Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het lid Van der Sande tot lid in de bestaande vacature en het lid Van Schijndel tot plv. lid eveneens in de bestaande vacature in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxeraad.

Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (PbEG L 197) (milieueffectrapportage plannen) (29811);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 17 juni 2002 te Luxemburg totstandgekomen Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds (Trb. 2002, 143 en Trb. 2003, 141) (28837) (derde termijn);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten, houdende regels inzake de kwaliteit van werkzaamheden in het milieubeheer en de integriteit van de daarbij betrokken uitvoerders (29989);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het versterken van de bevoegdheden op rijksniveau ten aanzien van de politie en de aanpassing van de bevoegdheden op regionaal niveau, alsmede de opheffing van de Raad voor het Korps landelijke politiediensten (29704).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stel ik voor, de wens te kennen te geven dat over het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet (Kamerstuk 30243) overleg gewenst wordt.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de Algemene commissie voor Integratiebeleid het lid Van Haersma Buma tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de LPF-fractie en de Groep Nawijn benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Hermans tot plv. lid in plaats van het lid Varela;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Nawijn tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Defensie het lid Kraneveldt tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van den Brink tot lid in de bestaande vacature en het lid Van As tot plv. lid in plaats van het lid Van den Brink;

  • - de vaste commissie voor Justitie het lid Varela tot lid in de bestaande vacature, het lid Kraneveldt tot plv. lid in plaats van het lid Varela, het lid Van As tot plv. lid in plaats van het lid Hermans en het lid Nawijn tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van As tot lid in de bestaande vacature, het lid Herben tot lid in plaats van het lid Eerdmans en het lid Varela tot plv. lid in plaats van het lid Van As;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Herben tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Hermans tot lid in plaats van het lid Varela en het lid Varela tot plv. lid in plaats van het lid Hermans;

  • - de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Kraneveldt tot lid in plaats van het lid Hermans, het lid Varela tot lid in de bestaande vacature en het lid Van As tot plv. lid in plaats van het lid Varela.

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Gisteren is op verzoek van de Kamer het spoeddebat over de Opta geschorst, zodat wij een overleg konden hebben met de Opta. Vanochtend heeft dat overleg plaatsgevonden. Ik verzoek, het spoeddebat vandaag voort te zetten vóór 16.00 uur omdat om 16.00 uur de Opta de conceptbesluiten naar de Europese Commissie stuurt.

De voorzitter:

Dat is akkoord. De minister heeft aangegeven hier om 15.30 uur te kunnen zijn. Wij zullen dan proberen het debat meteen aan te vangen. Aansluitend aan het debat over de Opta zal er worden gestemd.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik verzoek, het verslag van het algemeen overleg over de Zorgverzekeringswet op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dat volgende week te doen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rouvoet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. De Kamer heeft straks een overleg met de minister van Buitenlandse Zaken over de Razeb. Een belangrijk agendapunt is de start van de onderhandelingen met Turkije in relatie tot de kwestie-Cyprus. Ik kondig alvast aan dat de kans groot is dat wij na afloop van dat algemeen overleg een motie zullen willen indienen. Daar zal dan over gestemd moeten worden. Ik verzoek u daarvoor nog vandaag ruimte op de agenda in te boeken.

De voorzitter:

Dat betekent dat wij vandaag misschien wel drie keer moeten stemmen. Misschien kunnen wij een en ander combineren. Zoals het er nu uitziet, kunnen wij rond 18.00 uur dit debat voeren en aansluitend stemmen.

Het woord is aan de heer Douma.

De heer Douma (PvdA):

Voorzitter. Recent heb ik bij de behandeling van de opzegging van het ILO-verdrag nr. 137 (havenarbeid) een motie ingediend en deze op verzoek van de minister aangehouden. Mij is een reactie van het kabinet toegezegd, maar deze reactie heb ik nog steeds niet ontvangen. Kan ik de reactie van het kabinet op die motie voor het herfstreces ontvangen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Inmiddels een maand geleden heeft de Kamer het debat met minister Veerman gevoerd, onder andere over de nevenfuncties van bewindspersonen. Op dat moment hebben minister Donner en staatssecretaris Nicolaï hun nevenfuncties niet kunnen melden omdat zij onbereikbaar waren. Ik heb nogmaals schriftelijk gevraagd inzage in hun nevenfuncties te krijgen en geen antwoord gekregen. Ik heb hierover graag vandaag duidelijkheid. Minister Donner kan de gevraagde informatie ter plaatse aanleveren, dat is geen probleem. Ik doe bij dezen een verzoek aan staatssecretaris Nicolaï om openheid van zaken te geven.

De voorzitter:

Ik stel voor, het kabinet te rappelleren en het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven