Aan de orde is de beëdiging van mr. F.J.W.M. van Dooren in verband met zijn herbenoeming tot substituut-ombudsman.

De voorzitter:

De heer Van Dooren is in het gebouw der Kamer aanwezig teneinde de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de griffier, hem binnen te leiden.

Nadat de heer Van Dooren door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik feliciteer u hartelijk met uw herbenoeming tot substituut-ombudsman en wens u, zoals het ook in uw eerste periode was, heel veel plezier en heel veel succes met uw werk.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven