Vragen van het lid Smilde aan de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over zijn uitlatingen inzake de gebrekkige fraudebestendigheid van het nieuwe paspoort.

De voorzitter:

Het vragenuur is eigenlijk voorbij, maar omdat ik de vragenstelster niet helemaal de dupe wil laten worden, wil ik de vragen laten stellen door mevrouw Smilde, gevolgd door het antwoord van de minister, en daarna eventueel de reactie van mevrouw Smilde, als zij dat wil. Ik sta geen aanvullende vragen toe.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie juicht automatisering en vereenvoudiging toe, zeker op het gebied van paspoorten. Het nieuwe paspoort gaat worden gebruikt door alle Europeanen. Dat is prima, maar afgelopen zaterdag stond in het Dagblad van het Noorden dat de minister een pas gaat introduceren, terwijl hij zelf twijfelt aan de fraudebestendigheid ervan. Al vanaf september 2005 zou hij hiervoor bij de Europese Commissie en de Internationale Luchtvaartassociatie aandacht hebben gevraagd, maar het proces moest doorgaan, want in andere landen was men al begonnen met het drukken van de pas. Gisteren is de pas geïntroduceerd.

Wij hebben de volgende vragen aan de minister. Klopt het bericht in de krant dat hij twijfelt aan de fraudebestendigheid van de pas die hij twee dagen later introduceert? Wat is precies het probleem? Waarom is de minister een roepende in de woestijn geweest? Was men in andere lidstaten niet gevoelig voor zijn argumenten? Trok hij wellicht te laat aan de bel? Zo ja, waarom deed hij dat niet eerder? Welke maatregel neemt de minister om de fraudegevoeligheid te torpederen en hoe effectief kan die maatregel nog zijn in dit stadium? Is de minister het niet met de CDA-fractie eens dat het bij zo iets kwetsbaars als een paspoort – ik heb het nog niet eens over de biometrische kenmerken die moeten worden aangebracht – verstandig is de productie daarvan in overheidshanden te houden?

Minister Pechtold:

Voorzitter. De eerste vraag is of het bericht klopt. Het antwoord is negatief. Het bericht klopt niet. Dat had mevrouw Smilde misschien kunnen opmaken uit de zelfverzekerdheid waarmee ik gisteren het nieuwe paspoort dat op 26 augustus wordt geïntroduceerd bij de Sdu ten toon heb gehouden. Zoals de Kamer weet, is er in 2001 een nieuwe generatie paspoorten gekomen. Waarschijnlijk hebben de leden die inmiddels ook allemaal. Dat paspoort was een revolutionaire verbetering, vergeleken met het paspoort daarvoor. Maar vijf jaar later blijkt dat de wereld weer is veranderd. Internationaal stellen wij nieuwe eisen. Onderdelen van het paspoort moesten verder worden verbeterd. Dat hebben wij gedaan. In internationaal verband zijn daarover afspraken gemaakt. Vandaar dat inmiddels sprake is van weer een nieuwe generatie paspoorten. Daarin is ook elektronica verwerkt. Dat is de chip.

Kijkend naar de afspraken die zijn gemaakt en de eisen die zijn gesteld, heb ik de indruk dat de berichtgeving is gebaseerd op het volgende. Eén van de codes die nodig is om het paspoort en de gegevens die op de chip staan te kunnen lezen, is gebaseerd op drie cijfers, namelijk het nummer van het paspoort, de geboortedatum van de houder en de verloopdatum van het paspoort. Die drie cijfers bij elkaar leiden tot de code waarmee het paspoort kan worden gelezen. Ik heb de Kamer vorig jaar gemeld dat ik vond dat die code, gebaseerd op de drie cijfers, zo ingewikkeld mogelijk zou moeten zijn. Daarom heb ik er internationaal op aangedrongen wat dat betreft nog een stap verder te gaan. Ik heb dat de Kamer vorig jaar laten weten. De internationale organisatie waarmee wij samenwerken, vond dat echter niet verstandig, omdat diverse landen inmiddels verder in het proces waren. Wel vond men onze suggestie om te trachten onderdelen van de code nog ingewikkelder te maken, een goede. Eén daarvan komt erop neer dat het uitgeven van het paspoort niet meer op volgnummer gebeurt, maar at random. Degene die wel eens een staatslot koopt, kan het eindcijfer zelf kiezen. Dat kan dadelijk niet bij het nieuwe paspoort; de cijfers zijn niet opeenvolgend. Dat zal maken dat de code nog moeilijker te kraken is en zal naar mijn mening ook bijdragen aan een veilig paspoort. Daarmee heb ik ook beschreven wat het probleem is en dat ik geen roepende in de woestijn ben, maar er wel graag vanuit de eigen Nederlandse verantwoordelijkheid over meedenk hoe het diegenen die slechte dingen willen met ons paspoort nog moeilijker is te maken. De maatregelen heb ik genomen en zij zullen wat mij betreft tot het gewenste effect leiden.

De laatste vraag van mevrouw Smilde is van een wat andere orde. Die luidt of ik vind dat de drukker van het paspoort – zij doelt op de Sdu – in overheidshanden moet blijven. Dat lijkt mij een andere discussie dan die wij vandaag moeten voeren over de veiligheid van het paspoort. Ik heb er alle vertrouwen in dat het contract dat ik gisteren voor de komende vijf jaar met dit bedrijf heb getekend ervoor zal zorgen dat wij de komende jaren een goed Nederlands paspoort zullen hebben.

Mevrouw Smilde (CDA):

De minister heeft gezegd dat hij zich erbij heeft neergelegd omdat het proces al in gang was. Uit zijn woorden heb ik wel beluisterd dat hij zelf extra beveiliging wenst. Welke extra beveiliging wil hij en op welke termijn meent hij dat die kan worden ingevoerd?

Minister Pechtold:

Het heeft allemaal te maken met de vraag hoe ingewikkeld datgene moet zijn dat eventueel zou zijn af te lezen. Dat is het verhaal. Ik waardeer iedereen die kritisch ons handelen rond het paspoort blijft volgen. Een bedrijf heeft gezegd: "Als men op een zekere afstand op het moment dat het document door bijvoorbeeld een douanier wordt uitgelezen, mee kan lezen, zou men die code kunnen meebekijken." Daarom moet die code zo ingewikkeld mogelijk zijn. Dat is een van de zaken die ik extra heb gedaan door het paspoort niet meer op volgnummer uit te geven maar at random, waardoor die drie geschetste ingrediënten voor de opbouw van de code ingewikkelder worden. Dat is één.

Laten wij eens meedenken met het bedrijf dat heeft aangegeven dat het, zelfs als de minister zo geavanceerd is met zijn technieken, mogelijk is om mee te lezen. In dat geval is niet meer mee te lezen dan de naam, de voornaam, de geboortedatum, het geslacht, het documentnummer, binnenkort het BSN-nummer, de eindigheid van het document, de nationaliteit en de gescande foto. Dat zijn precies de gegevens die men ook kan zien als men het paspoort op dat moment in handen heeft. Het is niet zo dat men er vervolgens wat mee kan doen, zoals met de pincode van een bankpasje. Ook is het niet zo dat degene die mee kan lezen wat kan veranderen aan de chip en de inhoud daarvan. Dat zijn allemaal redenen om tevreden te zijn met de kwaliteit van dit paspoort.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van het vragenuur, met spijt ten opzichte van diegenen die wellicht aanvullende vragen hadden willen stellen. Ik vind het zelf ook geen goede manier dat het bij de laatste vragen soms gebeurt. Ik zal mij er met het Presidium over beraden hoe wij dit gaan oplossen.

Naar boven