Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | nr. 13, pagina 719-722 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | nr. 13, pagina 719-722 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van Gent.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. De Volkskrant meldde vorige week dat de koopkrachtcijfers die de regering met prinsjesdag presenteerde achterhaald waren. Het koopkrachtverlies zal – zie ook de berekeningen van het Centraal Planbureau – dubbel zo groot uitpakken: energielasten, pensioen, ziektekosten, lokale lasten, kabel, huur, korting op de huursubsidie. Dit is weer een klap in het gezicht van de mensen die nu al niet kunnen rondkomen. De fractie van GroenLinks wil graag opheldering over deze cijfers. Waarom heeft de Kamer deze cijfers nog niet? Waarom is dit met prinsjesdag niet gemeld? Wat gaat de regering doen om deze koopkrachtdaling met tientallen euro's per maand te repareren? Daarom wil ik de ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid interpelleren over deze kwestie.
Waarom nu, zult u zich misschien afvragen. Dat zal ik u uitleggen. Er is in mijn ogen grote onrust en er zijn veel wanhopige reacties uit het land. Oppositie en coalitie – je moet altijd optimistisch blijven in het leven – willen hier ongetwijfeld iets aan doen, want deze koopkrachtdaling is groter dan voorzien en heeft grote negatieve koopkrachteffecten, met name voor die mensen die het water al tot de lippen staat. Daarom wil de fractie van GroenLinks graag een debat, ruim voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en het belastingplan, zodat de ministers maatregelen kunnen nemen en de Kamer kan ingrijpen als zij dat niet doen. Vandaar mijn verzoek om deze twee ministers te interpelleren. Ik meen dat ik helder en duidelijk heb aangegeven waarom ik dat nu wil.
De voorzitter:
Volgende keer als u aan mij vraagt "waarom nu, zult u zich afvragen" zal ik zeggen dat ik mij dat helemaal niet afvraag, want dat had de helft van uw verzoek gescheeld.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Maar ik zag u knikken, dus u was wel benieuwd.
De voorzitter:
Ik heb geknikt; u heeft gelijk.
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
Voorzitter. Ik kan mij voorstellen dat mevrouw Van Gent zich grote zorgen maakt over de koopkracht en de koopkrachtontwikkeling. Dat geldt ook voor de fractie van de PvdA, die ernstig verontrust was door het bericht in de Volkskrant van vorige week dinsdag over de cijfers die zijn verzameld en die van invloed kunnen zijn op de koopkrachtontwikkeling. Maar mijn fractie vindt tegelijkertijd dat een interpellatiedebat met de minister aan waarde wint, als hij eerst schriftelijk reageert op de vragen en op de in dat artikel gesignaleerde problemen, de kosten van pensioenzorg en de brandstofontwikkeling. Dan kunnen wij daarover concreet in debat gaan met de minister. Aan het eind van het jaar, bij de begroting van Sociale Zaken, zal het finale oordeel moeten worden geveld. Met alle respect, het kabinet moet niet denken dat je zonder aanvullende maatregelen kunt accepteren dat de koopkrachtcijfers die nu in de begroting zijn aangeboden zich anders ontwikkelen dan de minister dacht.
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter. Ik voorzie dat wij op deze manier elke week zo'n debat kunnen voeren. Ik stel voor om eerst een schriftelijke ronde te houden, want er moeten zoveel onzekerheden worden opgehelderd. Ik ben er wel voorstander van om het voor de begroting van Sociale Zaken te behandelen.
De heer Van der Vlies (SGP):
Voorzitter. Ook de SGP-fractie zijn de signalen opgevallen die mevrouw Van Gent heeft genoemd. Het is zeker een punt van zorg, maar je moet jezelf toch afvragen of er geen normalere routes zijn ter voorbereiding van een begrotingsdebat dan een interpellatie. Een mogelijkheid is dat de commissie aan de minister vraagt om dat bij de voorbereiding van de begrotingsbehandeling toe te voegen. Er zijn stukken toegezegd; die krijgen wij nog. Dit kan dan namens de commissie worden bijgevoegd. Daarvoor heb ik geen interpellatie nodig.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Ik ondersteun het verzoek van mevrouw Van Gent van harte. Wij hebben hier debatten gevoerd op basis van verkeerde cijfers. De koopkracht is veel slechter dan het kabinet heeft doen voorkomen. Er is alle reden om de ministers daarover te ondervragen.
De heer Weekers (VVD):
Voorzitter. Deze week zullen de schriftelijke vragen in het kader van de begroting worden ingediend. Ik vind dit typisch een onderwerp dat bij die begrotingsvoorbereiding betrokken kan worden. Wij hebben er niet voor niets voor gekozen om de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in december te behandelen. Wij willen alle informatie, ook over de koopkracht, dan compleet hebben. Op dat moment kunnen wij een ordentelijk debat voeren.
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik kan het mij voorstellen dat wij voorafgaand aan de begroting hierover debatteren. Ik zou dat debat echter niet willen voeren zonder voorafgaande schriftelijke informatie van de minister.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Mevrouw Verburg zegt dat wij elke week wel zo'n debat kunnen voeren. Het is treurig genoeg dat wij inderdaad wel elke week zo'n debat kunnen voeren. Elke keer worden wij geconfronteerd met nieuwe koopkrachtcijfers, die zeer negatief uitwerken voor chronisch zieken, gehandicapten, ouderen en mensen op het minimum. Die mensen zijn in paniek over wat er gaat gebeuren...
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter...
De voorzitter:
Wij gaan er geen debat van maken, maar ik geef mevrouw Verburg het recht om te reageren.
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter. Zo mag mevrouw Van Gent mijn woorden niet uit hun verband halen. Ik vind dat mensen recht hebben op een ordentelijk debat over cijfers die deugen. Daarom pleit ik voor zorgvuldigheid, daarom pleit ik voor een vragenronde. Wij moeten niet iedere week iets anders roepen. Anders kan niemand er meer een touw aan vastknopen.
De voorzitter:
Nu geen verdere discussie meer tussen u tweeën. Het is de regeling van werkzaamheden. Mevrouw Van Gent rondt haar korte reactie af.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Het lijkt de GroenLinks-fractie zeer zorgvuldig als wij op korte termijn helderheid van het kabinet krijgen over deze nieuwe cijfers. Bij een interpellatie worden tevoren een aantal vragen gesteld. Die vragen kunnen beantwoord worden. Ik wil gewoon weten of het kabinet van plan is het probleem dat met deze cijfers ontstaat, op te lossen. Wij zouden niet meer daling in koopkracht krijgen dan 0,5% tot 1%. Dat was al erg genoeg, maar het dreigt nu nog erger te worden.
De voorzitter:
Ik corrigeer u op datgene wat u zei over een interpellatie. Het is niet zo dat er tevoren vragen worden gesteld en dat pas daarna de interpellatie wordt gehouden. De vragen worden tevoren ingediend, maar tijdens de interpellatie beantwoord. Ik geef u gewoon een lesje Reglement van orde.
Ik doe een voorstel. Wij vragen een brief aan het kabinet naar aanleiding van de gestelde vragen. Als die brief binnen is, loopt het bij voorkeur via de normale gang van de begrotingsvoorbereiding. Als de commissie daar anders over beslist, dan horen wij dat nog wel.
Ik constateer dat er een meerderheid voor mijn voorstel is.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Zo gaat dat niet. Als 30 leden een debat willen, komt er een debat.
De voorzitter:
Er zijn geen 30 leden die een debat willen.
Mevrouw Kant (SP):
Samen met mevrouw Van Gent doe ik het verzoek om over dit onderwerp een debat te voeren. Ik weet zeker dat er 30 leden zijn die dat steunen.
De voorzitter:
Op basis van de inbreng van de woordvoerders heb ik geconstateerd dat er geen 30 leden zijn.
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
Voorzitter. De PvdA-fractie hecht eraan dat er vragen gesteld kunnen worden over het krantenartikel. Na ommekomst van de reactie moeten wij hier afspreken hoe wij de regering daarover gaan bevragen.
De voorzitter:
Dat was mijn voorstel. Acht plus acht is zestien, mevrouw Kant.
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Hamer.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Voorzitter. Ik wil u vragen het verslag van het algemeen overleg over de innovatieve kinderopvang op de plenaire agenda van deze week of de volgende week te plaatsen, zodat wij een motie kunnen indienen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van de volgende week.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Schreijer-Pierik.
Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):
Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over de Flora- en faunawet van 14 oktober jongstleden op de plenaire agenda te plaatsen. Wat ons betreft behoeft dat niet deze week, maar kan het de volgende week.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt toe te voegen aan de agenda van de volgende week.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Halsema.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter. Er circuleren al een aantal weken berichten in de media over voorzichtige toenaderingen tussen kabinet en sociale partners. Staatssecretaris Van der Knaap zou op verkenning gestuurd zijn. Er is bericht dat die verkenningen zijn afgesloten. Tegelijkertijd is dat ook weer niet helemaal duidelijk. Er zou sprake zijn van een voorzichtige heropening van de onderhandelingen tussen kabinet en sociale partners. Volgens een heel recent éénregelig ANP-bericht is er sprake van dat kabinet en sociale partners het overleg hebben hervat.
Twee weken geleden heb ik al het verzoek gedaan om door het kabinet op de hoogte te worden gesteld van de vorderingen in eventuele toenaderingspogingen. Toen volgde er een drieregelig briefje van het kabinet. Dat gaf de burger weinig moed, kan ik wel zeggen. Ik heb de indruk dat er inmiddels meer gesproken en verkend is. Het kabinet zou dan ook in staat moeten zijn om verslag te doen aan de Kamer van wat er de voorgaande weken is verkend en afgesproken. Nu zei de heer Zalm heel recent in reactie op mijn verzoek, dat je een broedende kip niet moet storen. Dat mag zo zijn, maar bij mijn fractie bestaat wel de wens zo langzamerhand te weten wie er op het nest zit. Is dat bijvoorbeeld ook premier Balkenende? Die vraag voeg ik dus bij dezen toe.
Het heeft er alle schijn van dat we een nieuwe fase ingaan. Ik wil dus graag een verslag van de voorafgaande fase hebben. Als het sociaal overleg heropend is, zou ik graag willen weten hoe breed de agenda is van dat overleg.
Ten slotte deel ik nog mee, dat ik dit verzoek mede namens de fracties van de PvdA en de SP doe.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en ter informatie naar de eerste vice-premier, de heer Zalm, en de staatssecretaris van Defensie.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Dijksma.
Mevrouw Dijksma (PvdA):
Voorzit ter. Gisteren is er een SCP-rapport aangeboden aan onze regering waarin zo ongeveer staat dat de mensen in Nederland zich ongerust maken over de staat van de samenleving. Deze zou harder en competitiever worden. Concreet hebben zij zorgen over de toekomst van de samenleving en de solidariteit die steeds meer onder druk komt te staan. De ontwikkeling van de integratie in ons land is daarbij aan de orde. Laten dit nu net de zorgen zijn die ook mijn fractie heeft over de gevolgen van dit kabinetsbeleid en ik denk dat zij daar niet alleen in staat. Gisteren hebben al diverse ministers via radio en televisie op de uitkomsten van dit rapport gereageerd. Ik verzoek nu om een officiële reactie van de regering in een brief aan de Kamer zodat hierover op een later moment gesproken kan worden.
De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Voorzitter. Wij steunen dit verzoek. Langs deze weg kunnen wij een kabinetsreactie krijgen op het SCP-rapport waarover gedebatteerd kan worden. Gelet op wat er in het rapport staat over het vertrouwen in en de cohesie van de samenleving, kan deze reactie eventueel ook betrokken worden bij het geplande debat over waarden en normen. Het is nog niet duidelijk wanneer dit gehouden wordt, maar het leek mij goed dit te melden zodat de kabinetsreactie daaraan gerelateerd kan worden. Wat mij betreft, zijn er wel degelijk dwarsverbanden.
De heer Nawijn (LPF):
Ik steun het verzoek van mevrouw Dijksma. Ik vraag mij af of de gevraagde brief betrokken moet worden bij het debat over waarden en normen. Misschien kan deze informatie wel beter behandeld worden in de nieuwe commissie Integratie.
Mevrouw Dijksma (PvdA):
Ik dank de collega's voor hun steun. Er kan nog nagedacht worden over de vraag bij welk debat deze informatie betrokken moet worden. Het debat over waarden en normen zien wij niet direct als de eerste gelegenheid daarvoor en een toespitsing op integratie beperkt de discussie al op voorhand. Ik wacht liever de inhoud van de brief af alvorens te bepalen in welke vorm hierover gesproken wordt.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de eerste vice-premier als coördinerend bewindspersoon en naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die het rapport in ontvangst heeft genomen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Lambrechts.
