Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet in verband met additionele bezuinigingen op de rijksomroepbijdrage, verbeteringen in de financiële verslaglegging en de naamswijziging van het Bedrijfsfonds voor de pers (30402)

, en van:

- de motie-Van Dam c.s. over opschorting van de afschakeling van het analoge signaal (30402, nr. 15);

- de motie-Atsma c.s. over een landelijke dekking van het digitale signaal (30402, nr. 16).

(Zie vergadering van 27 juni 2006.)

De algemene beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Örgü (VVD):

Mijnheer de voorzitter. De VVD is zeer te spreken over het besluit van het kabinet om Nederland 1, 2 en 3 en de regionale publieke omroep gratis en ongecodeerd, free-to-air, in de digitale ether uit te zenden. De codering van het DVBT-signaal is immers overbodig. De VVD is ook te spreken over het voornemen om de doorgifte van de regionale zenders via satelliet financieel mede mogelijk te maken. De satelliet kan zo naast de digitale ether een volwaardig alternatief zijn voor de kijkers in het buitengebied. Mijn complimenten voor de minister, want zij heeft dit in de afgelopen paar maanden, toen de Kamer in reces was, voor elkaar gekregen.

De VVD-fractie heeft wel een aantal vragen over de financiering en de landelijke dekking. Ik heb in mijn tweede termijn aangegeven dat de NOS eigenaar is van het multiplex voor uitzending van de publieke omroep en dat een openbare aanbesteding van het nieuwe contract de meest logische stap zou zijn. Wie zegt immers dat KPN de beste en de goedkoopste zenderoperator is om het publieke televisiesignaal te verzorgen? Nu blijkt dat het contract niet openbaar is aanbesteed. Uit De Telegraaf van afgelopen zaterdag blijkt dat Broadcast Partners interesse heeft in het contract. De VVD-fractie heeft graag inzicht in het contract dat is afgesloten tussen de NOS en KPN. Welke vergoeding ontvangt KPN via de omroep van OCW? Is die vergoeding marktconform? Besparen wij nog steeds die 11 mln.? Wanneer loopt het contract af? Het is van belang dat de Kamer eerder inzicht krijgt in het bedrag dan via de begroting. Wij behandelen tenslotte nu deze wet. Ook wil de VVD graag weten of de restruimte op het NOS-multiplex onderdeel is van het contract. Wordt die ingezet voor het commerciële Digitenneaanbod of voor de regionale omroep?

Ik heb nog een andere vraag. Vanaf welk moment zal de kijker met de kleine staafantenne in het hele land ontvangst hebben? Loont het de moeite voor de mensen in het land die hun tv-antenne moeten vernieuwen of aanpassen of doen deze mensen slechts een investering voor een paar jaar?

De heer Slob (ChristenUnie):

Mijnheer de voorzitter. Het wetsvoorstel dat weer opnieuw op de agenda staat bij deze heropening, bevat twee panelen. Het ene paneel is dat van de switch-over en het andere dat van de voorgestelde bezuinigingen.

Over het eerste paneel hebben wij voor het reces vele uren gesproken met de toenmalige staatssecretaris die over de media ging. Wij konden met elkaar concluderen dat het dossier muurvast zat en dat er geen doorkomen aan was. Dat was ook de reden om het debat op dat moment stop te zetten. Het was behoorlijk donker in de tunnel. Na ontvangst van de brief die recent is verstuurd, moet ik constateren dat er met het verdwijnen van een coalitiepartner ineens licht is doorgedrongen en dat bij de switch-over een vooruitgang is geboekt die ik op dat moment niet voor mogelijk had gehouden. Zo simpel kan het dus soms zijn in de politiek. Ik ben de minister zeer erkentelijk dat zij dat met een behoorlijke daadkracht op deze wijze heeft opgepakt.

Ik heb nog wel een paar vragen. De minister zegt toe dat de doorgifte van de televisieprogramma's van de landelijke publieke omroep alsmede die van de regionale omroepen die nu reeds in de analoge ether aanwezig zijn, onversleuteld en zonder smartcard zal plaatsvinden en dat een eenvoudige ontvanger om de signalen uit de lucht te plukken tussen € 30 en € 50 zal kosten. Een aantal maanden geleden spraken wij over heel andere bedragen. Het zijn dus aanmerkelijk minder kosten dan in het eerdere voorstel. Dat waarborgt ook de toegankelijkheid van de publieke omroep vele malen beter. Mijn fractie maakt zich nog wel zorgen over de soepelheid waarmee de landelijke dekking moet worden bereikt. Dat Digitenne nog niet alles is, hebben wij in de afgelopen weken ook ondervonden.

Ik sluit mij verder aan bij de vragen van mevrouw Örgü over de dekking. Kan de minister een aantal uitspraken doen over de vraag hoe hard straks de dekking is die wij kunnen gaan bereiken?

Wij hebben kunnen constateren dat er over het oude wetsvoorstel al een voorlichtingsronde had plaatsgevonden. Daarover heb ik mij verbaasd, want dit voorstel was nog niet uitonderhandeld in de Kamer. De Kamer was nog in gesprek met de regering en was het nog absoluut niet eens over de voorstellen, maar er werd al wel voorlichting over het wetsvoorstel gegeven. Dit heeft nogal wat verwarring gegeven. Hoe gaat de minister proberen de verwarring die is ontstaan en de ruis op de lijn weg te nemen? Met name in de regionale bladen is er aandacht aan dit onderwerp gegeven. Ik vraag de minister ook verantwoording af te leggen over het feit dat de voorlichting al begonnen was op een moment dat dit mijns inziens niet kon.

Er zijn acties ondernomen om de doorgifte van regionale televisieprogramma's via de satelliet ook financieel mogelijk te maken. Dat is een goede zaak, maar de tijd is kort. Ik ben verder benieuwd of er aandacht wordt besteed aan de Europeesrechtelijke aanbestedingsregels, die problemen zouden kunnen opleveren. Problemen met Europese aanbestedingsregels hebben wij in de Kamer eerder bij andere onderwerpen gehad; dit zijn soms heel langdurige kwesties.

Ik heb nog enkele opmerkingen bij het tweede paneel, namelijk de bezuinigingen. Hierop gaat de minister in haar brief niet in, want die is vooral gericht op de switch-over. Onze beoordeling van het wetsvoorstel is op dit punt echter nog onverkort negatief. Mijn fractie vond dat de 11 mln. waarover wij spraken, structureel niet bezuinigd moest worden. Er is ook nog een bedrag van 10 mln. Deze bezuiniging is voor ons een reden geweest om een amendement op stuk nr. 7 in te dienen, waarin wij vragen om het een en ander nog wat door te schuiven. Er ligt ook een amendement van de fractie van de PvdA, waarmee zij de bezuinigingen ongedaan wil maken. Vindt de minister dat, met de inzichten die zij nu heeft, de bezuinigingen op de publieke omroep nog moeten worden doorgezet? Op dit moment worden de verkiezingsprogramma's bekend. In onze ogen heeft het CDA een prima verkiezingsparagraaf over de media. Het stelt dat de publieke omroep moet kunnen rekenen op een solide financiële basis die het mogelijk maakt zijn opdracht te vervullen en dat zij minder afhankelijk moet worden van reclamegelden doordat de overheid vanaf een bepaald moment van derving van reclame-inkomsten, het gebrek aan middelen compenseert. Over dat laatste hebben wij in de Kamer voortdurend gediscussieerd. Met elkaar hebben wij geconstateerd dat er nog steeds een gat aanwezig is doordat er geen compensatie komt voor gederfde reclame-inkomsten. Verder hebben wij geconstateerd dat de bedragen die in dit wetsvoorstel worden genoemd, er nog steeds behoorlijk hard inhakken bij de publieke omroep. Dat wilden wij met elkaar voorkomen. Mijn fractie waardeert de daadkracht van de minister ten aanzien van de switch-over, ondanks het feit dat ik daarover nog enkele vragen heb. Wij zijn benieuwd of de minister diezelfde daadkracht ook op dit financiële onderdeel wil tonen. Als dat zo is, kunnen wij mijns inziens met elkaar over dit onderwerp heel gelukkig worden.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik begin met de minister complimenten te maken. De vorige keer heb ik in het debat over dit onderwerp de staatssecretaris sterk bekritiseerd, omdat ik vond dat zij zich in het pak liet naaien door KPN. De minister heeft dit laatste gelukkig rechtgezet; elke Nederlander heeft straks de mogelijkheid de publieke omroep gratis en ongecodeerd via de ether te ontvangen. Ik ben daarmee erg blij en maak de minister daarvoor complimenten. Dit levert wel direct de vraag op of dit geld kost en zo ja, hoeveel en wie dat dan betaalt.

Ik maak de minister nóg een compliment – daarna houd ik op en is het mooi geweest – namelijk over de oplossing met de regionale omroepen. Ik heb dat punt de vorige keer niet met enthousiasme verdedigd; ik was er zelfs vrij kritisch over, maar ik ben toch blij dat de minister en de regionale omroepen samen tot een mooie oplossing zijn gekomen.

Toch heb ik nog enkele punten van zorg. De eerste gaat over de dekking. Ik lees in de papieren dat KPN garandeert dat de dekking van het nieuwe digitale netwerk even goed zal zijn als de dekking van het analoge netwerk; mensen hoeven alleen nog maar even het dak op te klimmen om de antenne een beetje bij te draaien. Ik zit echter niet zo te wachten op garanties van KPN. Ik zit te wachten op garanties van deze minister, aangezien uiteindelijk zij verantwoordelijk is en niet KPN. Dat bedrijf voert namelijk gewoon uit wat er vanuit de overheid of de publieke omroep besteld wordt. Ik krijg dan ook graag van de minister de garantie dat bij de omschakeling de mensen geen nieuwe antenne behoeven te installeren en geen gekke toeren behoeven uit te halen met hun bestaande antenne, maar dat de dekking even goed is als de dekking die zij op dit moment hebben met het analoge signaal.

Dan de planning. Daarbij gebeurt iets opmerkelijks. De omschakeling wordt uitgesteld van drie weken voor de verkiezingen naar precies vijf dagen na de verkiezingen. Dat geeft niet echt vertrouwen. Het lijkt wel alsof de minister het gevoel heeft dat er een risico in zit. Als wij dan toch aan het uitstellen zijn, zou het dan niet beter zijn om het nog wat meer uit te stellen? Is dat niet veiliger? Mensen hebben nu drie maanden om erachter te komen dat hun signaal uit de lucht gaat en om maatregelen te nemen en een nieuwe decoder uit te zoeken. Die decoders moeten dan ook nog in voldoende mate voorhanden zijn. KPN kan wel zeggen dat er genoeg zijn, maar dat zei UPC ook vlak voordat het WK voetbal begon, terwijl bijna niemand dat WK in HD heeft kunnen bekijken. Ik heb er nooit zo veel vertrouwen in als dit soort bedrijven zegt dat het allemaal wel goed komt. Als puntje bij paaltje komt, blijkt het namelijk ineens een stuk ingewikkelder. Zou het niet verstandig zijn om iets meer tijd te nemen, zodat wij ook zeker weten dat iedereen op tijd op de hoogte is en op tijd zijn maatregelen heeft kunnen nemen?

De heer Atsma (CDA):

Was het nu juist niet de wens van de Kamer dat niet alleen KPN de decoder zou moeten kunnen leveren maar ook andere bedrijven, waardoor de prijs gedrukt zou kunnen worden? Wat wij nu zien, is dat door de marktwerking het product goedkoper wordt. Dus uw zorg dat je van één partij afhankelijk bent als het gaat om de aanschaf van decoders, deel ik dus niet echt.

De heer Van Dam (PvdA):

Dat punt is inmiddels opgelost. Je kunt allerlei decoders aanschaffen, maar de vraag is of de markt erop voorbereid is als er ineens een run op decoders ontstaat. Verder heb ik begrepen dat er een voorlichtingscampagne komt. Punt is evenwel dat er de komende weken nog heel veel voorlichtingscampagnes over allerlei onderwerpen komen die veel aandacht op gaan slokken. Ik vraag mij daarom af of de mensen wel op tijd op de hoogte worden gesteld dat het signaal uit de lucht gaat en dat zij actie moeten ondernemen. Een periode van zes maanden is best wel kort. In andere landen gebruiken ze er soms jaren voor om het voor te bereiden. Dus daar ligt mijn zorg.

Mijn amendement op stuk nr. 11 trek ik niet in, omdat het gaat over de financiële consequenties van deze maatregelen. De omschakeling levert mogelijk een besparing op en dat is prachtig. Ik vind dat dit geld niet moet terugvloeien naar de rijksbegroting, maar dat de publieke omroep dat moet kunnen houden. Zij hebben het moeilijk genoeg. Ik heb nog steeds geen plannen gezien van de inmiddels wat afgeslankte coalitie om de publieke omroep te compenseren voor het verlies aan reclamegeld. Het is een druppel op een gloeiende plaat, als zij 11 mln. structureel en 10 mln. incidenteel van de omroepreserve mogen houden. Laat hen die druppel op de gloeiende plaat in elk geval houden en pak die niet af. Dat amendement houd ik overeind.

Ik heb samen met mevrouw Örgü een amendement ingediend op stuk nr. 12. Eerder in het debat heeft de staatssecretaris daarover een betoog gehouden dat wel hout sneed. Zij zei dat wij dat beter na de verkiezingen in de volle omvang kunnen bespreken dan er nu haast mee te maken. Ik moet nog even kijken of mevrouw Örgü dit amendement wil aanhouden, maar wat mij betreft kan het worden ingetrokken. Daarover overleg ik nog met haar.

De motie op stuk nr. 15 trek ik in, omdat de minister in de nieuwe voorstellen voldoet aan wat ik daarin had gevraagd.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van Dam c.s. (30402, nr. 15) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft met grote belangstelling kennisgenomen van het voorstel dat de minister ons twee weken geleden heeft doen toekomen over de switch-over. Wij hebben voor het zomerreces uitgebreid gediscussieerd over het voorstel van de toenmalige staatssecretaris. Wij hebben niet nagelaten onze grote zorgen uit te spreken over drie belangrijke aspecten. Het eerste is de bereikbaarheid of de gewenste dekking van de digitale televisie. Het tweede is de wijze waarop het signaal het land in wordt gezonden. Wij hebben met nadruk gevraagd om het signaal free-to-air het land in te sturen. Het derde zorgpunt waren de kosten.

Als ik het voorstel lees, kan ik niet anders dan zeggen dat de zorgen en angsten die wij bij de staatssecretaris hebben geuit, terecht waren. Nu blijkt dat de minister erin is geslaagd om een totaal nieuw voorstel op tafel te leggen dat er stukken beter uitziet. Kijkend naar het oorspronkelijke voorstel van enkele maanden geleden en datgene wat er nu ligt, durf ik de stelling te verdedigen dat de minister in een paar weken tijd zo'n 20 mln. voor de huishoudens in Nederland heeft verdiend, en dat is niet niets. Aanvankelijk werd gezegd dat mensen € 170 zouden moeten investeren om de regionale omroep nog te kunnen ontvangen, als zij geen kabel hadden. Dat bedrag is door deze minister teruggebracht tot € 30 à € 40 per huishouden. Dat betekent dat er goed is onderhandeld. Daarmee is een enorm bedrag verdiend.

Wat betreft de bereikbaarheid garandeert KPN een dekking van 98%. Met de collega's vind ik dat de minister KPN daaraan moet houden. Dat zal ongetwijfeld contractueel zijn vastgelegd. Als er niet wordt geleverd, heb je een probleem. In dit verband wijs ik erop dat de regionale omroep in het hele land de rampenzender is en er dus gewoon geleverd moet worden. Die eis heeft de minister naar onze mening helder overgebracht. De garantie van 98% komt daaraan tegemoet. De zorg dat het signaal niet free-to-air wordt doorgegeven, is inmiddels ook weggenomen.

Ik heb al gezegd wat er in een paar maanden is verdiend op het gebied van de kosten. Er moet nu € 30 tot € 40 worden betaald en dat is een alleszins aanvaardbaar bedrag, zeker als je dat relateert aan de nieuwe techniek, waarmee een betere beeldkwaliteit kan worden gegarandeerd. Wij zijn blij dat wordt bevestigd dat je met de ouderwetse dakantenne, de hark, het digitale signaal kunt ontvangen. Wij hechten daar zeer aan en hopen dat de minister in de vervolggesprekken aan KPN duidelijk maakt dat hetgeen op papier wordt gegarandeerd, ook daadwerkelijk waargemaakt moet kunnen worden. Met andere woorden: bij de switch, eind november, moet de ouderwetse antenne direct gebruikt kunnen worden. Het is verder goed als de minister aan KPN duidelijk maakt dat het niet de bedoeling kan zijn dat binnen een à twee jaar een totaal nieuw antennesysteem nodig is, waardoor alle huishoudens in Nederland alsnog worden gedwongen om fors in de buidel te tasten. Wij horen geruchten die daarop duiden. Bij het aanbieden van een publieke dienst mag dat niet het geval zijn.

Wij zijn blij met het niet onbelangrijke punt dat de minister aan de brief heeft toegevoegd over de doorgifte van de regionale omroep per satelliet. Die is buitengewoon belangrijk. Het is een oude wens van de CDA-fractie die wij een- en andermaal naar voren hebben gebracht. De wet is er zelfs op aangepast. Het feit dat het nu kan, is te danken aan de bereidheid van het ministerie en aan de inzet van de gezamenlijke regionale omroepen. In hoeverre hebben de provincies hieraan een bijdrage geleverd? Zij hebben zich in het verleden sterk gemaakt voor de doorgifte van de regionale omroep per satelliet. Hebben zij ook daadwerkelijk in de buidel getast? Dat zou in elk geval voor de hand liggen.

