Vragen van het lid Atsma aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het bericht dat geld uit het Waddenfonds niet gebruikt mag worden voor economische projecten.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De afgelopen jaren heeft de Kamer vaak gesproken over de winning van gas uit de Waddenzee en in relatie hiermee over het opzetten van het zogenaamde Waddenfonds. Uiteindelijk heeft de Kamer ingestemd met het opzetten van dat Waddenfonds ten bedrage van ongeveer 800 mln. Dat bedrag zou in parten over een periode van twintig jaar worden uitgekeerd voor ecologische en economische projecten in de Waddenprovincies.

Afgelopen zaterdag schreef de Leeuwarder Courant dat het zeer de vraag is of de projecten die in het kader van het Waddenfonds worden ingediend, zullen worden goedgekeurd. Er is mogelijk sprake van staatssteun.

Mijn eerste vraag aan de minister is of deze berichtgeving klopt. Is het waar dat er vraagtekens worden geplaatst bij het toekennen van middelen uit het Waddenfonds? Dat zou raar zijn, omdat de toenmalige ministers die betrokken waren bij de discussie over de gaswinning en het opzetten van het Waddenfonds op geen enkele wijze hebben gerept over het door Brussel mogelijk plaatsen van kanttekeningen. De vraag is dan ook relevant wat er sinds de behandeling van de Wet op het Waddenfonds concreet is gebeurd.

Dat leidt automatisch tot de vraag hoe het met de uitkoop van de kokkelvissers zit. Zoals bekend wordt er in de Waddenzee al geruime tijd niet meer naar kokkels gevist. De kokkelvissers zouden zijn uitgekocht. Naar ik meen, is hiervoor vanuit het Waddenfonds een bedrag van 120 mln. gereserveerd. Betekent dit dat er wellicht discussie ontstaat over het naar mijn weten inmiddels uitgekeerde bedrag aan de betrokkenen, omdat het een aanzet tot nieuwe economische activiteiten voor die sector zou betekenen? De vervolgvraag is: wat staat ons nog meer te wachten? Zijn er al meer concrete projecten in gang gezet?

Minister Cramer:

Voorzitter. De vraag van de heer Atsma is inderdaad relevant. Ik heb onlangs hierover gesproken met de heer Hermans en een delegatie van VNO-NCW Noord en LTO, omdat men bezorgd was over het economisch deel van het Waddenfonds. Punt van discussie is de vraag of het gebruiken van het economisch deel staatssteun is. De verwachting is dat dit niet het geval is, maar wij moeten formeel Brussel om toestemming vragen. Ik heb het verzoek twee weken geleden in Brussel neergelegd om een antwoord op deze vraag te versnellen. Ik hoop dat het lukt. Wij gaan er vooralsnog van uit dat het in ons voorstel niet om staatssteun gaat. Mocht dit wel het geval zijn, dan zullen wij het voorstel bijstellen, maar wij zullen zeker de verdeelsleutel van 50% economische projecten en 50% ecologische projecten in stand houden, linksom of rechtsom.

Het ecologisch deel hebben wij in gang gezet om niet te frustreren dat het Waddenfonds echt wordt gebruikt. Het gesprek met zo-even genoemde delegatie was vooral bedoeld om mijnerzijds aan te geven dat het feit dat nu al gewerkt wordt aan ecologische projecten, niet impliceert dat de 50% economische projecten daardoor niet zullen doorgaan. Integendeel, die projecten gaan even hard door. Hetzelfde geldt overigens voor de uitkoop van de kokkelvissers. Dat is één pakket.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Ik heb de vraag gesteld of het toekennen van steun door Brussel wordt beoordeeld als staatssteun, hetgeen de nodige consequenties zou kunnen hebben voor de kokkelvissers in kwestie. Uit het antwoord van de minister maak ik overigens op dat dit niet het geval is. Anders zou zij dat ongetwijfeld expliciet hebben gezegd.

Daarnaast zijn er natuurlijk, voor zover wij weten, nogal wat projecten die zich bewegen op het snijvlak van economie en ecologie. U kent de voorbeelden zelf waarschijnlijk ook wel. Wie maakt de afweging welke projecten nu al in gang worden gezet en welke projecten even worden "geparkeerd"? Wij zijn blij met de toezegging van de minister dat de verdeling van 50% ecologie en 50% economie gestand wordt gedaan. De CDA-fractie hecht er zeer aan dat alle projecten, zoals die ook in SNM-verband – de drie Waddenprovincies plus Noord-Holland – ongetwijfeld op tafel komen, gerealiseerd kunnen worden. Op welke termijn denkt de minister dat dat mogelijk zal zijn? In februari zijn wij inmiddels begonnen met de gaswinning. De kraan staat dus open en de inkomsten komen binnen. Er is daarom alle reden om dit een op een met elkaar te laten sporen. De CDA-fractie hecht daar zeer aan.

Minister Cramer:

Voorzitter. Het is onze bedoeling om die procedure in Brussel zo snel mogelijk te laten verlopen, maar dat hebben wij niet zelf in de hand. Dat zal enige tijd in beslag nemen. Het gaat dan al snel om zes maanden. Wij denken daarom dat wij misschien pas begin volgend jaar met projecten kunnen beginnen. Wij moeten namelijk eerst zekerheid hebben.

Het tweede punt dat de heer Atsma naar voren bracht, is ook ter sprake geweest tijdens het overleg. Dat betreft de vraag of de scheidslijn tussen ecologische en economische projecten wel zo duidelijk is. Er is gezegd dat er mengvormen zijn. Dat klopt en in wezen zouden mijns inziens alle projecten mengvormen moeten zijn, want ecologie en economie moeten hand in hand gaan. Soms ligt de nadruk meer op het een en soms op het ander. Die scheidslijn is dus niet zo duidelijk, maar als de samenwerking tussen de partijen goed is, komt u daar met elkaar prima uit in het Waddenfonds. Er moet niet worden geturfd hoeveel procent van een project ecologie is en hoeveel procent economie. Ik heb ook niet de indruk dat dat het grootste probleem is en de grootste zorgen baart.

De voorzitter:

Mijnheer Atsma u heeft uw tweede termijn gehad. Het woord is nu aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Op 16 november 2004 is de motie aangenomen waarin stond dat er 800 mln. beschikbaar moest komen voor het Waddenfonds. Ik weet dat zo goed, omdat de heer Atsma en ik destijds die motie hebben ingediend. Het is nu 2007 en er is nog steeds geen cent naar natuur gegaan. Er is wel geld beschikbaar gesteld voor het uitkopen van de kokkelvissers en dat is op zichzelf heel goed, maar de natuur- en milieuorganisaties zouden graag zo snel mogelijk allerlei prachtige natuurprojecten gefinancierd willen krijgen. Zij hebben de afgelopen weken ook willen praten met de minister, maar dat hebben zij niet kunnen doen. De minister brainstormt er dus op los in Nederland, maar niet met de natuurorganisaties over zo'n belangrijk en kwetsbaar gebied als de Waddenzee. Dat gesprek staat voor het najaar gepland. Ik zou graag willen dat de minister zo snel mogelijk niet alleen met VNO/NCW praat over de economische invulling, maar ook met de natuurorganisaties over de ecologische invulling van het geld. Kan zij toezeggen dat zij nog voor de zomer met hen gaat praten over de problemen die daar rijzen en over de projecten die zij willen indienen? Er is namelijk veel onduidelijkheid, ook over de stammenstrijden die volgens hen zouden worden gevoerd tussen de verschillende ministeries.

Minister Cramer:

Voorzitter. Het gesprek dat ik heb gevoerd, was bedoeld om vast te stellen dat wij nu al aan de gang gaan met die ecologische projecten en niet wachten op de economische projecten. Ik vind het prima om met de natuurorganisaties te praten, maar wij kunnen nu handelen. Dat heb ik ook tegen Loek Hermans gezegd. Ik heb de aanwezigen van VNO/NCW en LTO in ieder geval bevestigd dat de verhouding van 50/50 blijft bestaan, ook al gaan wij nu al volop aan de gang met de natuurprojecten die al bekend zijn. U heeft dus mijn steun.

