Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de Griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

• - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2006 (plenaire afronding) (30300-VII);

• - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 (30300-VIII);

• - het wetsvoorstel Uitvoering van Richtlijn nr. 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (30138);

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de voorschriften inzake educatie, splitsing van instellingen en vaststelling ondergrens aan de bekostiging deeltijdse beroepsopleidingen (30170);

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Politiewet 1993 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en beveiliging van personen, objecten en diensten (30041);

• - het wetsvoorstel Aanpassing van de regeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 betreffende de omzetting van een vaste inrichting met verliezen in een deelneming (30117);

• - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek alsmede van enige andere wetten in verband met de vaststelling van kinderalimentaties (Wet herziening kinderalimentatiestelsel) (29480).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Haverkamp.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Ik verzoek u om de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van richtlijn nr. 2003/42/EG inzake melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (29977) uit te stellen. Ik werk namelijk aan een amendement. Ik hoop dat dit dinsdag aanstaande is afgerond.

De voorzitter:

Ik constateer dat er geen bezwaar tegen bestaat om deze stemmingen tot aanstaande dinsdag uit te stellen.

Het woord is aan de heer Irrgang.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik vraag u om het verslag van het algemeen overleg over de windfall profits op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Dat zal ik doen, maar dat wordt wel toegevoegd aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Voorzitter. Ik word er een beetje moedeloos van, want dit is nu de derde keer deze week dat ik aan het kabinet om antwoord vraag op mijn vragen naar aanleiding van de rellen in Frankrijk. Ik heb geïnformeerd naar de betekenis daarvan voor Nederland. Ik heb in de Kamer deze week al enkele malen gezegd dat ik overweeg om daarover een debat aan te vragen. Ik hoor iedere dag van de medewerkers van de Griffie, die mij zeer behulpzaam zijn, dat de antwoorden vandaag komen. Dat gebeurt tot nu toe niet.

Ik weet nu niet meer wat ik moet doen. Adviseert u mij om de minister-president naar de Kamer te halen of is er een ander wondermiddel? Het is wel een beetje gênant dat ik hier namens de Kamer iedere keer om een antwoord mag vragen en dat ik te horen krijg dat ik het antwoord nog dezelfde dag zal krijgen. Nogmaals, dat gebeurt niet en tot nu toe heb ik er drie keer om moeten vragen. Ik krijg graag advies van u over de beste oplossing. Ik kan wel zeggen dat ik het inmiddels spuugzat ben.

De voorzitter:

Het lijkt mij verstandig dat ik uw verzoek met kracht opnieuw naar het kabinet zal doorgeleiden. Het enige verschil met de voorgaande keren is, dat er nu een andere voorzitter is. Ik zal dus mijn uiterste best doen om de antwoorden met spoed naar de Kamer te krijgen.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Ik heb alle vertrouwen in u.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Laan.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Het Centraal Planbureau heeft een rapport uitgebracht, genaamd "Europa: financiële perspectieven in perspectief". Daarin staan zeer interessante zaken die nogal relevant zijn voor het notaoverleg dat deze Kamer over het werkprogramma van de Europese Commissie gaat voeren. Wil de regering op tijd een reactie op dat rapport aan de Kamer doen toekomen, zodat zij die kan betrekken bij het notaoverleg?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend hebben wij met de bewindslieden van Economische Zaken een algemeen overleg gevoerd over de komende WTO-top in Hongkong. Mede namens de heer Douma wil ik het verslag van dit algemeen overleg aan de plenaire agenda toegevoegd zien. Gelet op het tijdstip waarop die top plaatsvindt, is het goed als dat volgende week kan.

De voorzitter:

Ik stel voor, het toe te voegen aan de agenda van de vergadering van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij gaan nu over tot een aantal stemmingen over wetsvoorstellen en moties. Ik merk op dat bij deze stemmingen de Groep Lazrak en de Groep Nawijn niet aanwezig zijn.