Dan ga ik in op communicatie en voorlichting. De tijd dringt. Wij hebben nog drie maanden – september, oktober, november – om duidelijk te maken dat er iets verandert. Alle huishoudens bereiken is een gigaoperatie. Niet alleen het ministerie is daarbij aan zet, maar ook KPN kan daar het nodige aan bijdragen. Zo nu en dan kijk ik op hun site. Niet in de laatste plaats noem ik hierbij nog de regionale omroepen. Ik hecht eraan dat de regionale omroepen in hun eigen campagne niet alleen de ontvangst door middel van de schotel propageren, maar ook de digitale ontvangst nadrukkelijk in beeld brengen. Tot nu toe is de promotie wel heel eenzijdig gericht op de satelliet en de schotelontvangst.

Hiermee heb ik gezegd wat ik in eerste termijn wilde zeggen. Daarmee heb ik aangesloten op de inbreng van voor het reces.

De voorzitter:

De eerste termijn... Dat klinkt erg...

De heer Atsma (CDA):

U vult mij terecht aan.

Ik had eraan toe moeten voegen dat de door ons ingediende motie kan worden ingetrokken.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Atsma c.s. (30402, nr. 16) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Mevrouw Vergeer (SP):

De harkantenne kan inderdaad worden omgebouwd. Nou is mij ter ore gekomen dat dit zo'n € 150 kost. Zoals de heer Atsma zelf al constateerde, is het mogelijk dat dit ding na twee jaar niet meer bruikbaar is en dat men een staafantenne moet nemen. Vindt de heer Atsma het aanvaardbaar dat de mensen twee keer op kosten worden gejaagd?

De heer Atsma (CDA):

Als mevrouw Vergeer goed had geluisterd, had zij kunnen horen dat ik de minister de suggestie heb gedaan om in de vervolggesprekken met KPN hierop in te gaan. De mensen wordt nu digitale televisie aangeboden. Ongetwijfeld zullen veel mensen daarvan gebruikmaken in de wetenschap dat hun oude antenne daarvoor optimaal kan worden benut als daaraan een decoder wordt toegevoegd. Ik zei net al tegen de minister dat daarmee niet de weg geopend mag worden om binnen twee jaar een totaal nieuw antennesysteem te introduceren. Dat zou overigens veel meer mensen raken dan alleen deze groep. Wij hebben het over een publieke voorziening en een publieke dienst. Als je dat soort operaties van de ene op de andere dag initieert, heeft dat inderdaad vergaande consequenties. Ik vind het goed dat de minister hierover een signaal aan KPN afgeeft.

Mevrouw Vergeer (SP):

Vraagt de heer Atsma nu in feite om een modernisering van de digitalisering, die na twee jaar kan plaatsvinden, niet te laten plaatsvinden of stelt hij nu voor om de tijdelijke harkantenne te vergoeden?

De heer Atsma (CDA):

Op enig moment zal alles vervangen moeten worden. Als iets kapot of oud is, kun je daar niet onderuit. Als het gerucht waar is dat binnen anderhalf tot twee jaar voor heel Nederland een nieuw antennesysteem op de markt moet worden gebracht, waardoor mensen fors in de buidel moeten tasten, dan is het goed om dat nu te weten zodat iedereen daar rekening mee kan houden. Ik meen dat het vreemd zou zijn om ja te zeggen en eisen te stellen – dat heeft de minister terecht gedaan – en over anderhalf tot twee jaar te worden geconfronteerd met een volledig nieuwe situatie waarin honderdduizenden mensen te maken krijgen met een forse investering, terwijl zij daar niet om hebben gevraagd. Het is overigens altijd vreemd om van de ene op de andere dag met iets te worden geconfronteerd zonder dat er sprake is van een keuzemogelijkheid.

De heer Van Dam (PvdA):

Is de CDA-fractie van mening dat de besparingen die een en ander oplevert aan de publieke omroep ten goede moeten komen?

De heer Atsma (CDA):

De heer Van Dam heeft de minister al vragen gesteld over de exacte financiering. Tevens heeft hij haar gevraagd wie wat betaalt. Het is echter de vraag of er nog geld overblijft. Ook voor het reces hebben wij meerdere malen benadrukt dat de regionale omroep dusdanig belangrijk is dat iedereen in de betreffende regio zijn programma's moet kunnen ontvangen. Het zou ook fijn zijn als mensen programma's van omroepen uit buurtprovincies konden ontvangen. Die garantie is inmiddels gegeven en er is toegezegd dat dit niet zal leiden tot substantieel hogere kosten voor de huishoudens. Het verheugt ons dat de minister daarin is geslaagd binnen de door ons gestelde randvoorwaarden. Ik kan niet beoordelen of er geld over zal blijven. Die vraag heeft de heer Van Dam aan de minister gesteld. Het dossier beantwoordt op dit onderdeel in voldoende mate aan de wensen van de CDA-fractie. Zij had niet verwacht dat zelfs de satelliet zou worden toegevoegd.

De heer Van Dam (PvdA):

Het voorliggende wetsvoorstel heeft tot doel om bij de publieke omroep een structurele bezuiniging van 11 mln. door te voeren en een incidentele bezuiniging van 10 mln. Het CDA is van mening dat de publieke omroep moet kunnen rekenen op een solide financiële basis. Ik vraag aan de nummer 8 van het CDA om aan de nummer 3 van die partij te vragen een eerste stap te zetten om tot de uitvoering van het programma te komen.

De voorzitter:

Ik zie de nummer 3 van het CDA niet in deze zaal.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik zie de nummer 3 wel in deze zaal.

De voorzitter:

Nee, ook de heer Van Dam ziet de nummer 3 niet. Hij ziet de minister van de Kroon.

De heer Van Dam (PvdA):

De voorzitter heeft gelijk.

De heer Atsma (CDA):

Ik heb de minister geprezen met de uitkomst van de onderhandelingen die zij de afgelopen maanden heeft gevoerd. Ik maak mij zorgen over de financiering van de publieke omroep in de toekomst. Het verheugt mij dat de heer Van Dam en miljoenen andere Nederlanders het programma van het CDA hebben gelezen. De heer Van Dam weet hoe wij aankijken tegen de publieke omroep en ik hoop dat wij de komende maanden en jaren een appel op de PvdA kunnen doen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ook ik heb het programma met veel interesse gelezen. Zojuist heb ik gezegd dat ik mij grotendeels kan vinden in de genoemde passages in het programma. Is dit niet het moment om ervoor te zorgen dat de solide basis er komt die wij gezamenlijk voor de publieke omroep beogen? Wij hebben immers erkend dat die basis op dit moment zeer wankel is. Om dat te bereiken, dienen wij de goede punten in het wetsvoorstel te omarmen en de beoogde bezuiniging ongedaan te maken.

De heer Atsma (CDA):

Naar mijn oordeel kunnen wij argumenten aanvoeren om aan te tonen dat er voor de structurele bezuiniging iets moois is teruggekomen. Ik doel op de landelijke dekking voor de regionale omroep, inclusief de digitalisering. De satellietontvangst komt daarbij.

Over de incidentele bezuiniging van 10 mln. moet een andere discussie worden gevoerd. Voor het reces hebben wij met die bezuiniging ingestemd en wij zien op dit moment geen mogelijkheden om daarop terug te komen. De bezuiniging die inmiddels in de mediabegroting is geconcretiseerd, is immers al geëffectueerd bij de behandeling van de begroting 2006. Op dat moment is het financiële kader aangegeven en de meerderheid van de Kamer heeft daarmee ingestemd. Als wij niet vasthouden aan die uitgangspunten, moeten wij de minister van OCW dwingen om binnen de begroting voor het onderwijs of die voor de cultuur aanvullende middelen beschikbaar te stellen. Ik kan niet beoordelen of dat ten koste zou gaan van de filmbudgetten of van andere budgetten. Als wij dat zouden doen, plaatsten wij de minister voor een geheel ander dilemma. Ten aanzien van de begroting en de financiering van het publieke bestel van dit jaar zijn de zaken tot mijn vreugde door Hilversum goed geregeld. De programmering is aangepast met de intentie reclame-inkomsten te verwerven, al waren wij daarover niet heel enthousiast. Men heeft dus nadrukkelijk op deze bezuiniging geanticipeerd. Voor het vervolg verwijs ik graag naar het verkiezingsprogramma van het CDA. Ik hoop dat wij daarmee in de toekomst met een brede coalitie mooie dingen kunnen doen.

De heer Slob (ChristenUnie):

De heer Atsma heeft heel veel woorden nodig om deze ingrijpende bezuiniging te accepteren. Is hij bereid om met de Kamer te zoeken naar mogelijkheden om deze bezuiniging ongedaan te maken? Hoe eerder wij aan herstel kunnen werken, hoe beter het is.

De heer Atsma (CDA):

Ik ben inderdaad uitgebreid aan het woord geweest. Ik vind het belangrijk om het dilemma te schetsen van het niet aanvaarden van een al ingeboekte bezuiniging. De heer Slob heeft overigens aan die bezuiniging meegewerkt door de onderwijsbegroting een krap jaar geleden goed te keuren. Wie iets wil doen, kan dat op zijn vroegst bij de najaarsnota proberen of bij de begroting voor het jaar 2007. Misschien moet ook aan de minister de vraag worden gesteld of daar mogelijkheden liggen. Op het moment is dat niet het geval. Hilversum heeft op een en ander geanticipeerd. De begroting voor dit jaar is dan ook rond. Ik hoop dat de begroting 2007 ook voor Hilversum mooie dingen brengt.

Mevrouw Vergeer (SP):

Voorzitter. De SP-fractie is blij met de wijziging van de kabinetsplannen. Met mijn amendement op stuk nr. 17 wordt mede uit de rijksmiddelen de doorgifte van de regionale televisie via de satelliet mogelijk gemaakt. Ik kan dan ook het amendement op stuk nr. 17 intrekken.

De voorzitter:

Het amendement-Vergeer (stuk nr. 17) is ingetrokken.

Mevrouw Vergeer (SP):

Het is goed dat de publieke omroep free-to-air wordt uitgezonden via de digitale ether. Mijn fractie is kritisch over de landelijke dekkingsgraad van de digitale ether. Het kabinet heeft omschakeling met een maand uitgesteld met als doel complete landelijke dekking te verkrijgen. Uit de brief van KPN blijkt dat het een slag om de arm houdt. KPN is bereid om op plekken zonder digitale ontvangst een "gap filler" in te zetten. KPN schrijft dat deze toezegging ervan afhankelijk is of overeenstemming met het Agentschap Telecom wordt bereikt. Het is volgens KPN bovendien afhankelijk van het zenderplan en van de uitzendvergunning van de NOS. Er is dus geen garantie van KPN. Wat is hierop de reactie van de minister? Krijgt zij die harde garantie voor 27 november? Stelt zij de switch-over uit als dat niet het geval is? Of heeft de minister een alternatief met gelijkwaardige garantie van toegang tot de publieke omroep voor digitaal gedupeerden?

De voortijdig gestarte voorlichtingscampagne heeft niet iedereen bereikt. Ik hoor nog steeds van mensen dat zij van niets weten. Wanneer is het rond? Wordt iedereen op tijd bereikt?

Er zijn mogelijk problemen voor kijkers buiten de Randstad. Ik heb daarover zo-even met de heer Atsma van gedachten gewisseld. Kan de minister bevestigen dat op sommige plaatsen buiten de Randstad geen ontvangst mogelijk is met de staafantenne? Een tijdelijk aangepaste of vernieuwde harkantenne kan wel worden gebruikt. Die aanpassing is echter reeds na twee jaar achterhaald door een nieuw frequentienetwerk met bijbehorende nieuwe zendmasten. Deze mensen moeten dan opnieuw een staafantenne aanschaffen. Graag een reactie van de minister.

Waarom is de distributie van de publiekeomroepzenders niet Europees aanbesteed? Is daarmee geen sprake van staatssteun?

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Ik zal eerst kort iets in het algemeen zeggen en daarna zal ik ingaan op de verschillende vragen: de argumenten die tot de heroverweging hebben geleid, het moment van omschakeling, free-to-air, de harkantenne, de kosten, de dekking, de regionale omroep, de voorlichting en de aanbesteding in het algemeen. Ik zal eindigen met de vragen over het geld. Ik hoop dat wij daarna kunnen zeggen dat wij verder gaan, want de voorlichting moet plaatsvinden. De vraag van mevrouw Örgü over de frequentieruimte in de multiplex, kon ik nergens kwijt, dus die doe ik nu meteen. Die ruimte is gegeven voor de publieke omroep en die kan alleen gebruikt worden voor de publieke taken. Die ruimte kan dus niet commercieel worden gebruikt.

Er is veel gesproken over dit wetsvoorstel. De Kamer heeft vaak gedebatteerd over de voorgenomen omschakeling van de analoge ether. Op 27 juni zijn wij niet tot een conclusie gekomen. Uit het debat bleek wel waar de wensen van de Kamer lagen, namelijk de ongecodeerde ontvangst van de publieke omroep waarvoor je maar een eenvoudige ontvanger nodig hebt, de volledige landelijke dekking en de verspreiding van de regionale omroep via de satelliet. Die wensen zijn neergelegd in de motie-Van Dam, de motie-Atsma en het amendement van mevrouw Vergeer. Uit de intrekking van deze twee moties en dit amendement concludeer ik dat ik de Kamer op dit punt volledig tegemoetgekomen ben. Wij zijn daar verder over gaan praten en wij hebben gekeken op welke manier wij tot een beter standpunt konden komen. Wij zijn in ieder geval gekomen met de introductie van de free-to-air-variant. Daarmee gaan de eenmalige kosten significant omlaag. Het scheelt algauw € 50 tot € 70. Voor de volledigheid dient wel te worden opgemerkt dat KPN als onderdeel van die free-to-air-variant ook een gecertificeerde ontvanger met een conditional access-systeem zal aanbieden. Dat is een ontvanger die voldoet aan al die specificaties. Dat doet KPN ernaast, dus niet alleen.

Voor de publieke en de regionale omroepen kan straks gekozen worden uit drie varianten: gratis en onversleuteld op basis van een niet-gecertificeerde ontvanger, gratis en onversleuteld op basis van een gecertificeerde ontvanger met een conditional access-systeem en vanaf 2007 als onderdeel van een breder commercieel pakket tegen betaling van een maandelijks abonnementstarief. Men kan zelf bepalen wat men kiest. De omschakeling vindt plaats van 26 op 27 november 2006. Wij moeten dus tijdig beginnen met de voorlichting. Mensen moeten kiezen of zij overstappen naar de digitale ethertelevisie of dat zij voor een van de alternatieven kiezen: kabel, televisie via internet of satelliettelevisie.

Eind april is besloten om eind oktober om te schakelen en daarom zijn wij al begonnen met voorlichting aan de burgers. In de zomer hebben wij de voorlichting geïntensiveerd en dat had inderdaad niet mogen gebeuren. Ik kan daar lang en breed over praten, maar dat zal ik niet doen, het was een bedrijfsfout. Wij zijn daar ook zo snel mogelijk mee gestopt. Dat betekent wel dat wij straks een aantal zaken wat intensiever zullen moeten aanpakken, maar daar kom ik op terug bij het hoofdstukje voorlichting.

Wij stellen het met een maand uit. Langer uitstel lijkt mij niet nodig, ook al omdat wij de voorlichting op een aantal punten zullen intensiveren en ook daar kom ik straks op terug als ik het een en ander over de voorlichting ga zeggen.

Inderdaad is het de vraag wat het allemaal gaat kosten. In onze brief hebben wij aangegeven dat onversleutelde programma's zonder smartcard zullen kunnen worden ontvangen met een eenvoudige ontvanger. Die zijn op dit moment al verkrijgbaar voor zo'n € 30 tot € 50. Dat betekent dat de consument behoorlijk lagere kosten zal hoeven te maken dan in eerste instantie het geval was. Nu is het mogelijk dat een deel van de huishoudens buiten de Randstad een additionele buitenantenne zal moeten aanschaffen, zo'n antenne die je op het raam kunt plakken. Wij praten dan over € 10 tot € 30. Het is in ieder geval de bedoeling dat medio 2007 de uitbreiding van 12 naar 21 zendmasten plaatsvindt waardoor nog minder huishoudens zo'n buitenantenne zullen hoeven aan te schaffen. In het overzicht van de kosten van televisie kijken bij de verschillende alternatieven heb ik aangegeven aan welke bedragen je dan zou moeten denken.

In de richting van mevrouw Vergeer merk ik op dat sommigen zelf zo'n harkantenne zullen kunnen richten, maar dat anderen het zullen moeten laten doen. De vraag is gesteld of er een nieuwe antenne moet worden aangeschaft als KPN met een nieuw antennesysteem komt. Wij hebben dat nadrukkelijk nagevraagd en ons is gezegd dat het zeker niet de bedoeling dat er een ander antennesysteem komt.

Voor de antennespecialist is een maximum bedrag va € 150 genoemd. Of dat het bedrag is, weet ik niet. In sommige gevallen zal er helemaal niets nodig zijn, in andere gevallen zal er wel iemand moeten komen. Dat hangt dus echt van de individuele situatie af.

Mevrouw Vergeer (SP):

Voorzitter. Ik wil zeker weten of ik de minister goed begrepen heb. Mij is ter ore gekomen dat om de harkantenne geschikt te maken er een filterkastje nodig is, de antenne moet worden gericht en dat dit zo'n € 150 zou gaan kosten, maar dat die antenne na twee jaar waardeloos zal zijn geworden. De minister zegt dat dit niet het geval is, dat die antenne na twee jaar nog kan worden gebruikt en dat er dan niet opnieuw een staafantenne hoeft te worden aangeschaft?

Minister Van der Hoeven:

Inderdaad. Maar, mevrouw Vergeer zal net zo goed weten als ik dat bij inhuur van een antennespecialist ook voorrijkosten moeten worden betaald. Het is overigens helemaal niet zeker dat iemand zo'n specialist nodig heeft, iemand kan het misschien ook zelf wel. In ieder geval is in de meeste gevallen de bestaande dakantenne nog te gebruiken. Als er al iets nodig is, zal dat kunnen met een kleine extra antenne die op het raam te bevestigen is. Ik vind dat wij daar voldoende aandacht aan moeten schenken in de voorlichting, want dat is heel erg locatiegebonden. Maar, mensen zullen geen nieuwe antennes hoeven te kopen bij een nadere uitrol van het netwerk. Dat is niet het geval!

Voorzitter. Ik kom op de kosten. Tot het moment waarop de omschakeling plaatsvindt wordt de publieke omroep gecompenseerd voor de kosten van de tijdelijke verlengde analoge uitzending sinds januari 2006. Dat zijn de kosten voor het uitzenden zelf en de handhavingskosten.

KPN zal geen geld ontvangen van de rijksoverheid voor de free-to-air-variant. De contractpartners zijn namelijk de NOS en KPN. Door de NOS, het ministerie en KPN is afgesproken dat de verspreiding van de publieke omroep free-to-air plaatsvindt. Dat brengt voor de NOS extra kosten met zich. Hoe worden die gecompenseerd? Ik moet zeggen dat ik door deze vraag enigszins in verlegenheid wordt gebracht. Het wordt namelijk geregeld in de begroting voor 2007 en afgesproken is dat wij over de begroting geen mededelingen zullen doen. Ik kan de Kamer al wel zeggen dat wij zeer hard hebben onderhandeld en dat het resultaat van deze onderhandeldelingen marktconform en de bottom-line is. Ik ben natuurlijk ook niet zo gek om hiervoor meer geld ter beschikking te stellen dan strikt noodzakelijk is.

De heer Van Dam (PvdA):

De Kamer is al van meer kostenposten uit de begroting voor 2007 op de hoogte. Ik denk dan aan de kosten die voortvloeien uit eerdere wettelijke maatregelen. Het is cruciaal dat de Kamer weet welke extra kosten hieraan verbonden zijn voor de publieke omroep en op welke manier u die kosten denkt op te vangen. Daarvoor hoeven wij niet te wachten tot prinsjesdag of u moet liever hebben dat wij de stemmingen uitstellen tot na die datum.

Minister Van der Hoeven:

Ik houd niet van dreigementen. De beslissing daarover is aan de Kamer. U weet echter ook dat u daarmee een hele operatie op scherp zet en veel mensen in de problemen brengt.

Ik begrijp natuurlijk ook dat u meer wilt weten. Ik kan u echter niet meer zeggen dan dat het is geregeld tot 2010, het jaar waarin de concessies aflopen, en dat het geld niet in bestaande posten is gevonden. Meer kan ik u echt niet zeggen.

De heer Van Dam (PvdA):

Met alle respect, maar dat vind ik niet acceptabel. De Kamer moet namelijk wel een goed oordeel kunnen vellen over deze operatie.

Minister Van der Hoeven:

De Kamer heeft zelf uitgesproken dat het kabinet niet mag spreken over de inhoud van de begroting voor 2007. U vraagt mij nu toch om zo'n uitspraak, terwijl u niet van mij mag verwachten dat ik de embargoregeling schend die met de Kamer is afgesproken.

De heer Van Dam (PvdA):

Dat is flauw, want wij weten allemaal dat de embargoregeling voor nieuw beleid is bedoeld. Ik vraag u echter naar de consequenties van het beleid dat u nu voornemens bent te gaan voeren. Het gaat niet om nieuw beleid dat op prinsjesdag wordt gepresenteerd, maar om beleid dat al enige tijd met de Kamer wordt besproken. Ik wil gewoon weten wat de financiële consequenties van dit beleid zijn en ik denk dat u op deze vraag antwoord kunt en moet geven.

Minister Van der Hoeven:

U wilt van mij weten of de financiële consequenties gevolgen hebben voor de rest van de begroting. Dat is dus niet zo.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik wil weten wat het kost.

Minister Van der Hoeven:

Het spijt mij. Dat staat in de begroting voor 2007 en daarover kan ik echt niets zeggen. Dat weet u zelf ook.

De heer Van Dam (PvdA):

U kunt daarover wel iets zeggen, want die kosten vloeien voort uit het beleid dat wij nu bespreken. U hebt onderhandeld met KPN en de uitkomsten van die onderhandelingen moet de Kamer kunnen beoordelen. Om te kunnen beoordelen of er goed is onderhandeld, moeten wij weten welke kosten eraan verbonden zijn. Ik heb in het vorige debat gezegd dat KPN hiervoor helemaal geen vergoeding zou hoeven te ontvangen, omdat de positie van dit bedrijf sterk genoeg is.

Minister Van der Hoeven:

KPN krijgt helemaal geen geld. De contractpartners zijn de NOS en KPN, en de extra kosten komen voor rekening van de NOS. Voor die kosten is een regeling getroffen. Meer kan ik u nu echt niet zeggen.

De heer Van Dam (PvdA):

De NOS betaalt KPN voor de free-to-air-distributie. Ik wil alleen maar weten hoe hoog dat bedrag is. De oorspronkelijke besparing was geraamd op 11 mln. en ik wil weten hoeveel geld daarvan teniet wordt gedaan.

Minister Van der Hoeven:

Niets!

De heer Van Dam (PvdA):

Er wordt dus 11 mln. bespaard en er zijn geen extra kosten voor de NOS. Dat kan niet kloppen, want u zei zojuist dat er wel kosten zijn.

Minister Van der Hoeven:

U vroeg of die bezuiniging van 11 mln. teniet wordt gedaan. Dat is niet het geval, want deze bezuiniging blijft gewoon staan. Dat weet u net zo goed als ik. Om ervoor te zorgen dat het gerealiseerd kan worden is de regering in een motie gevraagd om ervoor te zorgen dat de free-to-air-distributie een mogelijkheid wordt bij de switch-over. Daarvoor hebben wij gezorgd. Dit brengt extra kosten met zich voor de NOS en daarvoor is een marktconforme regeling gevonden. Er zullen dus geen idiote dingen gebeuren.

Mevrouw Örgü (VVD):

Ik heb een aantal vragen over de restruimte van de multiplex, waarmee de minister begon. Zij gaf te kennen dat die alleen voor de publieke taak wordt gebruikt. Dat is voor de helft het geval. Wat doet de NOS met de andere helft van de multiplex? Hoe wordt die ingezet? Is dit een onderdeel van het contract dat nu met KPN is gesloten en zo niet, waar wordt het dan wel voor gebruikt? Mijn andere vraag sluit aan op de vragen die mijn collega Van Dam zojuist heeft gesteld. Ik wil van de minister gewoon weten of wij die 11 mln. aan bezuinigingen nog doorvoeren.

Minister Van der Hoeven:

Ja.

Mevrouw Örgü (VVD):

Ik wil ook van haar weten hoe lang het contract met KPN duurt. Tevens wil ik inzicht krijgen in de effecten daarvan op de begroting.

Minister Van der Hoeven:

Ik laat de vraag over de frequentieruimte nazoeken, want op dit moment heb ik die kennis niet paraat. Het is een heel technisch punt, dat ik laat nazoeken en waarop ik later terugkom. De concessie van de publieke omroep loopt tot en met 2010. Tot en met 2010 hebben wij er dus voor gezorgd dat het geregeld is. De bezuiniging van 11 mln. staat gewoon ingeboekt. Als ik mij niet vergis, heeft hierover een uitvoerig interruptiedebat plaatsgevonden tussen de heer Atsma en mevrouw Örgü. De Kamer heeft erover gesproken en heeft de bezuiniging aanvaard. Uiteraard zijn er wat kanttekeningen bij geplaatst, maar dat neemt niet weg dat hierover is gestemd in het kader van de begroting voor 2006 en van de mediabegroting voor 2006 en dat het voorstel is aanvaard. Het terugdraaien van de bezuiniging van 11 mln. structureel en 10 mln. incidenteel is op dit moment dus absoluut niet aan de orde. Deze zaken moeten op een ander moment aan de orde worden gesteld. Ik kom hier dadelijk overigens nog even op terug, want er zijn nog andere vragen gesteld op dit punt.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het is dan wel bijzonder dat wij ons er in dit wetsvoorstel nog over moeten uitspreken, maar dat even terzijde. Ik verbaas mij toch een beetje over de geheimzinnigheid over het bedrag waarnaar de heer Van Dam vroeg. Als het gaat om het aanbieden van regionale zenders via de satelliet, zegt de minister wel gewoon in haar brief dat het 1,6 mln. kost en dat het tot en met 2010 op deze wijze in de begroting zal worden geregeld. Zij schrijft er in de brief zelfs nog bij dat dit op de post Cultuur drukt. Daar geeft zij wel duidelijkheid over, terwijl zij bij het andere bedrag, waarbij wij terecht vragen stellen omdat wij ongelooflijk lang over de kosten gepraat hebben, de embargoregeling als een soort barrière opwerpt.

Minister Van der Hoeven:

In het ene geval zit het in de cultuurbegroting en kunnen wij het daar vandaan halen. In het andere geval bestaat het uit nieuw geld, zoals ik net al heb gezegd. Ik kan daar op dit moment dus echt niets over zeggen. Dat gaat niet.

Mevrouw Örgü (VVD):

Een van mijn vragen is niet beantwoord. Ik wil die vraag aanvullen door een bevestiging van de minister te vragen. Wij hebben al een brief in het kader van het McKinsey-rapport gekregen waarin de kosten opgesomd staan. Ik weet dus al hoeveel het kost. Digitale ether kost 0,1; dat is ongeveer een ton. Is dat het bedrag dat de minister heeft gereserveerd?

Minister Van der Hoeven:

Nee, het gaat over andere bedragen. Ik kan echt geen bedragen noemen. Ik heb het gevoel alsof ik hier met meel in mijn mond sta te praten. Dat gevoel heeft de Kamer ook als zij mij hoort, dat snap ik ook wel, maar wij hebben nu eenmaal afspraken gemaakt. Het gaat om andere bedragen. Er is op dit punt geen sprake van staatssteun. De middelen die beschikbaar worden gesteld aan de NOS zijn bestemd voor de verzorging van free-to-air, voor de distributie van programma's van de landelijke publieke omroep. Daarmee geeft de NOS uitvoering aan haar wettelijke taak. De NOS heeft in 2003 besloten om op de hoge kosten van analoge distributie te besparen, zodat het niet ten koste zou gaan van de programma's. Nu er kosten zijn verbonden aan de digitale free-to-air-distributie, heeft het kabinet om dezelfde redenen besloten om die extra middelen ter beschikking te stellen. Ik kom er echt pas op terug bij de begroting over 2007.

Dit brengt mij op het onderwerp van de dekking. Op 27 juni heeft de Kamer daarover met de toenmalige staatssecretaris Van der Laan gesproken. Zij heeft toen gemeld dat met de digitale ethertelevisie een bereik kan worden geleverd dat vergelijkbaar is met de huidige analoge ontvangst. Recent heeft KPN als grootste aandeelhouder van Digitenne die garanties schriftelijk bevestigd voor de free-to-air-variant. U heeft die brief gezien. Gesteld wordt dat vanaf de omschakeldatum minimaal 98% van de huishoudens in Nederland de landelijke publieke omroepen digitaal kan ontvangen. Overigens is nergens ter wereld een 100% dekking mogelijk, daar men ook te maken heeft met natuurverschijnselen. Deze dekking is volstrekt vergelijkbaar met de huidige analoge dekking, maar met name bij de regionale omroepen is die dekking beter. Deze garanties zijn gebaseerd op een situatie waarbij buiten de Randstad twaalf zendmasten zijn opgesteld. Dat aantal wordt uitgebreid tot 21 zendmasten. In ieder geval zijn in het tussen het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van OCW en de NOS afgesloten convenant bepalingen opgenomen die een goede landelijke dekking van digitale ethertelevisie waarborgen. In de Staatscourant van 14 juli is een stappenplan voor de omschakeling gepubliceerd; dat is dus openbaar. Daarom ben ik van mening dat wij momenteel voldoende instrumenten in handen hebben om ervoor te zorgen dat wij de partners "bij de les kunnen houden".Van der Hoeven

Ik denk dat de minister van Economische Zaken en ik daarmee voldoende voorbereidingen hebben getroffen om de landelijke omschakeling van 26 op 27 november zonder problemen te laten verlopen. Als zich problemen voordoen, is KPN bereid om steunzenders in te zetten. Het is heel goed dat wij deze terugvaloptie hebben, want je weet natuurlijk nooit voor de volle 100% wat er gaat gebeuren. Dit geldt met name voor de regionale omroep. Je merkt soms op grensgebieden dat regionale omroepen met elkaar kunnen interfereren. Daarom zijn steunzenders nodig. Alle 13 regionale omroepen worden met ingang van 27 november free-to-air via de digitale ethertelevisie doorgegeven, dus niet alleen de acht die nu reeds via de analoge televisie werden doorgegeven.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik heb gelezen dat KPN allerlei garanties geeft en wil inspringen als het niet goed gaat. Wat de minister met KPN regelt, is haar zaak. De Kamer heeft in principe alleen met de minister te maken. Ik wil dat de minister ons garandeert dat er straks inderdaad een dekking is van 98%. Ik vind dat de minister daarvoor zelf verantwoordelijk is. Als het eind november misgaat, wil ik niet horen dat dit de schuld is van KPN. Ik wil dat de minister, misschien samen met haar collega van Economische Zaken, ervoor zorgt dat het goed gaat. Ik vind dat wij de verantwoordelijkheid daarvoor bij de minister moeten neerleggen. Wat zij met KPN regelt, is haar zaak. Kan de minister de Kamer de garantie geven dat de dekking straks wordt gerealiseerd en dat mensen niet in de nacht van 26 op 27 november ineens zien dat hun scherm zwart wordt, terwijl zij toch het goede kastje hebben gekocht?

Minister Van der Hoeven:

De heer Van Dam weet heel goed, dat ik die garantie niet op die wijze kan geven. Ik ben afhankelijk van het convenant dat met KPN is gesloten. KPN moet worden aangesproken als er niet wordt geleverd. KPN is degene die moet leveren. Natuurlijk zijn zowel mijn collega van Economische Zaken als ik ons ervan bewust dat het met name de eerste dagen een risicovol project is. Dat is ook precies de reden waarom wij in de contacten met KPN zeer sterk erop aandringen dat men problemen die men kan voorzien zo mogelijk oplost of dat men de mensen die het betreft erover informeert wanneer de problemen zullen zijn opgelost. Die zaken komen de komende drie maanden aan de orde in de gesprekken die worden gevoerd. Als de heer Van Dam uit een plaats ergens in Limburg te horen krijgt dat men daar geen ontvangst heeft, is KPN de eerste die moet worden aangesproken, en niet een van beide ministers. U gaat hier ongetwijfeld schriftelijke vragen over stellen, dus dat zien wij dan wel weer.

De heer Van Dam (PvdA):

Dat is nu juist het punt, want dat zien wij niet dan wel weer.

Minister Van der Hoeven:

Natuurlijk wel.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik ben tot op de dag van vandaag bezig met het stellen van schriftelijke vragen aan de minister van Economische Zaken over de ontvangst van het radiosignaal. Dat is bijna vier jaar geleden omgeschakeld en nog is het niet goed geregeld. Er zijn nog steeds mensen die geen goede ontvangst hebben. Dat wil ik niet nog een keer, zeker niet met het tv-signaal. De minister van OCW en de minister van EZ zijn verantwoordelijk voor een succesvolle omschakeling. Ik begrijp best dat het op de eerste dag misschien op sommige plaatsen niet helemaal in orde is, maar die problemen moeten dan wel zo snel mogelijk worden opgelost. Ik vind dat de ministers daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat heen en weer schuiven tussen KPN, Nozema, het Agentschap Telecom en de ministeries die elkaar allemaal de bal toespelen, zoals wij bij de radio zien, moeten wij zien te voorkomen. Ik weet namelijk hoe het gaat als dat gebeurt: dan zijn er over vier jaar nog steeds mensen die geen tv-signaal hebben. Dat wil ik dus niet nog een keer.

Minister Van der Hoeven:

Ik ben het 100% met u eens dat dit niet nog een keer moet gebeuren. Wij hebben hier allemaal een naar gevoel aan overgehouden. Er wordt een garantie gegeven van 98%, dat is vergelijkbaar met de huidige dekkingsgraad. De vraag is of dat precies dezelfde 98% zijn als nu. Misschien zijn er wat verschillen. Ik begrijp dat u vindt dat de ministers ervoor moeten zorgen dat zij doen wat zij kunnen doen. Daar ben ik het zeer mee eens. In de gesprekken met KPN wordt daar ook de nadruk op gelegd. KPN moet echter uiteindelijk leveren, niet de minister van EZ en ik. Wij moeten de verantwoordelijkheden op dat punt in het oog houden, want het gedoe moet geen tweede keer voorkomen.

Mevrouw Vergeer (SP):

KPN schrijft dat zijn toezegging afhangt van de overeenstemming die wordt bereikt met het Agentschap Telecom. Ik vind dat die overeenstemming maar even moet worden afgewacht voordat er wordt afgeschakeld.

Minister Van der Hoeven:

Niets ervan. Wij zetten de zaak onder druk. De partijen moeten met elkaar spreken en tot overeenstemming komen. Wij gaan niet het paard achter de wagen spannen. Ik ben het er wel mee eens dat de departementen druk moeten uitoefenen waar dat nodig is.

Mevrouw Vergeer (SP):

Ik vind het goed dat u het paard niet achter de wagen wilt spannen, maar spant u het er dan wel voor.

Minister Van der Hoeven:

Dat doe ik.

Mevrouw Vergeer (SP):

Als er op 27 november geen overeenstemming is met het agentschap, heeft KPN een probleem en u ook.

Minister Van der Hoeven:

De bedoeling is dat de zaak wordt opgelost en daar zetten wij alles op in. Wij moeten nu zaken niet uitstellen totdat er overeenstemming is. Wij gaan het dan doen, dus er moet voor worden gezorgd dat er tegen die tijd overeenstemming is. Anders gebeurt er niets. Uw zorg is mij volkomen duidelijk. De boodschap dat wij waar mogelijk moeten bevorderen dat de zaken op tijd in orde zijn, heb ik genoteerd.

Het volgende onderwerp is de satellietverspreiding in de regio. Hierover is een amendement ingediend door mevrouw Vergeer, is een debat gevoerd in de Kamer en zijn brieven gestuurd door ROOS. De heer Atsma vroeg of de provincie hieraan meebetaalt. Dat is het geval. De kosten worden door de drie partijen gezamenlijk gedragen. Voor de periode tot 2010 maak ik binnen het onderdeel cultuur van de begroting van OCW 1,6 mln. vrij. Op die manier kan tegemoet worden gekomen aan de intentie van het amendement van mevrouw Vergeer, namelijk dat de drie verantwoordelijke partijen ook financieel verantwoordelijk zijn en dat de distributie van regionale televisieprogramma's via de satelliet mogelijk wordt gemaakt.

De heer Slob (ChristenUnie):

De minister noemde het jaar 2010. Dat is logisch, want dat is de concessieperiode. Ik ga ervan uit dat de regering zich er sterk voor maakt om samen met ROOS en de provincies te bewerkstelligen dat de distributie ook na 2010 is gewaarborgd.

Minister Van der Hoeven:

Uiteraard moet dat worden gewaarborgd, maar laten wij even afwachten hoe de stand van de techniek op dat moment is, want de ontwikkelingen op dit punt gaan razendsnel, ook wat betreft de kostenontwikkeling. ROOS is heel blij met de afspraak hierover. Een en ander loopt tot en met het einde van de concessieperiode. Dat vergroot de kans om dit te gaan doen, maar tevens kunnen wij bezien hoe wij de periode daarna moeten omgaan met de kosten. Ik vind het nu nog een beetje te ver weg, maar het niet de bedoeling dat de omroepen dan uit de lucht gaan.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het gaat niet direct om de kosten. Het gaat erom dat wij ons verplicht voelen om ook na 2010 een gezamenlijke en maximale inspanning te verrichten voor het doorgaan van satellietdistributie. Het is geregeld voor de eerste periode. Dat is prima. Het was lang onzeker, maar dat is nu voor elkaar. Wij moeten echter ook verder kijken.

Minister Van der Hoeven:

Dat klopt, want het gaat dan om een nieuwe concessieperiode. Daarbij komt een aantal zaken aan de orde. Deze kwestie is daar een onderdeel van. Wij kunnen daar nu niet op vooruitlopen, maar wij beginnen niet met iets dergelijks om het vervolgens af te schaffen.

Ik kom op de vraag wanneer het gaat gebeuren. Dat is aan de individuele regionale omroepen zelf. Zij maken zelf afspraken met de satellietdistributeurs over het moment waarop zij via de satelliet zijn te ontvangen.

Dan iets over de regionale televisieomroep als rampenzender. Op dit moment functioneert de regionale radio als rampenzender. Begin 2005 heeft de commissie-Koetje geadviseerd de regionale televisie als rampenzender aan te wijzen, in aanvulling op de regionale radio. Die kwestie is ter beoordeling aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar het ministerie heeft er nog geen definitief standpunt over ingenomen. Mijns inziens staat deze omschakeling niet in de weg van de mogelijk toekomstige rol van de regionale televisieomroepen. KPN heeft aangegeven dat de dekkingsgraad via digitale ether voor de regionale omroepen in veel gevallen veel beter is dan van het huidige analoge bereik. De doorgifte via de satelliet zal de rol van de regionale omroepen als rampenzender verder waarborgen, maar eerst moet het ministerie hierover besluiten.

Ik kom op de vragen over de voorlichting. Wij hebben drie maanden de tijd. Het doel van de campagne is: het bereiken van zoveel mogelijk analoge etherkijkers. Het gaat om 1% van het totale aantal huishoudens in Nederland. Wij moeten voorkomen dat de overige 99% onnodig verontrust wordt. Wij streven naar een maximum aan bereik met een minimum aan exposure. Daarbij kan worden gedacht aan een internetsite, folders, advertenties, radiospots, redactionele informatie voor regionale omroepen, overleg met belangenverenigingen, bijvoorbeeld van de binnenvaartschippers en de ANWB, in verband met de recreanten, Postbus 51, het informeren van de gemeenten, zodat zij eventuele burgervragen kunnen beantwoorden, maar ook aan overleg en afstemming met de betrokken marktpartijen via een taskforce, zodat zij hun nieuwe klanten kunnen informeren. Die zaken gaan wij zonder meer doen. Het is tevens de bedoeling zo snel mogelijk te starten, want hoe sneller wordt begonnen, hoe meer en beter de mensen kunnen worden bereikt. Daarnaast moeten de mensen voldoende tijd hebben om een alternatief te kiezen en te regelen. Wij denken dat een en ander binnen drie maanden mogelijk is, maar dat betekent wel dat wij vandaag of morgen moeten beginnen. Dat hangt weer af van de uitkomst van dit debat. Ik hoor de fracties daar nog graag over.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb over de eerste voorlichtingsronde gezegd dat het gewoon een bedrijfsfout was en dat het niet had mogen gebeuren. Toch zijn heel wat mensen daarmee wel op het verkeerde been gezet. Wordt in de nieuwe voorlichtingsronde ook een verontschuldiging aangeboden voor die bedrijfsfout, zodat mensen goed door hebben dat er nu een heel andere situatie is en dat de oude informatie niet meer geldt, maar dat u op basis van nieuwe afspraken een veel betere boodschap voor de mensen hebt?

Minister Van der Hoeven:

Als wij erboven kunnen zetten "Tweede Kamer akkoord met switch-over van 26 op 27 november" zou dat een heel mooie kop zijn en daarna kunnen wij dan de informatie geven waar het om gaat. En ik verzin dit ter plekke, eerlijk gezegd!

De heer Slob (ChristenUnie):

Dat is op zich wel aardig; ik zie de kop al voor me. Het gaat erom dat er een voorlichtingsronde is gestart op basis van informatie waarover de Kamer nog met de toenmalige staatssecretaris in gesprek was. De situatie is behoorlijk veranderd. Het is een andere inhoud geworden. Het is goed om de aansluiting te maken, omdat op basis van de eerste informatie nogal wat verwarring is ontstaan. Het moet wel goed tot de mensen doordringen, zonder dat u met de tekst door het stof hoeft te gaan rollen.

Minister Van der Hoeven:

Het gaat mij erom dat de mensen de juiste informatie krijgen en niet op het verkeerde been worden gezet. Dat ben ik met u eens. Als je een keuze maakt voor bijvoorbeeld de free-to-air-variant, moet worden aangegeven wat je zou moeten doen en hoe het in zijn werk gaat. Dat is de nieuwste informatie waar het om gaat. Daarop moeten wij de nadruk leggen. Dat ben ik met u eens.

Over de aanbesteding zijn een aantal vragen gesteld. Op de eerste plaats is gevraagd hoe het zit. De Staat stelt middelen ter beschikking aan de NOS voor het uitvoeren van de taken. De NOS beslist zelf over de aanwending van die middelen. Dat betekent dat de publieke omroepen en ook de NOS in Nederland zelf verantwoordelijk zijn voor de distributie. Zij sluiten dus ook zelf overeenkomsten met distributeurs.

De NOS heeft een lopend contract met Digitenne/KPN. Dat dateert uit 2002. Toen – wij hebben het over de tijd van de introductie van de commerciële digitale ethertelevisie – was Digitenne de enige partij die in de DVBT-vergunning was geïnteresseerd. Om digitale ethertelevisie van de grond te krijgen, werd ook samenwerking tussen beide vergunninghouders gestimuleerd. Dat verlengde contract uit 2002 loopt nog een aantal jaren door en voorziet ook in de mogelijkheid van verzorging van de free-to-air-distributie. Van die mogelijkheid heeft de NOS gebruikgemaakt. Op het moment dat het contract afloopt, dient opnieuw vrije aanbesteding plaats te vinden.

Mevrouw Örgü (VVD):

Ik meen ergens gelezen te hebben dat het contract tot 2006 loopt.

Minister Van der Hoeven:

Nee, het loopt tot en met 2008. Daarna ligt de situatie open.

De regio's contracteren zelf, dus niet als RO's. Dat betekent dat de regio's zich hebben te houden aan de aanbestedingsregels.

Mevrouw Örgü vroeg om inzicht in het contract tussen de NOS en Digitenne. Het is daar afgesloten. Ik heb niet de beschikking over dat contract. Distributie is een zaak van de NOS. De informatie ligt daar.

