Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik het lid Kraneveldt-van der Veen tot lid in het Presidium in plaats van het lid Dijsselbloem.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 3 december 2007:

  • - van 10.00 uur tot 14.00 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de Scheldeverdragen (30862, 30863, 30864, 30866 en 30867);

maandag 10 december 2007:

  • - van 13.00 uur tot 17.00 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Strategische agenda hoger onderwijs en wetenschapsbeleid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Veen.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag heeft NOVA aandacht besteed aan de problemen op intensive cares. Vanavond staat de dupliek van de begrotingsbehandeling VWS op de agenda. Ik vraag de minister om hieraan voorafgaand een brief over deze problematiek aan de Kamer te sturen. Ik ga ervan uit dat wij vanavond over deze brief kunnen spreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Verder stel ik voor, vanavond een interruptieronde over die brief te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De commissie voor VROM heeft gisteren gedebatteerd over de stand van zaken rond de AWACS-vliegtuigen in Onderbanken. Ik wil u vragen, het verslag van dit algemeen overleg op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week of een van de daaropvolgende weken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over gezichtsopnames voor de balie op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week of een van de daaropvolgende weken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rutte.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Dit "sneeuwschuiverkabinet" heeft onder het motto "regeren is vooruitschuiven" besloten om het ontslagrecht voorlopig niet aan te pakken en een commissie in te stellen. Dit is reden voor mijn fractie om een spoeddebat aan te vragen.

Ten eerste wil ik met de regering spreken over het belang van versoepeling van het ontslagrecht en het onbegrip van mijn fractie dat dit nu niet wordt aangepakt. Ten tweede is het onduidelijk wat er gisteren precies is afgesproken, gezien de verschillende uitspraken van minister Bos aan de ene kant en minister Donner en minister-president Balkenende aan de andere kant. Ten derde wil de VVD-fractie precies weten wat de in te stellen commissie moet gaan doen.

Ik reken erop dat alle fractievoorzitters deelnemen aan het spoeddebat, in het bijzonder de fractievoorzitters van de regeringscoalitie. Zij waren gisteren namelijk heel duidelijk in beeld. Dat waren zij ook in de afgelopen weken, onder andere tijdens de door de voorzitter geleide reis naar de Antillen, die voor een belangrijk deel door het ontslagrecht werd gedomineerd.

De voorzitter:

Ik deel mee dat mij telefonisch is meegedeeld dat het kabinet vrijdag in de ministerraad een brief bespreekt. Het kabinet is voornemens om die brief daarna meteen naar de Kamer te sturen. In die brief worden alle zaken met betrekking tot het ontslagrecht toegelicht.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Het lijkt mij netjes om die brief af te wachten. Misschien worden dan ook al een aantal vragen van de heer Rutte van een antwoord voorzien. Ik stel voor om het debat volgende week te houden.

Ik vraag er tevens de aandacht voor dat het reisje naar de Antillen al door de Kamer is afgehandeld in een door de heer Pechtold aangevraagd spoeddebat. Ik zie geen reden, daarop terug te komen.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie verzet zich niet tegen een spoeddebat, maar geeft er wel de voorkeur aan om de brief van het kabinet af te wachten. Die geeft immers antwoord op een aantal van de vragen die de heer Rutte zo-even heeft gesteld.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De communicatie was gisteren erg verwarrend. Ik snap best dat aan een brief wordt gewerkt, maar het lijkt mij gemakkelijker om gewoon hier te debatteren, deze week. Ik stel ook voor om dat debat met de fractievoorzitters te voeren. Ik ben daar graag toe bereid.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Vanzelfsprekend steun ik het verzoek van de heer Rutte. Aangezien de coalitie gisteravond en vandaag al in staat was om uitgebreid de media te woord te staan, lijkt het mij trouwens dat een brief voor vrijdag bij de Kamer kan zijn. Het debat kan dus gewoon deze week plaatsvinden.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De invalshoek van de SP-fractie ten aanzien van het ontslagrecht verschilt van de invalshoek waarvoor de heer Rutte kiest. Mijn fractie steunt echter zijn verzoek om een spoeddebat, onafhankelijk van de vraag wanneer er een brief komt. Dat debat kan dus bij wijze van spreken vandaag nog plaatsvinden.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. De top van het kabinet was gisteren op televisie in een setting die leek op een persconferentie, gelijktijdig met het tv-programma NOVA. Als men wel in staat is om heel Nederland te informeren, dan moet het ook mogelijk zijn om hier een spoeddebat te voeren. Dat moet gewoon vandaag of morgen plaatsvinden. Wij willen niet een brief van het kabinet afwachten. Overigens kan het debat alleen goed gevoerd worden als behalve de premier ook de minister van Financiën en de minister van Justitie aanwezig zijn. Pardon, ik bedoel natuurlijk de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij heeft nog zo weinig gedaan op Sociale Zaken dat ik hem nog steeds als minister van Justitie zie.

De voorzitter:

En ik ben blij dat een ander zich ook eens vergist. Ik stel vast dat er 30 leden instemmen met het houden van een spoeddebat. Het lukt mij niet om dat voor vandaag in te plannen. Het spoeddebat zal morgen worden gehouden. Ik weet dat er een brief is aangekondigd, maar ik kan de leden niet weerhouden van het voeren van een spoeddebat.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter, dat is waar. Ik heb ook helemaal geen bezwaar tegen een spoeddebat. U gaat echter over het tijdstip waarop dat debat wordt gehouden. Volgens mij ligt er een duidelijk verzoek van een meerderheid van de Kamer om dat debat te voeren als er een brief is. U hebt al aangekondigd dat er een brief komt. Het lijkt mij netjes om dat te respecteren.

De voorzitter:

Ik respecteer wat u zegt. De voorzitter bepaalt echter ook het moment waarop een spoeddebat wordt gehouden. Ik vind dat er goede argumenten zijn om het spoeddebat met spoed te voeren, ook omdat leden aangeven, geen behoefte te hebben aan een brief voorafgaand aan dat debat. De minister-president en de andere ministers kunnen er overigens voor kiezen om een brief voorafgaand aan het debat naar de Kamer te sturen. Ik volg de wens van de Kamer en stel voor om een spoeddebat te houden. Verder stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Wij behandelen vandaag het Belastingplan 2008. Daarin zitten twee voorstellen van het kabinet verwerkt voor het fiscaal aanpakken van topinkomens. Daarover is veel te doen geweest. In het debat zijn de coalitiepartijen gaan schuiven. Ik heb u en de collega's meerdere keren gevraagd om de minister van Financiën uit te nodigen om de eerste termijn van de zijde van het kabinet bij te wonen en de beantwoording van de vele vragen inzake topinkomens voor zijn rekening te nemen. De heer Bos stuurde ons vorige week nog een brief over de fiscale aanpak van topinkomens. Het is daarom logisch om hem in het debat te betrekken. Om mij duistere redenen weigeren de coalitiepartijen echter om de minister van Financiën naar de Kamer te roepen. Ik vind dat onaanvaardbaar. Om die reden bewandel ik een wat ongebruikelijke weg en verzoek ik u om een spoeddebat meteen na afloop van het debat over het Belastingplan, uiteraard in de aanwezigheid van de minister van Financiën. Dat debat kan kort en krachtig zijn, maar het lijkt mij zeer logisch om hem hierover aan de tand te voelen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De D66-fractie steunt dit verzoek.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ook op dit punt lijkt het mij netjes om eerst een brief te vragen zodat wij precies weten waar wij het over hebben. Dit spoeddebat kan volgens mij echt wachten tot volgende week.

De heer Irrgang (SP):

Dat denk ik niet. Aangezien er geen bereidheid was om de minister van Financiën te vragen om bij het debat over het Belastingplan aanwezig te zijn, lijkt het mij voor de hand te liggen om hier een spoeddebat over aan te vragen. Ik zie geen andere mogelijkheid, al is het niet de beste oplossing. Ik steun het verzoek.

De heer Remkes (VVD):

Op zichzelf zou ik een voorkeur hebben voor een onderbreking van het debat over het Belastingplan, omdat de discussie daar toch wel onlosmakelijk mee verbonden is. Ik kan mij in laatste instantie echter ook vinden in de suggestie van collega Vendrik.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Wij hebben dit tijdens het ordedebat vanmorgen ook al besproken. Ik denk dat wij het Belastingplan rustig kunnen afhandelen en dat de argumenten ook met de staatssecretaris gewisseld kunnen worden. Ik heb geen behoefte aan een spoeddebat.

De heer Jules Kortenhorst (CDA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Cramer.

De voorzitter:

Mijnheer Vendrik, zal ik u helpen of kunt het zelf vaststellen?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind het altijd fijn als u mij helpt. Misschien mag ik nog één ding zeggen. Wij stemmen morgenmiddag over het Belastingplan. Dat is de bedoeling. Daarom is het, zo zeg ik ook tegen mevrouw Hamer, feitelijk onmogelijk om te wachten op een brief van het kabinet die pas vrijdag wordt besproken. Laat staan dat het mogelijk is om te wachten op een debat volgende week. Tenzij de meerderheid natuurlijk besluit om het hele Belastingplan conform het voorstel van de heer Remkes – waar ook iets voor te zeggen is – op te duwen naar volgende week. Ik geloof dat het kabinet daar ook niet op zit te wachten.

