Vragen van het lid Spies aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de uitspraken van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dat de verkoop van gloeilampen nog deze kabinetsperiode verboden moet worden.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Onze verrassing was groot toen wij gisteren via de radio hoorden dat de minister overweegt om de gloeilampen te verbieden. Ik vraag voor alle zekerheid of dit alleen een idee van Philips is of dat het ook een voorstel van deze minister is met het oog op de discussie over energiebelasting.

De CDA-fractie steunt de minister van harte bij tal van maatregelen die energie kunnen helpen besparen, zeker als die goed zijn voor de portemonnee van veel mensen in Nederland. Maar, waarom dan nu toch een verbod, terwijl nog geen drie maanden geleden enkele andere leden van dit kabinet zeiden dat een verbod niet aan de orde is, dat zij hechten aan keuzevrijheid voor de consument? Waarom kiest u niet voor het CDA-voorstel om spaarlampen goedkoper en gloeilampen duurder te maken?

U zegt dat het goed is voor het milieu en voor de portemonnee, maar over die portemonnee heb ik nog wel enkele vragen. Ik ga ervan uit dat u iets verder hebt doorgedacht en dus ook weet dat alle armaturen waarin lampen gedraaid moeten worden ook voor spaarlampen geschikt moeten zijn. Dat is nog zeker niet het geval voor iedere lamp die bij mij thuis boven de tafel hangt. Als u ook nog alle straatverlichting wil meenemen, ben ik bang dat de kortetermijnrekensom wel iets ongunstiger voor die portemonnee zou kunnen zijn dan blijkens uw voorstelling van zaken gisteren.

U zei net dat voor u effectiviteit van maatregelen heel belangrijk is. Waarom concentreert u zich dan nu op die spaarlamp, terwijl wij daarmee 1% van het totale energiegebruik zouden kunnen terugdringen? Bovendien lijkt het erop dat u pleit voor een Alleingang van Nederland, terwijl het uitfaseren van gloeilampen toch typisch iets voor een Europese aanpak is, alleen al vanwege uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Juist bij die handhaafbaarheid zet ik heel grote vraagtekens. De CDA-fractie voelt niets voor een gloeilampenbrigade, niet aan de grens met België of Duitsland en al helemaal niet voor een brigade die bij mij of iemand anders thuis komt controleren of ik geen gloeilampen maar spaarlampen in de armaturen heb zitten!

Minister Cramer:

Mevrouw de voorzitter. Het is geen voorstel van Philips, maar een voorstel van mevrouw Van der Hoeven en mij samen en ook samen met de marktpartijen. Toen wij bij Philips op bezoek waren, hebben wij nadrukkelijk gesproken over de mogelijkheid om dit samen verder te ontwikkelen, samen met de verschillende marktpartijen en niet alleen Philips.

Het uitfaseren, het stoppen met de verkoop in Nederland van gloeilampen betekent dat wij ongeveer één megaton CO2 kunnen besparen. Als u weet dat wij in Nederland ongeveer 200 megaton aan energie gebruiken, dan vind ik alleen deze maatregel al substantieel.

Bij voorkeur willen wij dat natuurlijk in Europees verband doen. De EU-commissaris voor energie, de heer Piebalgs, bepleitte recentelijk ook dat de gloeilamp in 2008 zou moeten worden uitgefaseerd omdat er alternatieven zijn die veel beter zijn voor het milieu en ook binnen een jaar terugbetaald worden in termen van de kosten voor de consument. Het is dus voor alle partijen aantrekkelijk.

Ik zie dan ook geen reden om de gloeilamp zo lang in gebruik te houden als de consument via financiële of andersoortige prikkels bereid is die nog te kopen. Wij hebben een goed alternatief dat enorm bijdraagt aan beheersing van de klimaatproblematiek.

Natuurlijk zal er gewerkt moeten worden aan geschikte armaturen, maar als wij deze uitspraak doen zullen Philips en zijn concurrenten er natuurlijk wel als een haas voor zorgen dat de lampen die zij maken passen in de armaturen die er nu zijn. Als dat nog niet het geval is, gaan ze natuurlijk direct innoveren, want anders verliezen ze marktaandeel. Ik maak mij daar dus niet zulke zorgen over, maar zal het zeker wel aankaarten in de gesprekken met de branche.