Mevrouw Lambrechts (D66):
Voorzitter. Ik wil graag dat het verslag van het algemeen overleg over de basisvorming op de agenda van de plenaire vergadering wordt geplaatst. Ik weet de precieze datum van dit AO niet meer, maar het was in de week voor het reces.
De voorzitter:
Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen en dit verslag toe te voegen aan de agenda van volgende week.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Bussemaker.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Voorzitter. Toen staatssecretaris Van der Knaap vorige week nog zeer druk aan het verkennen was, werden wij verrast door een publicatie in de Volkskrant over een Balie-project over investeringen in de toekomst van de verzorgingsstaat. Werkgevers, werknemers en ook de voorzitter van de SER, de heer Wijffels, bleken een aantal interessante ideeën te hebben ontwikkeld over de modernisering van de verzorgingsstaat en het sociaal-economisch beleid in brede zin.
Van verschillende kanten is positief op dit initiatief en op die voorstellen in dit kader gereageerd. Minister De Geus liet bijvoorbeeld onmiddellijk weten, dit een interessant langetermijnperspectief te vinden. Mijn fractie vraagt, mede namens de fractie van GroenLinks, een kabinetsreactie op deze voorstellen. Het heeft een bredere strekking, maar met het oog op een debat dat wij op 15 november met minister De Geus gepland hebben over nieuwe accenten in het beleid rond werk en inkomen, verzoek ik om die reactie voor 15 november aan de Kamer te sturen. Daarbij krijg ik ook graag een reactie van de regering op de relatie met het beleid op korte termijn en de voorliggende voorstellen inzake VUT en prepensioen.
De voorzitter:
Zoals u weet, vond ik dit eigenlijk een verzoek voor de commissie. Ik heb mevrouw Halsema en de heer Crone uitgedaagd aan te tonen dat de strekking van het verzoek breder is. Ik vind dat u die test nog niet helemaal doorstaan heeft.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Ik ga die uitdaging graag aan. Het stuk van De Balie is inderdaad breder. Het gaat over onderwijs, leerrechten en de toekomst van jongere generaties. Wij willen graag een integrale reactie, die dus niet noodzakelijkerwijs alleen van de minister van Sociale Zaken hoeft te komen. Hij heeft er in de krant op gereageerd en wij willen deze punten graag betrekken bij een debat dat wij binnenkort met hem hebben. Dat sluit echter allerminst uit dat dit bij debatten in andere commissies wordt betrokken. Het leek ons echter voor de hand liggen om de reactie te vragen voor het debat met minister De Geus.
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter. Wij ondersteunen dit verzoek, zij het niet dan nadat ik heb opgemerkt dat er nog niet meer is dan een artikel in de Volkskrant. Ik pleit ervoor dat wij wachten tot wij alle stukken hebben van De Balie-groep, want ik heb begrepen dat veel zaken nog niet zijn ingevuld en dat het voorstel de ideefase nog niet is ontstegen. Ik heb liever geen reactie op een idee dat nog zo weinig onderbouwd lijkt.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Daar ben ik het helemaal mee eens. Laten wij vragen om zoveel mogelijk informatie over dit interessante project. De Kamer kan de regering om aanvullingen vragen.
De voorzitter:
Het lijkt mij voor de hand liggen dat de Kamer moet weten waarop de regering reageert. Ik aarzel echter of de Kamer aan de regering om een stuk van De Balie moet vragen. Ik stel dan ook voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Er wordt een reactie in brede zin gevraagd via de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als de minister, om de Kamer van dienst te zijn, daar de relevante stukken bijvoegt, dan graag.
Aldus wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Klaas de Vries.
De heer Klaas de Vries (PvdA):
Voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft voor het herfstreces een overleg gehad met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over het functioneren van de Immigratie- en naturalisatiedienst. Zij heeft ons toegezegd, ons aan het eind van de vorige week nog een aantal belangrijke gegevens, mede met het oog op de begrotingsbehandeling van volgende week, te doen toekomen. Wilt u er bij de minister op aandringen dat wij die stukken uiterlijk overmorgen, maar eigenlijk morgen in ons bezit hebben?
De voorzitter:
Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen door middel van het doorgeleiden van dit gedeelte van het stenogram van de vergadering naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
Aldus wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20042005-719-722.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.