De heer Van der Ham (D66):

Maar dat gaat pas volgend jaar gebeuren en dat is veel te laat.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, u heeft het woord niet. Het woord is aan de heer Van der Vlies.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter. De minister spreekt ferme taal: 50% ecologie en 50% economie en, linksom of rechtsom, daar zullen wij aan voldoen. Die ecologische component in het hele verhaal zal waarschijnlijk onbetwist zijn of vlot kunnen doorgaan, maar over die economische poot is veel discussie denkbaar. Wat is het risico van degenen die daar nu al mee aan de gang zijn en straks of in de vertraging komen of onverhoopt in een situatie van afstel terecht zouden kunnen komen? Ik denk dan ook aan de kokkelvissers. De toezegging is gedaan dat zij worden uitgekocht. Is daarover echt discussie en zou dat nog een keer tot reparatie moeten leiden? Ook zij moeten namelijk genoegdoening ontvangen, want zij zijn onderdeel van dat politieke compromis dat over de Waddenzee is gesloten.

Minister Cramer:

Deze vraag is van belang. Wij willen de ecologische projecten zeker starten. Het is daarnaast mijn bedoeling om dat zo snel mogelijk te doen. Als het te lang op zich laat wachten, zal ik proberen om voor versnelling te zorgen. Ik vind echter dat wij voorzichtig moeten zijn om nu al economische projecten te starten. Toestemming van Brussel is immers van belang. Daarmee moeten wij dus nog even wachten.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Het is goed dat de minister vaart zet achter de ecologische projecten. Ik heb net zoals de heer Van der Ham signalen opgevangen dat het nog voor geen meter opschiet. De projecten blijven liggen. De natuurorganisaties kunnen er niet mee aan de slag. Het geld daarvoor moet echter nog dit jaar uitgegeven kunnen worden. De economische projecten laten op zich wachten vanwege de staatssteuntoets van Brussel. Is de minister bereid om het geld dat dit jaar vrijvalt geheel aan de natuurprojecten toe te kennen en later een inhaalslag te plegen? Dat lijkt mij een verstandige gedachte. Is de minister bereid om bij de ecologische projecten de kleinschalige en traditionele garnalenvisserij te steunen?

Minister Cramer:

Het lijkt mij verstandig om de ecologische projecten te starten. Ik weet niet hoeveel er nu reeds kunnen worden gestart. Het moet wel gaan om goede projecten. De uitgaven daarvoor kunnen dit jaar boven het budget uitkomen, als het maar volgend jaar wordt gecompenseerd. Daarover is reeds gesproken. Wat mij betreft is dat akkoord.

Wat de traditionele garnalenvisserij verwijs ik naar het Waddenfonds en de commissie die projecten beoordeelt. Daarvoor bestaan spelregels. Ik baseer mij dan ook liever op het advies van die commissie dan hier en nu een oordeel te vellen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ook voor de VVD-fractie moet de 50/50-verhouding gehandhaafd worden. Het budget is in jaren verdeeld. De minister zegt dat het een half jaar kan duren voordat het eerste project wordt gestart. Ik vraag de minister om in het tweede jaar de economieprojecten volledig door laten gaan als Brussel toestemming geeft. Wij moeten er dan in twee jaar tijd budgetneutraal uitkomen. Is het kabinet bereid tot voorfinanciering bij economieprojecten? De minister denkt immers dat Brussel waarschijnlijk akkoord gaat. Het kabinet kan een handreiking overwegen, zodat een aantal economische projecten kan worden gestart.

Minister Cramer:

Dat doe ik niet. Ik wacht Brussel af. Ik heb met de heer Hermans gesproken over schuiven in de tijd met het budget, mits de verdeling 50/50 blijft. Wat mij betreft is dat akkoord als de Waddenfondscommissie daarover interne overeenstemming bereikt.

Naar boven