Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Timmermans aan de minister van Buitenlandse Zaken en de vice-premier over de uitspraak van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking dat Buttiglione ongeschikt is om Eurocommissaris van Justitie, Vrijheid en Veiligheid te worden.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Na dit emotionele moment weer over tot de orde van de dag.

In deel II, artikel 21, van het Handvest grondrechten van de Europese Unie staat dat iedere discriminatie met name op grond van geslacht of seksuele gerichtheid is verboden. Tijdens de Europese Conventie en daarna tijdens de regeringsconferentie heeft de heer Buttiglione namens de Italiaanse regering getracht, dit uit het verdrag te halen. Hieruit blijkt dat hij zijn politiek handelen ook van zijn opvattingen laat afhangen. Vervolgens heeft hij er blijk van gegeven, die opvattingen stevig neer te zetten in het Europees Parlement. Terecht zijn er politici in heel Europa die hier krachtig afstand van nemen. Ik citeer de Belgische premier Guy Verhofstadt dat "een man die er zulke denigrerende ideeën op nahoudt in mijn regering niet op zijn plaats zou zijn". Deelt de waarnemend minister-president deze analyse van zijn Belgische collega en partijgenoot? Zou voor Buttiglione ook in het Nederlandse kabinet geen plaats zijn? De Zweedse premier Göran Persson sprak van een kapitale inschattingsfout dat de heer Buttiglioneüberhaupt is voorgedragen. En onze eigen minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Van Ardenne, vond de heer Buttiglione op Radio 1 – zij herhaalde dat een aantal malen – ongeschikt als Eurocommissaris voor Justitie. Vervolgens zei zij in een persbericht dat dit niet zo mocht worden uitgelegd.

Wat is de positie van de Nederlandse regering? Wat vindt zij van de uitlatingen van de heer Buttiglione? Wil zij daar krachtig afstand van nemen? Ik weet wel dat het Europees Parlement over het goedkeuren van de Commissie gaat, maar de Europese Commissie is ook onze overheid. In dat kader vind ik dat het de Nederlandse regering zou sieren als zij krachtig afstand zou nemen van de uitlating van de heer Buttiglione, van diens opvattingen over homoseksualiteit en de positie van de vrouw en als daarmee ook het signaal aan de Italiaanse regering wordt gegeven dat Nederland deze kandidaat niet geschikt vindt.

Minister Zalm:

Voorzitter. Ook de Nederlandse regering is blij met het verbod op discriminatie in verband met geslacht of seksuele gerichtheid. De regeringslieden van andere landen moeten vooral voor eigen rekening uitlatingen doen. Wij menen dat het oordeel over de samenstelling van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Commissie is.

Wat het Nederlandse kabinet betreft: wij hebben het goede gebruik dat alleen mensen met de Nederlandse nationaliteit in het Nederlands kabinet zitting kunnen nemen, dus de heer Buttiglione komt alleen al vanwege dat feit niet in aanmerking. Dat is verder dus hypothetisch.

Wij moeten de kwestie nu verder aan het Europees Parlement laten. Mevrouw Van Ardenne heeft een ongelukkige uitspraak gedaan, die zij ook dezelfde dag heeft gecorrigeerd. Het is nu aan de Commissie en het Europees Parlement om het slagveld verder te volvoeren.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. De waarnemend minister-president is niet van plan een inhoudelijke reactie te geven op mijn vraag naar het oordeel van de regering over de opvattingen van de heer Buttiglione. Ik vind het gepast dat de regering krachtig en stellig afstand neemt daarvan. Dan is ook het signaal aan Europa duidelijk dat wij van mening zijn dat dit soort verantwoordelijke posities niet mag worden vervuld door mensen die discrimineren.

Minister Zalm:

Iedere uitlating, van wie dan ook, waarin niet wordt erkend dat er niet gediscrimineerd mag worden op basis van geslacht en seksuele geaardheid, is naar het oordeel van de Nederlandse regering fout.

De heer Timmermans (PvdA):

Als u zegt dat die uitlating fout is, betekent dit dat de Commissaris die verantwoordelijk is voor het handhaven van het non-discriminatiebeleid in de Europese Unie, als hij dit soort opvattingen heeft, niet geschikt is voor die functie. Dat lijkt mij toch kraakhelder.

Minister Zalm:

Dat is een discussie die de heer Barroso met het Europees Parlement voert en die wij daar moeten laten. Als wij hier een discussie hebben tussen de Nederlandse regering en het Nederlands parlement, zou u het ook niet op prijs stellen dat andere regeringsleiders, de Europese Commissie of wie dan ook zich ermee zouden bemoeien. Deze zaak is een prerogatief van het Europees Parlement. Barroso zal zijn eigen handelen moeten verdedigen.

De heer Timmermans (PvdA):

Het stelt mij zeer teleur dat de Nederlandse regering, anders dan de Belgische of de Zweedse regering, niet klip en klaar afstand neemt van de opvattingen van de heer Buttiglione en geen kwalificatie geeft van zijn geschiktheid als Eurocommissaris.

