partij van de Arbeid acht voor zo'n experiment een betrouwbare stemdienst een absolute vereiste en meent dat voor een adequate goedkeuringsprocedure waarborgen op de terreinen die eerder door collega Duyvendak zijn genoemd, onontbeerlijk zijn. Is de staatssecretaris bereid om zo'n scherp aangezette goedkeuringsprocedure ruim van tevoren op te stellen en aan de Kamer voor te leggen, indien zij tot zo'n experiment wenst over te gaan? Het lijkt ons, gezien alles wat de afgelopen jaren op het gebied van het elektronisch stemmen heeft plaatsgevonden, een niet onbelangrijke kwestie. Ik overweeg dan ook een motie hierover in te dienen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Ik zal proberen om eerst alle sprekers in het algemeen te beantwoorden. Daarna zal ik bekijken of er nog specifieke vragen overblijven. Dat zal misschien voor versnelling kunnen zorgen.

De voorzitter:

Laten wij dan proberen om de interrupties zoveel mogelijk aan het eind van het debat te doen. Als wij alles gehoord hebben, weten wij zeker dat de staatssecretaris niet van plan was om het nog te gaan zeggen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik zal inderdaad proberen om zoveel mogelijk snelheid te betrachten.

Allereerst dank ik de Kamer in het algemeen voor de steun voor dit wetsvoorstel. De eerder gehouden experimenten, zeker in het kader van Stemmen in een willekeurig stemlokaal, zijn succesvol gebleken. Zonder dit wetsvoorstel zouden wij dit experiment ook bij herindelingsverkiezingen of tussentijdse verkiezingen niet meer kunnen houden. Mijn voorganger heeft terecht de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces gevraagd aanbevelingen te doen, zowel over het stemmen in een willekeurig stemlokaal als over het stemmen via internet. Binnenkort krijgt de Kamer de reactie van het kabinet op de voorstellen van deze adviescommissie, onder voorzitterschap van de heer Korthals Altes. Ik hoop dat dit aanstaande vrijdag gebeurt. Dat is dus vóór december, zoals ik had toegezegd.

Per 1 januari 2008 vervalt de experimentenwet. Voor voortzetting is een wettelijke basis nodig. De implementatie van het kabinetsstandpunt over het rapport-Korthals Altes zal tijd kosten. Dit zal vóór 2009 niet lukken. Daarom is deze noodvoorziening getroffen.

Ik kom bij de reikwijdte van de wet. De verkiezingen in 2009 zijn de enige die nu vaststaan. Ik heb gehoord hoe de Kamer over eventuele tussentijdse verkiezingen denkt. Ik wil dat het in 2009 mogelijk is om te stemmen in een willekeurig stemlokaal. Dat is het doel van dit wetsvoorstel. De deelname is voor gemeenten facultatief. Het doel is om te voorkomen dat kiezers verward raken, doordat zij weer naar een aangewezen lokaal in de gemeente zouden moeten gaan.

Ik heb nog geen beslissing genomen over een experiment met stemmen via internet in 2009 voor kiezers in het buitenland. Dit is te lezen in de officiële versie van de brief, zeg ik tegen de heer Duyvendak. De minister houdt zich niet met dit pakket bezig. Dat weet de heer Duyvendak ook. Ik vind het wel vervelend dat hij een conceptbrief heeft gezien. Er is nog geen besluit over het experiment genomen omdat ik wilde afwachten wat het standpunt van het kabinet zou zijn over de commissie-Korthals Altes.

Het gaat nu om het stemmen in een willekeurig stemlokaal. De nota naar aanleiding van het verslag klopt dus. Op het moment dat ik een besluit neem over het stemmen via internet zal ik de Kamer informeren. Dat zeg ik de heer Schinkelshoek royaal toe. Op dit moment staat slechts de verlenging van de experimentenwet ter discussie. De uitwerking volgt altijd in het experimentenbesluit. Dit is een AMvB. Dit besluit zal met de Kamer worden besproken. De uitwerking zal gaan over de inhoudelijke aanpassingen die nodig zijn om het stemmen in een willekeurig stemlokaal mogelijk te maken. De uitwerking gaat onder meer over de uniformering van de aanvraagtermijn voor vervangende stempassen. De aanvraagtermijn zal duren tot twee dagen voor de verkiezingen. Deze termijn was tot nog toe niet in het hele land hetzelfde, hetgeen wel van belang is. Het is niet mogelijk om daar één dag van te maken. Voor grote gemeenten, bijvoorbeeld met deelgemeenten, is dat uitvoeringstechnisch niet mogelijk. Twee dagen is de kortst mogelijke termijn. Ik heb in het verleden zelf ervaren dat vijf dagen te lang is. Het moet zo dicht mogelijk bij de verkiezingsdatum liggen.

