17de vergadering

Dinsdag 2 november 2004

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 141 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Brinkel, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, Gerkens, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Jonker, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koomen, Koopmans, Koser Kaya, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Van Miltenburg, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rijpstra, Roefs, Rouvoet, Samsom, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Tichelaar, Timmer, Timmermans, Tonkens, Varela, Veenendaal, Van Velzen, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heren Donner, minister van Justitie, Kamp, minister van Defensie, De Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en mevrouw Ross-van Dorp, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Geachte medeleden. Vanochtend zijn wij allen opgeschrikt door de gewelddadige dood van Theo van Gogh. Reacties van afschuw komen uit vele geledingen in onze samenleving. Ook wij allen hier in de Tweede Kamer zijn natuurlijk diep geschokt. Onze gedachten gaan uit naar de nabestaanden, familieleden, vrienden en bekenden, van Theo van Gogh.

Over de toedracht van deze moord bestaat nog onduidelijkheid. Maar wat ons allen met grote zorg vervult, is dat mogelijk moorddadig geweld opnieuw een einde maakt aan het vrije woord; het vrije woord, een van de grondbeginselen van onze parlementaire democratie. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Laten wij allen hier en buiten deze zaal ons voor dit grote goed blijven inzetten.

Het woord is aan de minister van Justitie.

Minister Donner:

Voorzitter. Mag ik ook van de zijde van het kabinet mij voegen bij uw woorden? De minister-president heeft vanochtend al duidelijk uitgesproken hoezeer het kabinet geschokt is door deze moord. Zoals u zegt, zijn de feiten nog niet bekend; althans nog niet volledig, zodanig dat ik er nu iets over kan zeggen. De Kamer zal later deze dag een brief krijgen met de feiten zoals ze bekend zijn. Ik wil er nu niet op ingaan. Wel is het goed om ook van de zijde van het kabinet een aantal zaken te benadrukken.

Het is een moord. Onze gedachten gaan uit naar de nabestaanden, familieleden en vrienden.

Vanwege de persoon die het aangaat, is er meer. Ook de samenleving, de wijze waarop wij hier in Nederland met elkaar willen samenleven, wordt op deze wijze geweld aangedaan. Dat maakt dat het kabinet meer dan bijzonder aandacht zal moeten besteden aan de vraag wat de implicaties hiervan zijn.

Dit past in een klimaat van toenemend geweld. Zeker op dit moment hebben wij er alle belang bij om ervoor te zorgen dat hierop heel duidelijk gepast wordt gereageerd, maar dat dit niet een aanleiding wordt voor verder over en weer geweld uitoefenen. Het kabinet rekent het zich tot een bijzondere verantwoordelijkheid om ook daaraan richting te geven.

De voorzitter:

Ik dank u wel.

Naar boven