Minister Zalm:

Over de opvattingen ben ik glashelder geweest. De Nederlandse regering is tegen iedere vorm van discriminatie op basis van geslacht en seksuele geaardheid. Als iemand uitspraken doet die daartegen indruisen, vinden wij dat fout.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Afgelopen zondag was over dit onderwerp het Europees-Parlementslid mevrouw In 't Veld van D66 in het televisieprogramma Buitenhof. Zij meldde daar dat er door de regeringen van de lidstaten druk wordt uitgeoefend of invloed wordt aangewend op leden van het Europarlement om toch maar voor deze Commissie te stemmen, omdat tegen één Commissielid stemmen betekent dat er geen Commissie komt. Ik wil graag weten van de waarnemend minister-president of er door leden van de Nederlandse regering invloed is of wordt uitgeoefend op leden van het Europees Parlement van Nederlandse afkomst om deze Commissie toch maar te accepteren. Tevens wil ik weten of hij er voorstander van is dat het mogelijk wordt om individuele kandidaten af te wijzen. Dat zou onder het Nederlands voorzitterschap voorgesteld kunnen worden.

Minister Zalm:

Het is niet aan de Nederlandse regering om druk op parlementariërs uit te oefenen, dat lijkt mij duidelijk. Dat wil niet zeggen dat er geen contacten zijn tussen leden van de regering en parlementariërs, maar dat is weer wat anders. De mogelijkheid om individuele Commissarissen af te wijzen is niet opgenomen in het grondwettelijk verdrag dat er ligt. Het lijkt nogal moeilijk om dit punt weer anders te behandelen dan in het grondwettelijk verdrag staat dat wij net hebben uitonderhandeld.

De voorzitter:

Ik geef eerst het woord aan de heer Duyvendak, die ook mondelinge vragen over dit onderwerp had aangemeld.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Heeft de Nederlandse regering, de waarnemend minister-president of de minister van Buitenlandse Zaken, contacten gehad met andere bewindspersonen van regeringen binnen de EU of met Barroso, om te bereiken dat de kandidatuur van de voorgestelde Commissie wordt aanvaard, of hebt u zich er helemaal niet mee bemoeid?

Minister Zalm:

Er zijn natuurlijk contacten tussen leden van de regering en leden van de beoogde Commissie, maar die contacten zijn vertrouwelijk van aard. Daar kan ik verder niet op ingaan.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

U sluit dus niet uit dat uw kabinet de benoeming van deze Italiaanse kandidaat bespoedigt?

Minister Zalm:

Nee, dat is niet wat ik heb gezegd. Ik sluit daarmee ook niet uit dat de Nederlandse regering juist wat anders heeft proberen te bereiken. De contacten die er zijn, zijn vertrouwelijk van aard. Als je de vertrouwelijkheid van die contacten doorbreekt, speel je je rol als Nederlandse regering ook niet goed.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Ik was natuurlijk buitengewoon verheugd over de eerste uitspraken van mevrouw Van Ardenne, maar ik wil even naar de toekomst kijken. Stel dat de Commissie morgen wordt afgewezen, dan gaan wij ervan uit dat dit alleen maar is vanwege de heer Buttiglione. Is de regering het met mij eens dat wij de kandidatuur van mevrouw Kroes dan handhaven? Zij is het probleem niet, dat is de heer Buttiglione.

Minister Zalm:

Als er morgen een afwijzing van de Commissie komt, kunt u die vraag morgen opnieuw stellen. Ik ga niet in op what-if-scenario's, want dan krijgen wij nog een heleboel what-if-scenario's.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP-fractie was ongelukkig met de uitlatingen van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Wij zijn blij dat die uitlatingen recht zijn gezet, juist omdat naar onze overtuiging een klimaat ontstond waarin een soort heksenjacht ontketend werd tegen persoonlijke opvattingen van een bepaalde persoon. Mijn vraag aan de regering is dan ook: als uiteindelijk, in onderlinge overeenstemming, een benoeming moet plaatsvinden door de verschillende regeringen – dat is de juridische gang van zaken – vormen de persoonlijke ethische opvattingen van de heer Buttiglione toch geen beletsel om daarmee akkoord te gaan?

Minister Zalm:

Wij zijn nu in het stadium dat het oordeel aan het parlement is. De Raad heeft zijn voordracht gedaan, hetgeen er praktisch gesproken op neerkomt dat iedere lidstaat een eigen kandidaat stelt. Formeel is het net zoals bij een kabinetsformatie, waarbij de formateur de ministers uitzoekt, maar wij weten dat die dan worden aangeleverd vanuit de verschillende partijen. De kandidatuur is gesteld en het is nu aan het Europees Parlement om te beoordelen of deze Commissie aanvaardbaar is of niet.

Mevrouw Smits (PvdA):

Minister Van Ardenne zei dat de heer Buttiglione ongeschikt is als eurocommissaris. Ik heb u zojuist horen zeggen dat u dat een ongelukkige uitspraak vindt. Is dat omdat u hem, ondanks zijn discriminerende uitlatingen, wel geschikt vindt als eurocommissaris?

Minister Zalm:

Nee, dat is omdat leden van de Nederlandse regering zich niet moeten inlaten met kwesties die aan het Europees Parlement zijn voorbehouden.

De voorzitter:

Daarmee zijn wij gekomen aan het eind van deze serie vragen. Ik dank de minister van Buitenlandse Zaken voor zijn aanwezigheid.

Naar boven