Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 14, pagina 830-831 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 14, pagina 830-831 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Deze regeling van werkzaamheden ligt in het verlengde van die van vanmiddag. Het woord is aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter. Wij hebben de brief ontvangen, waarvoor dank aan het kabinet. Mijn fractie hecht er nog steeds aan om vanavond hierover een spoeddebat te houden, dat wat ons betreft kort kan zijn. Ik heb ook begrepen dat andere fracties daarop prijs stellen. Het gaat mij er vooral om dat het van belang is dat het kabinet ook in deze Kamer een verklaring aflegt over het afgrijselijke drama dat zich heeft voorgedaan. Daarnaast wil ik in de gelegenheid zijn om over het onderzoek, waarover het kabinet ook schrijft in zijn brief, een aantal vragen te stellen, omdat ik de brief op dat punt onvoldoende helder vind. Dat zijn de zaken die ik vanavond in het debat graag aan de orde wil stellen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Voorzitter. Ik heb vanochtend mijn opvatting gegeven. In de brief staat dat de onafhankelijke onderzoekscommissie rampen dit onderzoek zal verrichten. Ik weet niet of wij in deze Kamer iets aan die – wat mij betreft door ons niet te beïnvloeden – commissie zouden moeten meegeven. Ik heb vanochtend gezegd wat ik vind van een spoeddebat op de dag van de ramp. Ik vind dat niet verstandig. Bij de vogelgriep is een briefing gegeven. Ik wil voorkomen dat wij in de sfeer van een debat met interrupties terechtkomen omdat ik dit daarvoor de dag niet vind. Ik blijf daarom bij mijn standpunt, dat wij wat mij betreft volgende week een debat zullen houden met iets meer substantie, wanneer wij ook iets beter weten wat er is gebeurd.
De heer Straub (PvdA):
Voorzitter. Ik ondersteun het verzoek van mevrouw Vos. Ik heb niet de verwachting dat volgende week al de uitkomst van het onderzoek bekend zal zijn. Naar aanleiding van de brief heb ik toch enkele vragen die ik wil stellen. Ik zeg u toe dat wij grote terughoudendheid zullen betrachten.
De heer De Wit (SP):
Voorzitter. Dat geldt ook voor mijn fractie. Ik steun ook het verzoek van mevrouw Vos. Ik wil mij beperken tot een aantal vragen rond het onderzoek.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Voorzitter. Ik ondersteun ook het verzoek van mevrouw Vos. Daarbij telt ook dat ik het juist tot de taak van de parlementaire democratie vind behoren dat wij hier kunnen spreken met de verantwoordelijke ministers als er zoiets gebeurt. Er is wel een persconferentie gegeven, waarin meer is gezegd dan in onze brief staat. Dat vind ik uit democratisch oogpunt niet juist. Het lijkt mij daarom niet meer dan normaal dat wij er hier over van gedachten kunnen wisselen hoe het nu verder moet na deze verschrikkelijke ramp.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn fractievoorzitter heeft vanmiddag al gezegd wat het standpunt van mijn fractie is. De brief die wij nu hebben ontvangen heeft geen verandering in ons standpunt gebracht. Er wordt een onderzoek verricht. Er gaat een onafhankelijke Onderzoeksraad aan de slag. Ik deel de opvatting van de heer Van Haersma Buma dat het niet aan onze Kamer is om nog allerlei vragen te stellen en opmerkingen te maken over dat onderzoek, dat wij nu juist gaan aanbesteden. In dat opzicht heeft mijn fractie geen behoefte aan een debat op dit moment. Het spreekt voor zichzelf dat wij later, als wij meer gegevens hebben, wel verder met de bewindslieden willen spreken.
De heer Van der Vlies (SGP):
Voorzitter. Ik sluit mij daarbij aan. Ik zoek eigenlijk naar woorden om in de Kamer neer te leggen dat wij het elkaar misschien maar liever niet moeten aandoen om een dergelijk verzoek bij stemming te beslechten. Ik doe dat omdat ik de ernst van de situatie en de deernis met de nabestaanden en de getroffenen niet van mij af kan schuiven. Ik leg dat hier in het midden neer. Mevrouw Vos moet er maar mee doen wat zij ermee meent te moeten doen.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter. Het is duidelijk dat alle fracties in deze Kamer een verschillende appreciatie hebben over de betekenis van een debat vanavond. Misschien is het toch goed om te zeggen dat mijn fractie, vanuit onze betrokkenheid bij wat er vandaag is gebeurd, het juist wel een goede zaak vindt om hierover kort met het kabinet te spreken. Ik hecht er zeer aan dat het kabinet juist in deze Kamer een toelichting geeft. Wat mij betreft is dit juist wel de goede weg die wij zouden moeten bewandelen. Iedereen kan daarover natuurlijk anders denken. Ik verzoek de voorzitter ons alsnog de gevraagde ruimte te geven.
De voorzitter:
Gehoord het voorstel van mevrouw Vos en de verschillende opvattingen die erover zijn geuit, stel ik voor om vanavond een kort debat over dit onderwerp te houden. Het is niet aan mij als voorzitter om te zeggen hoe leden een debat moeten voeren. Mevrouw Vos zelf, maar ook de heer Straub en anderen hebben duidelijk aangegeven wat de aard van het debat zal zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het zo ook zal verlopen. Ik stel voor het debat te voeren met een spreektijd van drie minuten per fractie. Het is echter niet het soort debat waarin het een probleem zou moeten zijn wanneer dat soms vier of twee minuten zou worden. Ik stel voor om 19.30 uur met dit debat te beginnen.
Aldus wordt besloten.
De vergadering wordt van 18.42 tot 19.30 uur geschorst.
Voorzitter: De Pater-van der Meer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-830-831.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.