Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Schippers.
Mevrouw Schippers (VVD):
Voorzitter. Ik wil mede namens de CDA- en de LPF-fractie het verslag van
het algemeen overleg Drank- en Horecawet op de agenda plaatsen.
De heer Van der Staaij (SGP):
Daaraan koppel ik de vraag of wij, als het verzoek gehonoreerd wordt,
voor het VAO nog een brief kunnen krijgen, waarin de minister aangeeft wat
de uitkomsten zijn van een contact dat hij zou hebben met de minister van
Economische Zaken over dumpen en stuntprijzen. Dat was nog een los eindje
in het overleg. Het lijkt mij handig om dat erbij te betrekken.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, en om dit punt toe te voegen aan de agenda van volgende
week, op een nader te bepalen moment.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Atsma.
De heer Atsma (CDA):
Mijnheer de voorzitter. Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
vraag ik u om het voorziene plenaire debat over de wijziging van de Wet luchtvaart,
exploitatie Schiphol, niet voor deze week te agenderen. De Kamer wil graag
nog een week tijd ter voorbereiding van het debat. Het uitdrukkelijke verzoek
is om het onmiddellijk na die week op de agenda te zetten.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan het verzoek van de commissie te voldoen en om het wetsvoorstel
niet deze week te behandelen en het aan de agenda van volgende week toe te
voegen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Haan.
De heer De Haan (CDA):
Voorzitter. Ik verzoek u om morgen een plenair debat op de agenda te zetten
met de minister van Buitenlandse Zaken over de kwestie-Karimi. U weet dat
onze collega onheus is behandeld bij haar vertrek uit Iran. VoorzitterIk wil
met het oog op dat plenaire debat nog vandaag een brief ontvangen over het wel en wee in de zaak-Karimi. Tot welke acties heeft die de
Nederlandse regering geleid en welke reacties zijn er van Iran?
Verder zou onderwerp van dat debat kunnen uitmaken de brief van 3 mei
over het media-initiatief, die is gegrondvest op een amendement van mevrouw
Karimi en collega Van Baalen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan het verzoek van de commissie te voldoen en het debat
over datgene wat collega Karimi in Iran is overkomen, morgen op een nader
te bepalen moment te houden, met spreektijden van 3 minuten per fractie.
De heer Luchtenveld (VVD):
Voorzitter. Met betrekking tot het verzoek van de heer Atsma vraag ik
of de verschuiving naar volgende week geen consequenties heeft voor de behandeling
van het initiatiefvoorstel.
De voorzitter:
Maakt u zich geen zorgen. Uw voorzitter denkt aan alles.
Het woord is aan mevrouw Kraneveldt.
Mevrouw Kraneveldt (LPF):
Voorzitter. Vóór het reces ben ik akkoord gegaan met uitstel
van de stemming over mijn gewijzigde motie over imamopleidingen. Op de gewijzigde
motie zou nog een reactie komen van de minister voor Vreemdelingenzaken en
Integratie. Wij zijn drie weken verder en er is nog geen reactie gekomen.
Ik verzoek het kabinet echt om deze week met een reactie te komen. Ik vind
het niet prettig dat men al drie weken heeft gewacht.
De voorzitter:
Volgende week gaan wij erover stemmen, dus de informatie moet deze week
komen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door
te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken
en Integratie.