Het punt van de identificatieplicht heb ik steeds onderschreven. Ik heb in de praktijk gezien hoe belangrijk dit is. Ik heb dat in reactie op Korthals Altes ook heel nadrukkelijk gezegd. Ik vind dat ook belangrijk. Voor de identificatieplicht is een wettelijke basis nodig. Ik wil die plicht opnemen in de voorstellen voor de inrichting van het verkiezingsproces. Mevrouw Gerkens merkte terecht op dat momenteel al naar een identificatiebewijs kan worden gevraagd. Ik beveel alle stembureaus aan om dat te doen omdat ik het heel belangrijk vind dat dat gebeurt. Ik zal de werkinstructie aanpassen. Daarbij hoort dat voorlichting wordt gegeven. Iedereen die op het stembureau komt, moet dan een identificatiebewijs bij zich hebben. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan wat de leden vragen. Dat wordt in dat wetsvoorstel geregeld.

Ik kom op een aantal specifieke vragen, allereerst over de waterschapswetgeving. De waterschapsverkiezingen vallen inderdaad niet onder het ministerie van BZK. Nog niet zo lang geleden is het internetstemmen in de waterschapswet geregeld. Ik wijs daar graag even op. Ik heb mij natuurlijk georiënteerd bij de waterschappen en zij bij mij omdat zij ook willen weten hoe ik tegenover het internetstemmen sta. Voor het ministerie van BZK zijn die waarborgen in het verkiezingsproces van groot belang. De wijze waarop de waterschapsverkiezingen worden georganiseerd behoort tot de verantwoordelijkheid van de minister van Verkeer en Waterstaat. Ik wijs erop dat de waterschapsverkiezingen een andere traditie hebben dan de in de Kieswet geregelde verkiezing en gelet op de waarborgen is het stemgeheim altijd ingewikkelder geweest. Er is een traditie van briefstemmen bij de waterschappen. Die is min of meer gelijk aan de procedure van kiezen vanuit het buitenland. Ik ben bereid om hetgeen de heer Schinkelshoek heeft opgemerkt te bespreken met de bewindslieden van Verkeer en Waterstaat. Dat is het enige dat ik op dit moment kan doen.

In de richting van mevrouw Griffith merk ik op dat het altijd gaat om nieuwe experimenten. Volgens mij heb ik verder al haar punten beantwoord.

In reactie op het betoog van de Duyvendak geef ik aan dat ik uitgebreid ben ingegaan op de reikwijdte. De nota naar aanleiding van het verslag is daarover ook helder. De heer Duyvendak ging nog nadrukkelijk in op de voorwaarden voor het internetstemmen. Ik heb gezegd dat ik sowieso het kabinetsstandpunt wil afwachten. Gevraagd is of het dan nog mogelijk is en of het dan aan een aantal eisen voldoet. Dat is gevraagd door de heer Duyvendak, mevrouw Gerkens en de heer Kalma. Wij moeten dat meewegen. Ik ben het ermee eens dat het goed georganiseerd moet worden en dat er aandacht besteed moet worden aan de stemdienst. Er is op dit moment nog geen stemdienst. Die moet gekocht of gemaakt worden en die moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Als ik besluit om internetstemmen mogelijk te maken, dan zal ik dat aan de Kamer voorleggen. Het is een kwestie van tijd en geld. Dat klopt. Ik ben er op dit moment nog niet uit, maar de toezegging die ik net heb gedaan, zal ik gestand doen.

Mevrouw Gerkens heeft vragen gesteld over de Antillen en Aruba. Wij willen Antillianen en Arubanen in 2009 inderdaad gelijk behandelen als de andere kiezers die zich buiten de Nederlandse landsgrenzen bevinden. Op dit moment weten wij niet of daarvoor internet­stemmen mogelijk is. Als dat niet zo is, dan vallen wij terug op de normale procedure, namelijk briefstemmen. Wij gaan het wel op tijd regelen.

