Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Halsema aan de minister-president, minister van Algemene Zaken, over de procedure, planning én regie van het zogenaamde 100 dagenproject.

De voorzitter:

Mevrouw Halsema had deze vragen ook willen stellen aan de minister van Financiën. Hij is echter verhinderd vanwege dringende bezigheden in de Eerste Kamer.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Men verwacht van mij misschien kritische opmerkingen over de grote happening van gisteren, maar die zal ik niet maken. Ik vond de activiteiten en de grote EO-regerings­uitzending gisteren best aardig. Dat was vooral omdat de regering zichtbaar maakt dat zij niet alleen met beleids­bobo's wil praten, maar zich werkelijk geïnteresseerd toont in de zorgen van gewone burgers en van harde werkers als onderwijzers, verplegers en agenten. Ik laat de zuurheid dus graag aan anderen over.

Ik heb een ander punt. Vorige week bleek dat de verdeling van de 10 mld. die beschikbaar is voor het beleidsprogramma voor de komende vier jaar het kabinet splijt. Zeven van de zestien ministers voelen zich buitengesloten. Er zou sprake zijn van A-ministers en B-ministers. Dat is verdrietig en belooft weinig goeds voor een kakelvers kabinet. Daarnaast zouden de ministers zo veel projecten willen starten dat zij het budget met miljarden overschrijden.

Minister Bos heeft nu de regie gekregen. Hij gaat de projecten selecteren en moet de hand op de knip houden. Dat klinkt logisch, maar wij vinden het onbevredigend. Wij denken dat bij een nieuwe bestuursstijl en een dialoog openbaarheid hoort. Burgers die de afgelopen negentig dagen al die ideeën hebben aangeleverd, willen natuurlijk ook weten waarom er niets met hun plannen wordt gedaan. Wij willen kunnen beoordelen of er evenwichtig wordt geïnvesteerd en of de juiste beleidskeuzes worden gemaakt. Mijn vraag aan de premier is een simpele, namelijk of hij de groslijst van ideeën en plannen publiek wil maken zodat de Kamer kan beoordelen of de regering wijs handelt. Wij willen om precies te zijn inzicht in alle plannen die niets kosten, in de alle plannen die extra geld kosten en in alle plannen die geld opleveren zoals vergroening van de belastingen.

Minister Balkenende:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Halsema voor haar positieve opmerkingen over gisteren en over het zoeken van contact met burgers. Ik stel het ook op prijs dat zij zegt dat zij nu geen zure opmerking wil maken en dat het goed is om dat contact te hebben. Maar uw vraag was een andere, mevrouw Halsema. U hebt gerefereerd aan de beeldvorming vorige week toen er in de media allerlei zaken naar buiten kwamen, zoals miljarden overtekening, de A- en de B-minister en de bijzondere rol van de minister van Financiën.

Wij zitten in een proces dat bestaat uit drie componenten. Wij zijn begonnen met het coalitieakkoord. Dat is besproken in deze Kamer. Wij hebben een debat gevoerd over de regeringsverklaring. Wij zijn nu in het kabinet bezig met het opstellen van het beleidsprogramma. De eerste tranche daarvan zal zijn vertaling krijgen in 2008. Die zal beschikbaar zijn vanaf Prinsjesdag. In het kader van de voorbereiding van het beleidsakkoord vindt een dialoog plaats. Bewindslieden zijn bezig om hetgeen in het coalitieakkoord is vastgelegd uit te werken voor de verdere implementatie. Dat is conform de wens van de Kamer, die geïnformeerd wenst te worden over de verdere uitwerking van het coalitieakkoord. Dat is ook besproken in deze Kamer.

De ministerraad heeft eerst partjes aan de orde gesteld in de onderraden. Vorige week hebben wij een eerste ruwe schets gemaakt van het totaal. Dat is de opmaat naar een volgende bespreking, waarmee het kabinet komende vrijdag verder zal gaan. Zo werken wij toe naar 14 juni, de datum waarop het beleidsprogramma zal worden gepresenteerd. In het beleidsprogramma zal een aantal zaken zijn opgenomen, namelijk de uitwerking van het coalitieakkoord, de voornemens voor de komende vier jaar, zo veel mogelijk kwantitatieve doelstellingen en een invulling van de financiële kaders bij de pijlers.

De contacten met de bevolking die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden, zijn onderdeel van die input. Wij zullen in het beleidsprogramma ook aangeven wat is gedaan met de dialoog. Zo lang het kabinet bezig is met het opstellen van het beleidsprogramma, moet het de ruimte daarvoor krijgen. U vraagt iets anders. U vraagt om een precies overzicht van alle voorstellen die zijn gedaan, van wat geld kost, wat niet en wat geld oplevert. Dat lijkt mij niet de goede weg, want een regering regeert en een parlement controleert. Wij zullen verantwoording over het proces afleggen, maar wat wij nu doen, maakt deel uit van de totstandkoming van het beleidsprogramma, dat, zoals gezegd, op 14 juni aanstaande wordt gepresenteerd.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Dit is toch wel teleurstellend. Nu wil je dialoog en krijg je dit. Natuurlijk legt u verantwoording af over de uitkomst. Wij willen alleen ook dat u verantwoording aflegt over wat u niet selecteert, over wat afvalt. Misschien zijn dat wel goede plannen die een meerderheid van de Kamer graag uitgevoerd ziet, bijvoorbeeld de vergroening van de belastingen. Ik geloof dat u daar iets minder enthousiast over bent dan wij, terwijl daarvoor een plan is aangeleverd. Ik verzoek u om er niet helemaal achterkamertjespolitiek van te maken met als gevolg dat de Kamer binnenkort een dichtgetimmerd beleidsprogramma krijgt waaraan geen komma meer kan worden veranderd. Zorg ervoor dat de Kamer en dientengevolge de burgers met u in dialoog kunnen treden – dat is uw woord en niet het mijne – over de selectie die u maakt en de reden waarom u bepaalde keuzes maakt voor wat er afvalt. Geef ons openbaarheid. Verstopt u zich niet. Kom over de brug.

Minister Balkenende:

Mij lijkt dat het zelden is voorgekomen dat er een dergelijk open proces heeft plaatsgevonden. In de afgelopen weken zijn de bewindslieden het land in gegaan. Er zijn ideeën naar voren gekomen. Wij moeten wel goed onderscheid maken tussen wat wij willen bereiken en hoe wij dat willen bereiken. Wat wij willen bereiken hebben wij in het coalitieakkoord gezet. Vervolgens zijn wij via verschillende methodes het debat met burgers en organisaties aangegaan om impulsen te krijgen voor de opstelling van het beleidsprogramma. Wij gaan nog na welke ideeën bruikbaar zijn en leggen daarvoor verantwoording af bij de presentatie van het beleidsprogramma. Wij hebben voor die lijn gekozen, een goede lijn. Op grond daarvan zullen wij verantwoording afleggen, niet nu, tussentijds, maar bij de presentatie van het beleidsprogramma. Zodra het beleidsprogramma klaar is, gaan wij het debat daarover graag met u aan. Dan leggen wij ook verantwoording af over het proces van de dialoog en leggen wij uit welke rol de voorstellen bij de ontwikkeling van onze voorstellen hebben gespeeld.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik kan mij voorstellen dat mevrouw Halsema staat te popelen om nog een termijn te krijgen, want dit is niet helemaal het antwoord dat de Kamer verwachtte. Eigenlijk zag zij dit aankomen toen de honderd dagen werden aangekondigd. De Kamer heeft het kabinet toen om de spelregels gevraagd en verzocht om eens te komen praten over de invulling daarvan. Nu zegt de premier dat hij ideeën heeft, maar zijn plannen pas presenteert als ze af zijn. Ik wil met terugwerkende kracht van de premier weten of hij bereid is om binnenkort een totaaloverzicht van de plannen te laten zien. Het is namelijk openbare informatie die hij niet alleen van ambtenaren, maar ook van burgers heeft gekregen. De premier heeft gezegd dat hij de plannen samen met de Kamer wil uitwerken en niet alleen een dialoog wil voeren. Ik vraag hem dus graag om toe te zeggen dat de Kamer alle voorstellen in de door mevrouw Halsema genoemde volgorde krijgt, dus de voorstellen die besparingen opleveren, geld opleveren, budgettair neutraal kunnen worden uitgevoerd of geld kosten. Vermeden moet worden dat ik binnenkort een website moet openen met een adres als www.geefdekameruwideeën.nl. Anders moet ik op een andere manier gaan controleren wat het kabinet doet. Wil de premier toezeggen dat hij de Kamer het totaal aan voorstellen presenteert?

Minister Balkenende:

Een toezegging in deze vorm kan ik niet doen. Ik leg uit waarom. Wij krijgen impulsen via ontmoetingen en werkbezoeken. Wij krijgen impulsen dankzij berichten die ons via onze website bereiken. Wij krijgen brieven. Er zijn tal van voorstellen gedaan. Ik zeg de Kamer toe dat het kabinet verantwoording over het proces zal afleggen. Het kabinet zal zeggen wat voor een type voorstellen er zijn gedaan. Om voorstel voor voorstel op schrift te gaan stellen en daarbij uit te leggen wat er exact mee is gebeurd, gaat te ver. Ik begrijp de wens van de Kamer om over het proces en de aard van de gedane voorstellen te worden geïnformeerd maar al te goed. Daaraan komt het kabinet tegemoet. Dat is iets anders dan elke brief, elk bericht op internet en elke ontmoeting te noemen. Een dergelijk gedetailleerde vorm is niet goed. De heer Pechtold heeft gelijk als hij vraagt hoe de contacten zijn geweest. Dat vind ik fair van de kant van de Kamer. Het kabinet stelt dat dan ook aan de orde. Ik zal het kabinet uitleggen wat voor een gevoelens hier heersen. Ik ga de Kamer alleen geen checklist van nummer 1 tot en met nummer 3035 voorleggen.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. De minister-president laat een gelegenheid voorbijgaan. Het verzoek van mevrouw Halsema zou hem namelijk in de gelegenheid stellen om de teleurstelling te voorkomen. Die zal groot zijn. Het kabinet zou inmiddels 137 projecten aan het bespreken zijn. Volgens mij ging de vraag van mevrouw Halsema daarover en niet over alle websites. Zij vroeg naar de 137 projecten die de tafel in de Trêveszaal hebben bereikt. Ik ondersteun het verzoek van mevrouw Halsema van harte. Dat geeft de minister-president de kans om te beargumenteren waarom een bepaald project wel of niet is doorgegaan. Veel mensen verwachten op dit moment dat hun ideeën allemaal worden omgezet in werkelijkheid; die verwachting creëert het kabinet met het hele proces. Die perceptie kan de minister-president wegnemen door beargumenteerd aan te geven waarom een van de 137 projecten die vorige week bij het kabinet op tafel lagen het wel of niet haalt.

Minister Balkenende:

Ik ga nu niet in op de inhoud van het programma. Ik dank de heer Rutte voor het feit dat hij op dit punt meedenkt. Als er in de dialoog aanknopingspunten zijn voor de verschillende doelen die wij ons stellen, zullen wij daarvan verslag doen. Ik heb goed genoteerd wat de heer Rutte heeft gezegd over de wijze waarop de contacten zijn verlopen. Ik zal zorgen dat wij daarover te zijner tijd met elkaar van gedachten kunnen wisselen. De Kamer krijgt in het beleidsprogramma een verslag van de resultaten van de dialoog, waarna wij hierover met de Kamer zullen debatteren. Ik begrijp heel goed wat de Kamer voor ogen heeft.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat lijkt winst en wij hopen dat het goed komt. Mag ik ervan uitgaan dat wij in juni weten wat de voorstellen kosten waarvoor het kabinet wel kiest uit het moeras dat nu op tafel ligt? Ik neem aan dat er in juni ook een volwaardige financiële bijsluiter op tafel ligt. Mogen wij daarvan uitgaan?

Minister Balkenende:

In het beleidsprogramma gaat het niet alleen maar om de doelen die wij willen bereiken en om de instrumenten waarmee wij dat willen doen, maar ook om de financiële aspecten daarvan per pijler. Dat zeg ik de Kamer toe. Wij zullen dit zo veel mogelijk invullen, tenzij er objectieve redenen zijn om dit bij de begroting voor 2008 aan de orde te laten komen. Dat zullen wij dan ook aangeven. Wij zullen zo ver gaan als wij kunnen.

Naar boven