De voorzitter:

En ook de Eerste Kamer niet. Dat probleem kunnen wij niet veroorzaken. Mijn uitgangspunt is bekend: de agenda gaat voor. Er zijn 30 leden die dit verzoek steunen. Gezien het feit dat morgen de stemmingen moeten plaatsvinden, stel ik voor om nog vanavond het spoeddebat te houden, helemaal aan het einde van de vergadering met spreektijden van twee minuten. Dat betekent wel dat ik de permissie van de Kamer nodig heb om vanavond na 23.00 uur door te vergaderen. Ik zie dat niemand hier bezwaar tegen heeft.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Vanmorgen hebben wij met de minister van LNV en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de sojaproblematiek gesproken. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg op de agenda te plaatsen. Daarbij merk ik op dat ik graag ruimte wil om moties te kunnen inleiden. Wat mij betreft, is die ruimte belangrijker dan het tijdstip. Het VAO zou dus eventueel na het kerstreces kunnen worden gehouden.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van een van de komende weken. Ik zal proberen rekening te houden met uw wens.

Daartoe wordt besloten.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Wij hebben net besloten tot een spoeddebat over de topinkomens. Vanochtend hebben wij daarover tijdens het debat over het Belastingplan een discussie gehad.

De voorzitter:

U gaat toch niet een discussie overdoen waarover wij al een besluit hebben genomen?

De heer Irrgang (SP):

Ik wil u eigenlijk vragen of wij misschien alsnog kunnen spreken over de mogelijkheid dat de minister van Financiën naar een gedeelte van de behandeling van het Belastingplan komt om te voorkomen dat wij vanavond laat het spoeddebat over topinkomens hebben. Wij zouden daar wellicht een gemakkelijke oplossing voor kunnen vinden.

De voorzitter:

Ik wil het met alle plezier nog een keer met de minister bespreken, maar ik heb signalen gekregen dat dit niet zal lukken. Ik heb ook begrepen dat een Kamermeerderheid daar geen voorstander van is. Mocht het lukken, dan zal dat zich wijzen. In principe is nu besloten om aan het einde van de vergadering een spoeddebat te houden over de topinkomens. Wij gaan deze discussie niet overdoen. Als daar aanleiding toe is, doen wij dat op een apart moment.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ziekenhuizen kunnen door een tekort aan verpleeghuisbedden en het ontbreken van passende thuiszorg hun uitbehandelde patiënten niet meer kwijt. Daardoor worden ziekenhuisbedden wekenlang onnodig bezet gehouden en komen ook de opnames in het gedrang. Ik vraag daarom een spoeddebat met de minister van VWS aan.

De heer De Wit (SP):

Wij steunen dat verzoek.

Mevrouw Schippers (VVD):

De minister is vanavond hier. Als er ruimte is om de minister hierover te bevragen, zou ik daar gezien de volle agenda de voorkeur aan geven.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat is precies mijn punt. Wij hebben vanavond de dupliek van de begroting van VWS. Als het ergens bij past, dan is het daarbij.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik sluit mij daarbij aan.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, kunt u ermee leven dat ik net als ten aanzien van andere verzoeken een extra interruptie toesta?

Mevrouw Agema (PVV):

U wilt een extra interruptie toestaan en dat lijkt heel wat, maar wij krijgen alleen nog de beantwoording en een reactie op de moties en amendementen. Ik vind dit onderwerp te belangrijk om daar nog even bij aan te sluiten. Er is steun voor een spoeddebat en daar wil ik aan vasthouden.

De voorzitter:

Er is steun voor een spoeddebat, maar u kent ook het agendaprobleem. Vanmorgen hebben wij in het Presidium besloten dat, als de agenda geen ruimte biedt voor een gewenst spoeddebat, voorgesteld zal worden om dit debat te vervangen door een spoedoverleg. De Kamer moet in dat geval in de procedurevergadering het voorstel om een spoedoverleg te houden, ondersteunen. Aangezien de agenda deze week geen ruimte biedt – tenzij wij hier nooit meer weggaan – stel ik voor, dit punt in een spoedoverleg te behandelen. Kunt u daarmee leven, mevrouw Agema?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, daar kan ik mee leven.

De voorzitter:

De voorzitter van de commissie van VWS zal verzocht worden, een procedurevergadering bijeen te roepen en een spoedoverleg te plannen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Wilders

Naar boven