Deze experimentenwet leg ik heel beperkt uit en dat vragen alle leden ook eigenlijk. Ik zie daarom ook geen mogelijkheid om een experiment met bijvoorbeeld internetstemmen voor gedetineerden uit te voeren. Stemlokalen in gevangenissen kunnen niet op grond van de experimentenwet, omdat de experimentenwet niet de mogelijkheid biedt om af te wijken van artikel B6 van de Kieswet, waarin is vastgelegd dat gedetineerden bij volmacht moeten stemmen. Op basis van deze experimentenwet kan dat gewoon niet. Wij zullen wel in het kabinetsstandpunt op het advies van de commissie-Korthals Altes aandacht besteden aan gedetineerden.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik ga in tweede termijn nog even in op de kwestie van het internet­stemmen. Ik heb één vraag die misschien beter bij interruptie kan worden gesteld. De staatssecretaris deed de toezegging dat zij voor wat betreft de waterschapsverkiezingen in overleg zou treden met de collega's van Verkeer en Waterstaat. Op welke termijn kan de staatssecretaris, kunnen de bewindslieden van Verkeer en Waterstaat of kan de staatssecretaris de Kamer samen met hen over de resultaten van dat overleg informeren?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik zal de minister of de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat vragen om de Kamer daarover te informeren. Naar ik aanneem kan dat op korte termijn. De waterschappen zullen naar aanleiding van het rapport-Korthals Altes zelf ook contact leggen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het lijkt mij dat dit binnen een aantal weken moet kunnen.

De voorzitter:

Zullen wij vóór het reces zeggen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Vóór het kerstreces lijkt mij heel mooi.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Prima.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik heb een vraag over de gedetineerden. De staatssecretaris heeft eerder in schriftelijke antwoorden gezegd dat er niets anders mogelijk is. Hoor ik nu goed dat de staatssecretaris in het kader van het kabinetsstandpunt zal kijken welke mogelijkheden er zijn om de uitoefening van het stemrecht door gedetineerden te verbeteren?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

U weet dat er in het rapport-Korthals Altes op dit onderwerp is ingegaan. Wij zullen daarom op dat punt ingaan in de kabinetsreactie.

De voorzitter:

Ik dank u voor uw snelle beantwoording.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Om te beginnen wil ik de staatssecretaris bedanken voor haar reactie. Het is een reactie die mij geruststelde. Deze wet zal tot nader orde alleen worden gebruikt om het stemmen in een willekeurig stembureau mogelijk te maken. Niets meer en niets minder. Dat lijkt mij zo klaar als een klontje.

Ik heb een paar belangrijke punten voor mijn fractie genoteerd. Of er bij de Europese verkiezingen van 2009 per internet zal worden gestemd, zal naderhand worden beslist en pas nadat de Tweede Kamer op basis van een adequate goedkeuringsprocedure haar fiat heeft gegeven. Ik herhaal de woorden die collega Kalma heeft gebruikt.

De facultatieve identificatieplicht bij het gebruik van een stempas zal worden aangescherpt via een aanschrijving aan stembureaus, vooruitlopend op een wettelijke regeling.

De staatssecretaris zal contact opnemen met haar collega van Verkeer en Waterstaat over het voornemen om nog in 2008 per internet te stemmen bij de waterschapsverkiezingen. Nog dit jaar krijgen wij daarover bericht. Ik hoop dat de staatssecretaris dezelfde kritisch toon die zij in acht neemt naar Europa toe, ook zal overbrengen als het gaat om de waterschapsverkiezingen. De uitkomst daarvan wacht mijn fractie af.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Ik heb nog twee vragen over internetstemmen. Ik vind het erg moeilijk om te beoordelen wat de overwegingen van de staatssecretaris zijn om wel of niet voorstander te zijn van internetstemmen. Mevrouw Bijleveld, het enige dat u zegt, is dat vrijdag in het kabinet wordt gesproken over een wetsvoorstel en dat daarna verder gekeken wordt. Blijkbaar werd op het ministerie eerst overwogen om te stoppen met internetstemmen. Waarom bent u van gedachten veranderd? Ziet u kansen? Bent u een voorstander? Bent u geneigd de redeneringen van mevrouw Griffith te volgen? Ik hoor hierover graag iets meer, want ik kan mij moeilijk een beeld vormen van wat u wilt.

Mocht worden overgegaan tot uitvoering, dan komt er een AMvB waarover de Kamer geïnformeerd wordt. Er bestaan verschillende procedures rondom AMvB's. Ik begrijp dat dit zal leiden tot een debat en dat de Kamer hierover vooraf haar instemming dan wel afkeuring kan uitspreken. Ik vind het van belang dat wij iets over de inhoud daarvan zeggen. Wij hebben namelijk wel verwachtingen over hetgeen minimaal in deze AMvB moet zijn opgenomen. Collega Kalma zal hierover een motie indienen. Als u deze motie overneemt, zijn wij direct klaar. Zo niet, dan moeten wij toch overgaan tot stemming. Het lijkt mij immers van belang dat er geen misverstand bestaat over waaraan deze AMvB minimaal zou moeten voldoen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de uiterst efficiënte beantwoording. De SP-fractie hecht sterk aan de goedkeuringsprocedure en daarom hebben wij de motie van de heer Kalma meeondertekend. Naar ik begrijp, wenst u dat aanstaande vrijdag reeds helderheid komt over internet­stemmen. Daarnaast wilt u duidelijkheid geven over mogelijkheden voor gedetineerden om te stemmen. Ik neem aan dat het standpunt van het kabinet wordt teruggekoppeld aan de Kamer, zodat wij hierover verder kunnen spreken. Mijn motie over stemmogelijkheden voor gedetineerden dien ik dan ook op dit moment niet in. Ik wacht de mededelingen van het kabinet hierover af.

De heer Kalma (PvdA):

Voorzitter. Ik begrijp de terughoudendheid van de staatssecretaris in verband met de besluitvorming in het kabinet. Aan de andere kant denk ik dat er geen bezwaar tegen is dat de Kamer haar opvattingen ventileert, zeker niet aangezien onze opvattingen dicht bij elkaar liggen. Mede namens mijn collega Gerkens en Duyvendak dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat stemgerechtigden die in het buitenland verblijven, de mogelijkheid om via internet te stemmen positief waarderen;

constaterende dat de commissie Inrichting Verkiezingsproces adviseert om de genoemde mogelijkheid te blijven faciliteren;

overwegende dat een betrouwbare en maximaal transparante stemdienst voor het stemmen via internet een vereiste is;

overwegende dat voor een adequate goedkeuringsprocedure waarborgen voor het geheime karakter van de stemming, de betrouwbaarheid, de transparantie en beschikbaarheid van de voorziening onontbeerlijk zijn en van een besluit tot goedkeuring mededeling moet worden gedaan in de Staatscourant;

verzoekt de regering, indien zij het gebruik van stemmen via internet door kiesgerechtigden in het buitenland nog met de verlengde experimentenwet wil faciliteren, ruim van tevoren een dergelijke goedkeuringsprocedure op te stellen en aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kalma, Gerkens en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7(31142).

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Ik loop kort de sprekers langs. Ik ben blij dat de heer Schinkelshoek mijn toezeggingen zo consistent heeft genoteerd. Ik ga echt werk maken van de identificatieplicht, al kan dat niet wettelijk. Hij noemde ook mijn kritische bejegening van de waterschappen. Ik bejegen vooral het internet­stemmen kritisch in dit geval. Ik wil kijken naar de waarborgen daarvoor. De waterschapsverkiezingen hebben overigens een afwijkende geschiedenis. Zij vallen niet onder de Kieswet en vallen ook onder de bevoegdheid van een andere minister. Bij de behandeling van de Waterschapswet is in de Kamer uitgebreid gediscussieerd over dit onderwerp. Daarom zijn de waterschappen met de voorbereidingen begonnen. Ik zal het kritische gevoelen van de Kamer overbrengen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Dat gebeurde voor de commissie-Korthals Altes heeft geadviseerd en voor de Kamer kennis had genomen van de inhoud van het advies.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Daar bestaat geen misverstand over. Daarom zal ik het gevoelen overbrengen.

Ik wil eerst het kabinetsstandpunt over het advies van de commissie-Korthals Altes afwachten en mij daarop bezinnen. Ik zal de Kamer in alle gevallen vooraf informeren over het internetstemmen, anders heeft mijn toezegging geen enkele zin. Ik voel er niet voor om nu op de gehele systematiek in te gaan. Dat kan als wij daartoe besluiten. Ik heb kennisgenomen van wat hierover is gezegd en die zaken zal ik zeker meewegen. Ik heb in mijn eerste termijn al iets gezegd over mijn visie op onder andere verantwoorde voorbereiding en de stemdienst.

Ik heb ervoor gezorgd dat het kabinetsstandpunt over het advies van de commissie-Korthals Altes snel beschikbaar zou zijn, want dat had ik toegezegd. Het is een kabinetsstandpunt op hoofdlijnen in eerste instantie. Daarover wil ik een debat voeren met de Kamer. Ik weet natuurlijk dat de Kamer over haar eigen agenda gaat, maar ik ben daar zeker toe bereid. Op basis van die bespreking, kunnen wij verder gaan met de voorbereiding. Ik zie wel wanneer ik word uitgenodigd voor een gesprek hierover.

De heer Kalma heeft een motie ingediend. Ik heb geen bezwaar tegen moties. Ik heb zelf 12 jaar aan de andere kant gezeten. Het is een taak van de Kamer om naar dit soort zaken te kijken. De motie pint het internetstemmen heel erg vast op de procedure. In dit geval is dat een nadeel voor mij, maar ik weet wel nadrukkelijk hoe de Kamer erover denkt. Ik heb er ook geen overwegende bezwaren tegen, dus laat ik het oordeel over aan de Kamer. Ik wacht de uitslag van de stemming af.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen wordt er gestemd over de ingediende motie en het wetsvoorstel.

Naar boven