Vragen van het lid Samsom aan de minister van Economische Zaken over de uitlatingen van de minister dat de windmolenparken op zee de Nederlandse burger euro 1000 extra per jaar zouden gaan kosten.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Net nu offshore windenergie een succes dreigt te worden, trekt de minister vooralsnog de stekker eruit en zet de subsidie op nul. Van dit kabinet mag duurzame energie immers best, maar het moet natuurlijk niet te succesvol worden. Over het hoe en waarom van de maatregel hebben wij een uitgebreide brief ontvangen en daarover zullen wij in een deugdelijk Kamerdebat de minister bevragen. In dit vragenuur wil ik het met de minister hebben over het feit dat hij de maatregelen vorige week meende te moeten verdedigen door de kosten van windenergie schromelijk te overdrijven. Daarmee bewijst hij zichzelf en de windenergie geen dienst. Wat was er aan de hand? In Met het oog op morgen vertelde de minister dat er maar liefst zeventig vergunningsaanvragen voor parken zijn ingediend en dat deze per park de burger euro 15 per jaar kosten, wat bij elkaar neerkomt op euro 1000 per jaar. De minister vond dit zelf klaarblijkelijk een zeer indrukwekkend argument, getuige het feit dat hij dit bedrag van euro 1000 maar liefst acht keer herhaalde in een kort interviewtje. Hij was er nogal mee in zijn nopjes. Het zou ook een indrukwekkend argument zijn geweest, ware het niet dat het overdreven is en niet waar. Want wat is de werkelijkheid? In plaats van zijn hotsenknotsenrekenkunde zou de minister ook de rapporten kunnen raadplegen die het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in zijn opdracht heeft gemaakt. Daaruit blijkt dat al die parken de Nederlandse burger geen euro 1000, maar ongeveer euro 70 per jaar gaan kosten. De minister overdrijft dus.

Hoe kan dat nu? Welnu, van de zeventig vergunningen zijn er slechts twintig op een unieke locatie aangevraagd. Het is echt fysiek onmogelijk om windparken op elkaar te stapelen. De minister hoeft er dan ook geen subsidie voor te betalen. Bovendien worden de windparken niet morgen neergezet, maar in de loop van de komende twintig jaar. Dit betekent dat na verloop van tijd de kosten voor windenergie zullen afnemen, evenals de subsidiebedragen. Dit is allemaal haarfijn uitgerekend door mensen die er wel verstand van hebben, te weten de mensen van het ECN. Zij hebbend dat gedaan in opdracht van de minister.

Mijn vraag aan de minister is heel kort en bondig: kan hij hier publiekelijk verklaren dat hij vorige week in zijn enthousiasme om zijn eigen maatregelen te verdedigen ietwat is doorgeschoten en dat het bedrag van euro 1000 gewoon niet klopt? Wil de minister ook verklaren dat hij de Kamer nog zal informeren over het werkelijke bedrag, dat wij dan tijdens het debat dat wij hierover ongetwijfeld nog zullen hebben, kunnen meenemen in onze afweging?

Minister Brinkhorst:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigde voor zijn vraag. Dit geeft mij de gelegenheid om één punt toe te lichten dat in de publiciteit naar mijn gevoel onvoldoende naar voren is gekomen, namelijk dat er absoluut geen sprake is van de noodzaak van paniekverhalen. Niet alleen gaan wij de 9% in 2010 halen, het is ook niet zo dat de zaak op slot gaat. In 2005 zullen wij euro 500 mln. uitgeven aan duurzame energie. In 2006 zal dat euro 600 mln. zijn en in 2007 euro 650 mln. In 2008 gaat het om een bedrag van euro 700 mln., evenals in 2009. In 2010 is het bedrag bijna euro 800 mln. Het beleid op het terrein van duurzame energie wordt onverkort voortgezet. Wel zou een aantal naar mijn gevoel onverantwoorde maatregelen, die het gevolg zijn van wetgeving waarvoor de Kamer en de regering hebben getekend, moeten worden gemitigeerd. De ingreep belemmert niet de totstandkoming van de eerste twee windparken op zee in 2006 en in 2007. Zowel de nearshore als offshore kunnen een noodzakelijke eerste ervaring opdoen met wind op zee. Zij kunnen voldoende voortgang boeken voor de doelstelling tot 2010. Een bijkomend voordeel is dat er van de nieuwe projecten kan worden geleerd. Daardoor zal de prijs-prestatieverhouding voor de volgende generatie verbeteren.

