Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het niet afleggen van een getuigenverklaring na een daartoe strekkende toezegging (28017).

(Zie vergadering van 8 september 2004.)

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Wolfsen/Van Haersma Buma (stuk nr. 7, II) tot invoeging van artikel Ia.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, het CDA en de LPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden, zoals die is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Wolfsen/Van Haersma Buma (stuk nr. 7, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Wij wensen geacht te worden tegen het amendement-Wolfsen/Van Haersma Buma te hebben gestemd.

De voorzitter:

Dat is bij dezen aangetekend. Het heeft geen gevolgen voor de uitslag.

Voordat wij gaan stemmen over het wetsvoorstel, geef ik het woord aan de heer Rouvoet voor een stemverklaring.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit wetsvoorstel behelst een beperkt reparatiewetje op een eerder door de Kamer behandeld wetsvoorstel. Wat ons betreft had het in eerste instantie als een hamerstuk kunnen worden aangenomen, maar door het, overigens op zichzelf legitiem, inbrengen in het debat van het amendement van de collega's Wolfsen en Van Haersma Buma, waarbij de strafvermindering die toegepast kan worden wordt verruimd van eenderde naar de helft, is het wetsvoorstel voor ons in totaliteit zeer onacceptabel geworden. Wij hebben steeds als lijn aangegeven dat dit een te royale toepassing van het verschijnsel afspraken met getuigen in strafzaken zou kunnen impliceren. Daarom zullen wij tegen het wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, D66, de VVD, het CDA, de LPF, de Groep Wilders en de SGP voor dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven