Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (30587);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de wijziging in de procedure betreffende de aanvraag en afgifte van rijbewijzen (30438);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (30477);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet (30071);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij en de sportvisakte alsmede enkele andere wijzigingen van deze wet (30211);

  • - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht (verlenging verjaring inzake overtredingen na stuiting) (30582);

  • - Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht onder meer in verband met de bevoegdheid van de vertrouwensinspecteurs om bijzondere persoonsgegevens te verwerken (30460);

  • - Wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein van luchtvaartuigen en de verzekering daarvan, passagiersrechten en beperking aansprakelijkheid van de luchthavencoördinator (30456);

  • - Vaststelling en invoering titel 8.18 (overeenkomst van goederenvervoer over spoorwegen) van het Burgerlijk Wetboek (30365).

Voorts stel ik voor, het debat met de Tijdelijke commissie Onderzoek TBS over haar rapport (30250, nrs. 4 t/m 6) eveneens toe te voegen aan de agenda van volgende week en het debat met de regering te agenderen voor de week van 20, 21 en 22 juni.

Ten slotte stel ik voor, het debat over het verslag van de Europese Top toe te voegen aan de agenda van 20, 21 en 22 juni met spreektijden van 10 minuten voor het CDA, de PvdA en de VVD, 7 minuten voor de SP, GroenLinks, de LPF en D66, 5 minuten voor de Christen Unie en de SGP en 2 minuten voor de Groep Nawijn, de Groep Wilders en de Groep Lazrak.

Ik deel mee, dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de aangehouden moties 22112, nr. 404, 26448, nrs. 243 en 245, 27406, nr. 74, 28325, nrs. 30 en 32, 28447, nr. 120, 28638, nrs. 20 en 21, 29344, nr. 51, 29515, nr. 115, 29543, nr. 15, 29689, nrs. 50 en 57, 29729, nrs. 14 en 15, 29876, nrs. 12 en 13, 29984, nr. 43, 30181, nr. 8, 30247, nr. 10, 30300-A, nr. 39, 30300-IV, nr. 28, 30300-VI, nrs. 124, 125 en 127, 30300-XV, nr. 44, 30323, nrs. 27 en 31 zijn vervallen.

Ik stel voor, de motie Bussemaker c.s. (28770, nr. 12) alsmede de gewijzigde motie Kant c.s. (29835, nr. 34) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van 60 dagen opnieuw is gaan lopen.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers: 23908 (R1519), nr. 72, 24493 (R1557), nr. 23, 30147 (R1805), 30395 (R1806), 30485, 30497 (R1807), 30508 (R1808), 30524, 30527 (R1809) en 30556 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat wat deze Kamer betreft de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd. Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 23490, nr. 413, 30466 en 30499 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag is bij de regeling een brief gevraagd aan onder andere minister De Geus over de bonussen die bij het UWV worden betaald en de positie van de heer Joustra. Wij hebben te horen gekregen dat wij daarover een aparte brief van minister De Geus zouden krijgen. Tot nu toe hebben wij die echter nog niet ontvangen. Het lijkt erop dat minister De Geus vanavond aanwezig is bij het debat over de topinkomens, maar dat de Kamer zijn informatie nog niet zal hebben ontvangen. Ik wil die informatie echter graag afwachten en volgende week bij de regeling van werkzaamheden bekijken of er een apart debat over nodig is. Mijn voorstel is dus om deze kwestie niet te betrekken bij het debat van vanavond.

De voorzitter:

Ik realiseer mij dat het niet de Kamer is die de verwachte brief moet schrijven. Het verlangen dat die om half drie klaar is, is niet onredelijk, aangezien de brief reeds dinsdag is toegezegd. Bent u bereid om het oude plan te volgen en het onderwerp bij het debat van vanavond te betrekken als de brief er om half drie is? Mijn angst betreft de agenda van de volgende week. Een onderwerp van vanochtend is al naar volgende week doorgeschoven. Ik zeg het zoals het is. Wij lopen volgende week vast als er weer een debat bijkomt. Kunt u instemmen met dit voorstel?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik ben daar niet enthousiast over. Wij hebben er dinsdag al om gevraagd. Het debat met minister Dekker hebben wij ook naar volgende week moeten verplaatsen. Ik heb er een beetje genoeg van dat de informatie van het kabinet iedere keer zo laat komt. Die brief moet zeker niet later dan half drie komen. Ik verwacht ook een echt inhoudelijke brief. Als het met een slechte brief wordt afgedaan, zal ik een nieuwe regeling aanvragen, want dan komen wij niet verder. Als die brief er voor half drie is, ga ik ermee akkoord dat wij vanavond vergaderen. Anders wordt het volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering nu door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met het verzoek die brief hier vanmiddag uiterlijk om half drie te laten zijn.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vergeer.

Mevrouw Vergeer (SP):

Voorzitter. Mede namens mevrouw Van Velzen, die hier nu niet kan zijn, vraag ik minister Dekker om een brief. De Raad voor het Landelijk Gebied heeft het advies Recht op groen uitgebracht. Daarin staan schrikbarende conclusies. Er blijft nauwelijks ruimte over voor groen in de stedelijke omgeving. In de Nota Ruimte is het richtgetal 25 m2 voor elke woning, maar dat wordt niet gehaald. Nu vraag ik minister Dekker om een brief waarin zij aangeeft wat zij van de uitkomsten van het advies vindt. Neemt zij het advies over? Op welke wijze gaat zij handhaven, met name in de nieuwe Vinex-wijken?

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar de vaste commissie voor VROM.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Vergeer (SP):

U zei dat u het doorgeleidt naar de commissie. Moet het niet naar minister Dekker gestuurd worden?

De voorzitter:

Ik probeerde u op een wat onderkoelde manier duidelijk te maken dat dit echt een verzoek voor de commissie is. Ik ben, behulpzaam als altijd, graag uw postbode.

De vergadering wordt van 13.40 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven