Vragen van het lid Azough aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over het bericht dat de IND tonnen betaalt aan asielzoekers die te lang op een beslissing op hun asielverzoek moeten wachten.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen week stelde minister Verdonk dat er zo weinig over haar portefeuille in het VVD-verkiezingsprogramma stond, omdat er al zoveel was bereikt. Dan heeft de minister wel een heel roze bril op. Zij kan toch nauwelijks tevreden zijn over haar belangrijkste instantie, de IND? Zaterdag stond er weer een onthullend artikel in NRC Handelsblad. De IND is namelijk zo traag en onzorgvuldig dat er jaarlijks drie à vier ton aan dwangsommen wordt uitgekeerd aan asielzoekers en andere vreemdelingen die te lang hebben moeten wachten op een beslissing over hun verblijfsstatus. Dat is voor GroenLinks onverteerbaar.

Al jaren zijn er veel problemen met de dienstverlening van de IND. Vorig jaar november stelde de Algemene Rekenkamer al dat mensen gemiddeld twee tot vier maanden langer moeten wachten dan de wet voorschrijft. Het gaat dan niet over weken, maar over maanden en zelfs jaren. In tientallen gevallen hebben mensen langer dan drie jaar moeten wachten. Als de Belastingdienst er zo'n potje van maakte, zouden de rapen gaar zijn in Nederland, en terecht. Bovendien is het verschrikkelijk hypocriet. Als een asielzoeker één dag te laat is met zijn verzoek, gaat het verzoek zo de prullenmand in. Deze traagheid en onzorgvuldigheid heeft grote gevolgen voor mensen. Zo waarschuwde de Algemene Rekenkamer vorig jaar al dat mensen die legaal in Nederland werken hun baan kwijtraken omdat zij geen verblijfspasje konden laten zien. Ook is Nederland een onneembaar en duur fort geworden. Die buitenlandse studenten die ook de VVD zo graag naar Nederland wil halen, moeten torenhoge leges betalen. Artiesten die worden uitgenodigd komen de grens niet over. Bovendien negeert de IND stelselmatig allerlei rechterlijke beslissingen. Dat is ontoelaatbaar voor een instelling die uiteindelijk onder verantwoordelijkheid valt van het ministerie van Justitie.

Die drie of vier ton had niet alleen beter kunnen worden besteed. Ook toont dit nogmaals aan dat het politiek leiderschap van de minister en vooral het management van de IND blijft falen. Daarom wil ik graag van de minister horen wat er nu precies is uitbetaald aan dwangsommen vanaf 2000. Waarom zijn die dwangsommen zo explosief gestegen? In hoeveel gevallen dreigt op dit moment een overschrijding van de termijn en wat is de gemiddelde duur van die termijnoverschrijding? Is de minister het met mij eens dat als een overheid niet op tijd levert, die overheid ook geen leges mag eisen? Hoe kan het toch dat het aantal asielaanvragen drastisch is afgenomen, maar de IND slecht blijft functioneren? Wat is er concreet veranderd binnen de IND sinds de Algemene Rekenkamer vorig jaar met het vernietigende rapport kwam? Tot slot vraag ik de minister: waar blijft de urgentie? Ik heb de indruk dat de minister zich niet verantwoordelijk voelt voor de puinhopen bij de IND.

Minister Verdonk:

Voorzitter. Laat ik luid en duidelijk zijn: drie à vier ton aan dwangsommen hoort niet. Het is heel veel geld; dat hoort niet voor te komen. De uitvoeringsorganisaties moeten zo zijn ingericht dat zij zorgvuldig en waar mogelijk binnen de wettelijke termijn beslissen. Overschrijdingen kunnen natuurlijk nooit helemaal worden voorkomen, want je hebt te maken met piekbelasting en met afhankelijkheid van derden. Als er bijvoorbeeld groot onderzoek moet worden gedaan in het buitenland, kost dat extra tijd. Laten wij echter niet doen alsof het overschrijden van de termijnen door de IND nieuw is. Wij hebben daarover al een aantal malen gedebatteerd, zowel naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer als naar aanleiding van dat van de Nationale ombudsman. Wij hebben een afspraak gemaakt, die door de Tweede Kamer is onderschreven, dat wij de IND tijd, rust en ruimte geven om de zaken op orde te krijgen. Daarbij hebben wij een periode van drie jaar genoemd.

Het artikel in NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag zou ik bijna "oude wijn in nieuwe zakken" willen noemen. Het gaat om gevallen vanaf 1998/99. Een van de personen die uitspraken doet, heeft in de jaren tachtig bij de IND gewerkt. Ook zijn er allerlei mensen die anoniem uitspraken doen. Het spijt mij zeer, maar van zo'n artikel ben ik niet onder de indruk. Ik was wel onder de indruk van die drie à vier ton. In de IND-cijfers komt tot uiting dat er in 2006 tot nu toe geen sprake is van een stijging van het aantal dwangsommen ten opzichte van 2005. Het aantal daalt iets, maar er zijn wel hogere bedragen in het spel. Dat heeft een tweetal redenen. Ten eerste zijn wij bezig achterstallig onderhoud te plegen. De zaken waar het hier regelmatig om gaat, zijn oude zaken die nog op de plank liggen. De achterstanden bij de oude zaken zijn wij aan het wegwerken. Bij de nieuwe zaken is vooral de categorie van 1F'ers relevant. Daarbij gaat het om mensen die wij ervan verdenken in de landen van herkomst oorlogsmisdaden te hebben gepleegd. Dit willen wij heel goed uitzoeken. Het beleid is dat wij dan liever eerst zorgvuldig onderzoek plegen, zodat wij zeker weten dat iemand géén oorlogsmisdaden heeft gepleegd in het land van herkomst, dan dat wij iemand maar een vergunning geven om een dwangsom te voorkomen.

Voor de nieuwe zaken is in ieder geval met ingang van 1 januari 2005 een nieuwe lijn ingezet. Als de termijn nog niet wordt gehaald, wordt er overleg gepleegd met de gemachtigde of er tot een passende termijn gekomen kan worden. In bijna alle gevallen wordt daar overeenstemming over bereikt. Mevrouw Azough gaf aan dat het aantal asielaanvragen is gedaald. Dit aantal is inderdaad afgenomen, maar wij hebben nog steeds te maken met 200.000 tot 250.000 reguliere aanvragen per jaar.

Mevrouw Azough vroeg verder naar de gegevens vanaf 2000. Deze gegevens heb ik niet, maar ik beschik wel over de gegevens vanaf het jaar 2003. In het jaar 2003 is € 162.000 aan dwangsommen betaald, in 2004 € 425.000, in 2005 € 363.000 en in 2006 is er tot en met juli € 356.000 aan dwangsommen betaald. Deze bedragen zijn veel te hoog. Wij hebben echter een verbetertraject voor de IND afgesproken van drie jaar en daar is inmiddels één jaar van om. Wij moeten ernaar streven dat één en ander over twee jaar is opgelost.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Het feit dat de minister toegeeft dat dit niet nieuw is, vormt juist de reden waarom ik hier sta. Anders kunnen wij over drie jaar constateren dat de problemen niet over zijn en dat de beslistermijnen nog steeds veel te lang zijn. De mensen die in het artikel worden genoemd, zijn merendeels vorig jaar met pensioen gegaan. Zij kunnen met gezag spreken over wat er binnen de IND fout gaat. Ik kan mij niet voorstellen dat de minister dit gewoonweg negeert.

De minister zegt dat er tot en met juli 2006 € 365.000 aan dwangsommen is uitbetaald, maar zij komt nu met een antwoord waarmee zij opnieuw de urgentie van dit probleem volstrekt negeert. Zij zoekt de oorzaak in het feit dat er 1F'ers moeten worden onderzocht en dergelijke, terwijl de meeste mensen om wie het gaat geen 1F'ers zijn. Laat de minister nu eens komen met een antwoord waaruit blijkt dat zij de urgentie van deze problemen serieus neemt.

Ten slotte vind ik dat vergunningen die niet op tijd worden verleend, niet hoeven te worden betaald. Ook daarop wil ik graag een concreet antwoord.

Minister Verdonk:

In het artikel komt iemand aan het woord die veertig jaar bij de IND heeft gewerkt en iemand die vijftien jaar bij de IND heeft gewerkt. Zij zijn een jaar met pensioen en gaan nu dit soort dingen vertellen. Ik begrijp dat niet helemaal. Als je zo lang bij een organisatie werkt, neem ik aan dat je dat ook met plezier doet; anders zou je er toch allang zijn weggegaan?

Het rapport van de Algemene Rekenkamer heeft zeker geleid tot urgentie, bij mij, maar ook bij de IND. Wij hebben echter niet voor niets een termijn genoemd van drie jaar. In die periode gunnen wij de IND rust, om zaken op orde te brengen. Hoeveel tijd denkt u dat dit nu weer zou kosten? Wij hebben drie jaar rust en ruimte met elkaar afgesproken. Ik kan dus niet toezeggen dat ik alle problemen die er waren, en die wij met elkaar hebben onderkend, binnen een jaar oplos. Dat bestaat niet.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

U hebt mijn vraag over de leges nog niet beantwoord.

Minister Verdonk:

Wij hebben al gesproken over het legeshuis. De Kamer heeft dit goedgekeurd, en ik blijf erop staan dat, als er werk wordt geleverd voor een verblijfsvergunning, daarvoor ook betaald moet worden. Als het niet op tijd gebeurt, zijn er andere mogelijkheden, namelijk een dwangsom.

Mevrouw Lambrechts (D66):

De minister zei dat het oude wijn in nieuwe zakken is en dat er drie jaar rust moet zijn. Ik denk dat het geen oude wijn is. Vorig jaar alleen al zijn er bij de IND 13.500 klachten ingediend en bij de Nationale ombudsman 1500. Van deze klachten, ging driekwart over de lange duur en het overschrijden van termijnen. De drie jaar rust die is afgesproken, houdt toch niet in dat gedurende deze periode dat de winkel open is niet goed hoeft te worden gewerkt en dat er geen zaken hoeven te worden verbeterd? Voor het zomerreces heeft de Kamer een wet aangenomen over het opleggen van dwangsommen aan instituties die termijnen sterk overschrijden. Op initiatief van de fracties van de VVD en de PvdA, zijn UWV en de IND daarvan uitgezonderd. Is er met de meest recente cijfers in de hand toch niet veel voor te zeggen om de IND wel degelijk onder deze wet te laten vallen?

Minister Verdonk:

Nee, ik voel er niets voor om de IND onder deze wet te brengen. Laten wij de IND nu ruimte en rust gunnen om zaken op orde brengen en laat de Kamer en de regering over twee jaar verder spreken over de resultaten die de IND dan heeft bereikt.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Ik kan mij niet herinneren dat met de Kamer is afgesproken dat drie jaar lang alle fouten van de IND zouden worden geaccepteerd. Er is zeker niet afgesproken dat de IND de rust zou worden gelaten om de zaak op orde te brengen. Ik denk dat de minister bedoelt: val mij niet lastig, want ik ben verantwoordelijk voor de IND. Wat doet zij nu als zij dergelijke zaken leest in de krant? Was zij op de hoogte van deze zaken? Heeft zij nagevraagd hoe een en ander zit? Het kan wel zijn dat de Algemene Rekenkamer heeft gezegd dat het over drie jaar misschien helemaal klaar is. Wij verwachten echter ook dat er telkens weer blijkt dat dingen beter gaan dan in het verleden het geval was. Wat voor actie heeft de minister ondernomen toen zij van dit nieuwe feit kennis nam?

Minister Verdonk:

Het is niet mijn bedoeling geweest om te zeggen dat alle fouten van de IND moet worden geaccepteerd. Als een organisatie zo'n ingrijpende verbeteringsoperatie moet uitvoeren als de IND nu moet, moet die daar tijd voor krijgen. Daar is niets bijzonders aan. Wij hebben in dit kader gesproken over een periode van drie jaar. De feiten waren niet nieuw voor mij, want deze bedragen waren bekend. Ik heb er steeds achteraan gezeten. Ik heb al een aantal keren gezegd, in antwoord op vragen van de heer De Vries, dat rechterlijke uitspraken binnen de termijnen moeten zijn uitgevoerd. Dat is één deel van de operatie. Dit moet gewoon in de uitvoeringsorganisatie gebeuren. Er zijn echter ook nog veel oude zaken die moeten worden afgehandeld. Er loopt op dit moment een aantal processen naast elkaar bij de IND. Ik verwacht helemaal niet dat de Kamer alle fouten accepteert, maar ik vraag haar wel om te accepteren dat de IND tijd nodig heeft om te verbeteren.

De heer Nawijn (Groep Nawijn):

Ik vind het ook een beetje flauw dat oud-ambtenaren van de IND anoniem klagen. Ik denk dat dit niet juist is. Het opleggen van de dwangsom is best een ernstige zaak, want dit betekent dat rechterlijke uitspraken niet worden uitgevoerd. Is er nu een systeem dat dergelijke zaken boven water kan halen? Rechterlijke uitspraken dienen immers te worden uitgevoerd, liefst zo snel mogelijk. Van het genoemde bedrag van € 365.000 kunnen ongeveer zeven ambtenaren worden ingehuurd, dus het kan tot besparingen leiden. Het is ook een lelijk gezicht als de overheid rechterlijke uitspraken niet uitvoert. Dat is ernstig. Hoe staat het nu met de achterstand bij de IND? Is er vooruitgang te bespeuren?

Minister Verdonk:

Ik ben het met de heer Nawijn eens, zoals ik ook aan het begin van mijn beantwoording heb gezegd, dat dit zondegeld is en dat dit niet nodig zou moeten zijn. Keulen en Aken zijn echter niet op één dag gebouwd en de IND wordt ook niet in één dag een heel goed functionerende organisatie. Er werd gevraagd of er een systeem is. Het is wel mogelijk om die totaalbedragen neer te zetten. In het totaalbedrag zitten behalve de uitbetaalde dwangsommen, ook kosten die de IND betaalt naar aanleiding van claims van vreemdelingen in civielrechtelijke procedures en schadevergoedingen die opgelegd zijn in vreemdelingenbewaringszaken. Dat kan ik niet uit elkaar trekken.

De achterstanden worden ten slotte wel degelijk ingelopen. Ook de klachten over de bereikbaarheid zijn teruggelopen. Het aantal klachten loopt terug. Er is dus wel degelijk een verbetering.

Naar boven