Dit brengt mij ten slotte bij het amendement-Van Dam op stuk nr. 11 over het terugdraaien van de bezuinigingen. Ik onderschrijf wat de heer Atsma heeft gezegd. Het is een ingeboekte en een geaccordeerde bezuiniging over 2006. De 11 mln. is structureel en de 10 mln. is incidenteel. Ook dat is geregeld. Het is ten laste gekomen van de algemene omroepreserve. Het heeft geen direct effect gehad op het budget en de programmering van de publieke omroep. Als men op dit punt iets wil doen, zal het bij de mediabegroting of bij de najaarsnota aan de orde komen maar niet op dit moment. Ik constateer verder dat het amendement niet aangeeft waar de dekking voor de bedragen van 11 mln. en 10 mln. vandaan moet komen. Dat is echter een technische opmerking. Mijn eerste opmerking was belangrijker.

Ik ben begonnen met de opmerkingen van mevrouw Örgü en ik eindig ook met haar bijdrage. Voor zover de frequentieruimte niet wordt gebruikt voor de publieke taak conform de Telecommunicatiewet en de Mediawet, valt deze ruimte terug aan de Staat. Ze wordt daarna volgens het frequentiebeleid opnieuw uitgegeven en dus niet via de publieke omroep voor commerciële doeleinden gebruikt.

Voorzitter, ik ben aan het einde gekomen van mijn beantwoording.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het amendement op stuk nr. 7 heb ik al in een heel vroeg stadium van de behandeling van dit wetsvoorstel ingediend. Dit amendement had te maken met de bezwaren van mijn fractie tegen de voorgenomen bezuinigingen. Deze bezwaren zijn niet weggenomen, want ik vind dat die bezuinigingen nog steeds een behoorlijke aanslag vormen op het fundament waarop de publieke omroep rust. Mijn fractie zal echter steun betuigen aan het amendement van de heer Van Dam. Mijn amendement op stuk nr. 7 had ook te maken met de onzekerheid over hoe het allemaal zou moeten. Daarover hebben wij nu inmiddels duidelijkheid gekregen; op dat punt is het amendement overbodig geworden en kan het dus worden ingetrokken.

De voorzitter:

Het amendement-Slob (stuk nr. 7) is ingetrokken.

Mevrouw Örgü (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister voor haar antwoorden. Echter, omdat het onderdeel over de financiering voor mij nog niet transparant en helder is, wil ik eerst met mijn fractie spreken over onze uiteindelijke standpuntbepaling. Wij komen daarop terug bij de stemmingen.

De heer Atsma (CDA):

Ik vraag de minister wat er gebeurt als onverhoopt het amendement-Van Dam wordt aangenomen, waaraan de heer Slob zojuist zijn steun heeft toegezegd. Ik vraag dit omdat op dit moment in alle provincies de gedeputeerden van het CDA, de PvdA en de VVD, kortom, iedereen die hierbij betrokken is, de vlag in top heeft gehesen, omdat er een echt prachtige deal is gemaakt. Is echter alles van tafel als het genoemde amendement wordt aangenomen? Het is goed om dit heel scherp te krijgen.

Minister Van der Hoeven:

Er ligt een package deal op tafel; het gaat hierbij om een compleet pakket. In het amendement-Van Dam staat niet waar het geld vandaan moet komen. Als de Kamer nu een ongedekt amendement aanneemt, zet zij de zaak op scherp en is het maar de vraag of alle andere zaken doorgaan die hiermee verband houden. Ik begrijp goed dat een aantal leden principiële bezwaren heeft tegen de bezuiniging. De Kamer heeft echter wel de begroting en de mediabegroting voor 2006 geaccordeerd. Het is daarom nu niet het juiste moment om iets aan de bezuinigingen te doen. Waar willen degenen die dit amendement steunen, het geld overigens vandaan halen? Ik kan niet zomaar 21 mln. uit mijn duim zuigen.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik begrijp dat ik de link tussen twee CDA'ers niet mag leggen, maar dit was wel een heel doorzichtig een-tweetje. Ik vind dat het niet kan de Kamer op deze manier te chanteren. Ik heb vanaf het begin tegen deze bezuiniging geageerd; het is allemaal best bekend. De minister heeft correct gezien dat, als het amendement wordt aangenomen, de bezuiniging niet doorgaat en zij maar moet zien dat zij het financiële probleem oplost. Het is echter een rare en onacceptabele vorm van chantage van de Kamer om daarbij direct de afspraken met de regionale omroepen te betrekken. Deze twee zaken staan los van elkaar en behoren niet op deze manier aan elkaar gekoppeld te worden.

Minister Van der Hoeven:

Deze twee zaken staan níét los van elkaar. De heer Van Dam weet net zo goed als ik dat de omschakeling van analoog naar digitaal te maken had met het mogelijk maken van de inboeking van de 11 mln. structurele bezuiniging. Zo simpel is het. Je kunt niet het ene in dank aanvaarden en voor de rest de neus optrekken; het is het een én het ander.

De heer Atsma (CDA):

Ik maak bezwaar tegen de opmerking van de heer Van Dam dat er sprake zou zijn van een een-tweetje. Ik heb op dit punt op geen enkele wijze contact gehad met de minister. Ik stel deze vraag omdat de minister aan het einde van haar termijn was gekomen. Vóór het reces heeft de toenmalige staatssecretaris dit nadrukkelijk als een totaalpakket gepresenteerd. Het is voor mij en, naar ik aanneem, eveneens voor de heer Van Dam – ook ik heb al die juichende PvdA-gedeputeerden zien langskomen – belangrijk om duidelijk te krijgen wat de consequenties zijn als er nee wordt gezegd.

De heer Van Dam (PvdA):

De minister heeft eerder aangegeven dat er extra geld komt dat zij vervolgens gaat gebruiken om de kosten die gemoeid zijn met het free-to-air maken, te compenseren. Als zij dat niet meer behoeft te doen, omdat de bezuiniging van 11 mln. niet meer doorgaat, kan zij dat extra geld mooi gebruiken voor die deal met de regionale omroepen. Dan is het probleem opgelost. Ik snap dan ook niet waarom de Kamer op deze manier onder druk gezet moet worden. Dat slaat namelijk nergens op.

Minister Van der Hoeven:

Ik zet niemand onder druk en ik wens zelf ook niet onder druk gezet te worden. Het geld dat voor het ene geval wordt vrijgemaakt, is voor dat ene geval om ervoor te zorgen dat wij de switch-over goed kunnen regelen. Het is inderdaad het een én het ander en dus niet het een óf het ander. Het kan niet zo zijn dat u zaken die u geaccordeerd heeft, op deze manier gaat terugdraaien. Ik weet dat u van begin af aan tegen die 21 mln. bent geweest. Ik kan mij ook voorstellen dat u blijft proberen om dat te veranderen, maar dan zou ik aan u willen vragen om een ander moment te zoeken om het te regelen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Mijn fractie heeft zich steeds verzet tegen die bezuiniging. Wij hebben ook een aantal keren geprobeerd om de Kamer tot uitspraken te krijgen om die bezuiniging ongedaan te maken, maar die hebben nooit de steun gekregen van de toenmalige coalitie. Ik wil nu dan wel afstand nemen van de suggestie dat op het moment dat wij bezwaar maken tegen die bezuiniging, wij daarmee de gehele deal die is gesloten en waartegenover wij wel positief staan, om zeep zouden willen helpen. Als er een financieel probleem ontstaat, willen wij er maximaal over meedenken om dat op te lossen. De minister sprak zo-even al over het nieuwe geld. Welnu, misschien zijn er op dat punt mogelijkheden te bedenken. Alleen, wij kennen de bedragen niet, zodat het voor ons een beetje lastig is.

Minister Van der Hoeven:

Laten wij onszelf niets wijs maken. Er zijn mogelijkheden. De gehele switch-over van analoog naar digitaal heeft een relatie met de bezuiniging van 11 mln. Zo simpel ligt het. Je kunt de switch-over nu niet uitvoeren zonder de bezuinigingen in te boeken. Dat de heer Slob het daar niet mee eens is, is mij bekend. Ik kan mij ook heel goed voorstellen dat hij zijn verhaal houdt. Er is echter een ander verhaal tegenover te stellen. Dat heeft de staatssecretaris ook gedaan. En zo staat het ook in de brieven.

De heer Slob (ChristenUnie):

Dat betekent dat het nieuwe geld in feite de ingeboekte bezuiniging is van 11 mln. Die 11 mln. gaan naar minister Zalm. Dan wordt er nieuw geld van gemaakt en wordt het weer gebruikt om dit hele verhaal te regelen.

Minister Van der Hoeven:

Dat is niet juist. Dat weet de heer Slob zelf ook. Als dit een poging is om mij verder te laten gaan in mijn uitspraken dan ik tot nu toe heb gedaan, dan is hij daarin niet succesvol. Wat hij vertelt, is niet juist.

Verder wordt van alle kanten vanuit de Kamer aangegeven dat de voorlichting snel van start moet gaan. Uiteraard ben ik het daarmee eens, maar dan wil ik wel graag snel helderheid van de Kamer zodat wij ook van start kunnen gaan. Anders is dat een beetje moeizaam.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik neem aan dat wij hierover dinsdag stemmen. Als de Kamer dit wetsvoorstel dan aanneemt, neem ik aan dat dit voor de minister het groene licht is om door te gaan.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 17.48 uur tot 19.20 uur geschorst.

Naar boven