Voorzitter. In principe ga ik niet uit van een Alleingang. Bij voorkeur in samenspraak met mijn collega's, maar waar wij het kunnen zullen wij wel degelijk proberen om de verkoop van gloeilampen binnen deze kabinetsperiode uit te faseren.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ik ben niet helemaal gerustgesteld. De minister had het over een voorkeur voor een Europese aanpak, maar de CDA-fractie wil dit alleen als er sprake is van een Europese aanpak. Wat ik zo jammer vind, is dat we vandaag twee ideetjes bespreken, terwijl de minister met ambitie en enthousiasme aan de slag is om stappen vooruit te zetten met energiebesparing. Die stappen wil de CDA-fractie graag met haar zetten, maar als wij nu eens onze nieuwsgierigheid wat bedwingen en de minister haar enthousiasme iets meer in de teugels houdt, kunnen we over drie weken het totaalpakket van maatregelen bekijken. Nu lichten we er iedere keer iets uit; dat veroorzaakt onrust en onzekerheid in de samenleving en dat is niet goed voor het draagvlak voor de energiebesparingsmaatregelen die naar het oordeel van ons allemaal noodzakelijk zijn. Voor ons geldt nog steeds dat wij de keuzevrijheid van de consument hoog in het vaandel willen houden. Wij vragen de minister dringend om daarmee rekening te houden bij de uitwerking van haar plannen.

Minister Cramer:

Natuurlijk wil ik keuzevrijheid voor de consument waar dat kan. Maar als er alternatieven in de markt zijn, producten die dezelfde kwaliteit leveren maar uit het oogpunt van milieu veel beter zijn en waarbij de prijsstelling geen problemen voor de consument opleveren, ben ik voorstander van het voorstel dat ik zojuist heb gedaan.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Ik stel vast dat het CDA nu kritische opmerkingen maakt, terwijl het drie maanden geleden nog voor een motie stemde om van de gloeilamp af te komen. De minister heeft haar ideetje nu gelanceerd, maar ik vraag me af hoe zij de besparing wil bereiken. Het idee is sympathiek, maar de besparing kan alleen maar beperkt zijn: hoe bereik je immers dat mensen hun spaarlamp, die ook nog eens langer meegaat, niet veel langer gaan aanzetten en zo feitelijk meer stroom gaan verbruiken? Dat gaat namelijk gebeuren.

Minister Cramer:

Natuurlijk moet ervoor worden gezorgd dat de spaarlampen zo worden gebruikt dat er niet meer energie wordt verbruikt. Maar daar zijn we allemaal bij; niet alleen de overheid, maar ook consumentorganisaties kunnen erop wijzen dat zuinig gebruik verstandig gebruik is.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou willen zeggen: minister, welkom in deze Kamer! Drie van de vier vragen gaan over milieu en dat is geen slechte score. Laten we hopen dat dit in de komende periode het zwaartepunt blijft in het kabinet. Ik hoop echter niet dat de inbreng van het CDA blijft zoals die vandaag was: driemaal op de rem trappen bij deze ideeën, plannen en milieumaatregelen. De PvdA hield tot nu toe haar mond, maar gelukkig schuift die nu ook aan.

Ik wil de minister twee vragen stellen. Ten eerste: hoe heeft ze premier Balkenende zo ver gekregen om dit plan te steunen? Hij zei vier of vijf weken geleden immers nog dat hij het laten verdwijnen van de gloeilamp te ver vond gaan. Kan de minister vertellen hoe zij hem zo ver gekregen dat hij haar steunt? Het zou ons namelijk ook op ideeën kunnen brengen over hoe je zoiets moet aanpakken. Mijn tweede vraag is: wat zit er nog meer in het vat?

Minister Cramer:

De marktpartijen staan hier ook achter, voor de consument is het goed betaalbaar en uit milieuoogpunt is het beter; dat is voldoende overtuigend.

En welke andere ideeën – niet "ideetjes" – en plannen we hebben en ook echt gaan uitvoeren? Er is een verschil tussen hetgeen uit de discussies met burgers komt en de maatregelen die we hier echt proberen te introduceren. We hebben een heleboel maatregelen in petto, maar ik vraag u om nog even geduld te hebben. We zijn hard bezig. En dat is geen excuus: vandaag ben ik bezig met de industrie, morgen met de energiesector en met de landbouwsector, overmorgen met de verkeer- en vervoersector. Er zijn vele plannen gemaakt en op basis daarvan komt er een totaalplan, waarin alle maatregelen zo goed en gespecificeerd mogelijk staan verwoord. Ik doe mijn uiterste best om alles nog sneller te doen, maar een dag heeft maar vierentwintig uur.

De heer Van der Ham (D66):

Ik heb minister Van der Hoeven van Economische Zaken enkele maanden geleden vragen gesteld over gloeilampen. Ik deed dat naar aanleiding van het bericht dat andere landen ze wel en Nederland ze niet ging verbieden. De minister antwoordde dat ze het niet zo streng wilde aanpakken en dat ze de voorkeur gaf aan stimuleren. Ik vond dat teleurstellend, want ik ben wel een voorstander van een verbod. U begrijpt dat bij mijn fractie de feestverlichting, natuurlijk met spaarlampen, aangezet werd toen wij hoorden dat u van plan bent om de gloeilamp uit te bannen. Vervalt door uw opmerking het antwoord van minister Van der Hoeven op mijn Kamervragen?

Minister Cramer:

Mevrouw Van der Hoeven en ik volgen één lijn. Wij hebben geconstateerd dat de marktpartijen die gloeilampen en spaarlampen produceren, het met ons eens zijn over de marsroute. Men ziet in dat men daarmee een maatschappelijke bijdrage levert. Verder is het een kans voor het bedrijfsleven dat men een nieuw innovatief type lamp op de markt kan brengen. Het is ten slotte een mogelijkheid om te laten zien dat wij het klimaatprobleem werkelijk serieus nemen.

Wij moeten hierbij rekening houden met de Europese Unie, want ook daar beweegt men en lijkt men van plan om zaken te versnellen. Dat is onder meer een gevolg van de ecodesign richtlijn. Daarin worden namelijk zo hoge producteisen gesteld dat uitfasering van de gloeilamp eigenlijk onvermijdelijk is.

De heer Samsom (PvdA):

Tegen de fracties van D66 en GroenLinks zeg ik: tel uw zegeningen. De opstelling van de minister laat namelijk maar weer eens zien dat waar een wil is, ook een weg is. Die houding is nodig als het kabinet zijn torenhoge milieuambities waar wil maken.

De CDA-fractie roept op tot minder enthousiasme. Op mijn beurt roep ik u op als lid van een andere coalitiefractie tot zoveel mogelijk enthousiasme, want enthousiasme hebt u in de komende tijd nodig om de kabinetsplannen waar te maken.

De gloeilamp is inmiddels een eeuw oud en moet vervangen worden door de spaarlamp. Sterker nog: de spaarlamp is al achterhaald en moet op zijn beurt worden vervangen door de led-lamp. Een led-lamp verbruikt namelijk een kwart van de energie die een spaarlamp verbruikt en is ook nog eens iets goedkoper. Wij kijken nu naar 2020 en dus naar de uitvindingen waar het echt van moet komen. Wat gaat u doen om de led-lamp te stimuleren?

Minister Cramer:

Gisteren is mij bij Philips bevestigd dat de led-lamp nog niet zo energiezuinig is als een spaarlamp. De volgende generatie led-lampen die over twee of drie jaar op de markt komt, is beter.

Het is uiteindelijk het beste om voor de straatverlichting led-lampen te gebruiken. De vraag die wij nu moeten beantwoorden is wat wij in de tussentijd gaat doen met straatverlichting, klaslokalen enzovoorts. Led-lampen zijn hiervoor op termijn het beste, maar moeten wij totdat die lampen beschikbaar zijn, nu wel of niet energiezuinigere lampen gaan gebruiken in straatverlichting en openbare gebouwen?

De heer Madlener (PVV):

Deze luchtballon is iets lastiger door te prikken, maar gelukkig heb ik dit keer de steun van de CDA-fractie. Gaat het ook gelden voor halogeenverlichting? Bent u verder bereid om de burger te gaan compenseren voor de kosten van de importheffing en de verwijderingsbijdrage? Die verwijderingsbijdrage brengt miljoenen op, miljoenen die vervolgen in een stichting verdwijnen. Gaat u die verwijderingsbijdrage afschaffen of blijven die kosten terugkomen op de rekening van de burger?

Minister Cramer:

Het systeem voor het verwijderen van spaarlampen wordt gewoon gecontinueerd.

Bij de halogeenlampen is ook sprake van een technische ontwikkeling. Zo kan men door middel van een coating de energiebelasting van die lampen aanzienlijk verbeteren. Promotie van die verbeterde halogeenlampen is dus een reële optie. Uitfasering van die lampen is dat echter nog zeker niet.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Azough, Roland Kortenhorst, Jonker, Gill'ard en Arib;

Eijsink, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ontvangen brieven en wetsvoorstellen staan op een lijst die op de tafel van de griffier ligt. Op die lijst staan voorstellen over hoe de Kamer deze stukken kan gaan behandelen. Als aan het einde van de vergadering geen bezwaar is gemaakt tegen deze voorstellen neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven