Aan de orde is de beëdiging van de griffier der Kamer.

De voorzitter:

Ik verzoek mevrouw Biesheuvel-Vermeijden voor mij plaats te nemen teneinde de voorgeschreven eden af te leggen.

Mevrouw Biesheuvel-Vermeijden legt in handen van de voorzitter de voorgeschreven eden af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met de aanvaarding van uw functie.

Na de stemmingen zal ik de vergadering schorsen om degenen die dat willen, in de gelegenheid te stellen u geluk te wensen.

Ik deel aan de Kamer mee dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Dam, Mosterd en Rambocus, wegens bezigheden elders;

Albayrak en Tjon-A-Ten, wegens verblijf buitenslands;

Kortenhorst en Waalkens, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;

Vendrik, wegens ziekte.

Deze berichten voor kennisgeving aan te nemen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.