Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Peters aan de minister van Buitenlandse Zaken over het nieuwe akkoord tussen Hamas en Fatah en de reactie van Nederland en de EU daarop.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag moeten velen in de wereld en met name in het Midden-Oosten een zucht van verlichting hebben geslaakt toen het verlossende woord uit Mekka kwam dat overeenstemming was bereikt. Ruim een jaar na de eerste democratische verkiezingen in de Palestijnse gebieden, gevolgd door ruim een jaar van internationale boycot van Hamas en van talloze pogingen tot de vorming van een eenheidsregering die intern geweld en onlusten niet konden voorkomen, is het zover. Er komt een nationale coalitieregering van Fatah en Hamas. Geen interne strijd meer om de macht. Daar is het land te uitgemergeld voor. Samen werken aan wederopbouw en een vredesproces dat nog een lange, lange weg te gaan heeft. Dit is nog maar het begin, maar wel een begin dat begint bij respect voor de reeds gemaakte internationale afspraken. Daarmee biedt het akkoord hoop en toekomst, al zij het precair. Zoveel weten wij wel na vijftig jaar Palestijns-Israëlisch conflict. Het is verschrikkelijk precair, complex en het kost bij iedere terugslag vele mensenlevens.

Het is daarom nu zaak het momentum te behouden en om dit precaire proces zoveel mogelijk te steunen. Het verheugt mijn fractie dan ook dat minister Bot zich afgelopen vrijdag in die zin positief over het akkoord heeft uitgelaten. De vragen nu zijn hoe hierop te reageren en hoe verder. Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister.

Rusland heeft reeds openlijk steun voor het akkoord uitgesproken. De Verenigde Staten reageren voorzichtig pessimistisch en afwachtend. De Europese Unie heeft het akkoord gisteren, naar ik aanneem, uitgebreid bestudeerd, maar zij laat zich niet uit over hervatting van de hulp. Wat was de inzet van Nederland in de Europese Unie daarbij en hoe dachten de andere lidstaten erover? Wat waren de reserves en wat zijn de inschattingen?

Premier Haniyeh van Hamas heeft om steun van de internationale gemeenschap gevraagd om het akkoord te respecteren als de wil van het gehele Palestijnse volk en om de economische sancties jegens de Palestijnse autoriteiten op te heffen. Hoe staat de minister daar tegenover?

Minister Bot:

Voorzitter. Ik kan gaarne nogmaals bevestigen dat ik het Mekka-akkoord zeer verwelkom. Het is een positieve, eerste stap, mede omdat het een eind beoogt te maken aan het intra-Palestijnse geweld, dat een bedreiging vormt voor alle op vrede gerichte inspanningen in die regio. Ik hoop ook dat alle partijen op dit akkoord zullen voortbouwen.

De tekst van de Mekkaovereenkomst verwijst helaas slechts zeer impliciet naar de Kwartetprincipes en daarmee biedt naar mijn mening de overeenkomst onvoldoende basis om hulp aan of contacten met de Palestijnse autoriteiten te hervatten. Veel zal afhangen van het programma van de nieuwe regering die gevormd zal worden. Wij moeten duidelijk zijn: het Mekka-akkoord is nog niet de totstandkoming van een definitieve regering. Het is de aanzet daartoe. Het is de uitdrukking van de wil om dat te doen. Helaas is het nog niet zover. Dat zullen wij dus moeten afwachten.