De ingreep beperkt ook de uitvoering van het kolenconvenant niet en vijf categorieën gaan onverkort door. In de wet is geen plafond opgenomen. Daardoor kan ik alleen sturen op het behalen van doelstellingen. Er is destijds niet gekozen voor het opnemen van een plafond in de wet omdat in de tijd dat de wetgeving totstandkwam de gedachte bestond dat duurzame energie niet van de grond zou komen. De regeling is echter een doorslaand succes. Het aandeel duurzame energie is gegroeid van 3% tot 6% en de doelstelling van 9% zal zeker worden gehaald.

Er is geen sprake van dat ik heb gemanipuleerd met cijfers. Ik ben uitgegaan van 70 aanvragen. Als die tot ontwikkeling komen tegen euro 15 per aansluiting, komen wij op ongeveer euro 1000 uit. Ik was mij er niet van bewust dat er een overlap zit in de 74 aanvragen. Zij hebben voor een deel betrekking op dezelfde locaties. Het laatste mij bekende cijfer is dat er 74 aanvragen liggen voor 43 unieke locaties met een totaal maximumvermogen van 12.000 megawatt. Als voor één wind-op-zeeproject euro 15 per huishouden per jaar wordt gerekend, komen wij dus uit op euro 650 in plaats van op euro 1000. Dat is een vergissing die ik te goeder trouw heb gemaakt. Ik bied mijn verontschuldigingen daarvoor aan.

Ik wijs erop dat euro 650 tien keer zo hoog is als het huidige bedrag. De consument moet ook betalen voor duurzame energie. Ik vond het onverantwoord om zo veel geld uit te geven. Er moet immers ook rekening worden gehouden met de lage inkomens. Mensen hebben er niet om gevraagd om hier zo veel geld aan uit te geven. Er was sprake van een oplopende reeks: dit jaar zaten wij op euro 56, volgend jaar is het euro 100 en het bedrag zou uiteindelijk kunnen oplopen tot euro 650. Dat is de reden. Ik zal op zo kort mogelijke termijn een voorstel aan de Kamer zenden om de wet op dit punt aan te passen. Wij kunnen leren van onze ervaringen. De gedachte dat wij de stekker uit de duurzame energie trekken, is absoluut onjuist. Ik heb de cijferlijst genoemd. Die is naar mijn mening zeer indrukwekkend.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. U presenteert nu uw maatregelen als een zeer verantwoord en logisch gevolg van allerlei ontwikkelingen. Het gevolg van deze ontwikkelingen is echter dat er na twee jaar blunderen met het beleid voor duurzame energie – er werden namelijk geen vergunningen uitgegeven voor de zee – eindelijk weer enig vertrouwen terug was bij de investeerders voor offshore windenergie. Er was een vergunningstelsel en er was een subsidiestelsel waarvan de investeerders dachten dat zij erop konden vertrouwen. Nu blijkt dat de regering of de Kamer van het ene op het andere moment een streep kan zetten door dat soort plannen. Hoe denkt u dat dit terugslaat op investeerders? Denkt u dat die even gaan wachten? Dat is niet het geval. Zij gaan zoeken naar andere manieren om geld te verdienen. Zij trekken zich terug of gaan naar andere landen waar men wel heeft begrepen hoe duurzame energie moet worden gestimuleerd.

U zegt dat u de doelstelling van 9% haalt. U mag natuurlijk uw eigen benchmarks kiezen, maar de echte doelstelling is natuurlijk een aandeel van 5% duurzame energie in 2010 en daarop volgend het zekerstellen van een duurzame energievoorziening. Dat haalt u absoluut niet. Dat blijkt ook uit de Milieubalans van het RIVM.

Ik kom nu op de berekeningen. Ik heb er een beetje een hekel aan om hier in de Kamer voor de Handelingen een potje hoofdrekenen te gaan doen, maar ik heb al twee van uw fouten genoemd. De eerste is dat de aanvragen elkaar overlappen. Dat hebt u nu gecorrigeerd. Ik dank u daarvoor. U overdreef dus. De tweede fout, die veel belangrijker is, is dat die parken niet morgen worden neergezet, maar in de loop der tijd. U hebt zelf net in uw bijdrage gezegd dat dit tot kostenreductie zal leiden en dus tot minder hoge subsidiebedragen. Dat is precies wat het ECN in uw opdracht heeft uitgerekend. Het komt niet op euro 650, maar op een bedrag van omstreeks euro 70 per huishouden per jaar in de komende jaren. Ik neem geen genoegen met een halve terugtrekking van uw bewering. U moet gewoon uw feiten kennen en vooral de juiste feiten melden aan het Nederlandse publiek en aan de Kamer. Anders kunnen wij hier geen fatsoenlijk debat voeren.

Minister Brinkhorst:

Voorzitter. De heer Samsom spreekt over twee jaar blunderen. Ik wijs de Kamer erop dat ik de eerste minister ben die na geruime tijd het moratorium heeft opgeheven. Er is nu eindelijk weer de mogelijkheid weer vergunning te krijgen en helderheid over onder andere de mogelijkheid van investeren. Dat is in deze kabinetsperiode gebeurd, na een periode waarin dat niet mogelijk was.

Voorts is het niet van het ene op het andere moment gebeurd. In mijn brief van juni van het vorige jaar heb ik een evaluatie aangekondigd. Het moment van die evaluatie is nu aangebroken. Het zou onverantwoord zijn geweest, als ik een andere maatregel had genomen. Dan had ik met name de consument met de kleine beurs voor onverantwoorde situaties gesteld.

Tevens is de 9%-doelstelling inzake duurzame elektriciteit een Europese doelstelling. Daar wil ik mij graag aan houden. Dat is een heel belangrijke doelstelling. Toen wij in 2002/2003 de verandering van een vraag- naar een aanbodsysteem hadden, was dit succes volstrekt ondenkbaar. Ik feliciteer u en mijzelf dat het ons gelukt is.

Nu het punt van de fout, waar de heer Samsom het nog een keer over heeft. Het veertig keer herhalen van dezelfde innovatie met windenergie is niet erg interessant voor het bevorderen van innovatievesubsidiesystemen. Dat is nog een reden om er zorgvuldig mee om te gaan.

In het ECN-rapport is euro 70 gebaseerd op een levensduur van parken van twintig jaar, uitgespreid over de tijd. Dit is een geleidelijke ontwikkeling met een innovatie. Ik hoop dat door mijn aanpassing die euro 70 realiteit kan worden. Zonder aanpassing van het systeem blijft het euro 650. Het laatste punt trek ik dus niet terug.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ongeveer iedere maand verschijnt er een rapport waarvan de wetenschappelijke indicaties aangeven dat de effecten van klimaatveranderingen wel eens veel ernstiger kunnen zijn dan de ernstige verwachtingen die wij nu al moeten hebben.

Verleden week verscheen de Milieubalans van het RIVM, waarin staat dat Nederland zijn duurzame energiedoelstelling niet haalt. Er worden knollen voor citroenen verkocht, als er wordt gezegd dat de 9% wordt gehaald. De cruciale doelstelling 5% duurzame energie in 2010 wordt niet gehaald. Het RIVM zegt dat het slechts 3,5% wordt.

Wat doet deze D66-minister? Die breekt de windmolens in hun knop! Hij zet de subsidie stil. Ik wil hem daarom een vraag stellen. Als het al zo goed gaat, wat te betwijfelen is, waarom zegt hij niet dat Nederland voorop moet lopen met de windenergie? Als er kansen zijn, moeten wij die toch benutten in plaats van op de rem te gaan staan?

Minister Brinkhorst:

Voorzitter. Het beeld dat de heer Duyvendak hier schetst, is een volstrekte parodie op de werkelijkheid. Het is absoluut niet zo dat ik de windenergie in de knop stop. Integendeel. Ik ben de eerste minister die een vergunning daarvoor heeft afgegeven. De aanvraag voor twee grote parken gaat door. Dat zijn NSW-Nearshore en Q7-offshore. Wij kunnen daar ervaring mee opdoen. De komende periode komen nieuwe parken van de grond in de mate waarin dat mogelijk is, als de Kamer meewerkt om terzake zo snel mogelijk een nieuwe wetgeving tot stand te brengen. Dat kan dan zo snel mogelijk doorgaan. Er is dus absoluut geen sprake van dat ik de windenergie in de knop smoor.

De 9%-doelstelling inzake elektriciteit was juist met het oog op deze subsidieontwikkelingen. Dat is een Europese doelstelling. Daar ben ik trots op.

De heer Hessels (CDA):

Voorzitter. Allereerst mijn complimenten voor de minister dat hij over de daadkracht beschikt om in te grijpen als een regeling helemaal uit de hand dreigt te lopen. Wij zijn daar heel blij mee. Daarmee wordt veel ellende voorkomen.

Mijn vraag gaat over de kosten. Die euro 1000 heeft de minister inmiddels gecorrigeerd. Wij komen nu op euro 650 uit, maar als ik ga rekenen aan de hand van de gegevens van pagina 7 van zijn brief, kom ik ergens bij euro 500 uit. Ik leg de link met een aantal vragen die collega De Krom en ik al eerder gesteld hebben. Dat betreft een totaaloverzicht van kosten van windenergie op zee. Wij hadden de indruk – en ik heb die nog steeds – dat die windmolens op subsidie en niet op wind draaien. Dat blijkt ook wel uit de desbetreffende cijfers. Kan de minister voor deze subsidieregeling, alsook voor andere subsidieregelingen die eenmalig worden verstrekt bij de bouw van windmolens, voor eens en voor altijd een duidelijk overzicht geven van de kosten, zodat wij daarop op onze afwegingen kunnen baseren, als wij over deze brief gaan debatteren? Ook dat gebeurt namelijk binnen een maand.

Minister Brinkhorst:

Ik zal eind juni het energierapport presenteren; daarin wordt de toekomst van duurzame energie geschetst. Het is mijn voornemen om daarbij het gevraagde overzicht te geven. Ik ben het met u eens, het is aan de ene kant van groot belang dat windenergie bevorderd wordt, maar aan de andere kant moeten de kosten beter tegen de baten worden afgewogen. Daar hebben wij al verschillende keren over gesproken. Ik ben een heel eind verder dan verleden jaar; dat is een van de redenen waarom ik vond dat ik zelfs niet tot eind juni zou kunnen wachten. Dat zou onverantwoord zijn geweest, want er worden nu aanvragen voor windmolenparken ingediend en ik heb geen criterium voor het al dan niet beschikbaar stellen van subsidie voor die parken.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter, ik sluit mij aan bij de complimenten van de heer Hessels voor de minister, omdat hij het lef heeft gehad om dit te doen. Het was ook onvermijdelijk, de VVD-fractie heeft verleden jaar al gezegd dat de kosten totaal de pan uit rezen en dat er een maximum aan gesteld moest worden. En zie hier, de werkelijkheid wordt hieraan aangepast. Dit is heel goed; als er al kritiek mogelijk is, zou het zijn dat dit eigenlijk eerder had moeten worden gedaan.

Wij weten dat windenergie niet alleen een enorm financieel risico met zich meebrengt in termen van subsidie, maar ook een enorm risico bij grootschalige toepassing, want als het niet waait, kunnen wij straks gewoon geen televisie meer kijken. De kosten gaan in het voorstel van de minister nu al omhoog van euro 50 naar euro 100; ik ben benieuwd hoe hij dit gaat compenseren.

Minister Brinkhorst:

Een eventuele compensatie zal aan de orde komen bij de behandeling van de begroting voor 2006.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter, ik ben er toch buitengewoon teleurgesteld over dat de minister niet nog een stap verder zet. Hij geeft ruiterlijk toe dat hij de risico's met het aangeven van de hoge kosten voor de burgers overdreven heeft, maar daarmee heeft hij wel de investeerders weggejaagd. En het investeringsklimaat herstellen is moeilijk dan het verpesten. Dit broeit nu al een aantal weken en hij geeft nu pas toe dat het niet klopt. Hij heeft investeerders weggejaagd; wat gaat hij nu doen om hen weer aan te trekken? Gaat hij deze fout publiekelijk erkennen, gaat hij advertenties zetten? Het is zeer schadelijk, terwijl Nederland al de naam heeft dat elk twee jaar de subsidieregelingen veranderd worden. De minister vormt geen uitzondering op deze regel van vorige ministers. Hij kan het niet mooier maken dan het is, als minister van investeringsbeleid heeft hij gefaald.

Minister Brinkhorst:

Ik heb de brief verleden week verstuurd, toen de Kamer met reces was. Ik heb dus binnen een week gereageerd. Verder denk ik dat investeerders veel belang bij voorspelbaarheid hebben. Ik zou geen knip voor mijn neus waard zijn geweest als ik deze regeling had uitgesteld en als ik haar had weggemoffeld in een algemeen energierapport of iets dergelijks. Ik denk ook niet dat investeerders worden afgeschrikt; daar is pas sprake van als de overheid hiervoor geen extra bedragen inzet. Er is een stabiel investeringsklimaat als er geld beschikbaar is voor innovatieve, duurzame projecten. Het geld dat daarvoor bestemd is, blijft beschikbaar. De bedragen lopen op van 500 mln. nu tot 800 mln. in 2010. Ik denk dat het investeringsklimaat er vooral mee gediend is als het niet kwetsbaar is in verband met overheidsgelden die het investeringsbeleid waarschijnlijk vervalsen.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter, wij moeten dit soort regelingen politician-proof maken, minder kwetsbaar voor de grillen van de markt, minder afhankelijk van de koopkracht en dergelijke. Is de minister van plan om in de komende energienota een andere regeling voor de MEP te bedenken, opdat wij niet voortdurend alleen maar koopkrachtplaatjes hoeven te bespreken en de markt op het terrein van duurzame energie investeringszekerheid kunnen bieden?

Minister Brinkhorst:

Een goede vraag. Het gaat mij inderdaad om investeringszekerheid en om een regeling die politician-proof is. Helaas hebben Kamer en regering een regeling gemaakt die hieraan niet voldoet. U was overigens nog geen Kamerlid en ik was nog geen minister, maar ik ben wel verantwoordelijk voor het beleid. Op zeer korte termijn is een vraagsysteem waarbij geld weglekte naar het buitenland, omgezet in een aanbodsysteem. Er leek zich geen aanbod aan te dienen en ik vond het destijds – ik meen dat het binnen vier weken na mijn aantreden was – van groot belang om deze wet zo snel mogelijk tot stand te brengen. De Eerste Kamer is er zelfs een week later voor met reces gegaan, meen ik. Als de Kamer nu meewerkt, is er begin volgend jaar een nieuwe regeling. Dan kunnen wij zeggen dat Kamer en regering samen hebben gewerkt aan een regeling voor duurzame energie die ook op termijn waterproof en politician-proof is.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter, aan de ene kant heeft de minister er natuurlijk gelijk in dat hij moet ingrijpen als hij ziet dat het de spuigaten uitloopt, vooral omdat de burger anders de rekening moet betalen. Hij noemde al een bedrag van euro 100 per aansluiting. Aan de andere kant zien wij dat wij in Nederland hopeloos achterlopen bij de ontwikkeling van windparken op zee. Daardoor missen wij niet alleen de duurzame energie, maar ook de innovatieve ontwikkeling en arbeidsplaatsen op dat gebied. Moeten wij niet gewoon concluderen dat de minister faalt met zijn beleid op het gebied van duurzame energie, niet alleen voor energie maar ook voor alle innovatieve kansen die het biedt?

Minister Brinkhorst:

Mevrouw Gerkens had misschien een ander antwoord verwacht, maar het antwoord is: nee, ik faal niet. Ik ben de eerste minister die de duurzaamheid weer op de agenda heeft gekregen, omdat de vergunningen nu zijn afgegeven. Ik heb daardoor deze twee grote parken bevorderd, die op korte termijn van de grond kunnen komen. Wij kunnen ervaring opdoen met nieuwe parken.

Naar boven