Nederland en de EU volgen deze ontwikkelingen op de voet en staan klaar om samen te werken met een Palestijnse regering mits het regeringsprogramma duidelijk de Kwartetprincipes reflecteert. Die principes zijn bekend: de erkenning van Israël, het afzweren van geweld en het erkennen van de door de PLO gesloten akkoorden. Wij hebben daarover gisteren in het kader van de Raad Algemene Zaken gesproken. De tekst zegt ook dat de Europese Unie bereid is om samen te werken met een wettige Palestijnse regering met een programma waarin die Kwartetprincipes zijn neergelegd. In deze context wordt weer verwezen naar de Kwartetbijeenkomst van 9 februari. Wij kijken natuurlijk ook vooruit naar de bijeenkomst van 21 februari, waar hopelijk opnieuw verdere stappen gezet kunnen worden. Wij wachten af in hoeverre Hamas en Fatah op heel korte termijn in staat zijn om daaraan gevolg te geven en dus op korte termijn met een regering te komen. Ik moet het nogmaals benadrukken: een regering die met name die drie beginselen vastgelegd. Pas als dat het geval is, zal de Europese Unie haar hulp hervatten en afstand doen van het tijdelijk internationaal mechanisme. Pas dan zullen wij kijken of wij weer op de oude basis kunnen voortgaan.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Met het akkoord is inderdaad niet letterlijk voldaan aan alle letterlijke eisen zoals die dag in, dag uit zijn uitgespeld door het Kwartet en de EU voor hervatting van de hulp, maar het betekent wel een grote stap in de goede richting. Het respecteert eerdere internationale afspraken en legt zich daarmee impliciet al neer bij een tweestatenoplossing. Het is aan de EU om in dit precaire proces op dit precaire moment zich constructief op te stellen. Hebben wij dan niet de les uit het verleden geleerd? Kunnen wij niet nu al concluderen dat de Kwartet- en EU-voorwaarden, die een jaar geleden werden opgelegd, zijn mislukt? Mogelijk heeft de handhaving ervan bijgedragen aan de verslechtering van de situatie in het afgelopen jaar. Zijn wij daarmee niet op een achterstand beland? Het Mekka-akkoord biedt voor het eerst een uitweg. Het is een historisch moment. Voor het eerst is sprake van een democratisch gekozen nationale eenheidsregering, iets waarop de internationale gemeenschap zelf heeft aangedrongen. Het is een regering waarin Hamas geen meerderheid vormt. Het is een regering die zich aan internationale afspraken wil houden. Hoe rechtvaardigen Nederland en de EU het om te willen vasthouden aan de sancties? In het diplomatieke proces hebben Nederland, de EU, alle leden van het Kwartet zich willen opstellen als procesbemiddelaars en niet als rechters of toetsers. De Palestijnse bevolking moet duidelijk worden gemaakt dat wij nog steeds geloofwaardige procesbemiddelaars zijn door deze kans aan te grijpen.

Minister Bot:

Voorzitter. Om deze reden hebben wij buitengewoon positief gereageerd op deze toenadering van het Mekka-akkoord. Het moet duidelijk zijn dat er een eerste stap is gezet die gevolgd moet worden door de concretisering van de intenties. Het gaat om intenties, zoals ook blijkt uit de brief van president Abbas, waarin hij heel duidelijk aan Haniyeh schrijft dat hij hem de opdracht geeft tot het formeren van een regering. Daarbij worden condities gesteld waaraan die regering moet voldoen. Wij moeten dus even afwachten totdat een dergelijke regering er is en wij moeten ook afwachten welk programma die regering heeft. Dat is in ons land het geval en dat is ook het geval in deze Palestijnse zaak.

Ik kan alleen herhalen dat wij dit alles verwelkomen. Dat blijkt ook uit de conclusies van gisteren van de raad. Wij spreken onze bereidheid uit om te gaan samenwerken, maar wij wachten wel af totdat die regering er is, totdat bekend is met wie wij te doen hebben en wat die regering uiteindelijk wil. Met alleen maar goede intenties komen wij natuurlijk niet verder. Nogmaals, wij moeten iemand hebben met wie wij concreet zaken kunnen doen. Het is gewoon even afwachten totdat die regering er is en ik hoop dat dit heel spoedig het geval zal zijn.

De heer Van Baalen (VVD):

Ik begrijp dat deze regering, met minister Bot, hierover heel duidelijk is: eerst zien, dan geloven.

De nieuwe regering mag niet uitgaan van enige beleidswijziging voordat zij letterlijk de drie condities heeft opgenomen in haar regeringsprogramma.

Minister Bot:

Ja, het is zoals de heer Van Baalen zegt. Eerst zien, en zelfs nog meer dan zien. Wij willen dat er een regering is. Dan kun je pas gaan praten over de inhoud en de manier waarop wij onze steun en samenwerking hervatten. Niet eerder. Dat moment is nog niet aangebroken, want er is nog niets. Er is alleen maar een stuk papier waarop goede intenties zijn vastgelegd zonder nadere concretisering. Daarop is nu het wachten.

De heer Wilders (PVV):

De fractie van de Partij voor de Vrijheid vindt het echt onbegrijpelijk dat de minister van Buitenlandse Zaken, en blijkbaar ook de fractie van de VVD, inmiddels positief heeft gereageerd op het verschrikkelijke akkoord dat in Mekka is gesloten. De minister weet wat ik hem voorafgaand aan de Razeb heb verteld.

In Mekka hebben de Fatahpartij en Hamas een akkoord gesloten. Wij weten allemaal dat Hamas een terroristische organisatie is. Om die reden is de Hamas door de internationale gemeenschap vaak geboycot. Als Hamas samengaat met een andere partij, is de legitimatie van Hamas door het Mekka-akkoord het ergste wat er kan gebeuren. De minister en de collega's van de VVD hebben een onbegrijpelijk standpunt. Wordt dadelijk voldaan aan de drie standpunten van het Kwartet, die de heer Van Baalen en de minister noemden, dan vraag ik hun om nooit contact te hebben met een Palestijnse regering waar Hamas in zit, om nooit de sancties op te heffen en om, zolang Hamas in de regering zit, de Palestijnse gebieden te boycotten.

Minister Bot:

Ik wil de heer Wilders antwoorden dat in het Midden-Oosten wel meer wonderen zijn geschied, zoals wij allen weten. Zoals een Saulus een Paulus is geworden, zo is het niet uitgesloten dat een andere situatie ontstaat als Hamas eenmaal in de regering zit en voldoet aan de drie beginselen. Die beginselen zijn heel duidelijk: de erkenning van de staat Israël, het afzweren van het geweld en de terroristische huid afschudden en als een feniks uit de terroristische as verrijzen. De heer Van Baalen zei het net al: eerst zien, dan geloven. Ik meen dat de Europese Unie daar heel helder in is. Wij hebben gezegd dat wij bereid zijn om het hervatten van de hulp te overwegen op het moment dat bekend is wie regeert, wat de vorm van de regering is en wat het programma van die regering is. Daaruit zal moeten blijken wat het echte karakter is. Dat wachten wij gewoon af.

De heer Van Baalen (VVD):

Ik denk dat de heer Wilders hardhorend is. Zelfs premier Olmert en de minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Livni, hebben steeds gezegd dat de drie condities ook hun condities zijn. Als aan deze condities is voldaan, zijn ook zij bereid te praten. Wij zijn natuurlijk niet harder dan de Israëlische regering. Sterker nog, wij zullen de Israëlische regering steunen bij behartigen van de belangen van het land en de bevolking.

De heer Koenders (PvdA):

Ik wil de minister vragen in hoeverre de Europese Unie naar aanleiding van de discussie van gisteren zelf wat proactiever kan optreden. Wij zien nu dat de kans bestaat dat in de Palestijnse Autoriteit een burgeroorlog wordt voorkomen en dat er misschien weer een vredespartner is. Wij zien ook dat de strategie om Hamas totaal te isoleren of om de partijen uit elkaar te spelen, niet werkt. Ik meen dat het van belang is dat de Europese Unie het mogelijk maakt dat de Palestijnse Autoriteit niet opnieuw verder economisch wordt geïsoleerd door zelf tegenover president Abbas actief op te treden inzake het vormen van de nieuwe regering. Ik vraag de minister of er initiatieven zijn genomen.

De minister gebruikte het woord "reflecteren". Bekend is dat de Hamas een heel klein beginnetje heeft gemaakt met het accepteren van overeenkomsten van de PLO over de "Hudna" en de grenzen van 1967. Dat is het begin van een positieve ontwikkeling. De EU moet daarop proactief inspelen om een en ander mogelijk te maken. Ik vraag de regering dan ook om te bevorderen dat het Kwartet veel eerder bij elkaar komt dan eind februari. De EU moet daarnaast middels Solana en anderen president Abbas erbij betrekken.

Minister Bot:

De conclusies van de Raad van ministers laten zien dat de EU het vaste voornemen onderstreept om praktische maatregelen na te streven en een actieve politieke rol te blijven spelen, "notably in the framework of increased Quartet engagements." De heer Koenders spreekt van eind februari. Het Kwartet komt echter al op 21 februari bijeen, met op 19 februari een voorafgaand overleg tussen Olmert, Abbas en Rice. Die bijeenkomst is belangrijk, want het vormt een opstapje naar de Kwartetbijeenkomst. Solana en het voorzitterschap van de EU hebben de opdracht gekregen om nu al na te denken over de mogelijkheden van de EU om proactief op te treden. De EU is ook op dit moment de grootste donor in het Midden-Oosten en ligt dan ook redelijk goed bij beide partijen. Het ligt voor de hand dat de EU ook in de komende dagen een actieve rol speelt. Solana is zeer actief en geëngageerd in de regio. De term "reflecteren" heb ik gebruikt omdat die staat in de conclusies van de Raad van ministers van gisteren: "a platform reflecting the Quartet principles." Het komt erop aan dat de drie bekende elementen worden nageleefd. Ik zeg daarbij de heer Van Baalen na: zien is geloven. Het moet allemaal in de praktijk worden gebracht. Het moet duidelijk zijn dat men bereid is om met Israël te onderhandelen, en Israël dus te erkennen, en dat het geweld wordt afgezworen. Dat is de bedoeling van de tekst. Ik wacht af wat er uit de onderhandelingen voor een nieuwe regering komt. Tot die tijd is alles speculatie.

De heer Van der Staaij (SGP):

De minister heeft gezegd dat wij naar wonderen moeten uitzien. Saulussen kunnen immers veranderen in Paulussen. Wij zijn het daarmee graag eens. Wij zien daar ook naar uit. De internationale politiek gebiedt echter dat wij rekening moeten houden met wolven die zich in schaapskleren kunnen hullen. Tot nu toe is in de uitspraken van de Hamas geen sprake van erkenning van Israël. Er wordt juist afstand van genomen. Ik heb begrepen dat het ook na urenlang onderhandelen niet gelukt is om een daadwerkelijk commitment te krijgen over de gemaakte afspraken. Dat noopt toch tot bijzondere voorzichtigheid in plaats van tot het aanslaan van jubeltonen, zoals de collega van GroenLinks doet?

Minister Bot:

Dat noopt inderdaad tot voorzichtigheid. Wij moeten het in gang gezette proces aanmoedigen en steunen. Het is immers in het belang van iedereen dat er vrede komt in het Midden-Oosten. Wij moeten de partijen aanmoedigen om voort te gaan. Wij moeten echter ook de nodige voorzichtigheid tot uitdrukking brengen door te benadrukken dat wij boter bij de vis willen. Wij willen de drie voorwaarden vervuld zien. Zo niet, dan doen wij niet mee.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Mijn fractie is positief over de bereikte overeenkomst, al weten wij niet precies wat erin staat. De minister las de conclusies voor van de Raad van Ministers in Europa. Als de erkenning van Israël, het afzweren van geweld en het naleven van de internationale overeenkomsten er niet in zitten, moet de huidige situatie worden gecontinueerd.

Minister Bot:

Ik moet u tegenspreken. Het Mekka-akkoord is natuurlijk gepubliceerd. Iedereen kan het dus lezen en precies weten wat er in staat. Ik kan u verzekeren dat, als niet wordt voldaan aan die drie principes, het tijdelijke mechanisme gewoon wordt voortgezet. Dat blijkt ook uit de conclusies van gisteren. Op het ogenblik worden via dat mechanisme al 140.000 Palestijnen in leven gehouden. Dat is natuurlijk een heel belangrijk element, ook voor de stabiliteit in de regio. Wij gaan daarmee dan dus door.

Naar boven